Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Paulus' vrienden

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Paulus' vrienden

8 minuten leestijd

Lucas

üp zijn iwcede zendingsreis is Paulus in 'Iroas. Hij wacin en bidt. Hij is vermoeid van het reizen door Frygië en Galatië en Mysië. Nu dc Geest hem verhindert het Woord verder in Azië te prediken, is hij onzeker wat te doen. Blijkbaar plaagt ook zijn kwaal hem weer. Nog niet zo lang geleden, tijdens zijn eerste bezoek aan de Galaten, was hij ernstig ziek geweest. Dat was op deze zelfde zendingsreis. Later herinnert Paulus er zelfs aan in zijn brief aan de Galaten. (4 : 13 en 14). Het is dus zeer aannemelijk, dat Paulus om medische hulp verlegen is. Is er in Troas geen dokter die hij kan raadplegen.? Dan is daar ineens Lucas.

Waar komt hij vandaan.? Die vraag heeft velen beziggehouden. Sommigen veronderstellen dat Lucas een praktijk als arts in Troas had. Anderen menen dat hij scheepsarts is geweest en op één van zijn reizen de haven van Troas heeft aangedaan. Het is niet zeker te zeggen. Dit is wèl zeker... hij is dokter. Dat weten we niet van hemzelf. Over zichzelf spreekt Lucas in het geheel niet. Zijn bescheidenheid verbood hem dat.

Noch in het derde Evangelie, noch in het boek de Handelingen van de Apostelen komt zijn naam ook maar eenmaal voor. En in de brieven van Paulus gebeurt dit maar driemaal: olossenzen 4 : 14, Filémon vers 24 en in 2 Timotheüs 4 : 11.

Het is uit deze brieven dat we van Lucas' arts-zijn afweten, want in Colossenzen 4 vers 14 staat: „U groet Lucas, de medicijnmeester. de geliefde en Demas". De ontmoeting tussen beide mannen leidt tot een blijvende vriendschap. Lucas verbindt lot en leven blijvend aan de Apostel en verlaat hem niet meer dan voor een korte tijd. Ze hebben elkaar voor het leven gevonden.

Deze tot nu toe gegeven voorstelling van zaken is gegrond op Handelingen 16 : 9v.v. Daar toch gaat de derde persoon enkelvoud over in de eerste persoon meervoud. Plotseling blijkt Lucas aanwezig en vertelt in vers 11: van Troas dan afgevaren zijnde, liepen irij recht naar Samothrace en de volgende dag naar Neapolis".

Deze z.g. „wij"-stukken treffen we ook aan in Handelingen 20 : 5-15, 21 : 18, 27 : 1 — 28 : 16. Lucas is er dus persoonlijk bij en wordt van arts of scheepsarts nu lijfarts van Paulus en tegelijk missionair arts, die niet alleen Paulus in goede en kwade dagen, in nood en dood, zal bijstaan maar tevens zijn medewerker die in Filippi aan de evangelisatie deelneemt, want hij schrijft: en nedergezeten zijnde, Sipraken wij tot de vrouwen die tesamen gekomen waren".

„Zijn preken was een praktisch evangeliseren, onder de medische praktijk door, te vergelijken met zendeling-arts." Aldus A. van Veldhuizen in zijn boek: „Lukas de medicijnmeester".

In Filippi blijft hij met Timotheüs vrij van gevangenschap in tegenstelling» tot Paulus en Silas. Zorg en angst vervult hen om de beide broeders maar slaat om in vreugde als beide mannen de volgende morgen weer in het gastvrije huis van Lydia verschijnen.

Haastig nemen Paulus en Silas afscheid. Zeker zal dokter Lucas nog eerst de wonden van de vertrekkenden verbonden hebben!

Lucas blijft in Filippi achter. In zijn reiskroniek gaat hij dan ook niet verder in de „vvij"-vorm, maar in het vveer „zij" deden dit of dat.

Na ongeveer 6 jaar ontmoeten Paulus en Lucas elkaar weer in Filippi. Want in Handelingen 20 vers 16 spreekt Lucas weer van „wij" en „ons". Lucas gaat nu met Paulus mee op reis om voortaan bij hem te blijven. Met alle zorg van vriend en dokter heeft Lucas Paulus omringd tot in zijn laatste gevangenschap in Rome toe. „Lucas is alleen bij mij" (2 Tim. 4 : 11),

Deze weinige Vvoorden, neergeschreven in voor Paulus weinig bemoedigende omstandigheden met de dood voor ogen, spreken van trouw. En is trouw niet hèt kenmerk van de ware vriendschap.^

Lucas. Zijn naam is dc griekse vertaling van de romeinse (latijnse) naam: Lucanus of Lucius. Hij was niet van joodse komaf maar uit het heidendom tot het geloof in de Heere gekomen. Een overlevering zegt dat hij geboren werd in Antiochië in Syrië de bekende zendingsstad waar Paulus en Barnabas met zoveel zegen mochten arbeiden. Men neemt aan dat Lucas onder de prediking van Paulus tot bekering is gekomen.

Behalve arts was Lucas ook de schrijver van het derde Evangelie en van de Handelingen der Apostelen. Reeds Irenaeus (plm. 185) vermeldt hem als auteur van beide geschriften.

Lucas droeg zowel zijn Evangelie als de Handelingen op aan Theofilus. Deze was waarschijnlijk een hooggeplaatst romeins ambtenaar. De Statenvertaling spreekt van „voortreffelijke", de nieuwe vertaling van de „hoogedele". Wij zouden zeggen „exelentie". Deze hoge ambtenaar was met het christendom in aanmerking gekomen en had zich zelfs laten onderwijzen over het leven en de leer van Jezus (Lucas 1 : 4).

In Handelingen 1 vers 1 ontbreekt het: „voortreffelijke". Men heeft daar uit afgeleid dat Theofilus intussen christen was geworden.

Lucas heeft voor het schrijven van zijn Evangelie veel gelezen en veel gehoord. Er is studie aan voorafgegaan. Geïnspireerd door de Heilige Geest heeft hij de dingen nauwkeurig nagegaan. Hij heeft „alles van voren aan naarstiglijk onderzocht" (Lucas 1 : 1-4). Inspiratie door de Geest sluit studie blijkbaar niet uit. Uit alles blijkt dat Lucas een man van ontwikkeling was. „Het

heeft God behaagd naast de eenvoudige tollenaar Mattheüs en de meer onbekende Marcus een man van intellect en fijne eruditie als Lucas te gebruiken om Zijn openbaring te boek te stellen."

Veel bijzonderheden weten wij alleen door Lucas, zowel in zijn Evangelie als in de Handelingen. Wat zouden wij weten van de vestiging en uitbreiding van de eerste christenen als we de Handelingen niet hadden? Lucas is geen oor-en ooggetuige geweest van Christus. Hij was dus aangewezen op anderen. Welke bronnen stonden hem ten dienste?

Het is mogelijk dat hij de Evangeliën van Mattheüs en misschien van Marcus gekend en gelezen heeft en daaraan het een en ander van zijn stof ontleende. Heel veel zal hij van Paulus hebben vernomen en van de kring van mannen om Paulus heen. Mogelijk heeft hij nog met Maria de moeder des Heeren gesproken. Zo ze nog leefde, zou ze plus minus 80 jaar oud geweest kunnen zijn. Wat in Lucas 1 en 2 staat zou dan uit de mond van Maria zijn opgetekend. (Vergelijk Lucas 2 : 19 en 51). Wat hij mededeelt over Herodes Antipas kan hij vernomen hebben van Johanna (Lucas 8 : 3) en van Manahen (Hand. 13 : 1). Vaak deelt Lucas de aanleiding mee tot een woord van Jezus dat elders niet vermeld wordt. Alleen Lucas brengt het. optreden van de Heere Jezus in verband met de wereldgeschiedenis (al dadelijk in Lucas 2).

Meer dan Mattheüs of Marcus legt Lucas onder invloed van Paulus de nadruk op de universele strekking van het Evangelie. De Heere Jezus is bij hem het Licht der wereld. „Een licht tot verlichting der heidenen en van zijn volk Israël".

Hij voert de geslachtslijst van Christus niet op tot Abraham maar tot Adam. Hij haalt Oud-Testamentische plaatsen aan, die betrekking hebben op de heidenen (4 : 26, 27); hij doet de Samaritanen delen in de zegeningen van de Heiland (17 : 11 — 19); bij hem alleen vinden wij de gelijkenis van de barmhartige Samaritaan. Hij vertelt de zending van de 70, die de 70 volkeren zullen bedoelen waarin volgens dc joden de wereld verdeeld was. Ook verhaalt Lucas in zijn Evangelie een groot aantal genezingswonderen. Zesentwintig van die wonderen komen in de Evangeliën voor, Lucas heeft er twintig van. Vijf daarvan komen alleen bij hem voor. Zij betreffen: e vrouw met de gekromde rug (13 : 10—17); de man met waterzucht (14 : 1 — 6); de tien melaatsen (17 : 11-19); de opwekking van de zoon van de weduwe van Nain (7 : 11-17); het oor van Malchus (22 : 51). Als arts had hij bijzonder veel belangstelling voor de medische zijde van Jezus' werkzaamheden... Jezus' genezende macht trof hem diep.

Zijn arts-zijn blijkt eveneens uit de manier van uitdrukking en de bijzondere belangstelling vóór en kennis van ziekten (4 : 38, 5 : 12, Hand. 28 : 8). Bij hem alleen vinden wij de schone gelijkenissen en geschiedenissen, die ons de Christus voorstellen in Zijn opzoekende liefde en genadeloze ontferming. Denk aan het verloren schaap, de verloren penning, de verloren zoon. Of de geschiedenis van de dankbare zondares of van de moordenaar aan het kruis. Het is ook bij Lucas dat we de 4 liederen vinden, die tot de schoonste gezangen behoren:

— het Magnificat van Maria (mijn ziel maakt groot de Heere) — het Gloria in Exelsis van de Engelen (Ere zij God)

— het Benedictus van Zacharia (Geloofd zij de Heere) en het Nunc dimittis van Simeon (nu laat Gij, Heere, uw dienstknecht gaan).

Wie kan zich het Kerstfeest voorstellen zonder deze lofzangen?

De ruimte van dit artikel laat niet toe dieper op deze dingen in te gaan. Alleen nog dit: ucas heeft zijn Evangelie geschreven onder invloed van Paulus met wie hij dagelijks verkeerde. Het werkwoord „rechtvaardigen" dat zulk een grote plaats inneemt in Paulus' brieven, komt 5 maal in het Lucas-evangelie voor. Vergeving in antwoord op geloof vinden we in:7 : 36—50, 18 : 9 - 14, 19 : 1 - 10, 23 : 39 - 43, vergelijk Rom. 4 : 5, 1 Cor. 15 : 9, 10 enz. De overeenstemming van Lucas 22 : 19, 20 met 1 Cor. 11 : 23 —25 (waarin ons de instelling van het Heilig Avondmaal wordt vermeld) is in dit opzicht wel heel frappant. Christus is in het derde Evangelie en in de Handelingen van de Apostelen: e Heiland der wereld, voor alle volkeren, ook voor de heidenen.

Na het heengaan van Paulus verdwijnt Lucas uit de gezichtskring. Zijn belangrijk levenswerk: de bijstand aan Paulus is volbracht. Slechts een flauwe onzekere overlevering gewaagt nog van hem. Hoelang hij nog geleefd heeft met enige zekerheid is daarvan niets te zeggen. Maar één din? , staat vast: hij is zolang er leven en kracht in hem was zijn roeping getrouw gebleven... de roeping van een christendokter die tevens schrijver was.

B.

H. H.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 februari 1986

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's

Paulus' vrienden

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 februari 1986

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's