Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Vroeggestorven kinderen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vroeggestorven kinderen

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het is nog maar een paar weken geleden gebeurd. In de crocusvakantie (vorstvakantie!) waren we er een paar dagen op uitgetrokken. Zomaar even afstand nemen en op adem komen. In een totaal andere streek van het land maakten we enkele tochten door het mooie winterlandschap. Elke dag een stralende zon, maar een vlijmscherpe oostenwind. Overal op de dichtgevroren sloten en vaarten jongeren en ouderen op de schaats...

In een klein dorp trok een eeuwenoud. schitterend gerestaureerd kerkje ons aan. Op het ruime kerkplein stonden op deze door-de-weekse dag opvallend veel auto's. Vanuit de kerk klonk orgespel, daarna gemeentezang, een voor ons onbekende melodie. Zeker een huwelijksbevestiging, zeiden we tegen elkaar. We verheugden ons erop dat we straks, na afloop van de dienst, het kerkje zouden kunnen bezichtigen. Wat we gehoord hadden was blijkbaar al de slotzang, want even later gingen de deuren open. De verwachting een stralend bruidspaar

naar buiten te zien treden werd ineens wreed verstoord. Wat we wèl zagen was een jonge man die een mini-klein lijkkistje in een auto plaatste. Daarachter kwam de familie, die plaats nam in de gereedstaande auto's. En even later zette de stoet zich in beweging naar de dodenakker.

In de inmiddels lege kerk werd het ons verteld: een baby van een half jaar, altijd in het ziekenhuis gelegen, tenslotte overleden. Zelfs voor ons, die de jonge ouders niet kenden, wierp het een schaduw over deze zonnige vakantiedag. Het flitste door me heen: door één mens is de zonde in de wereld gekomen en door de zonde de dood en de dood is doorgegaan tot alle mensen...

Maar het riep ook nog iets anders in mijn gedachten wakker. Enige tijd geleden w r erd ik opgebeld door een goede vriend, die me wilde tippen voor een onderwerp. Zo'n tip is altijd welkom bij iemand die wekelijks een paar kolommen in een blad moet vullen. Maar je kunt niet ineens zo'n artikel uit je mouw schudden. Meestal maak ik er een aantekening van om de vraag of de opmerking te laten rijpen en op een goede dag komt er dan een verhaal uit de schrijfmachine.

Welnu, genoemde vriend had een begrafenis bijgewoond. Een begrafenis als de hierboven beschrevene. Maar de predikant die de leiding had was zijns inziens tekort geschoten. Uitvoerig had hij gesproken over zonde en dood, maar hij was tekort geweest over de genade en het leven. En voor de diep-bedroefde ouders was er geen woord van troost bij. Was dat nu gereformeerd, , was dat nu bijbels, zo vroeg hij zich af.... Moet je als dienaar van het Evangelie diep-

bedroefde ouders op deze manier in de kou laten staan?

Ik verdenk mijn goede vriend ervan dat hijzelf het antwoord op deze vragen evengoed weet als ik. Maar hij vroeg mij er bij gelegenheid mijn gedachten over te laten gaan en dat wil ik graag proberen.

De belijdenis

We zullen een veilige weg gaan wanneer we ons bij de behandeling van dit onderwerp laten leiden door onze belijdenis. Die bevat immers een artikel waarin over het lot van jonggestorven kinderen een ondubbelzinnige uitspraak wordt gedaan. Ik bedoel de Dordtse Leerregels, hoofdstuk I, artikel 17, waarvan ik eerst de letterlijke tekst laat volgen:

„Aangezien wij van de wil van God uit Zijn Woord moeten oordelen, dat getuigt dat de kinderen der gelovigen heilig zijn, niet van nature, maar uit kracht van het genadeverbond, waarin zij met hun ouders begrepen zijn, zo moeten de Godzalige ouders niet twijfelen aan de verkiezing en zaligheid van hun kinderen die God in hun kindsheid uit dit leven wegneemt (Gen. 17 : 7, Hand. 2 : 39 en 1 Cor. 7 : 14)".

Deze passage uit onze belijdenis moet uiteraard gelezen worden tegen de achtergrond van de tijd, waarin de kindersterfte onvoorstelbaar groot was. En het is begrijpelijk dat ouders die een kind of meerdere kinderen moesten verliezen, zaten met de vraag: waar zijn onze kinderen? Immers, wanneer we — zoals in het voorafgaande van de D. L. is betoogd — van onze verkiezing zeker mogen zijn uit de vruchten, kunnen die kleine kinderen dan wel zalig worden? Bij hen zijn die vruchten toch niet te vinden?

Bovendien, dit belijdenisgeschrift staat in het kader van het conflict met de Remonstranten. Volgens hen waren alle vroeggestorven kinderen zonder meer behouden. En op grond van een (uit het verband gerukte) uitspraak van Calvijn beschuldigen ze de Gereformeerden ervan dat zij zouden leren dat God zo wreed is dat Hij de kleine kinderen van de moederborst afrukt om ze in het helse vuur te werpen!

Dat laatste was een leugen. Nooit is van gereformeerde zijde beweerd dat alle vroeggestorven kinderen zonder meer verloren gaan. Maar de Synode voelde zich wel verplicht de remonstrantse beschuldiging te weerleggen.

Geheiligde kinderen

We moeten oordelen, zegt Dordt, van de wil van God uit Zijn Woord. Dat moeten we altijd! De taal van de Schrift spreken. Niet afgaan op het oordeel van deze of gene. Altijd ons afvragen: wat zegt het Woord van God?

Dat Woord leert ons dat de kinderen der gelovigen heilig zijn, De kinderen der gelovigen! Over de kinderen der ongelovigen gaat het hier niet. Over hen heeft Dordt zich niet uitgesproken, al is er ter Synode wel over gediscussieerd. Sommigen oordeelden uit de liefde en dat alle kleine kinderen behouden worden, anderen wilden het liever in het midden laten

Maar over de kinderen der gelovigen had Dordt geen twijfel. Die zijn heilig. Echter niet van nature. Dat wordt er ten overvloede nogeens bijgezegd. Want ouders die met hun kind bij het doopvont hebben gestaan kunnen dat weten! Wij zijn met onze kinderen in zonde ontvangen en geboren en daarom kinderen des toorns.

De kinderen van gelovigen zijn heilig uit kracht van het genadeverbond. De kerk is niet een vereniging waarvan we al of niet lid kunnen worden, wanneer we volwassen en mondig zijn. De kerk is het volk van de Heere. En tot een volk behoren ouderen, maar ook jongeren, ouders maar ook kinderen. En de privileges van een volk zijn zowel voor de kleinen als voor de groten.

Zo is het ook in het Koninkrijk Gods. Elk die Hem vreest, hoe klein hij zij of groot, wordt van dat heil, die weldaan deelgenoot... Dezelfde beloften gelden voor ouderen en jongeren.

Het is opvallend dat aan het slot van dit artikel drie teksten als bewijsmateriaal worden aangevoerd, waarvan we er twee kennen uit het doopsformulier, „Ik zal Mijn Verbond oprichten tussen Mij en tussen u en tussen uw zaad na u..." (Genesis 17 : 7). „Want u komt de belofte toe èn uw kinderen" (Hand. 2 : 39). De derde bewijsplaats is 1 Cor. 7 : 14: de ongelovige man is geheiligd door de gelovige vrouw, enz." Dat wil zeggen: n een huwelijk tussen twee mensen, van wie de één in het Verbond is en de andere niet, worden de kinderen toch gerekend tot het Verbond.

Dat is de heiligheid van de verbondskinderen. In zichzelf zijn ze niet beter dan andere kinderen, maar ze zijn apart gezet, ze behoren bij de Heere en Zijn volk. En door het teken van de doop zijn ze van de kinderen der ongelovigen onderscheiden.

Godzalige ouders

Een kind sterft. Dat is een groot en diep verdriet voor de ouders, vooral voor de moeder die het kind gedragen heeft en er dagelijks voor mocht zorgen. Die ouders kunnen verteerd worden door de vraag: zou dat kind nu behouden zijn?

De vaderen in Dordt gebruiken een sterke uitdrukking. Godzalige ouders moeten niet twijfelen aan de verkiezing en zaligheid van hun kinderen die God in hun kindsheid uit dit leven wegneemt.

Dat ze wèl twijfelen is geen wonder, wanneer ze naar zichzelf kijken. Dat kind was immers niet anders dan zijzelf? En wie zal een reine geven uit de onreine? Een kwade boom kan alleen maar verdorven vruchten voortbrengen!

Maar als ze mogen zien op het genadeverbond, en op de God Wiens beloften ja en amen zijn, dan mogen ze niet twijfelen. Want heeft Hij niet gezegd: Ik ben uw God en de God van uw zaad? Staat het niet in Zijn Woord: U komt de belofte toe en uw kinderen?

Ja maar, zo luidt de tegenwerping, dat geldt alleen voor hen die geloven Dat zeggen de Leerregels zelf ook: Godzalige ouders mogen niet twijfelen. En ik zou van mezelf niet durven zeggen dat ik Godzalig ben...

Is dat waar, dat alleen Godzalige ouders niet mogen twijfelen? Dat alleen de kinderen van zulke ouders behouden worden en die van ongelovige, onbekeerde ouders niet? Over die vraag was in Dordt verschil van mening. Maar Wilhelmus a Bragel zegt ronduit:

„Alle kinderen van bondgenoten, hetzij bekeerd of onbekeerd, hetzij voor of na het ontvangen van de doop, in hun jeugd stervend, moeten gehouden worden zalig te zijn, uit kracht van het Verbond Gods, waarin zij geboren zijn en alzo kinderen des Verbonds zijn. Zijn de ouders onbekeerd en trouweloos in het Verbond, dat is voor hun eigen rekening, de zoon zal niet dragen de ongerechtigheid van de vader" (Redelijke Godsdienst, I, Hfdst. 39, par. 25).

Afgezien van deze visie van Brakel, die zeker niet door alle gereformeerde theologen wordt gedeeld, is het ook gevaarlijk om teveel nadruk te leggen op het „Godzalige" van de ouders. Dan zou de grond toch weer ergens in de mens liggen en niet in het Verbond van God. Bovendien, niet-Godzalige ouders hebben over deze vragen veel minder of helemaal geen zorg. Zij hebben de troost van Gods belofte eigenlijk niet nodig.

In geen geval mogen we concluderen dat alle kinderen van ongelovige ouders ook verioren zijn. In het goddeloze gezin van Jerobeam was er één in wie „iets goeds voor de Heere" gevonden werd.

In de lijn der geslachten

In het algemeen mogen we wel stellen dat ongelovige ouders, ouders die de Heere niet vrezen, ook niet bezig zijn met het eeuwig wel of wee van hun kinderen, terwijl die kinderen leven al niet, en als ze gestorven zijn ook niet. Het zal wel verschrikkelijk zijn wanneer die kinderen éénmaal zullen opstaan tegen hun ouders en zeggen: „U hebt ons de weg der zaligheid niet gewezen, ons niet opgevoed bij het Woord, ons niet verteld dat er een Zaligmaker is". Vooral vandaag kunnen we hele geslachten zien wegzinken, vervreemd van God...

Anderzijds zien we gelukkig ook gezinnen leven bij het Woord. Ouders die met hun kinderen werkzaam zijn met de beloften van het genadeverbond en die samen spreken over de Heere en Zijn dienst. Daar ligt een zegen in!

En wat een troost kan het dan geven, wanneer ouders één van hun kinderen moeten missen, dat de Heere beloofd heeft hun God en de God van hun nageslacht te willen zijn. Dan mag een moeder aan het sterfbed van haar kleine houvast hebben aan het Woord van de Heere Jezus: „Laat de kinderkens tot Mij komen". Dan mag een vader met David zeggen: „ik zal wel tot hem gaan, maar hij zal tot mij niet wederkeren".

Onze Dordtse vaderen hebben hier een schoon stukje pastoraat geleverd. Bedroef-

de ouders gewezen op de vastheid van Gods Verbond en de betrouwbaarheid van Zijn beloften. Dat is méér dan wanneer de zaligheid van jonggestorven kinderen moet worden bevestigd do-or mensen. Dat komt wel voor, dat iemand van Gods kinderen „er iets voor gehad heeft", en ik zal dc laatste zijn om tegen te spreken dat dat mogelijk is. Maar zekerder dan het woord van wèlk begenadigd kind van God ook is het Woord van de Verbondsgod, Wiens trouw zelfs rust op het late nageslacht.

Hij is het Die verlossing zond aan al Zijn volk. Hij zal 't Verbond met hen in eeuwig- heid bewaren.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 maart 1986

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's

Vroeggestorven kinderen

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 maart 1986

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's