Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De diakenen insgelijks

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De diakenen insgelijks

10 minuten leestijd

„De diakenen insgelijks moeten eerbaar zijn, niet tweetongig, niet die zich tot ve wijns begeven, geen vuil-getvinzoekers, houdende de verborgenheid des geloo in een rein geweten. En dat deze ook eerst beproefd worden en dat zij daarmee dienen, zo zij onbestraffelijk zyn. De vrouwen insgelijks, moeten eerbaar zyn geen lasteressen, wakker, getrouw in alles. Dac de diakenen ééner vrouwe mannen zijn, die hun kinderen en hun eigen huizen wel regeren. Want die wel gediend hebben, verkrijgen zichzelf een goede opgang en veel vrijmoedigheid in het geloof, hetwelk is in Christus Jezus." l Timotheüs 3 • 8—13

diakenen

De diaken bekleedt geen minder ambt dan de opziener. Dat wil nogal eens leven in de gemeente. Diaken kan je wel worden, maar ouderling ligt veel moeilijker en hoger. De Schrift spreekt er zo niet over. Het is een even geestelijk werk als dat der ouderlingen. In ieder geval laat Paulus duidelijk blijken dat de onbesprokenheid van gedrag en levenswandel voor een diaken evenzeer geldt als voor een opziener. Het gaat hier niet om het preciese functioneren van het diakenambt, meer om de vereisten waaraan een diaken dient te voldoen wil hij voor verkiezing tot dit ambt in aanmerking komen. Wel wordt uit het NT duidelijk wat de roeping der diakenen met name was. „In het algemeen zullen wij mogen aannemen, dat deze diakenen voorzagen in en de leiding hadden bij het onderling hulpbetoon in de gemeente in het bijzonder dus de hulpbehoeven den hadden te verzorgen" (Ridderbos). Ze treden naast de opzieners op. Naast, niet onder hen. In het ambt van diaken naast dat van de opziener komt uit dat God verscheidenheid van gaven en taken in de gemeente geeft. Niet ieder christen is eender, niet ieder bezit dezelfde gaven. God laat dat als het ware tot uitdrukking komen in de verscheidenheid van gaven en bedieningen in de gemeente.

Welaan, ook van de diakenen een bijbelse profielschets. Ze moeten „eerbaar" zijn. Bedoeld is ook hier (vgl. vers 2) dat hij in zijn levensopenbaring geen aanstoot mag geven. Hij moet onder de mensen achting hebben, respekt om zijn levenswandel, een voorbeeld in het dienen onder anderen. „Niet tweetongig, niet die zich tot veel wyns begeven, geen vuilgewinzoekers...". Tweetongig, niet met twee monden praten, niet zus-praten en zo-doen. Men moet op de diaken Mn

kunnen. Hij; dient vertrouwen-waardig te zijn. Verder dient hij niet verslaafd te zijn aan de wijn. U moet bedenken dat de diakenen in Paulus' tijd dienden aan de liefdemaaltijden. Er werd de in die tijd bekende wijn bij geschonken. Een diaken die zo ook vaak wijn in handen kreeg, mocht daar niet aan verslaafd zijn. Dan kon hij dit werk immers niet naar behoren vervullen. In onze tijd is werk onder verslaafden, aandacht geven aan hen die onder invloed van verslaving staan, een eigentijdse vorm van diakonaal bezig. Dan dient men niet zelf ook verslaafd te zijn, er in ieder geval van afgebracht te zijn. Anders doet de éne blinde (verslaafde) de ander in de gracht vallen en verdrinken. Ook vuilgewinzoekers horen niet in dit ambt thuis. Iemand zei eens: als het over geld gaat, krijgt ieder mens een waas voor zijn ogen. Hij bedoelde: geld is een grote macht die velen meesleept het verkeerde pad op. Wel, een diaken moet niet in de greep van het geld leven. Immers, een diaken gaat ambtelijk met geld en gaven om verkregen in de gemeente om noodlijdenden te helpen en te dienen. Die gelden zijn niet voor eigen zak bedoeld. Daarom: geen vuilgewinzoeker! Niet... niet... geen! Zó dient een diaken niet te zijn. Hoe dan wel?

verborgenheid des geloofs

, , ...Houdende de verborgenheid des geloofs in een rein geweten". Het woord 'verborgenheid' komt vele malen in Paulus' brieven voor. Verborgenheid, geheimenis, mysterie. Bedoeld wordt dat wat eeuwenlang door God verborgen werd gehouden in Zijn Raad, maar dat nü in de komst van Christus aan het licht is gebracht. 'Verborgenheid des geloofs' wil zeggen: die verborgenheid, Christus zelf wordt geloofd door Gods Kerk. Het is de inhoud van het geloof dus, die de apostel hier bedoeld. Een diaken dient een mens te zijn die in het geloof staat, die in Christus staat, die de verborgenheid van het geloof kent en bewaart in een rein geweten. Duidelijk is dat Paulus hiermee bedoelt dat er in het leven van de diaken overeenstemming dient te bestaan tussen zijn leer en zijn leven. Het fundament van het diakonale werk der diakenen dient steeds te zijn hun staan èn hun gaan in het geloof in Christus. Het is geen baantje, geen hobby, maar roeping, geloofswerk, dienen van de grote Diaken Christus en zo van allen die Hij op onze weg plaatst.

eerst beproefd

Werd in vers 6 van de opziener gezegd dat geen pasbekeerde tot dit ambt diende te worden verkozen, ook van de diaken wordt iets dergelijks gezegd. „En dat deze ook eerst beproefd worden en dat zij daarna dienen, zo zij onbestraffelijk zijn". Bij 'beproeven' moeten we niet aan een zogenaamd antecedentenonderzoek' denken, om het eigentijds te zeggen. Niet de hele doopceel hoeft gelicht te worden. Dat kan ook niet nodig zijn in een gemeente waarin men elkaar dient te kennen. Nee, beproefd wil zeggen, de te verkiezen mannenbroeders zullen er blijk van moeten hebben gegeven zo te zijn als de apostel net heeft gesteld: eerbaar, niet tweetongig enz. Uit hun levenswandel zullen ze openbaar moeten komen als mannen die de Heere vrezen en kennen. Dat is voor een diaken net zo goed nodig als voor een ouderling. En die beproeving dient te voorkomen dat men al te overijld jong gelovigen tot dit ambt verkiest.

vrouwen insgelijks

, , De vrouwen insgelijks moeten eerbaar zijn> geen lasteressen, wakker, getrouw in alles". Er zijn twee mogelijkheden om deze tekst te verstaan. De eerste zou zijn dat ook vrouwen tot het ambt van diaken kunnen worden verkozen. De tweede is dat hier de vrouwen van de diakenen bedoeld zijn. Dr. H. Goedhart behandelde indertijd in zijn geschrift „Een vrouw op de kansel? " ook deze tekst. Hij schreef boven het gedeelte waar we op doelen: rouwelijke diakenen of vrouwen van diakenen? Goedhart erkent dat de tekst omstreden is. Ridderbos stelt in zijn commentaar dat er vanouds wel op 5 manieren op deze tekst is gereageerd:1) vrouwen van diakenen; 2) vrouwelijke diakenen; 3) vrouwen van opzieners èn diakenen; 4) vrouwen als helpsters van de diakenen en 5) vrouwen in het algemeen. Ridderbos kiest zelf voor vrouwelijke diakenen. Goedhart kiest voor vrouwen van diakenen. Hij argumenteert dat als volgt: Er zijn enkele argumenten aan te voeren die ervoor pleiten om in dit vers aan vrouwen van diakenen te denken. De voorafgaande verzen (vs 8 —10) en het volgende vers (vs 12) spreken van mannelijke diakenen. Men verwacht daartussen niet een aantal eisen voor vrouwelijke ambtsdragers. Het twaalfde vers spreekt over de huiselijke omstandigheden van de diakenen. Ze moeten de man van één vrouw zijn, ze moeten aan hun kinderen en hun huisgezin goede leiding geven. Er bestaat geen enkel gegrond bezwaar tegen om ook vs 11 reeds te betrekken op het gezin van de diakenen nl. hun vrouw. De in dit vers gestelde eisen zijn: aardigheid, niet kwaad spreken, nuchterheid en betrouwbaarheid. Deze deugden zijn van bijzonder belang voor vrouwen van diakenen. Bij afwezigheid van hun man kunnen zij gemakkelijk in diakonale zaken worden betrokken. Wanneer hier van diakonessen sprake was, zouden dezen moeilijk te onderscheiden zijn van de in 1 Tim. 5 : 9 genoemde weduwen", aldus dr. H. Goedhart (a.w. pg. 59v).

Deze opvatting wordt niet gedeeld in het zojuist verschenen boek „Man en vrouw in Bijbels perspectief" van de hand van Ds. C. den Boer, een uitgave vanwege de Geref. Bond. In dit boek stelt men dat Paulus hier doelt op vrouwen in de gemeente die op hetzelfde terrein werkzaam zijn als de in vers 8 genoemde diakenen. „Al met al kunnen we dus denken aan vrouwelijke diakenen. De apostel Paulus onderlijnt naar onze mening in vers 11 binnen het raam van de vereisten voor de diakenen de plaats van de vrouwen om daarmee aan te geven waar hij een specifieke taak voor haar ziet: iet bij het episcopaat, maar bij het diakonaat" (a.w. pg. 156v). Verwezen wordt dan ook naar Romeinen 16 : 1 waar over Febe wordt gesproken als een vrouw van de gemeente die diaken is te Kenchreën. Kennelijk, zo wordt in „Man en vrouw in Bijbels perspectief" gesteld, acht Paulus het nodig deze vereisten voor de vrouwen aan het papier toe te vertrouwen omdat er ook vrouwen naast de mannelijke diakenen en in nauwe samen-

werking met hen werkzaam waren. Voor de goede verstaander zij wel erbij gezegd dathet nieuwe geschrift nog geen pleidooi betekent voor de invoering van de vrouwelijke diaken onder ons. Dat zou een onjuiste interpretatie zijn van wat er hier geschreven wordt. Ik citeer één van de conclusies die Ds. Den Boer geeft: Uit de tekst 1 Tim. 3:11 kan niet worden afgeleid, dat er door vrouwen en mannen op dezelfde wijze als diakenen gediend werd in de gemeente... De hier genoemde vrouwen hebben in het diakonaat van de gemeente gearbeid. Kennelijk in een zekere geleding..." (a.w. pg. 160). Je zou zeggen, heb ik hieruit begrepen, de mannen ambtelijk en de vrouwen dit ambtelijke diakonale werk ondersteunend, aanvullend zonder ambtelijk bezig te zijn.

wèl dienen, een goede opgang

Van de diakenen wordt ook gezegd dat ze de man mogen zijn van maar één vrouw. Weer die voorbeeldfunctie ook van de diakenen op zedelijk gebeid. En óók diakenen dienen in hun gezinsleven een voorbeeld te zijn in het midden van de kerk en de wereld. „Want die wel gediend hebben, verkrijgen zichzelf een goede opgang en veel vrijmoedigheid in het geloof hetwelk is in Christus Jezus." Met deze woorden stelt Paulus ook de voortreffelijkheid van het diakenambt voor ogen. Wèl dienen, anders vertaald: zij die deze dienst goed hebben vervuld, verkrijgen voor zichzelf een goede opgang. Letterlijk betekent het zo iets als: die hun dienst goed verrichten komen een trapje hoger namelijk in de gemeente. Dat moeten we uiteraard goed verstaan. Het gaat er niet om via het ambt dè man te worden. Maar wel om goed aangeschreven te staan als een getrouw dienstknecht van de Heere Jezus Christus. Dat moedigt aan om getrouw in deze dienst te arbeiden. Dat geeft ook veel vrijmoedigheid in het geloof. Die vrijmoedigheid heeft vooral te maken met het getuigen van de diaken in het midden van de gemeente. Zijn dienen is ook getuigen van het geloof in Christus. Zijn mond hoeft en mag niet dicht blijven. Bovendien wat hier in vers 13 staat, slaat niet alleen op de diaken, maar evenzeer op de ouderling. Wèl dienen. een goede opgang verkrijgen, veel vrijmoedigheid ontvangen in het geloof. Dat bouwt de gemeente, dat sticht het Godsvolk, ambtsdragers vol van de Heilige Geest! Zo het volk, zo de ambtsdragers. Zo de ambtsdragers, zo het volk. Laten we onze ambtsdragers gedenken in hun gezegend werk. En laten ambtsdragers zich niet al te zeer laten opslokken door veel beslommeringen in het kerkewerk, zonder dat er nog tijd over blijft voor de verborgen omgang met de Heere, voor het biddend zelfonderzoek, het verkeren in de binnenkamer bij de bron waaruit we alleen maar kunnen putten, Christus Zelf. Hoe voortreffelijk was en is Zijn dienst. Hij kwam om te dienen en alleen maar om te dienen. Zijn dienstknecht te zijn, is dat niet een voortreffelijk werk?

W.

J. M.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 31 mei 1985

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's

De diakenen insgelijks

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 31 mei 1985

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's