Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De profetie van Habakuk

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De profetie van Habakuk

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

(7)

„ Want de aarde zal vervuld worden dat zij de heerlijkheid des HEEREN bekennen gelijk de wateren de bodem der zee bedekken." Habakuk 2 : 5 — .14 (vervolg)

De heerlijkheid des HEEREN is als een vuurgloed. Een heerlijk en verblindend licht. Zó verblindend, dat we in de Schriften dan de wolk ontmoeten. De wolk betekent de verhulling en versluiering van de heerlijkheid Gods. Immers — wie van ons zou rechtstreeks de aanblik van de lichtglans van de Heilige Israëls kunnen verdragen? De wolk meldt Israël: De Eeuwige is in Uw midden, maar omsluierd in Zijn heerlijkheid.

Nu is het juist deze verhulling, die op aarde doet roepen om onthulling, om de openbaring van de verborgenheid. Dan is er vanuit het hart van Israël de roep om een opening, om een bedekking van de ganse aarde — en niet minder dan dat — met de heerlijkheid Gods. Zo luidt het woord des HEEREN tijdens de woestijntocht: Doch zeker, zo waarachtig als Ik leef, zo zal de ganse aarde met de heerlijkheid des HEE-REN vervuld worden" (Num. 14 : 21). De ganse aarde: et minder kan het — vanwege de Naam des HEEREN — werkelijk niet toe. Maar dan klinkt te meer, bij het zien van juist het tegendeel van heerlijkheid, de roep omhoog. Wat is er voor het oog van Habakuk zichtbaar van zulke volheid van de aarde?

We zijn thans opnieuw de weken van advent binnengegaan. Opnieuw staat het verkondigd te worden: het Evangelie van de heerlijkheid Gods. Op welke wijze? In de nacht van Bethlehem is de aarde vol van de lichtglans Gods. Engelen zien het en zeggen: „Ere zij God..." Zij zien als hemelboden vanaf hun hoge plaats de aarde als overdekt met heerlijkheid van de levende God. En nadat de engelen geweest zijn, de mensen.

Wat zien de mensen? Met hun eigen ogen — als ze die zouden mogen geloven — zien ze in het pasgeboren Kind geen gedaante en ook geen heerlijkheid waarnaar hun begeerte uitgaat. Maar — wanneer het geloof de ogen verlicht, dan getuigen mensenmonden, dat de heerlijkheid van het vleesgeworden Woord aanschouwd is. En dat is een heerlijkheid, zoals van de Eniggeborene van de Vader. Vol van genade en waarheid. Zó verborgen echter — en dat moet tegelijk betuigd worden — is de heerlijkheid Gods op aarde nog niet eerder geweest. In het vleesgeworden Woord openbaart de God van Israël Zich, en verbergt Zich tegelijkertijd. Wie zou ooit daar de levende God gezocht. hebben in Zijn heerlijkheid...?

Enkele momenten — gelijk de zon de wolken doorbreekt — zien we Jezus de heerlijkheid Gods openlijk dragen. Althans daarvan zijn enkele ingewijden getuige. Wanneer Jezus, vertoevend op de berg, verheerlijkt wordt, dan wordt de gedaante van Zijn aangezicht veranderd, dan is Zijn kleding wit en zeer blinkende. Dan willen de discipelen daar blijven, op deze berg... Maar ook dan is er de wolk. De overschaduwing. En er komt vrees over hen. De vreze des Heeren overvalt hen.

En vanuit de wolk klnkt de stem: Deze is v Mijn geliefde Zoon. Hoort Hem... Niet zien, maar horen dus. Niet wandelen door aanschouwen, maar door geloof. Wanneer voor het oog van Johannes op Patmos de heerlijkheid Gods door de verhoogde Christus heenbreekt, zoals de zon schijnt kracht, dan valt de apostel neer als een dode aan Zijn voeten. Wie immers kan God zien — en leven? De heerlijkheid Gods is in de Zoon verschenen, maar wij kunnen in deze oude wereld en vanuit het lichaam der zonde niet in deze zon van gerechtigheid rechtstreeks blikken...

En dat nu doet verstaan hoe zonder verwachting van de uiteindelijke onthulling er eigenlijk op aarde geen leven mogelijk is. Zoals het nu — zichtbaar — is, namelijk een aarde bedekt met bloed en onrecht, zó kan het toch niet altijd blijven? Dan be-

ginnen we het woord van Paulus te verstaan, dat het leven van de gemeente met Christus verborgen is in God. En uitgerekend deze verborgenheid van het leven der gemeente, doet ononderbroken uitzien naar de openbaring van Christus.

En wanneer „Christus zal geopenbaard worden, Die ons leven is, dan zult ook gij met Hem geopenbaard worden in heerlijkheid" (Coll. 3 : 4). Geheim van de gemeente is, dat zij weet van zulke dingen. Zij weet van het lijden met Christus, en zij weet van het verheerlijkt worden met Hem. Hoe we ons dat hebben voor te stellen?

In het voorlaatste hoofdstuk van de Schriften wordt ons de stad getoond, die is opgebouwd uit louter transparante materialen. Alles is doorzichtig in het nieuwe Jeruzalem. En dat is om de lichtheerlijkheid vanuit de troon van God en van het Lam ongehinderd door te laten. Het licht van de troon breekt in duizenden flonkeringen uiteen, en er is niets meer in deze stad, waardoor de heerlijkheid Gods verduisterd wordt. Zo zal het leven zijn binnen de lichtglans van de heerlijkheid Gods, en daarvan zal de nieuwe aarde onder de nieuwe hemel vervuld zijn: in een verheerlijkt lichaam zal geen enkele belemmering meer zijn, waardoor het licht van God wordt tegengehouden. Integendeel — en daarom zal ook de blijdschap onbepaald, door 't licht, dat van Zijn aanzicht straalt, ten hoogste toppunt stijgen.

Vandaag — in het heden van mijn korte leven tussen wieg en graf — is de heerlijkheid Gods te aanschouwen in het Kind van Bethlehem. En ook dit jaar wenste ik wel een kind te zijn, dat. de kerstgeschiedenis voor de allereerste maal hoorde vertellen. Zonder enig zogenoemd verfraaiend woord. Maar in de diepe eenvoud en stralende heerlijkheid van de Evangeliewoorden zelf. Ik zou me als een kind wensen te verwonderen. Dus 7.6 kan God Zich vernederen: tot in een kribbe. En daarin toch blijft Hij God... Ja, ik verlang dit jaar zo Zijn heerlijkheid te aanschouwen. De heerlijkheid van de Eniggeborene van de Vader... Zo vol van genade en waarheid, dat ik — een moment bij het gegunde licht van de Geest — de aarde zou zien, die aarde zo gezet in bloed en onrecht, als een aarde vervuld van de kennis van de heerlijkheid des HEEREN... Dan zou ik opspringen van vreugde. Dan zou ik zingen: dit kan nu onze God. In de schepping zo hoog boven de schepping staan in liet spreken: Er zij licht! En in de herschep-)ing zo diep beneden Zijn schepping Zich stellen, om opnieuw te spreken door de lacht heen: Er zij licht! Altijd hoger en iltijd dieper: zo is de majesteit van de Sfaam des Heeren. Altijd boven en beneden ïn voor en na mij, zoals de dichter van 5 salm 139 onnavolgbaar vertolkt. En dan s het leven gezet in een diepe glans van verwondering. Wanneer het ontwaakte hart : enmaal begon te aanschouwen het licht van le Naam, dan gaat meer en meer in de vermrgenheid der openbaring het oplichten, : oals in de gegeven tekenen van het water ran de doop en van brood en wijn van het ivondmaal. In die tekenen der eenvoud schouwt het geloof een ongekende wereld van heerlijkheid. Wanneer het wakker geroepen leven, ontwaakt uit de slaap des doods, eenmaal door de wonden van het Lam van God de heerlijkheid Gods gezien heeft, zoals wateren de bodem van de zee bedekken, dan is het leven geworden tot een weg van durend verwachten.' Kom...

Dit woord nu deelt Habakuk met zijn broeder-profeet Jesaja. En het is bij Jesaja vanuit het Rijsje, dat voortkomt uit dc afgehouwen tronk van Isaï, dat hij profeteert aangaande de aarde, die vol zal zijn van de kennis des Heeren. Vanuit de gegeven belofte zien de profeten de heerlijkheid Gods baanbreken. Ontegenzeggelijk. Onweerstaanbaar. Onbeperkt ook. En bij Habakuk en Jesaja voegt zich de profeet Johannes die vanaf Patmos geschouwd heeft tot in het laatste. Johannes zag het nieuwe Jeruzalem. Geen tempel is daarin, en geen zon en maan daarboven. Want — de heerlijkheid van God verlicht de stad. En het Lam is haar kaars. En dan — nog een geheim aangaande de heerlijkheid Gods: En de volken, die zalig worden, zullen in haar licht wandelen; en de koningen der aarde brengen hun heerlijkheid en eer in haar" (Openb. 21 : 24).

De heerlijkheid en de eer der volken worden het nieuwe Jeruzalem binnengebracht. En dat moet ongetwijfeld bijdragen aan de meerdere glorie van de nooit genoeg volprezen Naam van God. Gaat er iets van ons mensen mee naar binnen dan? Geen hooi of stro komt door het vuur der loutering heen. Maar wel het goud, dat beproefd wordt, en dat zuiver goud zal blijken te zijn. Wanneer wij bijvoorbeeld wel ervaren dat in de muziek van Bach iets van de eeuwigheid is gegeven, wijst die ervaring niet naar dit geheim? De nieuwe aarde zal vol zijn, en tot die volheid zal ook behoren de heerlijkheid en de eer der volken. Er zijn gaven van God aan de mensen, die in de tijd zijn gegeven, maar die voor de eeuwigheid bestemd zijn. Het zijn die gaven, die van de hemel gegeven zijn om de meerdere glorie aan de Naam des Heeren gestalte te mogen geven...

De profeet Habakuk heeft het wezen der goddelozen opengelegd. Hun werken, op bloed en onrecht gefundeerd, zijn voor het vuur bestemd. De goddelozen vermoeien zich — uiteindelijk — tevergeefs. En wij, wanneer we als een goddeloze gerechtvaardigd mogen zijn voor God, verstaan dan op slag deze profetie, Wat is bij ons van huis uit niet voor het vuur bestemd...?

De profeet Habakuk heeft ook het wezen van de belofte Gods opengelegd. Een kind in de kribbe te zien, en dan een aarde, vervuld van de kennis van de heerlijkheid des HEE-REN, te aanschouwen. Als een oceaan van licht...

Zou dan ons leven niet transparant mogen zijn — nu reeds — tot op de Naam des HEEREN? En dat voor onze naaste. Om moed te putten en troost te ontvangen? Tot meerdere glorie aan Zijn nooit genoeg vol-prezen Naam.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 december 1985

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's

De profetie van Habakuk

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 december 1985

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's