Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Om land, om luid’ gebracht

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Om land, om luid’ gebracht

4 minuten leestijd

KOL-OMMETJE

De bekendheid met het volkslied beperkt zich in de meeste gevallen tot het eerste couplet en verder nog wel tot het zesde: Mijn schild ende betrouwen. Bij het zesde begint al de aarzeling bij menigeen, wanneer het wordt aangeheven. Vanwege de rijke belijdenis daarin vervat was het een verkwikking destijds bij haar ambtsaanvaarding in de Nieuwe Kerk te Amsterdam dit lied te horen op de lippen van onze geëerbiedigde Koningin Beatrix. Daarmee eerde zij haar naam. Want zo te horen in die tijd had zij er vele mensen gelukkig mee gemaakt. Zij maakte zich als het ware één met haar voorvader, de vader van haar dynastiek geslacht en met ons aller vader, immers vader des vaderlands.

Al minder bekend is bijvoorbeeld reeds direct het tweede couplet. Jammer genoeg, want ook dit heeft inhoud. Hoort u maar:

„In Godes vrees te leven Heb ik altijd betracht, Daarom ben ik verdreven, Om land, om luid' gebracht."

Ik denk dat de laatste regel, ook hierboven als titel aan het kol-ommetje van deze week meegegeven, niet eens onmiddellijk door elkeen begrepen wordt. Het verband zal ons mogelijk doen vermoeden. Dit zal te maken hebben met Wilhelmus' verdrijving uit zijn gebied en het verlies van land en luiden of lieden. Ook was hij afgesneden van het contact met zijn aanhankelijke onderdanen. Dat zal hem „zijn hart hebben doorwond" om met het zesde couplet te spreken, of hem geprangd hebben „zijn vorstelijk gemoed", zoals in het negende wordt gezongen. Dat was het ook wat nakomeling en naamgenote Wilhelmina in de barre oorlogsjaren bijzonder verdroot. De beroving van het verkeer met eigen volk. Dat haar volk was, omdat zij geleerd had van haar geliefde moeder dat niet dat volk van haar, maar dat zij van dat volk was.

„Om land, om luid' gebracht". Dat is een van de ergste Oranje-smarten. Jongstleden bij het voorbereiden van de overdenking deed ik een kleine ontdekking. Dat wil zeggen voor mij. Vanzelfsprekend merken wij wel eens iets wat velen voor ons wisten.

Het betrof onderzoek naar de tekst uit Johannes 11. Om precies te zijn vers 48. Het Sanhedrin zag met grote angst gebeuren dat de Romeinen zouden komen. Daar heb je de Romeinen! Wat gaan zij doen? Zij nemen allebei ons af. Onze plaats en ons volk.

Een gerenommeerde bijbeluitlegger, de vrome Bengel, leest in zijn Duitse vertaling: „So kommen dann die Römer, und nehmen uns Land und Leute." Zo lezen wij ook in Luthers uitleg van de Evangeliën. „Und nehmen Land und Leute". De uitlegger zegt in een kleine noot bij dit

tekstgedeelte: Spreekwoordelijk voor: Alles. Met andere woorden de Romeinen zullen alles komen wegnemen. Het ging dus in het Duits blijkbaar om een spreekwoordelijke uitdrukking.

Voor letterkundigen die zich bezig houden met de geschiedenis en uitleg van ons volkslied misschien een leuke bijzonderheid. Ik kan dat zo vlug niet nagaan. Het doet er minder toe.

Voor ons is het namelijk om andere reden belangrijk genoeg. In dit jaar, waarvan de jongste troonrede op dinsdag 20 september 1983 gewaagde: „Volgend jaar herdenken wij de sterfdag, dan 400 jaar geleden, van Willem de Zwijger, de Vader des vaderlands. Een lange reeks van generaties heeft sindsdien ons land gebouwd tot wat het nu is." Ons land gebouwd door generaties. Van land en luid' gesproken.

Ik denk dat dit stukje is de Vader des Vaderlands ter ere.

Hij had er alles voor over om in Godes vrees te Ieren.

De tiende juli werd hij te Delft vermoord.

Ter ere van Frederik Hendrik. Vierhonderd jaar geleden werd hij te

Delft geboren. Op 29 januari.

Veel heb ik er niet over gelezen. Om niet te zeggen: niets.

Ter ere van het huis van Oranje-Nassau.

En onze vorstin ter ere.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 maart 1984

Gereformeerd Weekblad | 11 Pagina's

Om land, om luid’ gebracht

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 maart 1984

Gereformeerd Weekblad | 11 Pagina's