Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Nederlandse Geloofsbelijdenis

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Nederlandse Geloofsbelijdenis

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

(6)

ARTIKEL III (vervolg)

Wanneer wij vanaf onze prille jeugd vertrouwd zijn met de Bijbel, zullen wij geleerd hebben dit Boek met eerbied tegemoet te treden. De Heilige Schrift is niet een gewoon boek, maar het Boek der boeken. Over dit wondere geheim mogen we nu in eerbied nadenken.

De Bijbel is het Woord van God. Wat bedoelen we met deze belijdenis? Johannes begint zijn Evangelie als volgt: „In den beginne was het Woord, en het Woord was bij God, en het Woord was God". En dit Woord is vlees geworden, en heeft onder ons gewoond. Het Woord, dat is hier niet de Bijbel, niet een gesproken of geschreven Woord, maar: een Persoon, namelijk de eeuwige Zoon van God, Jezus Christus. Hij wordt, onder vele andere namen, ook genoemd eenvoudig: hèt Woord! Met een hoofdletter. Onder duizenden, miljoenen woorden, ooit gesproken of geschreven, is Christus eenvoudig: hèt Woord. Waarom: hèt Woord? Omdat God, de levende God, een sprekende God is. De afgoden hebben wel een mond, maar zij spreken niet. De goden zwijgen. De levende God spreekt. En dit is allereerst het geheim van de drieënige God Zelf. Zoals Johannes in het begin van zijn Evangelie, door de Geest gedreven, dit geheim van de levende God verneemt. „Niemand heeft ooit God gezien, de eniggeboren Zoon, Die in de schoot van de Vader is, Die' heeft Hem ons verklaard." En aldus verklaard: In den beginne was het Woord. De Vader heeft gesproken, Zijn hart uitgesproken. En dit uitgesproken Woord was bij God. De Vader hield het uitgesproken Woord bij Zich, en dit Woord uit het hart van de Vader is de Zoon. En dit Woord was niet alleen bij God, het was ook God. De eeuwige Zoon van God. Dit was in den beginne bij God.

Dus wanneer wij spreken over het Woord van God, dan denken wij allereerst aan een Persoon, de Persoon Jezus Christus. Hij is eenvoudig hèt Woord. Het Woord van God!

En dit Woord, de Zoon van God, in Wie de Vader Zich uitspreekt, in Wie de Vader Zich aan ons openbaart, horen we door middel van het geschreven Woord van God, de Bijbel. Dit betekent, dat wij niet verstaan dat de Bijbel het Woord van God is, wanneer we niet hèt Woord, Jezus Christus, daarin ontmoeten. Het geschreven Woord getuigt van het vleesgeworden Woord. Wanneer wij ooit de Bijbel durven losmaken van Christus als het ène Woord van de Vader, dan is de Bijbel voor ons een verzameling woorden zonder centrum, een lichaam zonder hart, een woordenstroom zonder leven!

Hèt Woord van God! Jezus Christus, in Hem horen we de Vader, in Hem zien wij de Vader, van Hem en de Vader horen wij door de Heilige Geest. Zo mogen we belijden, dat het hart van de Schrift is de openbaring van de drieënige God. In de Bijbel heeft de levende God Zijn hart voor ons uitgeschreven.

Hoe heeft God dit gedaan, Zijn hart voor ons uitgeschreven? Maar een heel klein gedeelte, alleen de Tien Woorden, met eigen vinger. Al het overige door middel van Zijn dienstknechten, de profeten en apostelen. Opmerkelijk is ook dat Christus, tijdens Zijn omwandeling op aarde, niet de Evangeliën geschreven heeft. We horen maar èèn keer, dat Jezus schrijft, met Zijn vinger in het zand. Meer niet. God neemt profeten en apostelen in dienst. En dezen drijft Hij door de Geest aan, zodat de wind in de zeilen is.

Dit nu stelt ons voor een vraag. Een zeer moeilijke vraag. Wanneer namelijk mensen geroepen worden te schrijven, dan is de Bijbel ook een Boek door mensen geschreven. Dat valt niet te ontkennen. Nemen we alleen het voorbeeld van de Evangeliën: vier verschillende schrijvers belichten, elk op weer andere wijze, de gestalte van Jezus Christus. De Bijbel is niet rechtstreeks uit de hemel neergedaald, maar door middel van mensen geschreven. En waarom, zo vragen we dan, waarom? Want daarin zijn zoveel problemen voor ons gegeven. Er schijnen met elkaar in tegenspraak verkerende woorden in de Bijbel voor te komen. De eerste handschriften van de Evangelisten, de oorspronkelijke brieven van Paulus hebben wij niet meer, en bij het overschrijven, eeuwen lang, werden schrijffouten gemaakt. Bovendien is de Bijbei eigenlijk een bibliotheek op zichzelf, 66 boeken, in verschillende tijden, door verschillende personen geschreven, onder verschillende omstandigheden. En daardoor ontstaan zoveel problemen bij de uitleg van de Bijbel. Zoveel tegenspraak en verwarring. Iedere ketter heeft nu zijn letter, en met de Bijbel in de hand kunnen we de meest tegenstrijdige zaken trachten te bewijzen.

Dit ontmoedigt velen. Waarom eigenlijk heeft God niet, zoals bij de twee stenen tafelen, Zelf opgeschreven wat Hij ons als Zijn Woord wilde geven? Zonder daarbij de vele mensen in te schakelen, zonder de vele honderden bladzijden, maar: kort en krachtig Zijn Woord?

Waarom is de Bijbel goddelijk? Want dat ervaren wij bij het lezen en het luisteren! Waarom is de Bijbel menselijk? Want dat ervaren we ook bij het lezen en het luisteren, door mensen geschreven, vanuit hun tijd en vanuit hun omstandigheden!

Het antwoord is het geheim van hèt Woord, Jezus Christus. Van Hem belijden wij: waarachtig God en tegelijk waarachtig mens! En het Woord is vlees geworden. Dit geheim, ondoorgrondelijk en toch uitgesproken. Het W 7 oord bleef, wat het was: waarachtig God, en het werd, wat wij zijn: waarachtig mens. Zo belijdt de Kerk van de ene Persoon Jezus Christus: twee naturen. God en mens samengevoegd, onvermengd en onveranderd, ongedeeld en ongescheiden.

Van dit geheim draagt nu het geschreven Woord de afglans, de indruk, de gestalte. Van de Bijbel zouden we kunnen zeggen in zekere zin: ook dit Woord draagt twee naturen tegelijk, een goddelijke en een menselijke. Dat de Bijbel Gods Woord is, volkomen goddelijk, van Goddelijke oorsprong; niet door mensen voortgebracht, zie, daarin ontmoeten we Jezus Chrisuts als de eeuwige Zoon van God, als God Zelf. Dat de Bijbel tegelijk zo menselijk is, zo volkomen menselijk, zie, daarin ontmoeten wij Jezus Christus als waarachtig mens, Die onze menselijke natuur heeft aangenomen, het vleesgeworden Woord.

Het geheim van de Bijbel is het geheim van Christus!

Het geheim van God en mens, in één Persoon!

Van Christus horen we, dat Hij God gelijk was, maar Zichzelf heeft vernietigd, en de gestalte van een dienstknecht heeft aangenomen, en de mensen gelijk is geworden. De gestalte van een dienstknecht: Hij kwam niet om gediend te worden, maar om te dienen.

Zo draagt ook de Bijbel dc dienstknechtsgestalte. Zo neemt het Woord van de levende God, het geopenbaarde, geschreven Woord de gestalte van een dienstknecht aan. Ja, om ons mensen te dienen, om ons gelijk te zijn in onze menselijke woorden en uitdrukkingen in onze menselijke taal. Zodat wij verstaan kunnen!

H. Bavinck schreef over deze dienstknechtsgestalte van het Woord: „De vleeswording van Christus eist, dat men haar naspeure tot in de diepte van haar vernedering toe, in al haar zwakheid en smaad. De beschrijving van het woord, van de openbaring, nodigt ons uit, om ook in de Schrift dat zwakke en nederige, die dienstknechtsgestalte te erkennen. Maar gelijk het menselijke in Christus, hoe zwak en nederig ook, toch van het zondige vrij bleef, zo is ook de Schrift zonder dwaling tot stand gekomen".

En zó kunnen wij spreken van de onfeilbaarheid van de Schrift. Het onfeilbare Woord van God. Vanuit de menselijke natuur van Christus, Die zonder zonde bleef. Dan is de onfeilbaarheid van de Schrift van Christus Zelf afgeleid, zoals Hij, ingegaan in onze verdorven, menselijke natuur, zonder zonde bleef. Onfeilbaar was het Kind van de Vader aldus! Maar deze gehoorzaamheid heeft de Zoon geleerd, uit hetgeen Hij heeft geleden, door alle diepten van de menselijke natuur buiten Gods paradijs heen. Onfeilbaar, in de hof van Gethsemane: „doch niet gelijk Ik wil, maar gelijk Gij wilt". Zo verstaan wij de onfeilbaarheid van de Schrift vanuit Christus. Vanuit de Christus der Schriften. Onfeilbaar, dat begint dan niet met hard geweld, zonder dat de Bijbel zelf nog geopend is, met de Bijbel zwaaiend als een soort wetboek. Het woord onfeilbaar mag niet zijn uitgesproken als een koude wet. Maar — als een levend Woord, dat in Christus gevonden is: waarachtig God en waarachtig mens. Zonder zonde — onfeilbaar!

Dit betekent dan tegelijk, dat onze vele weerstanden tegen de Bijbel, onze vragen, bedenkingen en kritiek de menselijke weerstand is, de ergernis tegen de Christus der Schriften. Daarin komt onze weerstand tegen de Bijbel openbaar als weerstand tegen de

God van de Bijbel. Wanneer God Zich openbaart in het Woord, dat vlees wordt blijkt hoe al ónze pogingen tot God te komen in de wortel zijn afgesneden. God spreekt: blijf waar ge zijt! Ik kom tot u! Het geheim van het vleesgeworden Woord, dat onder ons heeft gewoond legt de glans over het geschreven Woord van God. Goddelijk en menselijk in één, zonder zonde, onfeilbaar!

En aldus, vanuit Christus, gaat ons oog ook werkelijk open voor de Goddelijke oorsprong van de Bijbel. Zoals de Zoon van de Vader is uitgegaan, zoals de Heilige Geest van de Vader en de Zoon is uitgestort, zo is ook, schrijft Paulus aan Timotheus: „Al de Schrift van God ingegeven " Timotheus heeft van kind af aan de heilige Schriften gekend, en die konden hem wijs maken tot zaligheid. Al de Schrift is van God ingegeven!

Uit deze tekst, 2 Tim. 3 : 16, komt, via dc Latijnse vertaling, ons woord inspiratie. De Schrift is geïnspireerd. In het Grieks staat er letterlijk: heopneustos. Van God doorwaaid! De Schrift is als een hof van God doorwaaid. De wind des Geestes waait hier met de levensadem van de Vader en de Zoon. W r aar begint het te waaien, te leven in de doodse stilte van deze wereld buiten het paradijs? Wij leven onder een drukkende hemel, stil en doods. Aan verderf en dood zijn we onderworpen. Waar begint het te waaien? Wc zien het gebeuren rond Golgotha, onder de gesloten hemel, de drie uren van duisternis. Het begint te waaien, te leven in dit Woord, vleesgeworden, gekruisigd, omhoog naar de hemel: Vader, in Uw handen beveel Ik mijn geest". En in de vroege Paasmorgen is het de Geest, Die de hof doorwaait met het leven vanuit het open graf! Dan zien we door het open graf heen: ot in het vaderhart van God! Terug tot het begin, waar het Woord was!

E.

H. V.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 juni 1979

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's

De Nederlandse Geloofsbelijdenis

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 juni 1979

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's