Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Ook de doden in het Evangelie verkondigd

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ook de doden in het Evangelie verkondigd

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

„Waarin zij zich vreemd houden, als gij niet medeloopt tot dezelfde uitgieting der overdadigheid en u lasteren, dewelke zul len rekenschap geven Dengene Die bereid staat om te oordelen de levenden en de doden. Want daartoe is ook de doden het Evangelie verkondigd geworden, op dat zij wel zouden geoordeeld worden naar de mens in het vlees, maar leven zouden naar God in de geest". 1 Petrus 4 : 4—6

nieuwe tevenswandel bestreden

Een nieuwe levenswandel heeft het lijden van Christus en als gevolg daarvan het lijden met en voor Christus teweeg gebracht. Omdat Christus veer ons. in het vlees geleden heeft, hebben al de Zijnen zich met de gedachte te wapenen dat ze daardoor afgedaan hebben met de zonde. De begeerlijkheden van de mensen mogen en kunnen niet meer richtingbepalend zijn voor det levenswandel. De wil van God beheerst de gang van het leven. Lang genoeg hebben ze eertijds gewandeld in de wellustigheden die kenmerkend zijn voor het heidendom. Er is een breuk gekomen door de geloofsvereniging met Christus met dat vroegere leven. Daar kunnen we niet meer in léven.

Welnu, die nieuwe gang vindt bestrijding bij vroegere metgezellen in de zonde. , , Waarin zij zich vreemd houden, als gij niet med loopt tot dezelfde uitgieting der overdadi heid en u lasteren". Vroegere vrienden staan vreemd te kijken dat christenen niet meer mee doen in de „uitspatting van de liederlijkheid". Ja, ze lasteren de christenen er zelfs om. Nu is dat een bekend gegeven in het Nieuwe Testament als het gaat om het lijden der christenen. Eén aspect van dat lijden is de vijandschap van de kant van familie en vrienden. Dat lijden kan soms zo ver gaan dat men het leven er bij inschiet. „En de ene broeder zal de andere broeder overleveren tot de dood en de vader het kind en de kinderen zullen opstaan tegen de ouders en zullen hen doden (Mt. 10, 21). In het evangelie naar Lukas worden hier ook nog de vrienden bij genoemd die de christen zullen overleveren (Lk 21, 16). We kunnen hier ook denken aan een ander woord van Jezus. „...Want Ik ben gekomen om de mens tweedrachtig te maken tegen zijn vader en de dochter tegen haar moeder en de schoondochter tegen haar schoonmoeder. En zij zullen des mensen vijanden worden, die zijn huisgenoten zijn" (Mt 10, 35). Samengevat: volgens de Schrift zitten er twee kanten aan het lijden dat men van de zijde van familie en vrienden kan ontmoeten. Men kan geroepen worden hen los te laten omdat de liefde tot Christus boven hen allen gaat.

Oók kan je familie zich tegen je keren. In het Nieuwe Testament komen we dan bovendien nog veelvuldig tegen dat de Joodse gemeenschap zich tegen de christenen keert. Ze worden uit de synagoge geworpen. Of ze worden juist aan de synagoge overgeleverd. Ze komen zo voor het gerecht en krijgen zware straffen: geseling, gevangenschap en uitbanning uit de synagoge.

Naast kerkelijke vervolging is er in het Nieuwe Testament ook de vervolging door wereldlijke overheden. Ze worden voor stadhouders en koningen geleid. Oók door hen - gegeseld en opgesloten. Zo zijn de volgelingen van Christus menigmaal in doodsgevaar.

- Hier, in onze tekst, zien we ook een vorm van verdrukking voor de christenen. Vroegere vrienden in de zonde vinden hét vreemd dat de christenen niet meer mee doen in de uitspattingen van liederlijkheid. Vreemd vinden. Ze kunnen het niet volgen. De motivering komt niet over en slaat niet aan. En als gevolg daarvan ontstaat er ergernis over hun vreemde gedrag. Die ergernis slaat om in vijandschap, in lastering. Ex-vrienden worden verklaarde vijanden. Lasteren, staat er. Blasfemisch spreken letterlijk. Daar zit krenking in van de gemeente omwille van hun geloof. De spot wordt met hen en hun overtuiging gestoken.

Daar zit de poging achter om hen weer mee te slepen in de weg van vroeger. Onder zware druk (blasfemie, staat er letterlijk) probeert de omgeving de christenen te verleiden tot het liederlijke leven van vroeger. Niet doen, wil Petrus zeggen. Dat kan gewoon niet meer. Wapent u met de gedachte dat wie in het vlees geleden heeft, die heeft afgedaan met de zonde. Houdt het er voor e-dat ge der zonde dood zijt. We hebben dat g-lang genoeg gedaan, de vorige tijd van ons leven. En de tijd die nog over is hebben we te leven naar Gods wil. Welnu, Petrus troost de gemeente in druk met de gedachten dat Christus eens oordelen zal, ook over deze blasfemie die over hen uitgegoten wordt.

rekenschap geven

Het lijden is voor de gemeente verdrietig. Het doet zeer misverstaan te worden. Maar voor hun tegenstanders is het erger. Christus zal komen als de Rechter. , , Dewelken zullen rekenschap geven Dengene Die bereid s om te oordelen de levenden en de doden Het is een vast bestanddeel van het geloof der oudste gemeente geweest dat Jezus Christus het oordeel zal uitspreken (M. H. Bolkestein). We treffen deze notie ook aan in de twaalf artikelen. Daar zit volop troost in voor de gemeente Gods. Nu kan er veel over haar hoofd komen: verguizing, verachting, vervolging. Maar Christus weet ervan en Hij zal oordelen. Ik denk hier ook aan het slot van de 37 artikelen. De gedachtenis aan het oordeel is schrikkelijk en vervaarlijk voor de bozen en de goddelozen, maar zeer wenselijk en troostvol voor de vromen en de uitverkorenen. „Dewijl alsdan hun volle verlossing volbracht zal worden en zij aldaar ontvangen 'zullen de vruchten van de arbeid en de moeite, die zij zullen gedragen hebben" (art. 37 NGB). Ze zullen ook de wraak zien die God zal doen aan allen die de christenen zullen getiranniseerd en onderdrukt hebben.

Onrecht, verdrukking en vervolging is in sommige delen van de mensheid nog het deel der christenen. Trouwens, in onze samenleving is het gaan van de weg van Christus ook een smal pad geworden, een eenzaam pad. Je komt er niet zoveel meer tegen op de weg achter Christus aan. En wie je er nog tegen komt, hebben soms nauwelijks begrip voor je bedoelen en belijden. Trouwens, is niet het hele verloop van de dingen in de wereld om ons heen een onontwarbaar kluwen waar nauwelijks lijn in te ontdekken valt. Waar is Gods plan te zien? Wat is de plaats van de gemeente naar Christus genoemd? Zal er nog wat van overblijven? „Wie zal er van Jacob blijven staan? ', vroeg de oude profeet reeds. Grote schreeuwers overstemmen het stille geluid van hen die Christus leerden aanhangen. Soms geeft dat vrees en beklemming in het hart van hen die het Evangelie van de Heere Jezus Christus lief kregen. Waar blijft Gij zo lange, zo lange, liefste Heer' Jezus, het wordt mij op aarde zo bange?

Is het niet waar wat professor Van Ruler eens schreef bij de uitleg van deze regel uit het Apostolicum? „Maar de geschiedenis is een ratjetoe van onrecht, vergelding, verzoening en verhulling. Dit verwarde kluwen moet nog eens een keer ontward worden. Dat gebeurt op de jongste dag, in het laatste oordeel. Dan gaan alle boeken open. Dan wordt aan elk mens voorgehouden, wat hij met zichzelf, met z'n naaste en met Gods goede en schone schepping; heeft gedaan. Goed en kwaad worden dan uiteengeworpen. De schapen worden van de bokken gescheiden" (Ik geloof, Nijkerk 1968, pg 121 v).

Troost in druk. Nu gelasterd, eens vrijgesproken. Waarschuwing voor wie lastert. Uw grote mond wordt eens gestopt. „Alles komt eens aan de grote klok te hangen. De hele vuile was komt aan de lijn. Iedereen kan het zien. Er vindt een verschrikkelijke onthulling en publikatie plaats" (Van Ruler).

evangelie verkondigd aan de doden

Welnu, voorafgaand aan dat oordeel gaat de evangelieprediking. Het oordeel wordt voltrokken en uitgesproken op basis van de taat evangelieprediking. God komt niet zomaar ". ineens met Zijn oordeel. Het zal niet onaangekondigd, niet onvoorbereid over de mensheid geveld worden. God maakt Zich vrij van Zijn schepsel. De evangelieverkondiging gaat vóór het oordeel uit. „Want daartoe is ook de doden het Evangelie verkondigd geworden, opdat zij wel zouden geoordeeld worden naar de mens in het vlees, maar leven zouden naar God in de geest".

Deze tekst heeft exegetisch problemen opgeleverd. De meeste problemen zijn ontstaan waar men deze tekst koppelt aan die van 3 : 19, 20. Als u uw bijbel erbij legt, dan ziet u dat daar staat dat Christus de geesten in de gevangenis gepredikt heeft, ja wat dan? Wel, Zijn overwinning. Maar wie zegt ons dat we deze teksten (3, 19 en 20) moeten verbinden met onze tekst (4, 6). Daar gaat het over het lijden van Christus en de vrucht ervan. Hier gaat het over de toestand waarin de gelovigen zich bevinden die reeds overleden zijn.

Want daar moeten we bij „doden", naar mijn mening, aan denken. De „doden" zijn hier geen geestelijk doden, zoals wel is verklaard. Maar lichamelijk doden. Levenden en doden, staat er. Daarmee is bedoeld: zij die nu nog leven èn zij die al gestorven zijn.

Welnu, het Evangelie is gebracht aan de doden. Petrus bedoelt: intussen zijn ze overleden, maar in hun leven hebben ze het Evangelie gehoord. Er staat niet dat ze dood waren toen ze het Evangelie hoorden. , , De oplossing is eigenlijk heel eenvoudig: deze doden hebben geleefd, toen het evangelie gepredikt werd. Ze zijn intussen gestorven en behoren nu tot de overledenen" (Bolkestein).

Want daartoe is ook de doden het Evangelie verkondigd geworden. Waartoe dan? Wel, dat heeft te maken met het voorgaande: het oordeel dat over levenden en doden zal gaan. Het Evangelie zegt nergens dat gelovigen niet meer hoeven te sterven. De dood is immers het loon der zonde. De dood is een oordeel Gods. Voor de Christgelovigen geldt dan echter wel dat , , ze geoordeeld worden naar de mens in het vlees". Het oordeel van de dood voltrekt zich aan het vlees der gelovigen. Vlees is hier dat wat zichtbaar is van de mens, zijn uitwendige, zichtbare verschijning. Daarover gaat de dood als een oordeel. Alle mensen moeten sterven, óók zij die in Christus leerden geloven en in Hem hun heil mochten vinden. Alleen, hun dood is geen betaling voor de zonden maar een afsterving van de zonden en een doorgang tot het eeuwige leven. Dat betuigt Petrus hier in eigen woorden eveneens. Het Evangelie is eens aan de doden verkondigd. En dat Evangelie betuigde hen dat ze door de dood heen mochten leren zien op het leven hen in Christus geschonken. Het Evangelie is de doden eens verkondigd „opdat ze leven zouden naar God in de geest". Ja, hun vlees sterft af en weg. Hun vlees gaat in de groeve der vertering. Maar hun geest gaat naar God. Ze leven. Ze leven eeuwig. Ze leven naar God. Dat betekent: zoals God het wil, zoals God het geeft. Ze leven in de geest. Terstond na dit leven eeuwige vreugde en vrede. Daartoe is hen het Evangelie in hun leven verkondigd. De evangelieprediking beoogt dus het leven van hen die het Evangelie horen. In het Evangelie ligt de ontkoming aan het oordeel verklaard.

Eén stond in onze plaats in het gericht Gods: Jezus Christus. Opdat er voor de Zijnen ontkoming in het oordeel zou zijn. Het oordeel. Daar gaan we allen op aan. Aan het eind van de baan staat de rechterstoel. En op die rechterstoel zit Christus, de Koning van Hemelvaart. Hij is thans bezig een plaats te bereiden voor al de Zijnen. Maar dan komt Hij terug. Om te oordelen levenden en doden. Die gedachte stempele ons leven hier en nu. Een schrik voor allen die Gods oogappel aanraken. Een troost voor allen die zich Christus' eigendom mogen weten. Of ze nu tot de levenden of tot de doden behoren, Hij komt en Hij oordeelt.

De christenen aan wie Petrus deze woorden richt, leven in druk. Ze worden gelasterd om Christus' wil. Houdt echter moed, godvruchte schaar. De Rechter staat voor de deur. Zo gaat Petrus' betoog ook verder straks. Het einde aller dingen is nabij. , , De gelovigen en uitverkorenen zullen gekroond worden met heerlijkheid en eer. De Zoon van God zal hun naam belijden voor God Zijn Vader en Zijn uitverkoren engelen; alle tranen zullen van hun ogen afgewist worden... Daarom verwachten wij die dag met een groot verlangen, om ten volle te genieten de beloften van God in Jezus Christus, onze Heere" (art. 37 NGB).

W.

J. M.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 mei 1982

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's

Ook de doden in het Evangelie verkondigd

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 mei 1982

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's