Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Vermaard in Israël

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vermaard in Israël

12 minuten leestijd Arcering uitzetten

Toen zeiden de vrouwen tot Naomi: eloofd zij de Heere, Die niet heeft nagelaten u heden een losser te geven; en zijn naam worde vermaard in Israël. Ruth 4 : 14.

David is de laatste naam die ons in het boek Ruth wordt vermeld. Daar knoopt de geschiedenis van het heil bij aan. Daar ziet u Gods handen weven aan de gouden draad van de aloude belofte van de Messias. Tevens is de naam David dè sleutel tot het recht verstaan van de levensgeschiedenis van Elimelech en Naomi, met hun kinderen Machlon en Ghiljon.

Zij gingen de weg van Bethlehem naar Moab, de weg van het vlees. Hun levensverhaal lijkt in Moab op een huis met gesloten vensters. Driemaal achtereen moest Naomi daar de rouwgordijnen neerlaten. Toen de Heere haar terugleidde op de weg van de Geest, bleven er drie graven achter in Moab. Over verliezen van uw leven gesproken.

Berooid en min of meer verbitterd kwam Naomi, met Ruth de Moabietische, ter stede van Bethlehem. Haar levensgang vat zij samen in twee woorden: vol en leeg. De leegte, daar had de Heere voor gezorgd. Om haar aan de kant te zetten, om voorgoed af te rekenen? O nee! lezers, zo is de Heere niet. Wilt u het geheim weten? We blikken even verder in de Schrift, we horen Maria, de dochter van David, de moeder des Heeren zingen: armen heeft Hij met goederen vervuld... ver-vuld. Rijker, voller kan het niet. Vol tot overlopens toe. Zo is onze God. Het is maar dat u het weet en... er mee rekent.

Nog even de blik op Ruth nu gericht. Ze wil haar lot delen met Naomi, met Naomi's volk en met Naomi's God. Het klinkt als het lied van de nachtegaal in het donker. Geloofstaal uit de mond van een heidin. Het zingt nog na de eeuwen door, het klinkt nog na in menig hart, dat de keus vóór de Heere en tégen de zonde, de wereld en de duivel leerde maken: Uw volk is mijn volk en Uw God mijn God.

Een simpele geschiedenis, maar ingeweven in Gods grote heilsplan met een verloren wereld.

Dan volgt het wonder, een man van naam trouwt Ruth. Boaz is zijn naam. Groot van vermogen is hij, diep en vol is de liefde waarmee hij Ruth toevlucht verleent als onder de schaduw van zijn vleugelen. De kroon op het huwelijk is hun kind, Obed is zijn naam.

Een kind door God gegeven

Geloofd zij de HEERE. Dit kind heeft door Gods kracht de mond van de vrouwen in Bethlehem opengebroken. De spanning is gebroken, de tranen zijn gedroogd, de rimpels, als door Gods vaderlijke hand, zijn uit Naomi's gezicht weggestreken. Ze is weer de liefelijke, haar jeugd is vernieuwd als van een arend. Zij, neen allen blikken omhoog: in stille verwondering, in aanbiddende dank. Geloofd zij de HEERE. Naomi's klacht en het beklag van de vrouwen uit Bethlehem verstomt, nu in het licht van dit Godswonder, die kleine adventsgemeente in Bethlehem zingt:

Hij heeft gedacht aan Zijn genade, Zijn trouw aan Isrel nooit gekrenkt. En Naomi nam dat kind en zette het op haar schoot. Straks in de volheid des tijds zal 't zich herhalen, als in de tempel hét Kind der belofte in de armen van Simeon ligt en zijn trillend-bevende stem zingt: Nu laat Gij Heere uw dienstknecht gaan in vrede naar Uw woord. Via dit kind in Bethlehem gaat de Heere naar hèt Kind van Bethlehem.

Der vrouwen zang is preludium op Simeons loflied. Twee zaken vloeien steeds ineen. Toepassing van het heil en toeëigening. Als het kind in Naomi's armen ligt, spartelt in haar schoot, dan mag zij het omhelzen. Heere wat bent U groot en goed, en dat voor zo'n oude murmureerster. Geschiedt niet steeds iets dergelijks als het Gode behaagt Zijn Zoon in u te openbaren? Wie kan er een geschonken Zaligmaker laten liggen? Heilvattend geloof omvat Gods geschenken, en zeker Zijn onuitsprekelijke gave. Dan zinken we weg in verwondering. Heere, wat bent U goed voor zo'n zwarte, vuile zondaar.

Ach, er was een tijd geweest dat Naomi zich wist en kende als was zij levend dood. Kind, zei ze tegen Ruth, ga terug naar Moab, trouwen doe ik niet meer, kinderen krijg ik niet meer. God heeft me alles afgenomen. Ik lig buiten de linie van het heilige verbond. En moet u haar nu eens zien. De vrouwen zingen. Zelf is zij stil, er komt geen woord over haar lippen. Maar in haar ziel golft het af en aan. Wat zal ik met Gods gunsten overlaan, die trouwe Heer' voor Zijn gena vergelden? Het kind waar zij niet aan wist te komen, kwam tot haar. De Heere légde het in haar schoot, en zij nam het op haar schoot. In dit kind en achter dit kind blinkt de trouw van eeuwige liefde Gods.

Mag u dit loflied overnemen, met het oog op hèt Kind van Bethlehem, dat tot u gekomen is? Neergedaald in onze ellende, vlees van ons vlees geworden, om in onze vloek te delen.

De Heere heeft genomen, schreide Naomi eens bitter. En nu ruim een jaar later? Geloofd zij de Heere: Heere, vergeef dat ik U zo heb beledigd en bejegend met mijn ongeloof. Lijken we niet allemaal op Naomi? Wat een wonder dat de Heere telkens weer een verrassend God is. Geloofd zij de Heere, die nam om te geven. Zo doet Hij het nu altijd. Gebeurt het niet dat God lege plaatsen met Zichzelf vervult? Dat bij open plaatsen en bij open graven zoveel van de liefde Gods in het hart wordt uitgestort, dat we juist dan en juist daar zingen: Geloofd zij God met diepst ontzag?

Als u dit niet kent, wat kent u dan van de Heere, van het leven der genade? Niet veel, dacht ik, óf mogelijk... niets. Want Hij zal zijn volk niet eindeloos kastijden. Maar Hij doet het wel tot ons nut, om Zijner heiligheid deelachtig te worden, zegt Paulus. De Heere neemt en dan... dan blijft u zitten met een berg schuld, een onbetaalbare rekening. Zonder God in de wereld. De zucht stijgt op uit uw hart: de morgen, ach wanneer? Geloofd zij de Heere, want het Woord werd tot u gebracht, het Vleesgeworden Woord. Vanuit de HEERE kwam Hij en komt Hij. Vanuit Gods eeuwig welbehagen, onverwachts, verrassend, telkens weer. Een Kind is ons geboren, een Zoon is ons gegeven. O dierbaar Kind, o stof van vreugd, Geschenk van het Alvermogen. Ik was gebogen en gebroken, had geen leven, geen verwachting meer. Enkel verachting. Geen draad eigengerechtigheid had ik meer aan het lijf. Daar en zo legt God Zijn Zoon in lege handen en geeft er het geloof bij om te omhelzen. Christus van God geschonken

tot wijsheid, tot rechtvaardigheid, tot heiligmaking, en tot volkomen verlossing.

Wie was dan wel dit kind dat de vrouwen van Bethlehem het lied op de lippen legde?

Hij was een losser voor Naomi Geloofd, gezegend, aangebeden en aan-

geprezen zij de HEERE, Die niet heeft nagelaten u heden een losser te geven. Er wordt wel eens te nadrukkelijk accent gelegd op Ruth en Boaz. Zeker, we erkennen tenvolle de plaats die God hen gaf in de heilsgeschiedenis. Maar het mag u opvallen dat in de ontknoping van dit verhaal over Ruth en Boaz niets meer gezegd wordt. Ze komen in de schaduw te staan bij... Naomi en het kind, bij Naomi en Obed. In dit kind wordt via David de lijn van Gods verbondsbelofte doorgetrokken tot op Christus. Dat hebben die vrouwen onder de verlichting van de Heilige Geest diep gezien, doorzien zelfs. Obed is Naomi's losser, gelijk Boaz de losser was van Ruth. In dit kind gaf de Heere precies wat Naomi nodig had.

Zij hoeft nu niet langer de armlastige weduwe te blijven. Ware dit kind niet geboren, de vensters naar de toekomst zouden gesloten blijven in de dood van haar man en kinderen. De Messias waarop iedere vrouw in Israël hoopte zou niet uit haar geslacht geboren worden. Ach ja, Naomi heeft er wel alles aan gedaan, maar moest het ook uit handen geven. Zit stil, mijn dochter, had zij gezegd, want die man zal niet rusten, totdat hij heden deze ganse zaak voleindigd zal hebben. Dat is nu geloof, stil Godsvertrouwen oefenen op de toezeggingen Gods, bij verbond vermaakt. Ze viel er tenslotte buiten.

Nu peilen de vrouwen het diepe wonder van dit geschonken kind. Naomi, uw erfenis ligt vast, uw toekomst is verzekerd. Naomi krijgt haar losser, en dit kind zal zorgen naar de wetten en inzettingen des Heeren, dat haar schande wordt omgezet in eer, haar smart in blijdschap, haar dood in het leven. Dit kind maakt van Mara Naomi. Hij zal zijn tot verkwikking der ziel. Iets dergelijks staat er ook in Psalm 23. Hij verkwikt mijn ziel. Letterlijk betekent het: Hij doet mij uit de dood herleven.

En trek nu de lijn maar door. Komt het niet hierop neer, op wat Petrus uitjubelt: Geloofd zij de God en Vader van onze Heere Jezus Christus, die ons heeft wedergeboren tot een levende hoop, door de opstanding van Jezus Christus uit de doden, tot een onbevlekkelijke en onverderfelijke en onverwelkelijke erfenis, die in de hemel bewaard is voor u? De Heere haalt het rouwgordijn op voor Naomi in het kind, in de losser Obed. Voor al zijn arm en ellendig volk in de Verlosser, die dood en graf overwon. Geboorte en dood, opstanding en leven grijpen in elkaar.

God schenkt de Losser aan armen, en in de tent van Naomi klinkt niet alleen een Kerstzang, maar ook een Paashymne. Want ik weet mijn Ver-losser leeft. Ik nodig u derhalve uit uw pogingen om zelf wat aan uw zaligheid toe te brengen, op te geven als onbegonnen werk. Christus is het die het leven uit de dood aan het licht brengt. De Losser, die mijn verloren zaak tot de Zijne maakt. Gestorven om onze zonde en opgewekt tot onze rechtvaardigmaking. Middelaar voor onbemiddelden. Advocaat voor onvermogenden. Zaligmaker van verloren zondaren.

Een ander hoeft niet te weten hoe arm u bent, en hoe slecht u zich voelt. Laat de Ander het maar weten en ge zult zingen: Geloofd zij de Heere, want schoon ik arm ben en ellendig, denkt God aan mij bestendig. Wat baat het u nu dat gij dit alles gelooft? Dat ik in Christus voor God rechtvaardig ben en erfgenaam van het eeuwige leven. Mijn Losser en Goël. O Heere, die mij verblijdt, mijn Rots en Losser zijt. Alles betaald door U, alles verdiend door U. Mijn Redder is mijn God. Wat er met mij gebeurd is, is niet zo belangrijk. Maar wat er met Hem gebeurd is en wat Hij gedaan heeft, daar loopt het over.

Moet er dan niets met mij gebeuren? Ja zeker, wedergeboren tot een levende hoop. Dat dient te geschieden en dat wordt nooit verdiend, alleen uit genade geschonken. De Losser wordt gegeven, die doden levend maakt. Verkwikker der ziel.

Dit kind aan Naomi gegeven is tenslotte:

Een teken van hoop

Van dit kind zingen de vrouwen: en Zijn naam worde vermaard in Israël. Daarmee duiden ze aan dat dit kind Gods teken van hoop is. Zijn naam worde met ere genoemd. Als iemand een goede naam heeft, dan moet hij het er wel naar maken. Je hebt eerder een slechte dan een goede naam.

Zijn naam worde vermaard in Israël. Dat kan eigenlijk maar op één manier.

De vrouwen roemen de naam van dit kind. De vrouwen noemen — tegen de gewoonte in — ook de naam van dit kind. Ze gaven hem de naam Obed. Knecht, betekent die naam. Zijn naam is afgeleid van een werkwoord dat dienen betekent. Hoe zal dan de naam van dit kind vermaard worden? Wel, hij zal zich een naam maken door te dienen. Neen, niet door te heersen, maar door te dienen.

Hij zal Naomi dienen in haar ouderdom. Haar terugschenken wat zij door eigen schuld verloren heeft. Hij zal het bloed onder zijn nagels vandaan werken voor... voor die oude Naomi, die er alles heeft doorgebracht. En dan zal Naomi leven van éénmansverdiensten.

Verder zal God hem als dienstknecht inschakelen om dienstbaar te zijn aan de verwerkelijking van de komst van Christus. Obed, geboren uit een israëlietische vader en een heidense moeder. En had die Boaz ook niet gemengd bloed in zijn aderen? Denk eens aan Rachab? En komen die namen niet voor in het geslachtregister van het Kind, dat zijn broederen in alles gelijk geworden is, en die zich niet schaamt om ons zijn broeders te noemen? Die getuigt: Ik ben in het midden van u als Eén die dient? De Knecht des Heeren, onze meerdere Boaz, of hoe u Hem maar noemen wilt. Als u maar niet vergeet dat Hij Knecht des Heeren is, om des Vaders welbehagen te doen naar recht en wet. Om u te dienen, zegt Llij. Bent u van Hem gediend, ja of nee? Hoe vermaard is Zijn Naam binnen en buiten de grenzen van Israël, ja tot aan des aardrijks end. Is Hij u bekend? Hoe zullen we Hem noemen? Zaligmaker, Dienaar en Bedienaar tot in het hemels heiligdom toe. Waar Hij zijn dienst, in Bethlehem begonnen op Golgotha volbracht, toen Hij zijn ziel gaf tot een losprijs voor velen, voortzet. Alzo Hij altijd leeft om voor Zijn volk te bidden. Ziet mijn Knecht, zo roept de Heere arme en berooide zondaars, ja gans de wereld toe. Ziet Mijn Knecht!

Ziet het Lam Gods. Het Kind dat Gods Teken van hoop is. Levende hoop. Christus Hope der heerlijkheid. De Schrift gaat open. Ik zal Zijn Naam en grootheid prijzen, in verbondenheid met de oprechten, onderling en vereend in hun vergadering en raad Hem plechtig eer bewijzen. Om u te dienen. Ik ben tot uw dienst bereid, zegt Hij.

De Verlosser van verloren zondaren. De enige Naam onder de hemel gegeven, door welke wij zalig worden. Hoe heerlijk is Zijn Naam. Zaligmaker van bedenkelijke mannen en vrouwen. Van Thamar en Rachab, van Bathseba en Ruth de Moabietische, van Juda en David. In welke wij hebben de verlossing door Zijn bloed, namelijk de vergeving van al onze misdaden. Knecht en Koning, Borg en Zaligmaker. Geloofd zij de HEERE. We zullen Hem dienen dag en nacht in Zijn tempel en daar zegt Hem een iegelijk: Ere!

K.a.Z. H. V.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 december 1983

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's

Vermaard in Israël

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 december 1983

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's