Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Weeszondag

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Weeszondag

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

, , lk zal u geen wezen laten; lk kom weder tot u".

Joh. 14 : 18

Iemand heeft eens gezegd: „De wereld heeft geen vader". Als dat waar is — en het is waar — dan staat het er met de wereld slecht voor. De wereld zoals die naar luid van Gods Woord in het boze ligt en dc boze tot overste der wereld heeft. De tegenwoordige boze wereld, waarin duizenden en miljoenen leven, zonder God en zonder hoop in de wereld. „De wereld heeft geen vader".

Zo'n woord rukt in één keer de blinddoek voor je ogen weg. Arme wereld je zou het ze wel willen toeroepen, schreeuwen van de daken, dat ze niet weten hoe arm en jammerlijk, hoe blind en naakt zij zijn. De wereld hoeft heel veel; mooie huizen, dure auto's, stevige brandkasten, overvolle stranden en stadions, vooral op de dag des Heeren. De wereld heeft ook een grote mond. Maar geen vader.

De wereld is net als een wees, een kind dat geen vader en moeder heeft. Je kunt het vol stoppen met speelgoed, maar het heeft geen vader. Zo is nu de wereld. Als de nood aan de man komt en de dood aan de deur klopt, dan heeft men geen hart waaraan men zich uitschreien kan, dan is er geen hand die de moede kracht geeft, dan is er geen huis dat wacht in de stormnacht van de dood. Uiteindelijk is ieder eenzaam. Niet alleen de weduwe en de weduwnaar. Iedereen ook na alles genoten te hebben. O nameloze eenzaamheid als zwartgehandschoende handen je laatste huis op aarde schuiven in de daartoe bestemde lijkwagen voor je laatste reis. Wat erg te moeten heengaan zonder vader. Iedereen is eenzaam.

Maar wacht eens even. Zeg ik nu niet teveel? Niet ten aanzien van de wereld. Wel ten aanzien van het kleine kuddeke, dat in de wereld verdrukking heeft. Hoor het woord van hun Oudste Broeder. Ik zal u geen wezen laten. Ik kom weder tot u.

De belover

lk zal u geen wezen laten. Dit zijn de eigen woorden van Christus, die als balsem druppen in een schrijnende wond. Over het intieme samenzijn van Jezus met Zijn discipelen, aan het laatste Avondmaal, valt de schaduw van het scheiden. Scheiden, lijden, sterven, drie woorden als donkere wolken. Wie begrijpt Hem?

Petrus, Thomas, ze willen ontlopen wat niet te ontkomen is. Jezus heeft het over een weg. Voor hun besef lijkt het meer op een doolhof. Heere, wij weten niet waar Gij heengaat en hoe zouden wij de weg weten? (vs. 5). Toch laat Jezus Zich niet van de wijs, niet van de weg brengen. Hij blijft erbij: Ik ga heen, Hij voegt er ook wat aan toe. Ik zal u geen wezen laten. Dat is troost in smart. Want luister nu goed. Hij gaat niet zonder meer heen, zonder op of om te kijken. Ik ga heen om u plaats te bereiden (vs 2). Ik ga heen en kom weder tot u (vs 3). Maar zij schijnen dat laatste niet te horen. Ik ga heen, dat haakt vast in hun hart, daar kunnen zij blijkbaar niet overheen. Zijn heengaan betekent sterven. Hij laat er geen onduidelijkheid over bestaan. Ik! Dat staat voorop in de tekst en in het midden van de tekst klinkt het weer: lk! Hij wijst op Zichzelf en het Woord der prediking wijst naar Hem. Er is een wonderlijke rust in Jezus' hart. Ik ga heen, maar Mijn weg loopt niet dood. Ik ga door de dood heen. Dwars door Gethsemané op Golgotha. Hij wist dat er korter wegen naar de hemel waren, zoals voor Henoch en Elia. Zij werden zomaar door Gods Vaderarmen opgetild en thuis gehaald. Elia ging zelfs in triumftocht, op vurige wagens en paarden de hemel in, de hel ten spijt. Maar zij gingen wèl op kosten van Hem, die niet de kortste, maar wel de langste en de bangste weg verkoos. Hij moest waden door de diepten der hel, om voor allen de dood te smaken. Hij moest de weg banen door het voorhangsel, dat is door Zijn vlees. Hij ging heen en tevens zei Hij: Ik ben de Weg.

O Sion, wat hebt u toch een rijke Borg en Zaligmaker. Hij wil voor u deze weg gaan. Het is Zijn spijze om de wil des Vaders te doen, om Zijn werk te volbrengen, om de weg te gaan ten einde toe. Zijn heengaan is gaan van de weg naar de wil des Vaders, naar de Raad des vredes. Jezus ziet het doel. Ik ga heen tot de Vader.

In Zijn hemelvaart zal Hij het offer van Zijn leven binnendragen. Doet Mij de poorten der gerechtigheid open, nu de ene Rechtvaardige naar binnen gaat. De hemel moet Hem ontvangen. Hij ziet het kruis en daarachter het Vaderhuis. Kruis en kroon zijn aan elkaar verbonden in het borgtochtelijk werk van Christus. Nu blinkt vreugde in Zijn ogen en Hij zal er ook weet van hebben wat het Hem kost. Dan zal Hij zuchten: Mijn ziel is geheel bedroefd tot de dood toe. Heden gedenkt Hij aan Zijn belofte, Ik stel mijn leven voor de schapen en niemand zal ze uit Mijn hand rukken.

Het komt mij voor dat Christus deze vreugde wil overdragen, indragen in het hart van de Zijnen. Hun ogen wil openen voor het w T onder: In het huis Mijns Vaders zijn vele woningen. Hij wil niet dat ze bij Zijn heengaan blijven staan, maar dat ze verder komen. Hij wil ze troosten met de volle zegen.

De wezen

Ik zal u geen wezen laten. Wezen, zo heten de missende discipelen. Een treffende naam. Voor Thomas die moedeloos vraagt: Heere, hoe kunnen wij de weg weten? Als U er niet meer bent, zijn we alles kwijt. Voor Filippus, die een paar keer Jezus over Zijn Vader hoort spreken en in heimwee vraagt: Toon ons de Vader. Mogelijk de vraag waar u ook mee tobt. Thomas en Filippus, och ze staan een beetje in de schaduw bij de andere discipelen, de kern van de kring zoals Petrus, Jacobus, Johannes. Zo zijn er nog wel discipelen die in de gemeente een beetje in schaduw leven. Toch bedoelt Jezus met het woordje U niet Thomas en Filippus alleen. Hij heeft ze allemaal op het oog. In het Grieks staat het ook in het meervoud. U, dat zijn ze allemaal! Gijheden zegt vers 1. Hij peilt de smart van allen. Uw hart worde niet ontroerd. Als Hij er straks niet meer is, als Hij gestorven en begraven zal zijn, dan zijn ze allemaal als wezen. Ook Petrus, die buiten de poort weent en Maria Magdalena die in de hof naar

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 mei 1979

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's

Weeszondag

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 mei 1979

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's