Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Martha, Maria, Lazarus

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Martha, Maria, Lazarus

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

]ezus nu had Martha en haar zustef en Lazarus lief. Johannes 11:5.

1. Jezus' liefde voor Martha

In de volksmond wordt Maria doorgaans als eerste genoemd en als het over de begenadigde gaat, dan wordt Lazarus alleen maar genoemd als degene, die van de doden is opgewekt. Op zichzelf natuurlijk een geweldig gebeuren, maar in de verhouding tot de Heere Jezus wordt van Lazarus' genadestaat in de regel niets gezegd. Iedereen kent dit drietal, maar van hun personen zelf weten wij niet zo veel af. Laten we het eens wat nader bezien.

Onze tekst noemt ze alle drie in de genade samen, zonder echter de naam van Maria te noemen. Zij heet hier alleen „haar zuster", Martha's zuster. Door het goede deel, wat Maria gekozen heeft, en de vermaning, die Martha kreeg, komt bij ons Martha wat op de achtergrond, als wnj haar al als een begenadigde beschouwen. Hier noemt Johannes Martha als de eerste begenadigde in het drietal, als de eerste in de liefde van Jezus. En Johannes kon het weten, was met Jezus vaak bij het drietal in huis en te gast geweest en had ook de opwekking van Lazarus meegemaakt en is de énige, die de opwekking omstandig verhaalt, wat Mattheüs en Marcus helemaal niet berichten en Lucas slechts kort: in vijf verzen.

Het huis in Bethanië, waar de Heere Jezus met Zijn discipelen vaak te gast geweest is, wordt in Lucas 10 : 38, het huis van Martha genoemd: , En het geschiedde dat Jezus kwam in een vlek, en een zekere vrouw, met name Martha, ontving Hem in haar huis.”

Daar wordt dus het huis het eigen bezit van Martha genoemd. Het moet wel een behoorlijke wöning geweest zijn, als ook haar zuster en broer daarbij in konden wonen en als ook Jezus met heel de discipelenschaar daar in kon verblijven en ook maaltijden.

Voorts blijkt bij het sterven van Lazarus, dat vele Joden daar kwamen condoleren en met haar rouw bedrijven, wat laat zien, dat zij bij het volk algemeen in achting was met haar zuster en broer. Het moet wel een gezeten familie geweest zijn, om zoveel mensen te kunnen ontvangen en om zovelen tegelijk te gast te kunnen hebben. Iedereen was ook Martha ter wille, als u ziet hoe haar het naderen van Jezus uit het Overjordaanse WTrd aangebracht. Het welvaren van de familie blijkt ook uit de kruik met kostbare nardus, van w'el driehonderd gulden waarde, waarmee zuster Maria de Heere Jezus zalfde, welk bedrag judas gaarne voor zijn armen (denkelijk voor hem zelf) gedacht had te besteden. Martha was behalve de huiswaarster, ook een goede en ijverige huisvrouw^ die haar zaken goed en met ijver behartigde. Kortom een voorname vrouw, bezitster van haar huis en in goede relatie tot haar broer en zuster.

Maar bekend met Jezus en Zijn discipelen en zelfs geliefd bij Jezus. Zij wordt als eerste genoemd in de liefde van Jezus. Zij Was dan een begenadigde vrouw en had dé eerste plaats in Jezus' liefde en daarna haar zuster en broer, 't Is toch geen kleinigheid om je hart en huis open te hebben voor de verachte Rabbi uit Nazareth met heel Zijn discipelkring. En daar had zij alles voor over: ontzag geen geld, geen moeite, geen arbeid voor Jezus en de Zijnen, voor Jezus en Zijn volk.

Zelfs in zieke dagen, zelfs in de rouwtijd van haar broer Lazarus. En dat terwijl het gros van de Joden, althans veel Joden, Jezus vijandig gezind waren. Hem zelfs hadden willen stenigen. Martha was een begenadigde vrouw. Als Lazarus gestorven en begraven is, dan gaat zij uit naar Jezus, terwijl Maria thuis bleef zitten. — En dan moet u horen wat een geloofstaal Martha sprak: „Heere, als Gij hier geweest was, dan was mijn broeder niet gestorven. Maar ook nu weet ik, dat alles wat Gij van God begeren zult. God het U geven zal”.

„Uw broeder zal weder opstaan", zegt dan de Heere Jezus. „Ik weet dat hij opstaan zal in de opstanding ten laatste dage", zegt zij dan. , , Die in Mij gelooft, zal niet sterven in der eeuwigheid: gelooft gij dat.? " „Ja Heere, ik heb geloofd, dat Gij zijt de Christus, Die in de wereld komen zou." Wat een geloofstaal, gehefden. Kunt u begrijpen, dat zij niet als derde, maar als eerste genoemd wordt van het drietal. Martha was een begenadigde vrouw, een hóógbegenadigde vrouw. Zij was rijk naar de wereld, maar veel rijker nog in God. Zij had haar hui? en al het hare ópen en óver voor de Heere Jezus en voor Zijn volk, maar ook haar hart... En dan gaat zij haar zuster roepen en zij fluistert haar in: „De Meester is daar en Hij roept u!”

En nog is er van geen opwekking van Lazarus sprake. Wat zegt u van Martha.? Telde ze niet mee, of wel? Mag zij in het drietal geestelijk meetellen of niet.? Laat ze maar staan op de plaats, waarop Johannes haar plaatst: „Jezus nu had Martha lief... en haar zuster en Lazarus." Een begenadigde vrouw, één der eersten in Israël. Staat uw huis en uw hart ook zo open voor Hem.?

2. Jezus' liefde voor Maria

Daar hebt u dan de vrouw, wier naam Johannes in onze tekst niet noemt (wel in het hoofdstuk!), maar hij telt haar bij Jezus' beminden. Op gelijke hoogte gesteld met Martha en Lazarus in de liefde van Jezus, maar toch weer geheel anders.

De liefde Gods is voor elk verschillend, geheel naar ieders aard. Maria is de stille figuur, op de achtergrond, terwijl Martha overal en in alles de leiding had, de bezitster was van het huis, de ontvangster w^as van het bezoek, Maria was het ook die de Heere Jezus gezalfd heeft met die kruik met kostelijke nardus voor Zijn begrafenis. Wij lezen dat in Johannes 12 : 1 — 8, het vervolg van onze tekst.

Kostelijke nardus, zeer kostelijke nardus, onvervalste nardus: een pond. Die heeft zij uitgegoten over Jezus' voeten. Tijdens een avondmaaltijd. En het hele huis werd vervuld met de reuk der zalf. Driehonderd penningen was die zalf waard. En toen heeft die goede Maria met haar haren de voeten des Heeren afgedroogd. U weet hoe Judas zich daaraan gestoten heeft en hoe de Heere Jezus het voor Maria opnam: „Laat af van haar, want zij heeft dit bewaard tegen de dag Mijner begrafenis.”

Deze stille figuur heeft in de dreiging der Joden om Jezus te stenigen, geloofd dat Hij lijden en sterven zou. Zij heeft Lazarus uit

de doden wedergekregen en zij ziet Jezus' dood naderen: door het geloof en in dat gelof schenkt zij Hem dit grote geschenk der liefde. En dat geeft ze Hem al van tevoren, als een geloofsdaad, als een kostelijke wijding: als een dankoffer, vooruit. Dat is Maria. Mirjam is haar naam in het Hebreeuws.

Daar is nog een groot blijk van haar geloof en van haar genade, namelijk haar zitten aan de voeten van Jezus, toen Martha het zo druk had met haar gasten. Toen zag deze contemplatieve figuur van al het werk, dat er voor Jezus en Zijn discipelen te doen was, niets. Ze was zo in beslag genomen door wat de Heere Jezus sprak, dat ze in al dat werk geen erg had. Zij zat daar maar aan Jezus' voeten en luisterde. Ze was geheel in, in wat de Meester sprak. En daar kwam Martha aan: „Heere, trekt Gij U dat niet aan, dat mijn zuster mij alleen laat dienen? Zeg haar dat ze mij helpc”.

Zo spreekt Martha, zo maar openlijk in heel Jezus' verhandeling. Wat een verschil: deze christin (en zij was een echte!) of die christin (en zij was ook een echte, hoewel heel anders geaard!). En dan spreekt de Heere Zijn zachte, maar bestraffende woord: „Martha, Martha, gij bekommert en ontrust u over vele dingen, maar één ding is nodig; doch Maria heeft het goede deel uitgekozen, hetwelk van haar niet weggenomen zal worden." Hierin stond de stille Maria in de genade boven haar zuster Martha. Maria's naam was niet genoemd in de tekst, maar zij was bij God bemind, zij stond nummer twee, en toch in de genade stond zij niet nummer twee.

Wat weegt bij u het zwaarste: Uw werk of de kerk? De maaltijd of het Woord? U moet het Martha maar niet te euvel duiden, dat zij zo uitviel, midden onder een preek. In bescheidenheid won Maria het wel van haar zuster. Twee begenadigde mensen, maar de liefde wortelde toch bij de één wat dieper dan de ander. Ik zeg: „U moet het Martha maar niet te euvel duiden", want als na Lazarus' dood, Martha Jezus tegemoet gaat, gaat ze er ook Maria bij roepen: „De Meester is daar en Hij roept u." En dan voor de ogen van de Joden, bij het zien van Jezus, valt Maria Hem aan de voeten en zegt: „Heere, indien Gij hier geweest waart, zo Ware mijn broeder niet gestorven”.

Een prachtig woord van Maria, en toch staat Martha ditmaal in haar geloofsgetuigenis boven haar zuster Maria! Daarom levend geloof, dat gaat op en neer. En het geloof van de een is altijd weer anders dan dat van de ander. Elks geloof heeft iets eigens, maar het vloeit altijd uit de liefde mvan Christus. Het denkt altijd groot, en goed van Hem en het kan nooit te veel van Hem verwachten.

Hoe groot zijn Heer' Uw werken! Hoe ver gaat Uw beleid! Gij stelt met mogendheid, Elk deel zijn juiste perken. Een ziel, aan 't stof gekluisterd Beseft Gods daden niet. Psalm 92 : 3.

3. Jezus' liefde voor Lazarus

Wij zagen twee echte gelovige vrouwen, twee zusters, en toch zo verschillend. Nu dan nog hun broer, ook een echt kind van God, maar nu delend in de hoogste genade. Lazarus is Zijn naam. Eliëzer in het Oude Testament, in het Hebreeuws. Zijn naam betekent: „God der hulpe." Lazarus was krank. Deze stille figuur, nog stiller dan Maria, hij bleef geheel op de achtergrond. Zijn ziekte bracht, hem in de aandacht: een ziekte, wel tot de dood. De Huisvriend, de grote Meester, de Heere Jezus werd een boodschap gestuurd. Dat is een goede zaak, om in krankheid en ongeval de Heere bericht te doen: „Heere, zie, die Gij liefhebt, is krank." Dan zegt de Heere: „Deze krankheid is niet tot de dood, maar tot heerlijkheid Gods. opdat de Zoon door haar verheerlijkt worde.”

Intussen: Jezus komt niet, en de ziekte neemt toe. Later zegt de Heere: „Lazarus, onze vriend, slaapt, maar Ik ga heen om hem uit de slaap op te wekken.”

Als hij slaapt, zo zal hij gezond worden. U kent de geschiedenis. Lazarus sterft en wordt begraven. Dan zegt de Heere Jezus: „Lazarus is gestorven. Ik ben blij, dat Ik daar niet geweest ben, om uwentwil, opdat ij geloven moogt.”

Reeds vier dagen ligt Lazarus in het graf en het lichaam gaat al tot ontbinding over. En als Jezus dan komt, is het weer Martha die Hem tegemoet gaat. En Maria bleef in huis zitten. Martha: „Heere, indien Gij hier geweest waart, zo zou mijn broeder niet gestorven zijn; maar ook nu weet ik, dat al wat Gij van God begeren zult. God U dat geven zal.”

Martha: „Ik weet dat hij opstaan zal in de opstanding ten laatsten dage."

Jezus. „Ik ben de Opstanding en het leven, die in Mij gelooft, zal leven, al ware hij ook gestorven en een iegelijk, die leeft en in Mij gelooft, zal niet sterven in der eeuwigheid. Gelooft gij dat? ”

„ja Heere, ik heb geloofd, dat Gij zijt de Christus, de Zoon Gods, Die in de wereld komen zou." En dan gaat Martha haar zuster roepen: , , De Meester is daar en Hij roept u”.

Wat een geloof, wat een geloof. Dan komt Maria en valt Hem aan de voeten. En dan volgt de opwekking. Lazarus, kom uit. En zo wordt Lazarus' geloof bekroond met die dubbele zegen, dat hij een voorbeeld werd voor hén en voor óns, van de uiteindelijke opstanding des vleses.

lijke opstanding des vleses. Blijven deze vragen: Ging Lazarus naaide ziel naar de hemel? Ja. Moest hij wederkeren naar de aarde? Ja. Was dat voor hem geen teruggang, naar deze aarde? Neen. Lazarus was als de engelen Gods op de aarde. Deze stille man mocht een voorsmaak hebben van het hemelleven. En deze stille mart mocht zijn geloof bekroond zien, door hier reeds te weten, wat hem boven wachtte. En deze stille man mocht op aarde Gods raad uit dienen, als een Johannes op Padmos, die de gezichten Gods gezien had. Alzo: drie gelovigen in één huis, in één gezin, geheel verschillend en toch één van hart en één van zin, door de liefde van Christus. Daaruit kunt u moed scheppen voor uw gezin, dat een heel gezin de Heere kan vrezen. Eén en toch zo verscheiden... door de liefde van Christus..

„Jezus nu had Martha en haar zuster en Lazarus lief." In leven en in sterven.

R.

W. L. T.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 augustus 1984

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's

Martha, Maria, Lazarus

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 augustus 1984

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's