Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Welke van de drie?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Welke van de drie?

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

In de zomermaanden wordt er al eens over gedacht, en aan het begin van het winterseizoen wordt er over gesproken, maar in november is het zo ver: ambtsdragers moeten gekozen of herkozen worden. Aan het einde van een oneven jaar is namelijk de helft van het aantal zittende .ouderlingen en diakenen periodiek aftredend en al of niet herkiesbaar.. Het kan een kerkeraad soms heel wat hoofdbrekens kosten, en het kan in de gemeente een heleboel onrust, teweegbrengen. Juist rondom verkiezingen voor de kerkeraad komen stromingen en spanningen in een gemeente openbaar. Om maar niet te denken aan de spanningen in de gezinnen, waar man of vader voor het eerst of .opnieuw tot het ambt geroepen werd...

Laat ik eerst proberen een misverstand uit de weg te ruimen. In de gemeente — voor zover zij althans geïnteresseerd is in de verkiezing van kerkeraadsleden — heerst dikwijls de mening dat een ouderling of diaken twaalf jaar onafgebroken mag dienen. Dat is niet helemaal juist. Hij wordt voor vier jaar gekozen en is daarna nog twee keer terstond herkiesbaar. Maximaal kan hij dus twaalf jaar zitting hebben in de kerkeraad. Maar het is mogelijk dat iemand gekozen is in een vakature die tussentijds is ontstaan. Om een voorbeeld te geven: een ouderling die nog maar drie jaar zitting heeft in de kerkeraad moet, wegens verhuizing of om gezondheidsredenen, aftreden.

De man die in zijn vakature wordt benoemd maakt de periode van vier jaar vol. Dat wil zeggen dat hij slechts voor één jaar is gekozen en daarna herkozen moet worden. Na die tweede periode is hij nog één keer herkiesbaar. In totaal kan hij dus slechts negen jaar deel uitmaken van de kerkeraad. Met andere woorden: niet het aantal jaren is beslissend, maar het feit dat men slechts twee maal herkiesbaar is..

Drie mogelijkheden

De wijze waarop in onze Hervormde Kerk ambtsdragers worden gekozen is verschillend. De kerkorde kent drie mogelijkheden, waaruit de lidmaten om de zes jaar kunnen kiezen (bij de zogenaamde zesjaarlijkse stemming). Deze stemming heeft voor het eerst plaats gehad in 1951 (na de invoering van de Kerkorde), vervolgens in 1956, en daarna steeds om de zes jaar. Volgend jaar, in 1986 moet deze stemming in alle gemeenten weer gehouden worden.

Bij deze zesjaarlijkse stemming krijgt de gemeente dus gelegenheid zich uit te spreken over de wijze waarop in de komende zes jaar de ambtsdragers zullen worden gekozen.. Ik schreef hierboven dat er drie mogelijkheden zijn, maar helemaal correct is dat niet. Er kan gekozen worden uit twee mogelijkheden: de lidmaten kunnen de verkiezing aan zichzelf voorbehouden, óf ze kunnen de kerkeraad machtigen. Kiezen ze voor het tweede, dan moet er opnieuw gestemd worden over gehele of gedeeltelijke machtiging door de kerkeraad.

Kerkorde-bepalingen zijn nu eenmaal door hun zakelijke en stadshuisachtige taal voor de meeste gemeenteleden niet zo doorzichtig. Daarom wil ik proberen de drie mo-gelijkheden in wat populaire vorm weer te geven.

Het is dus mogelijk dat de gemeenteleden besloten hebben de verkiezing van ouderlingen en diakenen aan zichzelf te houden. In dat geval moeten ze worden uitgenodigd namen in te dienen van lidmaten die naar hun mening voor verkiezing in aanmerking komen. Dat geschiedt, schriftelijk en voor elke vakature afzonderlijk, terwijl de aanbeveling door tenminste tien lidmaten moet zijn ondertekend. De kerkeraad brengt vervolgens de ingediende namen op een tweeof drietal, en de gemeente kiest daaruit. Is er voor een vakature slechts één naam ingediend, dan hoeft voor deze vakature niet te worden gestemd, maar verklaart de kerkeraad de aanbevolene voor gekozen.

De tweede mogelijkheid is dat de gemeente aan de kerkeraad het recht van voordracht heeft gegeven. Ook in dat geval krijgt de gemeente eerst gelegenheid namen in te dienen. De kerkeraad is echter niet aan deze namen gebonden. Hij stelt — zegt de kerkorde — , , na kennisneming van de ingekomen aanbevelingen voor deze vakature een dubbeltal". Uit dit dubbeltal, of bij meerdere vakatures, uit deze dubbeltallen kiest de gemeente. Ook hier kan de kerkeraad, wanneer er geen aanbevelingen zijn binnengekomen, zelf in de vakature voorzien, of wanneer er slechts één aanbeveling is binnen gekomen, de aanbevolene voor gekozen verklaren.

Tenslotte bestaat de mogelijkheid dat de kerkeraad door de gemeente is gemachtigd zelf de vakatures te vervullen. Ook dan kan de gemeente aanbevelingen indienen, waaraan de kerkeraad echter niet gebonden is. Zonder dat er een verkiezing behoeft te worden gehouden voorziet de kerkeraad in de vakatures.

Welke is de beste?

In mijn ambtelijke loopbaan — die toch

niet zó lang duurt — heb ik met alle drie mogelijkheden kennis gemaakt. In mijn eerste en ook in mijn tweede gemeente gold de middelste regeling: de gemeente kiest op voordracht van de kerkeraad. In mijn derde gemeente was de eerste mogelijkheid van kracht: de lidmaten houden de keuze aan zichzelf. En in mijn huidige standplaats is gekozen voor de derde: de kerkeraad , , vult zichzelf aan".

Het zal, denk ik, ook mijn collega's vele keren overkomen zijn, dat kerkeraads-of gemeenteleden hun de vraag stelden: wat vindt u nu de beste mogelijkheid van deze drie? Althans, mij is deze vraag vele malen voorgelegd. En bij de zesjaarlijkse stemming, die ik in drie gemeenten telkens één keer heb meegemaakt, heb ik altijd de verschillende mogelijkheden toegelicht en, zonder verder de stemming te beïnvloeden, een „stemadvies" gegeven. Ik durf dat ook wel aan het papier toevertrouwen, hoewel natuurlijk niemand verplicht is het met me eens te zijn.

De drie mogelijkheden die de kerkorde geeft hebben alle hun voordelen èn hun bezwaren. Men kan niet zonder meer stellen dat het ene voluit bijbels is en het andere niet. De bijbel geeft ons trouwens geen blauwdruk van een kerkorde. Hoogstens kan men bepaalde regelingen aan de Heilige Schrift ontlenen.

De mondige gemeente

Dat de gemeente de verkiezing van ambtsdragers aan zichzelf voorbehoudt, lijkt erg democratisch. De kerkeraad is gebonden aan de binnengekomen aanbevelingen en de gemeente kiest daaruit. Op deze wijze wordt voorkómen dat de kerkeraad de aanbevelingen zomaar terzijde legt, 'n gevaar dat zeker niet denkbeeldig is.... De mondigheid van de gemeente krijgt bij deze regeling een sterk accent. Maar... de kerkeraad wordt wel volledig buiten spel gezet. Het is dan ook dikwijls een motie van wantrouwen aan het adres van de kerkeraad, wanneer de gemeente voor deze mogelijkheid kiest.

Bovendien kan de zaak finaal uit de hand lopen. Tien lidmaten zijn slechts nodig om een candidaat in te dienen die absoluut niet past in de kerkeraad, omdat hij van een andere „modaliteit" is. Er zijn ook maar tien lidmaten nodig die het in hun hoofd gekregen hebben om een vrouwelijke candidaat aan te bevelen, terwijl in het geheel van de gemeente „de vrouw in het ambt" niet wordt geaccepteerd. En naarmate de gemeenten groter worden, en steeds minder homogeen, zijn deze situaties zeker niet denkbeeldig.

Samenvattend vind ik deze mogelijkheid niet aanbevelenswaardig. Een beperkt aantal lidmaten zou de koers van de gemeente radicaal kunnen veranderen.

De autonome kerkeraad

De tegenovergestelde mogelijkheid is dat de gemeente de kerkeraad volledig machtigt. Dat is wel een blijk van groot vertrouwen in het beleid van de kerkeraad! Indien de gemeente tamelijk homogeen is, en de kerkeraad verstandig, zullen er weinig problemen zijn. Toch kleven er, naar mijn inzicht, nogal ernstige bezwaren aan deze regeling. Vooreerst is de gemeente (te) weinig betrokken bij de vervulling van de vakatures. Zij mag namen indienen, maar de kerkeraad hoeft met die namen niets te doen. Het gevaar is reëel dat velen in de gemeente een houding aannemen van „ze doen maar". Vervolgens draagt de kerkeraad een te zware verantwoordelijkheid. Ook in het kerkelijk leven is vriendjespolitiek niet uitgesloten!

Bovendien — en dat is mijn grootste bezwaar! — moet op een benoemingsvergadering over mensen worden gesproken. Waarom hij wel, en hij niet acceptabel is als ambtsdrager. Weliswaar kan de praeses proberen één en ander binnen de perken te houden, maar de kans bestaat dat iemands negatieve eigenschappen breeduit over de tafel gaan. De broeders kunnen wel beloven dat niet buiten de vergadering te brengen — ze hebben trouwens al zwijgplicht! — maar wie garandeert dat van alles wat gezegd en gehoord is niets zal uitlekken?

Kortom, als het mij gevraagd wordt zal ik deze mogelijkheid niet aanbevelen. Ze kan een situatie scheppen waarin de kerkeraad z'n eigen gang kan gaan en waarin de gemeente niets heeft in te brengen dan lege briefjes...

De tussenweg

Blijft over de middelste mogelijkheid die de kerkorde aanwijst: de kerkeraad heeft van de gemeente het recht van voordracht gekregen. De kerkeraad kan de binnengekomen aanbevelingen gebruiken, eventueel aangevuld met namen van mensen die niet door de gemeente waren ingediend. Bij het opstellen van een dubbeltal kan de kerkeraad zelfs voorkeur uitspreken door zijn eigen candidaat als eerste op de voordracht te plaatsen. Maar uiteindelijk kiest de gemeente.

Dit „samenspel" van kerkeraad en gemeente is niet alleen de meest democratische manier van verkiezing, het is ook de meest bijbelse. De mondigheid van de gemeente en de volmacht van de ambtsdragers blijven in evenwicht.

Overigens, op wélke wijze ook de ambtsdragers worden gekozen, in alle gevallen is de eerste vereiste dat er gezocht wordt naar mannen „vol van het geloof en van de Heilige Geest".. En in vele gemeenten blijkt het telkens weer een probleem te zijn, deze te vinden...

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 november 1985

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's

Welke van de drie?

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 november 1985

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's