Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Epafroditus

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Epafroditus

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

„Maar ik heb nodig geacht tot u te zenden Epafroditus, mijn broeder, en medearbeider en medestrijder en uw afgezondene en bedienaar mijner nooddruft. Dewijl hij zeer begerig was naar u allen en zeer beangst was, omdat gij gehoord had, dat hij krank was. En hij is ook krank geweest tot nabij de dood; maar God heeft Zich zijner ontfermd; en niet alleen zijner, maar ook mijner, opdat ik niet droefheid tot droefheid zou hebben. Zo heb ik dan hem te spoediger gezonden, opdat gif, hem ziende, wederom u zoudt verblijden en ik te min droevig zou zijn. Ontvangt hem dan in de Heere, met alle blijdschap en houdt dezulken in waarde. Want om het werk van Christus was hij tot nabij de dood gekomen, zijn leven niet achtende, opdat hij het gebrek uwer bediening aan mij vervullen zou." Filippensen 2 : 25—30

Epafroditus terug

Hoorden we de vorige keer de apostel de hoop uitspreken dat hij Timotheüs tot de gemeente zou zenden (vs. 19), vast staat voor hem dat hij Epafroditus terug stuurt. Ik heb nodig geacht tot u te zenden Epafroditus... Ik heb dat noodzakelijk geacht, staat er eigenlijk.

Epafroditus. U weet, hij is de man die door de gemeente te Filippi is afgevaardigd

en afgezonden om Paulus in zijn gevangenschap te Rome te bezoeken en te gedenken met blijken van meeleven. En je kan zeggen dat de Filippensenbrief Paulus' bedankbrief is voor dat verkwikkende bezoek en hartsterkende blijk van meevoelen met hem. Wat gebeurt er nu? Wel de apostel stuurt Epafroditus terug. Samen met deze brief. Of apart, later, nadat de brief in de gemeente reeds is ontvangen. Dat is niet helemaal te achterhalen. In ieder geval staan het ontvangen van de brief en de terugkomst van Epafroditus wel degelijk met elkaar in verband. Paulus wijdt er zes verzen aan om de terugkomst van Epafroditus toe te lichten. Sommigen lezen uit de woorden iets van een verdediging die Paulus voert ten gunste van Epafroditus. Er zou in de gemeente enig ongenoegen zijn gerezen over de missie van hun afgezant naar Paulus in Rome. Hij zou zich wat zijn ziekte betreft aangesteld hebben. Die ziekte overdreven hebben, terwijl er meer sprake zou zijn van een vorm van heimwee. Epafroditus zou het zat zijn in Rome en niet meer goed weten wat hij daar nog doen moest, terwijl de gemeente vond dat hij; Paulus gezelschap moest blijven houden in de moeilijke dagen van diens opsluiting. Wel, zegt men dan, Paulus verdedigt in onze tekstwoorden de positie van Epafroditus en schrijft daarom zoveel loffelijke woorden over hem. Hij wil hem van alle blaam zuiveren. Welnu, het is moeilijk hier zekerheid over te verkrijgen. In ieder geval: Epafroditus komt terug naar Filippi en Paulus schrijft waarom.

broeder, mede-arbeider, medestrijder

Opmerkelijk is de eer die Paulus zijn vriend meegeeft. Broeder, mede-arbeider, medestrijder, bedienaar mijner nooddruft. Er is kennelijk toch wel wat waar van de gedachte dat Paulus de gemeente gunstig wil stemmen ten opzichte van de terugkeer van hun afgezant. Eerst zegt. Paulus wie Epafroditus voor hem was en dan wie hij voor hen was. Voor mij is hij een broeder. Voor u een mede-arbeider en medestrijder. Een broeder is hij in het geloof. Een mede-arbeider is hij in het werk. Een medestrijder in de strijd. Er bestaat tussen Paulus en Epafroditus dus: geloofsgemeenschap, arbeidsgemeenschap en gemeenschap in strijd en lijden (Greijdanus!). In het woord 'medestrijder' ligt uitgedrukt 'hoedanig de staat der dienaren des Evangelies is, te weten, dat zij in een gedurige strijd verkeren: want de duivel zal ze niet toelaten het Evangelie zonder strijd te bevorderen'. En, zo concludeert Calvijn dan verder: allen die zich voorbereiden op de stichting der gemeente dienen te weten dat hun strijd is aangezegd. Wel is het zo dat ieder christen met de strijd dient rekening te houden, want de duivel is hun aller vijand. Maar inzonderheid komt strijd de dienaren des Woords toe omdat ze in de voorste gelederen staan en de banier van Christus dragen. Medestrijder!

Maar Epafroditus staat niet alleen aan mijn kant, wil Paulus zeggen. Hij staat ook aan uw kant. Hij is door u afgezonden om mij in mijn nooddruft te dienen namens u. Voor 'bedienaar' gebruikt de apostel het woord dat wij kennen in 'liturgie'. Daarmee is onderstreept dat zijn komst naar Paulus niet zomaar een soepreisje was, maar stond in het kader van de heilige dienst van de levende God. Epafroditus mocht in zijn reis naar Rome een apostel van Christus dienen en ondersteunen. En als zodanig stond zijn reis in dienst van het Koninkrijk Gods en was zijn dienen een heilige dienst aan God. U ziet, God dienen hoeft niet altijd van spectaculaire aard te zijn, maar kan ook in eenvoudige dienstverlening aan medebroeders in kerk en zending gelegen zijn.

reden terugkeer Epafroditus

Paulus verklaart de reden van de terugkeer van Epafroditus nader. Hij is vol verlangen naar u allen en vol angst omdat u gehoord had dat hij ziek was geworden. Epafroditus verlangde maar niet naar een paar mensen in de gemeente, maar naar de gemeente in z'n geheel. Misschien was hij wel ouderling in de gemeente en lag hem daarom de gehele gemeente zwaar op het hart. En nu hij ziek was geworden en weer herstel had mogen vinden, was zijn verlangen naar de gemeente daardoor sterk verhevigd. Hij kon zich indenken dat men in de gemeente misschien wel ongerust was over zijn toestand. Graag wilde hij zich weer laten zien om die ongerustheid weg te nemen. U ziet: apostelen en hun metgezellen waren hele gewone mensen met verdriet en verlangens. Wij maken er Jicht helden van. Het Woord zet hen voor ons neer als mensen van vlees en bloed.

ziek tot de dood

„En hij is ook ziek geweest tot nabij de dood; maar God heeft Zich over hem ontfermd en niet alleen over hem, maar ook over mij, opdat ik niet droefheid op droefheid zou hebben." Hadden ze in Filippi over Epafroditus' ziekte gehoord, Paulus bevestigt dat gerucht en stelt er bij hoe ernstig zijn toestand is geweest. Doodziek was hij. Wat is het wonder? Dat hij weer beter mocht worden? Ja, ook wel, maar vooral: God heeft zich over hem ontfermd. Genezing is geen toeval, maar een werk Gods. Gods ontferming komt er in openbaar. En Paulus mocht ervaren dat Gods ontferming ook op hem was gericht. Het doel van Gods ontferming dat de apostel niet droefheid op droefheid zou ten deel vallen. Immers, de apostel zat al gevangen, van z'n vrijheid beroofd. Als hij nu ook nog z'n broeder en medestrijder zou moeten missen, zou hem dat zeer zwaar zijn gevallen. Vandaar Gods ontferming ook over Paulus in de genezing van Epafroditus. Calvijn wijdt in zijn commentaar op dit vers nogal wat woorden aan het zalige sterven van Gods kinderen. Was het voor Epafroditus niet beter geweest als hij was gestorven. Sterven was toch ook voor hem gewin, evenals voor de apsotel. Zeker, antwoordt Calvijn dan. „Wat kan ons beter zijn dan uit zoveel ellendigheden van deze wereld, naar het rijk Gods heen te gaan. En voornamelijk, dat wij uit de dienstbaarheid der zonde verlost zijnde, volkomen de vrij

held van de Geest genieten waardoor wij de Zoon van God aanhangen." Toch kunnen we juist in het herstel van de zieke zien , , dat dit leven op zichzelf genomen een uitnemende weldaad Gods is". U ziet, Calvijn is geen levensverachter geweest, hoezeer het toekomende leven, het leven met Christus hem verre weg het beste was.

Paulus is blij met Epafroditus' genezing. Christus-zijn is niet hetzelfde als Stoïcijnse gelatenheid onder vreugde of droefheid. Kruis dragen heeft niets te maken met ongevoelig zijn. De smart wordt erin geproefd, en de bitterheid niet minder. , , Maar als Gods vertroosting dit gevoel overwint, zodat wij niet tegenstrijden, maar liever gewillig de rug onder de roede stellen, alsdan offeren wij aan God een aangename offerande" (Calvijn).

blijdschap

Weer komen we het woord 'blijdschap' tegen. De terugkomst dient de gemeente tot blijdschap te stemmen. Blijdschap-om het weerzien. Maar ook blijdschap om het feit dat de apostel grote droefheid is gespaard gebleven. „Ontvangt hem dan in de Heere met alle blijdschap en houdt dezulken in waarde". Paulus roept op om hun broeder en afgezant met blijdschap te ontvangen. Ook daarvan lezen we weer de woorden 'in de Heere'. Het herstel van Epafroditus was een werk van de Heere. Het is 's Heeren hand die zichtbaar wordt in deze genezing. Verwacht hem daarom in de Heere. En dan: met alle verheuging. Niet kritisch, niet oordelend en veroordelend. Maar met blijdschap.

Houdt dezulken in waarde. Zo zet Paulus Epafroditus in de kring van hen die omwille van het Evangelie gewaardeerd dienen te worden. We mogen hier geen enkele aanzet tot mensverheerlijking in vinden. Geen domineescultus of iets dergelijks. Zo bedoelt Paulus het niet. Het 'in waarde houden' heeft alles te maken met het Evangelie waarvan ze de dragers zijn. Zo mogen we nog tegen ambtsdragers aanzien. Het zijn gewone mensen van wie niets goeds te verwachten valt, met wie u ook geducht kunt omvallen in uw leven. En toch, als ze op hun plaats zijn, op de plaats waar ze door de Heere zijn neergezet, dan hebben we ze om het Evangelie in waarde te houden. Niet lichtvaardig over hen te oordelen. Niet roddelend hen aan de kant zetten. Nee, houdt dezulken in waarde. Op een andere plaa'ts schrijft Paulus iets dergelijks: „...erkent degenen die onder u arbeiden en uw voorstanders (= leidinggevenden) zijn in de Heere en u vermanen" (1 Thess. 5, 12). Of deze plaats: „Dat de ouderlingen die wel regeren, dubbele eer waardig geacht worden, voornamelijk die arbeiden in het Woord en de leer" (1 Tim. 5, 17).

Paulus geeft hier ook een duidelijk argument er bij. Hij zegt: denk er wel aan dat Epafroditus „om het werk van Christus tot nabij de dood was gekomen, zijn leven niet achtende, opdat hij het gebrek uwer bediening aan mij vervullen zou".

Epafroditus heeft zijn leven gewaagd voor het Evangelie. De reis van Filippi naar Rome was zeker in die dagen niet zonder risico. Meer nog is aan te nemen dat hij wellicht een zwak gestel had en daarom met zo'n reis extra risico's liep. En dat deed hij, nogmaals, niet om een aardig reisje naar Rome te hebben, maar om het werk van Christus.

En ook, om de dienst van de gemeente van Filippi aan Paulus aan te vullen. Weer gebruikt de apostel het woord voor 'liturgie'. Dat wat de gemeente aan Paulus deed, was niet alleen maar een daad van broederlijkheid en wellevendheid, maar onderdeel van de heilige dienst des Heeren. Liturgie heeft ook alles te maken met onderlinge hartelijkheid, met aandacht voor eikaars noden en zorgen, zeker ook in de dienst van het Evangelie. Daar kunnen we voor onze hedendaagse verhoudingen nog heel wat van leren. Er wordt onder predikanten weieens geklaagd dat er zo weinig hartelijk meeleven is met elkaar. Zeker ook met hen die op moeilijke posten staan of in zware omstandigheden leven of grote zorgen kennen in gezin en gemeente. Wat nodig om elkaar te bemoedigen met de belofte Gods, met de troost van het Woord, met de nabijheid van de Koning der kerk. Een uiting van geesteloosheid kan ook zijn dat ieder maar strijdt voor eigen huis en parochie. Een kerk dient iets te zijn van een broederschap. Als in Paulus' dagen een kennelijk lichamelijk zwakke broeder zulk een reis onderneemt om een geboeide broeder te vertroosten en te bemoedigen, wat moeten wij dan niet met onze eigentijdse mogelijkheden om eens aandacht voor elkaar te hebben. Die kille zakelijkheid en die soms bittere broodnijd nu de beroepen schaars zijn! Dat achter elkaar om praten zonder de moeite te nemen naar werkelijke motieven te vragen waarom men zus of zo arbeidt en staat in de kerk. Dat kunnen we leren van een aantal verzen in de Schrift die misschien niet zo geestelijk lijken maar het wel volop zijn.

W.

J. M.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 maart 1984

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's

Epafroditus

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 maart 1984

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's