Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

KLEINE KRONIEK

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

KLEINE KRONIEK

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

1983:500 jaar geleden Luther geboren

Op 10 november 1983 zal het 500 jaar geleden zijn dat Maarten Luther werd geboren in Eisleben. Daar zal dit jaar in de kerkelijke pers zeker genoeg aandacht aan besteed gaan worden. Ook zullen er geschriften verschijnen die aan dit feit en naar aanleiding van dit feit genoegzaam aandacht zullen geven aan persoon en werk van deze grote in het Koninkrijk Gods die zichzelf nochtans zo klein wist voor God. In december 1982 verscheen uit de Gereformeerde Gezindte al een markant boek over Luther, Luther en het Gereformeerd Protestantisme, onder redactie van prof. dr. C. Graafland, prof. J. Kamphuis, prof. dr. W. van 't Spijker en drs. K. Exalto. Zeer ter lezing aan te bevelen aan geïnteresseerde gemeenteleden. Ook vorig jaar nog verscheen een uitgave van prof. dr. J. P. Boendermaker getiteld Luther, brieven uit de beslissende jaren van zijn leven. Uit dit laatste geschrift licht ik één brief van Luther die hij 8 april 1516 schreef aan Georg Spenlein. U ziet aan de datum dat Luther deze brief schreef nog vóór hij de 95 stellingen publiceerde. Maar wel is in deze brief reeds duidelijk zijn omkeer te lezen. Hier volgt de brief, ik citeer niet helemaal vanaf het begin maar na de openingsregels en de eerste alinea. Dan schrijft Luther verder:

„Verder: ik zou wel eens willen weten hoe het innerlijk met je staat. Heb je eindelijk geleerd je eigen gerechtigheid te verachten, te herademen in Christus' gerechtigheid en daar al je vertrouwen op te stellen? Wat is de verleiding lot aanmatiging en hoogmoed toch groot in onze tijd, vooral bij hen die met alle kracht zo goed en rechtvaardig proberen te zijn. Ze kennen de gerechtigheid van God niet, die in Christus overvloedig aan ons geschonken is. Wij hoeven die niet te verdienen. Toch streeft men er alsmaar naar het zelf zo goed te doen, dat je met vertrouwen tegenover God kunt staan, gesierd met deugden en verdiensten — maar dat is toch onmogelijk! Toen je hier woonde, verkeerde je ook nog in die mening, zeg maar gerust dwaling, ik trouwens ook, maar nu bestrijd ik deze onzin, al ben ik er nog lang niet mee klaar. Daarom, beste frater Georg, leer Christus opnieuw kennen en Hem als de gekruisigde, leer Hem te loven en wanhoop aan jezelf. Zeg tegen Hem: U, Heer Jezus, U bent mijn gerechtigheid, ik ben uw zonde, U hebt aanvaard alles waarmee ik behept was en mij gegeven wat U eigen was. Wat ik was hebt Gij op U genomen en mij gegeven wat ik niet was.

Pas op, dat je niet zozeer naar reinheid streeft, dat je niet meer inziet dat je een zondaar bent. Denk er aan: Christus woont alleen maar bij zondaren. Daarom is Hij uit de hemel, waar Hij tussen rechtvaardigen woonde, afgedaald om te wonen bij zondaren.

Die liefde moet je doorgronden, dan zul je de beste troost ontvangen. Als wij door onze eigen inspanningen een gerust geweten moeten verwerven, waarvoor is Hij dan in de dood gegaan? Daarom zul je nergens anders dan in Hem, door een gelovige wanhoop aan jezelf en jouw inspanningen, de vred$ vinden. Zoals Hij je zelf heeft opgevangen en je zonden tot de zijne heeft gemaakt, zo heeft Hij ook zijn gerechtigheid tot de jouwe gemaakt. Als je dat vast gelooft (en dat moet je geloven, anders ben je nergens), dan zul je broeders die tegen de discipline gezondigd hebben ook heel anders opvangen; je maakt hun zonde tot de jouwe en als jij wat goeds gedaan hebt, dan laat je dat ook hun goed zijn. Zo heeft de apostel (Pauius) het ook gezegd: aanvaard elkander zoals Christus u aanvaard heeft tot eer van God' en: laat die gezindheid bij u zijn die ook in Christus Jezus was, die hoewel Hij in de gestalte van God was, het God gelijk zijn niet als een buit heeft beschouwd, maar zichzelf heeft ontledigd (en de gestalte van een dienstknecht heeft aangenomen' (Rom. 15 : 7, Phil. 2 : 5). Doe het ook zo: ls je in eigen ogen beter lijkt dan een ander, beschouw dat niet als een buit, maar maak je zelf klein en vergeet hoe je bent, wees als zij en steun en help ze.

Waardeloos is iemands gerechtigheid als hij anderen, die bij hem vergeleken minder lijken, niet wil verdragen, maar op vlucht en eenzaamheid zint, in plaats van hen door geduld, gebed en voorbeeld te helpen — dat is het talent van de Heer begraven. Als je een lelie en een roos van Christus bent, dan is je wandel onder de distels (Hoogl. 2 : 2): aar pas dan wel op, dat je door ongeduld en verborgen trots niet zelf een distel wordt. Midden tussen de vijanden is het rijk van Christus (psalm 109 : 2), zou jij dan midden onder vrienden zijn? (...) Hij zelf zal je alles leren, als je maar duidelijk ziet wat Hij voor jou en voor allen gedaan heeft, zodat je er zelf bovendien van leert wat jij weer voor anderen moet doen.

Als Hij alleen maar onder goede mensen had willen leven en als Hij alleen maar voor zijn vrien-

den had willen sterven, voor wie zou Hij dan gestorven zijn en met wie had Hij dan ooit geleefd?

Doe zo, broeder en bid voor mij, de Heer zij met je. Vale in Domino, (= wees gegroet in de Heere).

je broeder Martinus Luther, Augustijn."

Tot zover de brief van Luther.

De leer van de rechtvaardiging

Duidelijk wordt in deze brief al getuigd van de gerechtigheid van Christus die de zondaar in het geloof wordt toegerekend. Over de belijdenis van rechtvaardiging hield drs. Exalto 20 november 1982 een lezing voor de afdeling Delft van Protestants Nederland. Uit zijn lezing licht ik een fragment dat een weergave bevat van Luthers visie op deze leer. Drs. Exalto:

„Ik geef nu een samenvatting van Luthers leer van de rechtvaardiging. Verliest men dit artikel, zegt Luther, dan verliest men Christus en de kerk. 't Gaat in dit artikel om de vraag, hoe de mens voor God bestaan kan. En dat is van zoveel belang, dat men het zich niet goed genoeg kan inprenten. Eigenlijk is bij Luther de leer der rechtvaardiging, zegt Paul Althaus, niet anders dan het recht verstane geloof in Jezus Christus.

Nooit: kan men Luthers rechtvaardigingsleer los' maken van het geloof in Christus! Het latijns^ v oord 'justificare' (rechtvaardigen) betekent bi Luther meestal rechtvaardig verklaren. Maar he' rechtvaardig maken sluit hij er niet van uit. God rekent de zondaar de gerechtigheid van de Heere Christus toe. Hij ziet de zondaar aan in Christus. In Christus 7 ijn wij rechtvaardig voor God. De rechtvaardigheid waarmee wij voor God bestaan kunnen is niet een hoedanigheid (qualitas) in ons, zij is een rechtvaardigheid buiten ons (extra nos) Zij is een 'vreemde gerechtigheid' (iustitia aliena), dat wil zeggen: zij komt niet op uit ons, zij komt als gerechtigheid van Christus van buitenaf tot ons. Zij is een 'lijdelijke gerechtigheid' (iusti-tia passiva), men kan haar slechts ontvangen. Zijn leven lang blijft de christen aangewezen op deze vreemde gerechtigheid, want de christen blijft zondaar, tot zijn dood toe. Zij is een gerechtigheid die rust in de barmhartigheid Gods. Om Christus wil is God ons genadig. Dit gaat alle rede te boven. Alleen door het geloof kan de mens deze gerechtigheid ontvangen. In het geloof neemt de mens Gods genadig oordeel aan. Het geloof zegt: Het is ook voor mij (pro me)! Het geloof is de enige weg om deel te krijgen aan de gerechtigheid van Christus. Door het geloof woont Hij in mijn hart, is Hij mijn gerechtigheid voor God. Op de wijze van het geloof is Christus bij en in de mens. Het geloof is de ring en in die ring bevindt zich Christus als de edelsteen, 't Geloof rechtvaardigt niet door zichzelf, het is slechts de open hand. Luther vond het bedenkelijk om het geloof een 'werk' te noemen, behalve dan dat men het geloof een 'werk Góds' noemt. Luther benadrukt dus, dat het geloof in zichzelf léég is, het wordt gevuld met Christus. Toch zegt hij ook van het geloof, dat het de vervulling van de wet is, met name van het eerste gebod: de eis geen andere goden te hebben. Het geloof is bron en oorzaak van ware goede werken. Wel wordt de mens gerechtvaardigd door het geloof alleen, maar het geloof is intussen nooit alleen. Het wederbaart' ons, het maakt het hart rein. In het geloof is de mens nieuw. Immers het brengt Christus in het hart, en Christus is niet dood maar levend. Over dit nieuwe in de mens kan Luther alleen maar eschatologisch spreken, dat wil zeggen met het oog op de toekomst. Tenvolle rechtvaardig zullen wij pas zijn wanneer wij in de dood alle ongerechtigheid zullen hebben afgelegd. De dood zag Luther daarom als een geboorte. Hier in dit leven blijven wij zondaar én rechtvaardige, zondaar in onszelf en rechtvaardig in Christus (simul iustus et preccator). Ik ben niet slechts ten dele maar ik ben totaal zondaar, en in Christus ben ik niet ten dele rechtvaardig, maar ook totaal. Toch weet Luther ook van een toenemen, van een groei, maar nooit is dat bij hem een autonoom proces, het is altijd verbonden met het geloof; er is een opwassen in Christus en in het geloof.

Wat ons treft in Luthers rechtvaardigingsleer is, dat hij alles bij elkaar gehouden heeft, terwijl men later onder invloed van de scholastiek, zoveel uit elkaar heeft gelegd. Christus en het geloof, het geloof en de wedergeboorte, de rechtvaardiging en de heiliging hield hij dicht bij elkaar."

Tot zover het citaat uit de lezing van drs. Exalto.

We hopen dat de herdenking van Luthers geboortejaar zegenrijk mag inwerken op leven en belijden van de kerk van Jezus Christus in deze tijd. En dat stelling 62 ook vandaag mag worden vastgehouden door allen die de Heere Jezus lief gekregen hebben, inzonderheid door hen die geroepen zijn die Naam te prediken: „De ware schat der kerk is het allerheiligst Evangelie van de heerlijkheid en de genade van God".

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 januari 1983

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's

KLEINE KRONIEK

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 januari 1983

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's