DE TROOSTER
Doch lk zeg u de waarheid, het is u nut, dat lk wegga, want indien lk niet wegga, zo zal de Trooster tot u niet komen; maar indien lk henenga, zo zal lk Hem tot u zenden. Joh. 16 : 7.
Eenzaam zijn de discipelen op de dag van Jezus hemelvaart achtergebleven. Zijn heengaan scheen voor hen een onherstelbaar verlies, want bij wie zouden ze nu om raad moeten vragen, nu Hij hen verlaten had? Wie zou hen nu leiden op de weg naar de eeuwige zaligheid? Wie zou hen nu de verborgenheden Gods openbaren, die Hij hen door zijn machtig woord verklaard had? Wie zou hen nu troosten in alle ellende, moeite en verdriet? En toch was het de discipelen nut, dat Hij heenging, want anders had de Trooster nooit kunnen komen, anders had het voor hen nooit Pinksteren kunnen worden. Maar toen Hij tot de Vader in de hemel was heengegaan, heeft Hij de Trooster gezonden naar zijn gemeente op de aarde, opdat die gemeente door deze Trooster in alle waarheid zou worden geleid. Het is de
Heilige Geest, Die hen zal leiden op de wegen des heils. Door Hem zullen ze kunnen genieten van dezelfde wijsheid als vroeger, steunen op dezelfde hulp, vertroost worden op dezelfde raad.
Maar voortaan zal het alles inwendig, geestelijk toegaan. Niet meer door Jezus, Die lichamelijk met hen verkeert, maar door de Heilige Geest, de Trooster, Die innerlijk in hun hart de zaak van Christus bepleit, en hun troost door de weldaden van Christus toe te passen aan het hart.
De Heilige Geest wordt hier genoemd: de Trooster. In de oorspronkelijke taal wordt voor Trooster een woord gebruikt, waardoor men wil zeggen, dat iemand erbij geroepen wordt om hulp of raad te verlenen, een advocaat, een pleitbezorger, een zaakwaarnemer van zijn volk in de hemel. Hij is Zions pleitbezorger voor het aangezicht des Heeren. In zijn plaats is er nu echter op de aarde een andere Trooster gekomen, een andere zaakbezorger, namelijk de Heilige Geest. Hij alleen kan ons leiden op de wegen des Heils, Hij alleen kan onderwijzen in de weg der waarheid. Zonder die Trooster zullen we nooit door de enge poort ingaan, maar eeuwig buiten blijven.
Hoewel deze Trooster nu onmisbaar is, zijn er toch niet veel mensen, die om Hem roepen, die smeken: „Och schonk Gij mij de hulp van Uwe Geest, Mocht Die mij op mijn paan ten Leidsman strekken". We gaan immers pas dan naar Hem verlangen, wanneer we ontdekt aan zonde en schuld, in nood verkeren, waaruit we onszelf niet verlossen kunnen. Wanneer we weten, dat er een onbetaalbare schuldenlast op onze ziel drukt, zullen we gaan roepen om de Trooster. Wanneer we in verslagenheid des harten uit moeten roepen: o mijn zonde, o mijn zonde, kunnen we voor ons persoonlijk leven die Trooster niet langer missen, zodat we leren vragen: Daal, o Trooster, ook neer in mijn hart. En Hij komt wonen bij de armen en verslagenen van geest, die voor Gods Woord hebben leren beven. Ja, Hij is daarin al met hen bezig.
De liefde van die Trooster tot de mensen is zeer groot. En wat hebben wij die ver-troostende liefde toch ten zeerste nodig. Want er is zoveel smart in de wereld, zoveel moeite en verdriet. Wie telt de tranen, die in deze dagen worden geschreid? Welk een som van lijden vinden we niet in de wereld! Armoede en gebrek, kwalen en krankheden, teleurstellingen en mislukkingen, rampen en ongelukken, beproevingen, lasten en kruisen en wat al niet meer.
Ieder huis heeft zijn kruis en ieder hart heeft zijn smart. En daarom hebben we zo'n behoefte aan troost, aan liefde in onze ellende. De grootste smart is echter deze, wanneer we onszelf leren kennen als goddelozen voor God, die niets anders gedaan hebben en nog doen dan Gods geboden in gedachten, woorden en werken overtreden, waardoor wij Gods gramschap dubbel waardig zijn. In zo'n toestand kan alleen de Heilige Geest ons troosten. Want Hij doet in het hart verstaan, dat de Heere Jezus gekomen is om goddeloze zondaren te zoeken en te zaligen. Die Trooster heeft zondaren lief en openbaart aan hen, die niet rusten kunnen en geen vrede hebben vanwege hun zonden en schuld, dat een Drieënig God uit eeuwige zondaarsliefde, zaligt, d.i. verlost van het hoogste kwaad en brengt tot het hoogste goed.
Deze pleitbezorger Gods is ook een getrouw Trooster. Wij bidden: „Verlaat niet wat Uw hand begon, o Levensbron, wil bijstand zenden".
Er is zoveel in het leven van de mens, dat hem doet vrezen nooit zalig te zullen worden. Wanneer we zien op de zwakheid van ons vlees, wanneer we zien op ons voortdurend struikelen en vallen in de zonde, wordt het ons zo bang te moede. Dan moeten we uitroepen: Nooit zal ik om eigen werk zalig kunnen worden. Ja, dan moeten we uitroepen: Heere, het zou rechtvaardig zijn, wanneer Gij mij voor eeuwig in mijn zonden laten zoudt, want ik ben zo'n ontrouw schepsel en het lijkt wel of ik met de jaren nog ontrouwer word. Dan leren we smeken: Verlaat me toch niet, o Heere, neem Uw Heilige Geest toch niet van mij. En in deze weg betoont de Heilige Geest zich een getrouw Trooster, Die ons voortdurend weer opheft uit onze diepe val, zodat we in
blijdschap moeten uitroepen: „De Heere is zo getrouw als sterk, Hij zal zijn werk voor mij volenden".
Deze Trooster neemt de zaken Gods in de harten zijner kinderen ook onvermoeid waar. Dikwijls komt in het leven openbaar, dat de tegenspoeden der rechtvaardigen vele zijn. In alle kruisen en smarten verdedigt de Trooster echter de zaak des Heeren in de harten dergenen, die Hem vrezen. Hij neemt de opstand en de murmurering. uit het hart weg. Hij maakt hen eenswillend met de weg waarin de Heere hen leidt, zodat ze leren zeggen: Ja, Heere, zelfs de slagen en tegenspoeden in mijn leven, waren goed. Want het is goed voor mij, verdrukt te zijn geweest.
Die Heilige Geest wordt nu ook wel eens genoemd: de Geest der Waarheid. Hij vertelt ons de waarheid aangaande onszelf en aangaande de Heere. Van onszelf zijn we verduisterd in het verstand en vervreemd van de kennis Gods. Wanneer nu het grote wónder gebeurt, dat de Geest des Heeren het verstand van de zondaar begint te verlichten, dan wordt hen eerst deze waarheid geleerd. Maar dan onderwijst de Geest ook in de heiligheid en rechtvaardigheid Gods, Die van zijn recht geen afstand doen kan. Door de werking des Geestes leren we toestemmen, dat we het oordeel rechtvaardig verdiend hebben. Maar de verbrokenen en verslagenen worden gevoerd naar de voet van het kruis, waar Christus aan gehangen heeft tot een verzoening onzer zonden. En daar doet de Trooster ons geregeld weer gevoelen, dat wij wel grote zondaren zijn, maar dat Gods genade veel meer overvloedig is.
Ons hart wordt door twijfel ook dikwijls heen en weer geslingerd. De vragen komen op of wij het kinderhart niet duizendmaal verbeurd en verzondigd hebben. En we moeten hier met ja antwoorden. Maar in alle twijfel, ongeloof en aanvechting komt de Heilige Geest, de Trooster, en maakt ons indachtig het woord van Christus: „Zij zullen niet verloren gaan in eeuwigheid en niemand zal ze uit zijn hand rukken. Mijn Vader, Die ze Mij gegeven heeft is meerder dan allen".
En die Trooster zal nu blijven tot in eeuwigheid in de harten waarin Hij zijn intrek heeft genomen. Dit wil echter niet zeggen, dat gij zijn vertroostende nabijheid ook in uw val zult gevoelen en ervaren. Neen, de Geest oefent dan veeleer zijn strafambt in plaats van zijn troostambt aan u uit. Hij doet u de verfoeilijkheid van uw overtreding duidelijk zien en verootmoedigt u in stof en as. Maar het eens begonnen werk in de zielen zijner gunstgenoten zal Hij nimmer laten varen.
Dat deze Trooster dan ook in het hart van een ieder onzer moge wonen, en dat we mogen weten en gevoelen: De Heilige Geest onderwijst mij in het Woord Gods. Hij helpt mij; door dit moeilijk leven heen. En Hij zal mij eenmaal leiden tot voor de troon Gods en des Lams om daar een Drieënig God eeuwig te loven en te prijzen voor zijn genade en gunst aan een arm en ellendig, zondig en schuldig mensenkind bewezen.
O mijn ziel, wat buigt g' u neder, Waartoe zijt g' in mij ontrust? Voedt het oud vertrouwen weder, Zoek in 's Hoogsten lof uw lust! Menigwerf heeft Hij uw druk, Doen verand'ren in geluk. Hoop op Hem, sla 't oog naar boven, Ik zal God, mijn God, nog loven.
t A. V.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 mei 1982
Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 mei 1982
Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's