De Hemelvaartsdag
Het stiefkind
Dat de kerkdienst op Hemelvaartsdag deelt in de belangstelling van slechts een (klein) deel van de gemeente is algemeen bekend. Het is ook niet van vandaag of gisteren. Vroeger, toen er nog geen sprake was van een X-urige werkweek, werd op vele plaatsen de arbeid op die dag gewoon voortgezet, hoogstens een paar uur onderbroken tijdens de kerkdienst. Later is de Hemelvaartsdag een uitgaansdag geworden, wat ook niet helemaal onbegrijpelijk is. De zondag is de dag des Heeren en wordt door vele meelevende mensen ook nog als rustdag gevierd. Maar de Hemelvaartsdag valt nu eenmaal op donderdag en dan trekken de mensen erop uit, want „het is immers geen zondag? " Met het gevaar dat de kerkdienst op die dag er ook bij inschiet. De jongeren houden vanouds op die dag hun bondsdag, zodat we in de kerk ook een gedeelte van onze jeugd moeten missen. Geen wonder dat in vele gemeenten de kerkgang op Hemelvaartsdag een absoluut dieptepunt vertoont. Het „stiefkind" onder de feestdagen is dan ook geen onjuiste typering.
De prediking
Kerkgangers mogen dan over het algemeen niet met deze dag verlegen zitten, ik heb weieens de indruk de predikanten des te meer. De prediking van dit heilsfeit plaatst
de dienaren van het Woord jaarlijks voor een niet zo gemakkelijke taak. Ten eerste is de keuze van hemelvaartsteksten niet zó groot. Slechts in twee van de vier Evangelie-beschrijvingen èn dan nog in de Handelingen der Apostelen, wordt het feit van de hemelvaart ons meegedeeld. Verder zijn er nog enkele plaatsen in de brieven, waar over de hemelvaart wordt gesproken. En natuurlijk lenen ook de psalmen zich voor een hemelvaartspreek, met name de .psalmen 47 en 68. Maar dan hebben we het wel zo ongeveer gehad. In vergelijking met het grote aantal plaatsen waar de opstanding van Christus ter sprake komt zijn de hemelvaartsstoffen vrij schaars.
In de tweede-plaats hebben we bij de hemelvaart met een vrij abstrakt gegeven te maken. De geschiedenis van de hemelvaart wordt ons uiterst sober verteld. Er is geen engelenkoor dat zingt, geen aarde die beeft, geen rotsen die scheuren. Kortom, er is weinig „entourage" rondom de hemelvaart.
Vervolgens heeft de prediker te maken met een zekere weerstand bij zijn „gehoor". Het wereldbeeld van de bijbel staat nu eenmaal vèr van de moderne mens af. Waar is de hemel? En als die ergens is in het grote, onmetelijke heelal, hoeveel lichtjaren is die hemel dan van ons verwijderd? Is het mogelijk dat een mens die verre tocht volbrengt en dan in zo korte tijd? Dat zijn vragen die bij ons voorgeslacht niet opkwamen, maar die toch zeker leven in de gemeente van nu, en met name bij onze jongeren. Als prediker zou men het gevoel kunnen krijgen een sprookje te moeten vertellen uit een ver verleden, dat in geen enkele relatie staat tot de werkelijkheid.
Het feit
Ondanks alle bezwaren en weerstanden zal het toch nodig zijn de gemeente telkens weer te bepalen bij het feit en de betekenis van de hemelvaart. De opstanding van Christus geldt terecht als het fundament van de prediking en vormt een centraal gegeven in de prediking van de apostelen. Maar daarmee is de verhoging van Christus niet voltooid, integendeel, ze is nog maar het begin van die verhoging. Hij heeft de dood overwonnen en is uitgetreden uit het graf, maar de hemel moet Hem weer ontvangen. Hij moet met Zijn offer voor het aangezicht van de Vader treden, plaats nemen aan de rechterhand van de Vader, en met heerlijkheid en eer worden gekroond.
Daarom moet het feit van hemelvaart ook alle aandacht krijgen. We hebben niet met een fabel te doen of met vrome fantasie van de discipelen, maar met een werkelijkheid waarop het geloof van de gemeente rust. En hoewel het feit zich, in vergelijking met andere heilsfeiten in een zekere stilte heeft voltrokken, er is rondom en op de Olijfberg genoeg gebeurd! Christus is opgevaren voor de ogen van Zijn discipelen, Hij heeft Zijn handen zegenend over hen uitgebreid, een wolk nam Hem weg van hun ogen en twee engelen kwamen naast de discipelen staan om de belofte van Zijn wederkomst te onderstrepen.
We moeten als dienaren van het Woord maar niet ons best doen om dat feit te verdedigen of de hemelvaart aannemelijk te maken voor de „moderne mens". Dat zou toch vergeefse moeite zijn. We verkondigen een geloofswerkelijkheid, of, zoals Paulus zegt „dingen die niet gezien worden". We hebben eerbiedig het Woord na te spreken en moeten dan maar eerlijk bekennen dat het dingen zijn die ons begrip ver te boven gaan. Maar tegelijk beklemtonen dat de hemelvaart van Christus alles te maken heeft met Zijn Koningschap over de wereld en ons leven.
De betekenis
Niet alleen het feit, ook het nut van de hemelvaart moet in de prediking aan de orde komen. Trouwens, ook de Heidelbergse Catechismus stelt in Zondag 18 de vraag: „Wat nut ons de hemelvaart van Christus? " Het eerste dat gezegd wordt is, dat Hij in de hemel voor het aangezicht van de Vader onze Voorspraak is. Hij is immers naar de hemel gegaan om met Zijn volmaakte offer voor het aangezicht van de Vader te treden en op grond van dat offer voor Zijn Gemeente te bidden. „Indien wij gezondigd hebben, wij hebben een Voorspraak bij de Vader Jezus Christus de Rechtvaardige, en Hij is een Verzoening voor onze zonden".
Het tweede dat de Catechismus noemt is dat wij door de hemelvaart van Christus ons vlees in de hemel hebben. Het Hoofd is boven en dan kan het niet anders of de leden van het lichaam zullen volgen.
Maar Hij, van Zijn kant, heeft ook een pand gegeven. Dat is het derde wat genoemd wordt. Dat Hij ons Zijn Geest tot een tegenpand zendt door Wiens kracht wij zoeken wat daarboven is. Dat heeft Hij ook Zelf gezegd: het is u nut dat Ik wegga, want * indien Ik niet wegga, zo kan de Trooster tot u niet komen, maar indien Ik heenga zo zal Ik Hem tot u zenden.
Hoewel veel, is hiermee nog niet alles gezegd. Christus is ook ten hemel gevaren om als Koning Zijn Kerk en deze wereld te regeren. Om in de hemel plaats te bereiden voor allen die Hem van de Vader gegeven zijn. En om de wereld te stuwen naar Zijn wederkomst, de laatste en hoogste trap van Zijn verheerlijking.
In ieder geval: er is geen enkele reden voor de gemeente en voor de dienaren van het Woord om verlegen te zitten met de Hemelvaartsdag. Ook op die dag kan de rijkdom van het Evangelie worden verkondigd en mag de Gemeente, als het goed is, zich verheugen over haar Koning. Ze treedt dan in het voetspoor van de eerste gemeente, de discipelen, die na de hemelvaart van Christus terugkeerden naar Jeruzalem met
grote blijdschap!
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 mei 1984
Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 mei 1984
Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's