Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

GEEN KLAME REIS BELOOFD

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

GEEN KLAME REIS BELOOFD

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

GEEN KALME REIS „Geliefden, houdt u niet vreemd over de hitte der verdrukking onder u, die u geschiedt tot verzoeking, alsof u iets vreemds overkwame. Maar gelijk gij gemeenschap hebt aan het lijden van Christus, alzo verblijdt u; opdat gij ook in de openbaring van Zijn heerlijkheid u moogt verblijden en verheugen. Indien gij gesmaad wordt om de Naam van Christus, zo zijt gij zalig; want de Geest der heerlijkheid en de Geest van God rust op u. Wat hen aangaat, Hij wordt wel gelasterd maar wat u aangaat, Hij wordt verheerlijkt. Doch dat niemand van u lijde als een doodslager of dief of kwaaddoener of als een die zich met een anders doen bemoeit. Maar indien iemand lijdt als een christen, die schame zich niet, maar verheerlijke God in dezen dele." 1 Petrus 4 : 12—16

geen wapenstilstand vragen

Opnieuw stelt Petrus het thema van het lijden in zijn zendbrief aan de orde. Opnieuw, ja, want hij deed dat al eerder. Je zou het een hoofdthema van zijn schrijven kunnen noemen: et lijden der christenen. , , Gelief den, houdt u niet vreemd over d hitte der verdrukking onder u, die u geschiedt tot verzoeking, alsof u iets vreem overkwame". Hitte der verdrukking. Vuurgloed, vertalen anderen. Het lijden wordt bij vuur vergeleken en bij hitte. We kennen dat wel in onze taal. In het heetst van de strijd, zeggen we soms. Of: e vonken vlogen er af. Welnu, dat lijden heeft een be-paald doel. Het geschiedt tot verzoeking. Beter vertaald met: eproeving. In lijden zit beproeving van Godswege. Dat is een thema wat ook in andere brieven nogal eens wordt aangesneden. C. H. Lindijer noemt dat in zijn boekje over het lijden in het Nieuwe Testament: e mens komt verder door zijn lijden (pg. 60). Door het lijden komt de mens verder in zijn kennis van God. De mens die lijdt wordt erdoor veranderd, gaat meer en eerder beantwoorden aan het doel dat God aan zijn leven stelt. We kunnen dan aan allerlei bijbelplaatsen denken. In Hebreeën 12 lezen we van de vermaning des Heeren: cht de tuchtiging van de Heere niet gering. Bezwijkt niet als ge door Hem bestraft wordt. Want in de kastijding blijkt de liefde van de Heere immers. Iedere zoon die Hij aanneemt, wordt door Hem gekastijd. Het lijden hebben ze als een tuchtiging te dragen. Immers, de Heere doet dat tot ons nut. Zo krijgen we deel aan Zijn heiligheid. En als die tucht over ons leven e gaat, schijnt dat in eerste instantie wel smart te brengen. Maar later brengt het ds over hen die erdoor geoefend worden toch een zegen die bestaat in gerechtigheid (Hebr. 12 : 5 - 11). Lijden brengt de gelovige verder. Het doet hem vorderen in de kennis van God. Lijden geschiedt tot beproeving. Bij Jacobus lezen we dat ook. „Acht het voor grote vreugde, mijn broe-ders, als ge in velerlei verzoekingen valt. Wetende dat de beproeving van uw geloof lijdzaamheid werkt" (1 : 2, 3). En zo is Petrus ook zijn zendbrief begonnen (zie 1 : 6, 7).

In het lijden wordt het geloof op de proef gesteld. De echtheid van het geloof zal dan blijken. Het is vuurbestand. Het kan tegen de hitte der verdrukking. Het is er tegen bestand. Want wat is het dat de wereld overwint? Ons geloof (1 Joh. 5, 4).

En dan het tweede wat Petrus hier zegt. Het lijden moet de gemeente Gods niet als iets vreemds voorkomen. Lijden is niet abnormaal, maar eerder normaal. Geloof in Christus is geen vrijgeleide door de moeiten en de strijd heen, maar brengt er juist midden in.

„Het is voor de kerk niet normaal, als ze geduld, verdragen of zelfs beschermd wordt" (H. M. Bolkestein, comment. pg 167). In deze wereld is de gemeente geen triomf en geen rust toegezegd. In de wereld zult ge verdrukking hebben. Er moet gestreden en geleden worden. De verlosten in de hemel heten te komen uit de grote verdrukking. Daarom: laat de hitte der verdrukking u niet vreemd voorkomen. Ons is nu eenmaal geen kalme reis beloofd. We zijn nu eenmaal niet meer van de wereld, hoezeer we wel in de wereld zijn. Ze hebben Mij gehaat, ze zullen het ook u doen. Ze hebben Mij vervolgd, ze zullen ook u vervolgen. Toebehoren aan Christus betekent veelal met Hem lijden. Christus is niet in tel in deze wereld. Wij zullen het ook niet en nooit geraken. Daarom mogen we het lijden niet uit de weg gaan en de strijd niet schuwen. Guido Gezelle dichtte het eens in dat bekende gezangvers: Het leven is geen vreed' alhier, geen wapenstilstand vragen. Het leven is: de kruisbanier tot in Gods handen dragen!

lijden is tot verblijden

, , Maar gelijk gij gemeenschap hebt aan het tijden van Christus, alzo verblijdt u; opdat gij ook in de openbaring van Zijn heerlijkheid u moogt verblijden en verheugen." Ja, waar het lijden door de gemeente

ervaren wordt als een beproeving van God tot loutering van haar geloof, daar mag ze niet klagen over dat lijden. Integendeel, ze mogen zich verblijden en verheugen. Lijden bevestigt haar deel aan Christus. Haar lijden is ook delen in het lijden van Christus. Gelijk gij gemeenschap hebt aan het lijden van Christus, staat er. Dat kan betekenen: Verblijdt u naarmate gij lijdt, zoals Christus heeft geleden. Anderen wijzen er op dat de uitdrukking „lijden van Christus" opgevat kan worden als een soort vaste term voor het lijden van de Christenheid. De Christenheid maakt in haar lijden in deze wereld mee wat Jezus ook doormaakte. Christus is nog altijd in lijden in deze wereld namelijk in de Zijnen. En dat te beseffen is tevens een grote troost voor hen die om Christus' wil lijden. Ja, het stemt zelfs tot vreugde, onderstreept de apostel. Want evenals het lijden van Christus niet zinloos en doelloos was, zal het ook met hun lijden het geval zijn. Het ging voor Christus door lijden tot heerlijkheid. Zo zal het ook hen vergaan. Via het kruis gaat het naar de kroon. Straks komt er de openbaring van Christus' heerlijkheid. Nu is die heerlijkheid veelal verborgen. Verborgen achter kruis en druk. Maar ze komt openbaar. Het is hier strijden en lijden. Maar niet voor niets. Lijden is geen zinloos lot. En daarom mag er over dat lijden niet getreurd worden. Het gaat naar de openbaring van Christus' heerlijkheid. Die hoop doet al ons leed verzachten. Ja, het geeft ons in alle strijd en lijden als het ware een soort binnenpretje (van Ruler). Wij weten wat de wereld niet weet. Jezus is Overwinnaar. Dat zal blijken. Weldra! Daarom verheugt en verblijdt u.

zalig zijt gij!

Lijden bewijst niet het ongeluk van de gemeente, veeleer haar geluk. , , Indien gij gesmaad wordt om de Naam van Christus zo zijt gij zalig; want de Geest der heerlijkheid en de Geest van God rust op u. Wat hen aangaat, Hij wordt wel gelasterd, maa wat u aangaat, Hij wordt verheerlijkt." D gemeente die lijdt om de naam van Christus is op geen enkele manier te beklagen. Ze is veeleer gelukkig te prijzen. Zalig zijt gij! Lijden om de naam van Christus hoeft ons niet neer te drukken. Wat mensen dan van ons beweren, hoeft ons niet te deren. Want God prijst ons gelukkig. Opmerkelijk is dan dat hier de Heilige Geest wordt genoemd. Hij heet de Trooster. Eigenlijk te vertalen met: de Parakleet. Dat wil zoveel zeggen als: de Rechtsbijstand der gemeente. Hij die het voor de gemeente Gods in deze wereld opneemt. Die de klappen opvangt. Die als Christus' opvolger de gemeente Gods terzijde staat. Die voor haar strijdt. Wel, hier wordt gezegd dat de Geest rust op hem die om Christus' wil lijdt. De Geest is door Paulus wel genoemd een eerstelingsgave, een onderpand. In de gave van de Geest is een voorschot geschonken op de heerlijkheid die komt. Door de Geest mag de lijdende gemeente Gods weten dat haar God nabij is. Men heeft op grond van Schriftuitspraken wel gezegd dat God zich in het bijzonder openbaart, waar lijden en zwakheid is. God verkiest immers het onedele, dus ook het lijdende, het verachte. Een vrije vertaling van onze tekst luidt dan: Geliefd is het lijden bij God, want de heerlijkheid van God valt op hem, over wie lijden komt.

lijden ais een christen., niet als een boosdoener

, , Doch dat niemand van u lijde als een doodslager of dief of kwaaddoener of een die zich met eens anders doen bemo Maar indien iemand lijdt als een Christen, die schame zich niet, maar verheerlijke G in dezen dele". Alwat in het voorgaande is gezegd, geldt alleen wanneer men lijdt om Christus' wil en vanwege Christus' zaak. Wie lijdt, omdat hij zich misdragen heeft, hoeft niet op Gods bijval te rekenen. Wie dan lijdt, heeft lijden verdiend. Dus, wie lijdt om een doodslag of om een diefstal of , om een kwade streek, krijgt Gods goedkeuring niet en heeft nimmer Gods belofte achter zich staan. Niet alle lijdenden dus r zijn zondermeer zalig, kan onze gevolg-e trekking zijn. Er is de tendens in onze tijd om alle lijdenden op éne hoop te zien en het daarom voor alle lijdenden op te nemen. Hier wordt duidelijk onderscheid gemaakt tussen hen die lijden om Christus' wil en om Zijn zaak en gerechtigheid èn hen die lijden vanwege eigen misdaden. De laatsten verdienen hun lijden. Eén woord in de tekst, biedt exegetisch enige moeilijkheden. En wel dit: die zich met eens anders doen bemoeit. Een bemoeial, zouden we zeggen. De betekenis van dit woord is niet helemaal bekend. Calvijn en anderen denken aan een hebzuchtig mens. Weer anderen gaan er een heel andere kant mee op. Een bemoeial is voor hen iemand die zich opdringerig bemoeit met andermans zaken. Het zou dan kunnen betekenen dat de gemeente erop gewezen wordt niet al te opdringerig haar boodschap aan de man te brengen in de wereld omdat dat de vijandschap tegen Christus alleen maar zou aanwakkeren. Hoe het ook zij, Petrus wijst er op dat lijden niet op zichzelf voldoende is om op de hulp van de Geest te rekenen. Alleen dan, wanneer het Christus' woord en zaak is als eit. od : . Lijden als een christen, wordt dat hier genoemd. Dat was eerst een scheldwoord. Later werd het een gangbare uitdrukking voor een mens die bij Christus hoort. Bij ons is dat woord 'christen' nogal uitgehold en vervlakt geraakt. De Catechismus treft de juiste toon: ik ben de zalving van Christus deelachtig. Welnu, wie lijdt omdat hij of zij bij Christus hoort, die hoeft zich voor dat lijden niet te schamen. Hij mag juist God verheerlijken en God danken. Ik vond, dit ter afsluiting, Calvijn bij Bolkestein als volgt geciteerd. „Waarlijk, dit is geen geringe weldaad Gods, dat Hij ons, na ons van de gewone straffen der zonden vrijgemaakt en losgekocht te hebben, tot een eervolle strijd roept, dat wij om het getuigenis van zijn evangelie verbanningen of gevangenissen, of smaad of de dood mogen lijden".

W.

J. M.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 juli 1982

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's

GEEN KLAME REIS BELOOFD

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 juli 1982

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's