Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Paulus' vrienden

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Paulus' vrienden

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Silas

Gaarne wil ik. na Ananias, Barnabas en Johannes Marcus, nu als vriend van Paulus aan u voorstellen: Silas.

In de Bijbel wordt zijn naam zeventien maal genoemd. In de Handelingen der Apostelen gebeurt dit dertien keer en in de zendbrieven nog - viermaal:2 Cor. 1 : 19; 1 Thess. 1 : 2; 2 Thess. 1 : 1; 1 Petr. 5 : 12.

Als u de teksten uit de zendbrieven naleest, ziet u dat hij daar niet Silas wordt genoemd maar Silvanus. Met deze beide namen wordt evenwel dezelfde persoon bedoeld. Waarschijnlijk is Silas de Griekse-en Silvanus de Latijnse vorm van een Semitische naam. Ook is mogelijk dat hij twee namen had en dus Silas Silvanus heette.

In Handehngen 15 : 22 wordt voor het eerst van hem gesproken. Hij wordt genoemd een man die: voorganger was onder de broeders". De wel kleine, maar schriftuurlijk zeer betrouwbare commentaar (de kanttekeningen) zegt bij deze plaats: die onder de voornaamste was van aanzien, kennis en beleid onder de kerkedienaren aldaar". Dus een, onder de ouderhngen van Jeruzalem, geziene figuur, een aanzienlijk lid en leider van de Gemeente aldaar.

Hij is dan ook aanwezig op de vergadering te Jeruzalem waar gesproken werd over de vraag aangaande de verhouding van de besnijdenis en de Wet van Mozes. Na vele beraadslagingen waarbij het soms warm toeging, besloot het Apostelconcylie, dat de heiden christenen vrij waren van de besnijdenis en daarmee van heel de ceremoniële wet. De conclusies van de vergadering worden in een schrijven neergelegd en deze brief zal worden voorgelezen te Antiochië, Syrië en Cihcië. Eigenlijk lag het voor de hand, dat Paulus en Barnabas bij hun terugkeer naar Antiochië deze brief zouden meenemen. Maar neen... er worden twee mannen benoemd als afgevaardigden van de synode. Zij zullen Paulus en Barnabas vergezellen en de brief in Antiochië voorlezen. De ene was Judas, de ander Silas.

De brief die ze meenemen, is het eerste voorbeeld van een rondschrijven over godsdienstige kwesties in de oud-Christelijke Kerk. (Handehngen 15 : 23-29).

Als de brief door Silas gelezen en verklaard wordt, heerst er in de Gemeente van Antiochië grote vreugde. „Geen wonder, want het gevaar, dat ieder Christen óók nog Jood moest worden was geweken; en de vrijheid in Christus was gehandhaafd." (J. Ridderbos in: „de Apostel der Heidenen"). Het moet wel een aangename Gemeentesamenkomst zijn geweest, niet het minst ook door de aanwezigheid van Judas en Silas. Deze mannen toch bezaten de gave van de Nieuw-Testamentische profetie. Ze waren , , leeraars des Woords, begaafd met de gave van de Heihge Schrift bekwamelijk uit te leggen, die gezonden waren om hunne vermaningen daarbij te voegen".

Met vele woorden vermaanden zij de broeders en versterkten hen. (Hand. 15 : 32).

Judas en Silas vertoeven enige tijd in Antiochië. Ze kunnen er maar moeilijk van scheiden. „Er ging van het frisse geloofsleven dezer jonge, uit de heidenwereJd getrokken, gemeente blijkbaar een bijzondere bekoring uit" (Ridderbos).

Tenslotte gaat Judas terug naar Jeruzalem., maar Silas gaat niet met hem mee. Het „dacht hem goed, aldaar te blijven" . Zoals vóór hem Barnabas met een opdracht

uit Jeruzalem naar Antiochië ging en daar bleef, zo deed ook Silas. Hij voelde zich bijzonder thuis in het „centrum van het christendom" en niet het minst bij Paulus. Zelfs wordt hij diens metgezel op de tweede zendingsreis, als Barnabas wegvalt. Wegvalt, u herinnert zich dat nog wel, door het opgetreden verschil tussen Paulus en Barnabas over het meegaan van neef Johannes Marcus.

, , Maar Paulus verkoos Silas." En mocht daarmee een goede keus doen. Silas toch was een man bedeeld met profetische gaven, die voor het werk onder de heidenen warme belangstelling had. Ook had hij vóór Romeins burger te zijn. (Hand. 16 : 37). Daardoor kon hij zich onder de naam Silvanus ook in niet-joodse kringen laten binnenleiden.

Besloten werd door Syrië en Cilicië te reizen. Silas kon dan tegelijk aan de Gemeenten aldaar de besluiten van het Apostelconvent overbrengen zoals besloten was. Na door de broeders in Antiochië aan de genade des Heeren opgedragen te zijn, aanvaarden zij de reis.

Goed toegerust voor de grote reis, vangen zij die aan over land, gaande noordwaarts in de richting Tarsus, de geboortestad van Paulus. Ze reizen door Syrië en Cilicië, waar ook reeds gemeenten waren gesticht, waarschijnlijk vanuit Antiochië. Langs de oude handelsweg die door de Cilicische poort liep, kwamen ze eindelijk in Lycaonië en bereikten Derbe, nu precies van de andere kant als op de eerste zendingsreis. In Lystre krijgen ze er een helper bij in Timotheüs, zoon van een vrome Joodse moeder en een Griekse vader. Overal waar zij komen, versterken zij de gestichte Gemeenten en leveren de verordeningen van de Jeruzalemse synode over. Na een soms zeer barre reis, door een woest en onherbergzaam land, waarbij het nu eens ging over bergruggen, in striemende wind, dan weer door dalen met verzengende hitte, wadend door rivieren, onder regen en zonneschijn, kwamen zij aan in het Phrygisch-Calatische land. En dan komt voor hen het zo wonderlijk moment, dat de Heilige Geest hen verhindert het Woord te verkondigen. De Heilige Geest Die Paulus had bezield en voortgestuwd om het Evangelie te prediken, verhindert nu plotseling het Woord in Azië te gaan brengen. Onzeker wat te doen, besluiten ze naar het meer noordelijk gelegen Bithynië te gaan. Maar ook dat mag niet: en de Geest liet het hen niet toe". (Hand. 16 : 7). Telkens weer proberen zij het Woord te spreken, maar steeds is het: Hier niet"! Paulus mag zijn werkterrein in Klein-Azië blijkbaar niet uitbreiden.

Na allerlei omzwermingen komen zij eindelijk in het Noord-Westen, van Klein-Azië terecht en bereiken in Troas de kust. Aan de overzijde van de zee ligt het wazige land, dat Petrus niet kent. Hij kan niet terug. Welke is nu Gods weg met hem? Als de nacht konu legt hij zich ter rustte. En dan in die nacht krijgt hij een gezicht. Uit de wazige overzijde doemt het beeld op van een man met opgeheven handen en hij hoort uit de verte de dringende bede van een Macedoniër: Kom over en help ons" (Hand. 16 : 9).

Nu mocht de Apostel de weg van God, waarover naar zijn gevoel de laatste weken zo'n onbegrijpelijke duisternis hing, opeens klaar voor zich zien liggen. Hij ontvangt antwoord op zijn peinzen waarom de Heilige Geest hen had verhinderd' verder in Klein-Azië te werken. Niet verder in Azië moet hij wezen God stuurt hem maar Europa, aan welk werelddeel Paulus naar het schijnt zelfs niet heeft gedacht. In deze Macedoniër roept Europa om de hulp van het Evangelie.

Als Paulus het gezicht aan zijn medegenoten vertelt, trekken zij gezamenlijk de conclusie dat God hen had geroepen om: in Macedonië het Evangelie te verkondigen. Ze geven aan die roeping gehoor en zoeken nog diezelfde dag scheepsgelegenheid om naar Macedonië over te steken. Er wordt een scheepje gevonden, dat het driemanschap naar Europa brengt. Over Neapolis komen zij aan in Philippi, een Macedonische stad.

Al spoedig blijkt dat het droomgezicht van de Macedonische man niet inhield dat Paulus met open armen zou worden ontvangen. Het gaat hier als overal: prediking-geloof-vervolging.

Vervolging... want in Philippi worden hen de kleren van het lichaam gescheurd en hun naakte ruggen met roeden gegeseld. Ze komen terecht in de binnenste kerker: een donker, gevangenishol zonder ramen. En de stokbewaarder bewaarde hen „zekerlijk" in het blok.

Daar heeft Silas met Paulus meegebeden en riepen zij de Heere aan:

„Gedenk aan 't woord gesproken tot uw knecht,

Waarop Gij mij verwachting hebt gegeven, Dit is mijn troost, in druk mij toegezegd" (Psalm 119 : 25)

Daar genieten beiden ook in de nacht de troostvolle nabijheid van God, Die hen doet zingen „psalmen in de nacht". Daar ervaren ze ook op wonderbare wijze Gods machtige uitredding. Zo blijkt Silas een waardig metgezel van de grote heidenapostel. Het samen gedragen leed verbindt hen steeds meer aan elkander.

Later treffen we Silas met Paulus aan in Thessalonica en Berea. Paulus vertrekt naar Athene, Silas en Timotheüs blijven nog enige tijd in Macedonië. Hoogstwaarschijnlijk is Silas later ook naar Athene gegaan, maar daarna door de Apostel weer teruggezonden in het belang van de Gemeenten. Enige tijd later heeft zowel hij als Timotheüs zich in Corinthe weer bij: aulus gevoegd, omdat deze zeer verlangde naar hun gezelschap. Daar in Corinthe heeft het drietal de Gemeente gesticht en opgebouwd (2 Corinthe 1 : 19).

Toen Paulus Corinthe verliet ging Silas zonder twijfel met hem mee naar Jeruzalem.

Hoe het verder met Silas is gegaan weten we niet zo goed. Hij, ging later niet opnieuw met Paulus uit in de zendingsarbeid. Heeft hij zich beperkt tot de Evangelische arbeid onder de Joden? Is hij reisgezel geworden van de Apostel Petrus? Het is niet met stelligheid te zeggen. Blijkens 1 Petrus 5 : 12 was hij, toen: etrus deze brief schreef, bij hem.. Daar lezen wij: Door Silvanus, die een getrouw broeder is, zo ik acht, heb ik met weinige woorden geschreven".

Misschien stond hij toen gereed naar Klein-Azië te gaan en zou hij deze brief van Petrus overbrengen. Het blijkt dat Silas en johannes Marcus, die vrienden van Paulus waren, ook vrienden van Petrus zijn geworden. Paulus ging van de ene vriendschap (Barnabas) over in de andere (Silas). Iemand schreef erover: „Van de kracht van de ene vriendschap in de kracht van de andere; niet verliezend van de ene en slechts winnend door de andere". Ook Silas heeft veel voor Paulus betekend. Toen zij reisden onder de meest moeilijke omstandigheden maar ook in meer rustige uren. Uren waarin zij met elkaar spraken over Gods goedheid en genadige nabijheid, zijn 'rijke zegen op hun arbeid en over de aspecten van hun werk dat hun zo na aan het har.t lag.

Paulus en Silas en over Timotheüs de volgende keer. Timotheüs. Maar

B.

H. H.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 25 december 1985

Gereformeerd Weekblad | 18 Pagina's

Paulus' vrienden

Bekijk de hele uitgave van woensdag 25 december 1985

Gereformeerd Weekblad | 18 Pagina's