Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De blijken van Zijn opstanding

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De blijken van Zijn opstanding

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

...Toen ging ook de andere discip er in en zag het en geloofde. Joh. 20:5-9

die blijken door Christus achtergelaten

De Heere Jezus Christus is opgestaan. Dat is het machtig en heerlijk evangelie van Pasen. Het is de boodschap van bevrijding uit de donkere en duistere machten van de dood, de hei en het graf. Die machten zijn nu overwonnen. Hij is opgestaan.

Elk van de vier evangelisten verkondigt ons dit grote feit in eigen toonaard. De evangelist Johannes laat ons vooral zien wat Hij achterliet als blijk van Zijn opstanding: n.1. een open graf en afgelegde klederen des doods. Hij laat ons ook zien wat voor reaktie die blijken bij mensen wekken.

Allereerst een open graf en een afgewentelde steen. Die steen was een grimmig teken van de absolute macht van de dood. De dood heerste. Wie leeft er die de slaap des doods niet eens zal slapen? Wie redt zijn ziel van het graf? De dood heerste absoluut. Er was geen terug mogelijk. En wat voor een dood. De dood als loon der zonde. De dood waarin ik alleen maar oneindig diep kan wegzinken, in verlorenheid en eeuwig verderf. Eer nog die steen mijn lichaam in de dood houdt, heeft ze geestelijk mijn ziel in de dood gehouden. Ik ben immers dood in de misdaden en de zonde. Ik breek de weg naar het leven en het licht niet open. Die steen is te zwaar. Ik hef haar niet met deugd, noch met gerechtigheid.

Christus laat een open graf achter, een afgewentelde steen. Als heerlijk en machtige blijk van Zijn overwinning. Hij heeft het graf opengedaan. Het slot eraf gehaald. Nu ligt het open naar het licht en het leven, naar God. De zware grendels zijn weggeschoven, de donkere deuren opengezwaaid. De gevangenispoort is ingang geworden van de bruiloftszaal. Ja; dit is, dit is de poort des Heeren, daar zal 't rechtvaardig volk door treên. Nu mogen we onze geliefde doden, in de Heere ontslapen neerleggen in een cjpen graf. Nu mag een ieder die in Christus is het weten de dood is verslonden tot overwinning.

Zo ligt die steen daar afgewenteld. Er el gaat een stil getuigenis van uit: Hij leeft. Ook in het graf heeft Jezus wat achtergelaten. De doeken waarin Jozef en de vrouwen Zijn lichaam hadden gewikkeld bij de begrafenis. Doeken van fijn linnen. Doeken voor een geliefde dode, doeken voor een voorname dode. Maar van hoeveel liefde en voornaamheid die kostbare doeken ook spraken, ze waren klederen des doods. En dat overheerste alles. Het was het laatste wat geliefden aan Hem hadden kunnen doen. Maria, had Hem eenmaal gewikkeld in de doeken van het nieuwe en prille leven, ze moesten Hem nu wikkelen in de windselen des doods. Het waren ook banden des doods. Hij zou immers toch nooit meer vrij kunnen bewegen en leven.

Maar nu is Hij opgestaan. Hij heeft de windselen des doods losgewikkeld. De banden des doods verbroken. Heeft de Vader Hem van die banden ontdaan? Heeft Hij ze Zelf losgewikkeld? We weten het niet. Wel mogen we vermoeden dat alles met orde en eer is toegegaan. Zie maar hoe keurig geschikt en geordend Hij alles achterlaat. Maar Hij laat het wel achter. Hij neemt die doodsklederen niet mee het leven in. Hij wordt bekleed met de klederen des heils, de mantel der gerechtigheid is Hem omgedaan. Hij mag nu het feestkleed dragen van de eeuwige bruiloft. De dood Iaat Hij achter en daarom ook de klederen van de dood als een andere blijk van Zijn heerlijke overwinning.

En zo ligt die steen daar en zo liggen die klederen daar, als stille getuigen van de Paasheerlijkheid.

die blijken door mensen gezien

Johannes vertelt ons van verschillende mensen, die die getuigen zagen, en van hun reaktie. Allereerst is daar Maria Magdalena. Over haar slechts in het voorbijgaan. Ze is met andere vrouwen naar het graf gegaan al heel vroeg in de morgen. Al van verre ziet ze hoe de steen is afgewenteld. Direct heeft ze haar konklusie klaar: Ze hebben Hem weggenomen. Dat ook nog, eerst Hem gedood en nu Hem geroofd! Verschrikt en bedroefd vluchten ze weg. Ze gaat naar Petrus en Johannes en vertelt hun van haar bang vermoeden. Die gaan dan beiden op weg naar het graf. Doorgaans volgen we de vrouwen in hun gang naar het graf. Hier in het evangelie van Johannes volgen we twee mannen. Twee discipelen, een ieder met zijn eigen geschiedenis met Jezus.

Petrus die door zijn broeder tot Jezus was geleid. Petrus die zulke rijke en machtige belijdenissen had mogen afleggen. Hoe getuigde hij niet van zijn nietigheid en onwaardigheid bij de wonderbare visvangst: Heere, ga uit van mij, want ik ben een zondig mens. En tegen de donkere achtergrond van de afval van velen was Petrus' woord heerlijk opgelicht: Heere tot Wie zullen wij heengaan, Gij hebt de woorden des eeuwigen levens. Petrus, die echter ook zo schandelijk Zijn meester verloochend had. Petrus die in de hof van Kajafas vloekte en zwoer: Ik ken de mens niet. Petrus, die ook gebroken was in bitter berouw en ondanks alles Zijn meester niet missen kon. Hij had dan ook de discipelkring weer opgezocht en zich bij hen gevoegd. Hij kon er eigenlijk niet bij horen, hij wilde er toch bij horen. En zo zien we hem hier ook op weg naar het graf van zijn Jezus.

En dan Johannes, de discipel die hier over zichzelf schrijft en uit bescheidenheid zijn naam niet vermeldt. Johannes, die van zichzelf mag schrijven: de discipel die Jezus lief had. In zijn ziel was immers de omgang met Christus een diepe en innige liefde gerijpt, een bestendige liefde. Was Petrus meer onstuimig, wisselden bij hem hoogten en diepten, in Johannes' leven was meer de stage groei. Zijn liefde was stil en gestaag gerijpt en wel zo dat Christus Zijn moeder op Golgotha juist aan Johannes had aanbevolen.

Twee discipelen van Christus ieder zichzelf, ieder anders, maar een in hun diepe liefde tot Christus. Die liefde was gebleven. Hun geloof was door de droefheid van hun hart verwelkt, maar de liefde bleef. De liefde is sterker dan de dood, hard als het graf. Misschien verstaan we ze wel die twee mannen, die opgeschrikt door het woord van Maria haastig op weg gaan naar het graf. Hun Jezus is dood en toch ze kunnen Hem geen ogenblik missen. Misschien was Pasen voor u ook de dood. De dood in uw hart. Er zijn tijden geweest dat u huppelen mocht van zielevreugd.

In Jezus was al uw gerechtigheid en leven.

U mocht zich baden in het licht van Zijn gunst. En het leek nooit meer te kunnen veranderen. Maar dat is toch gebeurd. Nu kunt u nergens meer in komen. Geen lied verkwikt en geen preek vertroost. Pasen moest voor u het leven zijn, maar het is de dood net als voor die vrouwen, net als voor die discipelen. En toch Hem vergeten kunt u nooit en Hem missen evenmin. Onder alle dood in uw hart ligt er een vuur te smeulen van verlangen: Mijn ziel dorst naar God, naar de levende God.

Petrus en Johannes gaan samen op weg. Al spoedig echter komt Johannes Petrus voor. Dat ligt niet aan hun verschil in leeftijd. Dat heeft met diepere dingen te maken. Hoe dichter Petrus bij het graf komt, hoe groetr de aarzeling wordt in zijn hart. Hij verlangde wel hartelijk naar Christus, maar aan de andere kant: hij had Hem toch verloochend! En daarom, Petrus die altijd haantje de voorste was heeft in eens zo'n haast niet meer. Laat Johannes maar voor gaan. Dat komt hem toe. Als we enigszins onszelf leerden kennen, achten we de ander uitnemender dan onszelf.

Zo komt Johannes het eerst bij het graf. Bescheiden blijft hij bij de opening staan en bukt en ziet de doeken liggen. Intussen is ook Petrus naderbij gekomen en is dan even weer de oude Petrus. Hij gaat verder het graf in en ziet dan hoe ordelijk alles daar is neergelegd. De doeken samengevouwen, en de zweetdoek op een aparte plaats opgerold. Niets getuigde hier van ruw geweld of van de haast waarmee een lijk wordt weggeroofd. En als anderen van de discipelen Zijn lichaam op een andere plaats hadden gelegd zouden ze Hem toch zeker niet ontkleed hebben, dat is ondenkbaar.

Ook Johannes volgt Petrus dan in het graf. En bevindt het zoals Petrus. Neen hier kunnen geen mensen in het spel geweest zijn. Hier is God aan het werk geweest. Hij is opgestaan.

die blijken verstaan

Ja, ineens moet het licht in Johannes' ziel zijn opgegaan. Het kan niet anders of Hij leeft. We lezen: hij zag het en geloofde. Dat staat er zo nadrukkelijk, zo expliciet, dat moet wel betekenen dat toen het heerlijk Paaslicht in Johannes' hart schijnen ging. Hij zag het en geloofde. Johannes mocht het getuigenis van de doeken verstaan. De HEERE Zelf verlichtte hem. Zijn Zaligmaker, zijn Heere leefde, 't Was niet tevergeefs geweest dat Hij op Hem gehoopt had, aan Hem zich gewonnen had gegeven. Hij had geen dode Heiland maar een levende. Een golf van vreugde moet door Johannes zijn heen gegaan.

Wat is dat groot als het licht doorbreekt in ons hart voor het eerst of weer opnieuw. Als de Zon der gerechtigheid met haar stralen de nevels opklaart en het duister verdrijft. In Uw licht zien wij het licht. Hij leeft. Hij, Die gestorven is om onze zonden en opgewekt tot onze rechtvaardigmaking. Het is met geen pen te beschrijven en met geen woord te zeggen wat er dan aan vreugde en vrede het hart doorstroomt. Voorbij de droefheid, de wanhoop en de moedeloosheid. Voorbij, alle schaduw. Nu leven en licht, vrede en vreugde.

Wat is dat een rijke ervaring, geloofservaring. Johannes zag het en geloofde. En door dat geloof ging de blijdschap op in zijn ziel. We! bleef alles nog bedekt. We horen hem niet juichend tot Petrus roepen: Petrus, zie Hij leeft, het kan toch niet anders. Neen Johannes' geloof bleef nog verborgen en zijn vreugde van binnen. Het morgenrood der verrijzenis schemerde nog. Het was ook zo ongelooflijk, zo onbegrijpelijk.

Zo kan dat liggen bij een arm en verloren mens. De zon der gerechtigheid werpt haar eerste stralen. Er is een beginnende hoop, en aanvankelijke vreugde. Maar we zijn nog bezet met zoveel aanvechting en aarzeling. En toch de HEERE staat voor Zijn eigen werk in. Hij zal dat voleindigen. Straks juicht ook Johannes in de discipelschaar: de Heere is waarlijk opgestaan.

Johannes zag het en geloofde. En hij schrijft er dan heel eerlijk achter dat het hun eigen schuld was dat ze niet direct geloofd hadden dat Christus was opgestaan. Immers, ze wisten de Schriften niet dat hij van de doden moest opstaan. Genade maakt eerlijk. Genade maakt ootmoedig. Genade doet ons aüe hoogheid in onszelf verliezen.

Johannes belijdt: We hadden het kunnen weten, als we de Schrift geweten hadden. In c!e boeken van het Oude Verbond toch, wordt al gesproken van de opstanding van de Christus. Onze droefheid en angst is eigenlijk onnodig geweest. Zo komen Gods kinderen er nu altijd af: Beschaamd in zichzelf, maar verwonderd in Hem: Hij immers wilde er alles aan doen dat Zijn discipelen geloven zouden en gelovende het leven zouden hebben in Zijn Naam.

Wat een zorg en liefde voor een dwaas en ongelovig volk.

Dan zal, na zoveel gunstbewijzen, 't Gezegend heidendom 't Geluk van deze Koning prijzen, Die Davids troon beklom. Geloofd zij God, dat eeuwig Wezen Bekleed met mogendheên; De HEERE in Israël geprezen, Doet wond'ren, Hij alleen.

E.

Jac. W.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 april 1982

Gereformeerd Weekblad | 10 Pagina's

De blijken van Zijn opstanding

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 april 1982

Gereformeerd Weekblad | 10 Pagina's