Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Maar een ding

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Maar een ding

15 minuten leestijd Arcering uitzetten

„Maar één ding (doe ik), vergetende hetgeen achter is en strekkende mij tot hetgeen voor is, jaag ik naar het wit, tot de prijs der roeping Gods, die van boven is in Christus Jezus." Filippensen 3 : 14

één ding

De apostel heeft geconstateerd dat hij het volmaakte nog niet heeft bereikt, nog niet heeft gekregen, nog niet heeft gegrepen.

En wat zegt hij dan daarop en daarna? Iets in de geest van: och, och, wat is een mens!

Nee, hij zegt: MAAR! Maar één ding doe ik.

De apostel verschaft ons inzage in zijn leven. Wat doet hij steeds. Maar één ding. En dan zoekt Paulus naar een beeld en dat beeld vindt hij in de wedren. Een uitermate geschikt en daarom wel vaker gebruikt beeld in het Nieuwe Testament om. het leven van een christen te typeren. Nu kiest de apostel dat beeld niet om de sport met alle verdwazing die er ook al in die dagen in gevonden wordt te verheerlijken en naar voren te halen. Het gaat hem alleen maar om de vergelijking. Zoals die atleet zich inspant tot het uiterste om de eindstreep (= wit of doelwit) te halen, zo richt, een christen zich in alles op het doel. Paulus zegt: ik ben net zo'n atleet in een renbaan. Ik kijk niet op of om. Net als zo'n atleet heb ik maar één doel: de eindstreep, de overwinning.

Daar w r il ik liefst zo spoedig mogelijk zijn. En nu begrijpen we de tekst zo mogelijk nog beter. Eén ding doe ik. Dat is het allerbelangrijkste en tevens het meest noodzakelijke van mijn leven.

Eigenlijk staat er in de tekst alleen maar: één ding! De woorden „doe ik" zijn er gemakshalve door de vertaler bij gezet. Kort en goed schrijft de apostel: één ding. Dat is mijn leven! Och natuurlijk, Paulus heeft nog genoeg andere dingen gedaan. Het Evangelie verkondigd. Tenten gemaakt. Gegeten en gedronken en geslapen, kortom geleefd. Maar als hij schrijft: één ding, dan zegt hij dat met het oog op het leven des geloofs.

Het gaat in het Koninkrijk Gods uiteindelijk altijd om één ding. Wij verspillen vaak veel tijd en energie aan vele en velerlei dingen. De Bijbel noemt dat de „menigvuldige begeerlijkheden" van deze tijd. De

oekommeringen en beslommeringen van elke dag. Ons leven is daardoor vaak zo verstrooid, gejaagd, geward. Het is niet gericht op één doel. Vele dingen doen we. En die vele dingen doen we daarom vaak maar half.

Een mens kan maar één ding doen, zeggen we soms zelf. Vele dingen. Van het een worden we naar het ander gedreven. Dodelijk vermoeiend. Nooit klaar en nooit rust.

En wat zijn die vele dingen uiteindelijk waard? Zijn ze wel echt de moeite van een heel mensenleven waard? Stellen ze vaak niet zo ontzettend teleur? En ontvallen al die dingen ons niet ten laatste in het uur van onze dood?

David zegt het anders. En ding heb ik van de Heere begeerd. Gods heiligdom, Gods heilgeheim. En dat zal ik zoeken, is de belijdenis van zijn leven. Hij wordt net als Paulus ook als het ware één kant uitgetrokken. En daar moeten de vele dingen van het leven voor wijken.

Eén ding is nodig, zegt Jezus. Martha loopt van de kast naar de keuken. Ze is over veel dingen verontrust. Hoe zal het toch hiermee en hoe moet het daarmee. Goede dingen, nuttige dingen, helemaal geen verkeerde dingen. En toch zegt Jezus: Martha, één ding is nodig. Bij> Maria is dat anders. Die mag een ogenblik die vele dingen laten rusten nu Jezus in huis is. Ze zit stil aan Jezus' voeten. Ze drinkt Zijn woorden in. Is dat ook uw leven?

Eén ding. Alles in je leven ondergeschikt maken aan dat ene. Alles in je leven kwijt raken om dat éne. Net als die koopman die schone paarlen zocht. Hij verkocht al die andere paarlen omdat hij die ENE parel van grote waarde had ontdekt. Dat komt op hetzelfde neer als wat de apostel in dit hoofdstuk van zichzelf vertelt. Alle dingen schade en drek geacht, m dat éne, om Die Ene Jezus Christus.

Maar één ding doe ik. Zeker, er zijn ook wel andere dingen. Maar steeds leidt de Heilige Geest hem toch weer tot dat éne.

Zo werkt de apostel zijn zaligheid nader uit. EEN ding. Wat is dat éne ding dan?

geoorloofde vergeetachtigheid

„Vergetende hetgeen achter is...!" Vergeten kan lastig zijn. Vooral als je ouder wordt. Net wist je het nog. Even later ben je het al weer kwijt. En dan die namen. Hoe heet die man nou toch. Ik weet het niet meer. Vergeten. Dat 'kan ook erg vervelend zijn en soms ondankbaar. Iemand bewees ons een uitnemende dienst. En we vergeten het. Een psalmdichter vermaant zichzelf als hij op de weldaden Gods in z'n leven let: vergeet het niet, het is God Die ze u bewees! Hoe schandelijk vergeetachtig kunnen wij mensen zijn tegenover de Weldoener.

Echter, zulk vergeten bedoelt Paulus hier niet. Zijn zondige leven van vroeger is hij nooit vergeten. „Heere", schrijft hij jaren later, „toen het bloed van Stefanus vergoten werd, stond ik daar ook bij". En de weldaden die God hem bewees is hij ook nooit meer vergeten. Hij getuigt ervan: „Mij de grootste der zondaren is barmhartigheid geschied". Hoe zou een mens dat uitnemende wonder in z'n leven ook kunnen vergeten?

Wat vergeet Paulus dan wel? Hetgeen achter is. Net als een atleet in de race doet. Stel dat zo'n atleet elke vijftig meter stil viel en achterom ging kijken hoever hij al was. Of dat hij even pauzeerde om met het publiek of mede-atleten een praatje te maken. Dat zou hem de prijs doen verhezen.

Dat zou allemaal veel te vertragend werken.

Daarom: vergetende hetgeen achter is.

Wat ligt er dan achter Paulus? Ik denk dat hij bedoelt: heel mijn vroegere leven, alle voorrechten die ik heb genoten, mijn besnijdenis, mijn rechtvaardigheid op basis van. de wet, mijn godvruchtige ijver, mijn nette leven, heel mijn wettische streven en leven. Dat vergeet hij. Dat laat hij achter zich. Daar zit hij niet meer in te wroeten en in te roeren. Hoe en wie hij, allemaal geweest is en' wat hij allemaal gepresteerd heeft. O nee, vergetende wat achter is. Vergeten om Christus te gewinnen. Al dat andere is hem helemaal niets meer waard.

Hij heeft geleerd om heel die vrome handel aan de kant te zetten en om heel die vrome winkel uit te verkopen. Eén ding doe ik: dat allemaal vergeten. Vergeten wil zoveel zeggen als: in de dood geven, prijsgeven, opgeven. Hij kan er allemaal niets meer mee beginnen.

Wat achter is dat is behept met de dood.

Daar is alle leven uit. Als iemand aan hem zou vragen: man, Paulus, u hebt vroeger toch een bijzonder leven gehad en grote voorrechten genoten op het erf van de joodse godsdienst. Wat doet u daar nu allemaal mee? Kunt u daar nog iets aan doen? Dan zou Paulus' antwoord zijn: vergeet het maar.

Vergetende hetgeen achter is! Het is alles achterhaald omdat Christus mij heeft ingehaald. En sinds ik Hem mag toebehoren, is al dat andere in waarde gedaald in de orde van grootte van nul komma nul.

Eén ding doe ik! Mag u ook al meelopen in deze renbaan? Wat een wonder is dat toch in een mensen leven, nietwaar? De vele dingen waar je druk mee was en soms nog wel bent, worden geconcentreerd op het ene, op die Ene.

Maar, mag ik vragen, hoe loopt u daar nu in die loopbaan? Kijkt u stiekem weieens even achterom en denkt u dan: ik ben al een aardig eind op weg? Kijk eens, ik ben die al voorbij en die blijft ook maar achter.

Ik heb dit al meegemaakt en daar ben ik al geweest? Zou dat wel goed zijn als een mens dat doet? Een echte atleet doet dat nauwelijks, achterom zien. Hij is helemaal geconcentreerd op wat vóór hem ligt, op het einddoel. En hoe ver een ander is, dat weten ze soms helemaal niet. Vergeten wat achter is. Dat wil ook zeggen: vergeten wat we al bereikt zouden hebben. Niet denken en zeggen: dat deed ik en zus ben ik. Want wat achter ligt, telt verder voor God toch niet mee. Dat kan het gevaarlijke zijn in het uitwisselen van geestelijke ervaringen en bevindingen. Het kan soms lijken op een opbieden tegen elkaar. Ik heb dat al achter de rug, maar je bent zover nog niet. Uiteraard, het vertellen van wat God aan je ziel, in je leven, heeft gedaan is niet verkeerd. Als het accent dan maar op God ligt en niet bij de mens. Want een mens kan zo druk zijn met wat achter hem ligt (zijn bevindingen en ervaringen) dat de gang er door vertraagd wordt en het doel in de mist komt te hangen. De weg ligt niet achter ons, maar altijd vóór ons.

Vergeten hetgeen achter is. Daar hoort ook bij dat u vergeet uw struikelingen op de weg. Uw zonden, uw wonden. Een mens die genade kent en van vergeving weet, ook over bedreven misgrepen, hoeft daar niet altijd over te blijven tobben. Vergeet wat achter is. Bij God is vergeven tevens vergeten.

Vergeten wat achter is. Eén ding doe ik. Een christen is in wezen altijd vervuld van maar één ding, van maar één wens, van maar één verlangen. De ogen houdt mijn stil gemoed opwaarts om op God te letten.

Zoals een bloem zich keert naar de zon, zo keert zich mijn leven steeds weer naar de Heere. Eén ding. Het levend geloof is zo bezien één-voudig. Eén ding. Het is ook: doel-gericht.

gericht leven

„Strekkende mij tot hetgeen vóór is..." Strekken. Je ziet het de atleet doen. Hij buigt dor de knieën, buigt z'n rug, spant alle spieren. Daar rent hij, voort. Héél z'n lichaam strekt zich naar wat voor is. En dat is de weg die nog moet worden afgelegd.

Maar helemaal aan het eind staat een witte paal en daaromheen de lauwerkrans. Daar strekt hij zich naar uit. Naar de prijs, de kroon, aan het eind van de baan. Strekkende mij tot hetgeen voor is. Wat heeft Paulus nog voor zich? De rest van z'n leven. Al het werk dat hij nog doen mag. Alle lijden en verdrukking die hem nog te wachten staan.

Maar uiteindelijk is het dit éne: het einddoel. Strekkende mij tot hetgeen voor is, is de vreugde die hem is voorgesteld, de kroon die de Heere hem in die dag geven zal.

Hetgeen vóór is. Daarheen strekt zich zijn hart uit. Misschien denkt u op dit moment in uw leven: ja, de heerlijkheid is nog zo ver weg, het staat soms zover bij me vandaan. Ik zie vaak heel wat anders vóór me. Die lege plaats in mijn leven. Dat lijden dat me is aangezegd vanwege de kwaal waaraan ik lijd. Al die noden en vooral die doden vóór me, kwellen menigmaal, mijn angstvallig hart. Ik versta wat u bedoelt. Een mens, ook een veranderd mens, kan zo door de bezwaren en de maren in z'n leven van streek raken dat hij het doel uit het oog verliest.

Je vreest voor de dood 1 . Je zit bij de pakken neer. En de loop raakt vertraagd. Toch ken ik maar één geneesmiddel tegen deze vertraging. Het geen vóór is. Daar mochten we bij tijden weieens meer aan denken. Daar mochten we ons weieens meer naar uitstrekken. Dan kan satan u ook minder in uw loop tegenhouden.

Hetgeen vóór is! O zaligheid niet af te meten. Alzo zullen we altoos met de Heere wezen. Dat is het toch: hetgeen vóór is.

Met de Heere wezen. Daarom, loop maar verder, u die door Christus bent gegrepen in uw leven. Laat u maar niet teveel ophouden. Grijp eens moed en vergeet wat achter ligt en jaag maar naar wat vóór is.

Het is de moeite waard. Er is een blij vooruitzicht toch? Hebt u weieens zicht gekregen op het grote goed dat de Heere weggelegd heeft voor die Hem vrezen?

oe ie t v is a s. op rg st n de te t i e d p k it l e es e o ed c to r i n in H i hr oe n , k r is g e ld ss h m lo e in . is r D it pe k pe

Daarop ziende wordt het minder erg nog een poosje de loopbaan te vervolgen met dat pak o, p uw rug en dat kruis in uw hand. De verdrukking is een lichte verdrukking die nog zeer haast voorbijgaat ook. Daarom: strek u tot hetgeen vóór is.

Waar loopt het met u op uit? Wat hebt u vóór u? Leerd'e u al vergeten wat achter is en mocht u zich leren strekken naar wat voor is. Vele dingen gaan voorbij. U bent er misschien wel heel erg druk mee. Laat eens los en strek uw handen eens uit naar Hem die voor u staat in het gewaad van Zijn Woord.

op jacht

Paulus gaat samenvatten. Vergeten en zich strekken tot. U kunt ook zeggen: ik jaag naar het doelwit. Wij lopen om een onverwelkelijke kroon te behalen. Wie overwint, zo is ons toegezegd, die zal de kroon des levens ontvangen. En pas aan het eind van de baan, wordt die kroon uitgereikt. Jaag ik naar dat wit, doelwit. Jagen, dat was zijn leven en dat is zijn leven geworden.

Eerst joeg hij op volgelingen van Christus.

Maar toen is hij zelf aangeschoten en neergeveld. Nu jaagt hij niet meer van Christus af, maar naar Christus toe. Niets brengt mij daar meer van af. Steeds op jacht naar dat éne. Och, zegt een toeschouwer langs de kant, wat ziet dié Paulus toch in Christus, moet je die man eens zien rennen en jagen.

Wat bezielt hem toch? Hij ziet Christus, hij ziet zijn Zaligmaker. En hij vindt eigenlijk dat hij nog veel te weinig in Hem ziet en nog veel te weinig van Hem weet. Steeds blijft hij daarom jagen. Hij kreeg schoon genoeg van alles wat Christus niet was, maar hij krijgt nooit genoeg van Christus Zelf.

Jagen. Hebt u ook zo'n gejaagd leven?

Volle agenda, drukke baan, druk gezin. We komen tijd tekort. Maar kent u ook dit jagen? Loopt u mee? Heert ons leven ook dit doel gekregen? Christtis is het doel geworden. Hij is hem alles geworden. Of is de gang er misschien een beetje uitgeraakt?

Het lijkt meer op een sukkeldraf in uw leven.

U ziet Zijn schoonheid misschien niet meer zo. Uw oog raakte welHcht bekoord door andere zaken? Kom, loop mee om het doelwit te halen

Het is waar: met dat lopen kunt u die prijs ook weer niet verdienen.

geroepen van boven

„...tot de prijs der roeping Gods die van boven is in Christus Jezus". In vers 12 sprak hij over „gegrepen". Hier is het: geroepen.

Het grijpen gaat via het roepen. Een gegrepene is een geroepene. Die renners in de loopbaan zijn daar niet uit eigen initiatief gaan lopen. Ze zijn geroepen, ze zijn ertoe verwaardigd. Wij zijn ook geroeipen door God. Hoe vaak al. Geroepen om tegen de zonde en de duivel te strijden. Meent God dat wel, vraagt u misschien? Ik lees: het is de roeping Gods, die van boven is. Hij die roept, is getrouw. Waarom loopt die renner daar? Omdat hij moet, omdat hij anders een pak slaag krijgt? Nee, maar om de prijs die hem beloofd is. Wat brengt u en mij in de loopbaan. Het Evangelie lokt ons, Christus trekt ons. We kunnen er niet meer onderuit. En waar die roeping Gods van boven ons hart raakt daar is ze onwcderstandelijk.

Daar werkt God beide willen en werken.

Dan is het niet desgenen die loopt, maar des ontfermenden Gods. Waartoe Hij u geroepen heeft door ons Evangelie tot verkrijging der heerlijkheid van onze Heere Jezus Christus.

De kroon zal ze niet ontgaan. Die roept is immers getrouw? En de prijs ligt eeuwig vast in Hem. Christus Zelf. Want Hij is het die voor de vreugde die Hem voorgesteld was het kruis heeft verdragen en de schande veracht. Hij heeft de loop al beëindigd en de prijs behaald. En Hij is dan ook de waarborg dat alle lopers de eindstreep zullen halen.

Hij wacht ze op aan het eind van de baan. Hij is de prijs. Hij is het wit. Hij is het doel. Vermoeide loper, houdt maar vol. Hoe lang nog? De tijd verstrijkt. De afstand tot het doel wordt al kleiner.

Als Paulus straks bijna aan het eind is, horen we hem zeggen: Ik heb de goede strijd gestreden, ik heb de loop beëindigd, ik heb het geloof behouden. Voorts is voor mij weggelegd de kroon der rechtvaardigheid die de Heere, de rechtvaardige Rechter mij in die dag geven zal en niet alleen mij, maar allen die Zijn verschijning hebben liefgehad.

W.

J. M.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 juli 1984

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's

Maar een ding

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 juli 1984

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's