Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Gods goed gerucht in Moabs velden

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Gods goed gerucht in Moabs velden

12 minuten leestijd Arcering uitzetten

Toen ynaaktc zij zich op met hare schoondochters en keerde weder uit de velden Moabs: ant zij had gehoord in het land Moabs dat de J1EU.RE Zijn volk bezocht had, gevende hun brood. (Ruth 1 : 6J

1. Wat dat gerucht inhoudt

Het gaat in het bijbelboekje Ruth om de weg van de hoge God. Om de wondere verlossing door de HEERH. Als we het boekje Ruth lezen, moeten we van het begin af aan in het oog houden dat de HEERE hier bezig is door Zijn bijzondere zorg de komst van de Heere Jezus in deze wereld voor te bereiden. En dat in die donkere tijd van de Richtcrcn. Toen er geen koning w r as in Israël en toen ieder maar deed wat goed was in zijn ogen.

Inderdaad, een donkere tijd. Er was hongesnood in 't beloofde land. In het land dat volgens Gods belofte zou overvloeien van melk en honing. Zelfs in Bethlehem — dat wil toch zeggen: broodhuis — moest men elkaar aankijken voor een snee brood. Het broodhuis was noodhuis geworden.

Dit kan niet worden losgezien van de zonde en de afwijking van de HEERE. Die hongersnood is er in Israël niet zomaar. Dat wordt in vers 1 niet met zoveel woorden vermeld. Daar wordt alleen geconstateerd: 'In dc dagen als de richters richtten, zo geschiedde het, dat er honger in het land was../

Maar als we daar Deut. 28 : 15 naast leggen, wordt duidelijk dat deze hongersnood een straf van God was. Het is de vloek over de verbondsbreuk, de vloek over de korf en de baktrog, over de vruchten van het land. over koeien en kleinvee.

„Zo zij ontheiligen, wat Ik heb voorgeschreven, dan mogen zij gewis, voor Mijne straffen beven." Er vallen dus donkere schaduwen over Ruth 1. Donker was ook de weg van Elimelech en Naomi, die met hun jongens Machlon en Chiljon evacueerden naar het heidense Moab. Dat was geen weg waarop zegen te wachten viel... Al donkerder werd het voor Naomi, toen eerst haar man, vervolgens haar zonen haar ontvielen door de dood. Wat een weg!

Maar het wonder van Ruth 1 is dat hier Evangelie-licht gaat schijnen in het aardedonker. In vers 6 zien we dat licht verschijnen. „Hoe donker ooit Gods weg moog wezen, Hij ziet in gunst op die Hem vrezen."

Weduwe Naomi hoort een boodschap in de velden van Moab. Een goed gerucht van de HEERE. Evangelie dus, goede boodschap, blijde tijding. Wat houdt Gods goed gerucht in Moabs velden dan wel in? 'Dat de HEERE Zijn volk bezocht had, gevende hun brood.'

De HEERE — u ziet: het staat er met hoofdletters, het betreft hier de Naam, Jahwe, de Naam van de getrouwe God van het verbond — heeft Zich weer over Zijn voik ontfermd. Hij heeft nog weer naar Israël omgezien. Het werkwoord dat vertaald is rnet 'bezoeken', betekent eigenlijk in het hebreeuws: inspecteren, monsteren, rellen, controleren. Dat is dus de grondbetekenis. God onderzoekt en overziet Zijn volk.

Dan kan Hij de ongerechtigheid van dat volk opmerken en het 'bezoeken' met Zijn straf en oordeel. Maar Hij kan ook de nood en dc ellende van Zijn volk opmerken en het dan 'bezoeken' met Zijn machtige daden van verlossing en uitredding. 'Bezoeken' kan dus een dreigende klank hebben, maar het kan ook een troostvolle en bevrijdende klank hebben.

Nu is het opmerkelijk dat in Ruth 1 : 1 niét uitdrukkelijk gezegd wordt, dat de HEERE Israël bezocht met hongersnood. Maar dat nu in vers 6 wèl uitdrukkelijk de boodschap klinkt, dat de HEERE Israël bezocht heeft door het brood te geven.

Waarom is dat zo? Om te beklemtonen dat Gods barmhartigheid roemt tegen een welverdiend oordeel. De HEERE God móet wel straffen cn zal ook wel straffen vanwege Zijn heiligheid. Maar de HEERE wil liever Zich ontfermen en zal Zich dan ook ontfermen vanuit Zijn onpeilbare barmhartigheid.

Want — zegt Psalm 30 — 'een ogenblik is er in Zijn toorn, maar een leven in Zijn goedgunstigheid'. Dat is het goede gerucht van de HEERE dat zondaars mogen horen, dat zelfs verteld w r ordt in de velden van het heidense Moab:

'De HEERE is goed en vriend'lijk en weldadig, barmhartig, mild, lankmoedig en genadig; Hij doet Zijn gunst aan allen klaar bemerken, Zijn goedheid is verspreid op al Zijn werken.'

In vers 6 straalt dus het licht van Gods ontferming. Er ligt in dit vers een hoofdgedachte van het boek Ruth: de HEERE bezoekt in gunst Zijn volk, na de straf over de afvalligheid van dat volk (zo H. J. Schilder). Vanuit Zijn grenzeloze ontferming wil de HEERE grenzen stellen aan Zijn gerechtvaardigde toorn.

Een goed gerucht bereikt Naomi in Moab. De HEERE heeft Zijn volk weer brood gegeven. Het koren rijpt en ruist weer op de velden. De hongersnood is voorbij!

Brood op onze tafel is altijd genade-brood. Ons dagelijks brood is een onverdiend gunstbewijs uit Gods goede hand. Als de HEERE naar recht met ons zou handelen, zou de aarde alleen nog maar doornen en distels voortbrengen. Zijn goedertierenheid komt uit in elke boterham en in elk glas melk. Dat klemt nog te meer als we zien hoeveel mensen (onze naasten!) in deze wereld honger en dorst lijden. En wij zijn toch niet beter dan zij?

Maar dat brood in Bethlehem na de hongersnood was wel heel bijzonder teken van Gods gunst. Er mocht in getast en geproefd worden dat de HEERE weer goed wilde zijn op Zijn volk, dat Hij ondanks alles weer verder op wilde trekken met Israël.

We zouden zeggen: dit brood krijgt haast iets sacramenteels. Het is teken en zegel van Gods vergevende en verzoenende liefde. Het gaat in vers 6 om 'gewoon' brood. Maar het doet niettemin denken aan wat het avondmaalsbrood en de wijn is voor de gemeente van Christus in het Nieuwe Testament.

Het gebroken brood, de vergoten wijn... o, wij hebben alles verzondigd, wij moeten buigen onder een welverdiend oordeel. Maar nochtans! hier mogen wij smaken en zien dat de HEERE goed is. Dat brood waarmee de HEERE Zijn volk weer had bezocht, heeft dan ook profetische betekenis. Het wijst boven zichzelf uit naar... het ware hemelse brood, Christus!

In Hem heeft God in de volheid des tijds Zijn volk bezocht, gevende hen manna, brood van eeuwig leven. Door Hem werd het nood-huis Bethlehem weer brood-huis Bethlehem. Zo krijgen we vanuit vers 6 weer zicht op dc hoofdlijn van het boekje Ruth.

Het gaat ten diepste om de vleeswording van het Woord, om de komst van Christus in deze wereld. God werkte daaraan in donkere tijden en door onbegrepen wegen, zoals Hij dat heden doet met het oog op de tweede komst van Christus... Het geheim van dit brood in vers 6, dit brood in het oud-testamentisch Bethlehcm, ligt in het Kind dat geboren is in het nieuwtestamentisch Bethlehem.

God heeft Zijn volk bezocht. Dan horen we Zacharias zijn lofzang zingen:

„Geloofd zij de HEERE, de God Israëls, * want Hij heeft bezocht, en verlossing teweeg gebracht aan Zijn volk." (Lukas 1 : 68)

Zoals Naomi dit gerucht mocht horen, zo mogen wij de blijde tijding horen van Gods hoog bezoek in Christus aan deze wereld, verloren in schuld. De HEERE heeft ondanks al onze zonden ons nog niet overgeleverd aan een eeuwige honger en kommer. Maar Hij heeft brood van eeuwig leven geschonken in Bethlehem, in de Zoon van Zijn liefde. Dit gerucht, dit bericht bereikt ons als een getrouw woord en aller aanneming waardig. We zouden ons er over kunnen verwonderen dat Naomi in de velden van Moab een boodschap uit Israël heeft ontvangen. Postverbindingen waren er toen nog niet, om van telefoon en telegraaf maar te zwijgen. Maar de HEERE heeft er voor gezorgd!

Welnu, zo is het nu ook Gods trouwe zorg dat u en dat jij het evangelie mag horen. Hebben we daar wel eens bij stil gestaan? Dat is ook een stukje uitverkiezing, hoor! Anderen kennen Gods Woord niet, hebben nog nooit van de Heere Jezus gehoord. Wij wèl, omdat de HEERE onderscheid maakt, waar het aan onze kant niét is.

De Dordtse Leerregels zeggen er dit van: „En opdat de mensen tot het geloof worden gebracht, zendt God goedertierenlijk verkondigers van deze zeer blijde boodschap, tot wie Hij wil, en wanneer Hij wil..." (I, 3).

Wat een wonder dat er in deze donkere wereld van Godswege een evangelist is. Maar ook wat een wonder, wat een opzoekende liefde van de HEERE, dat dit evangelie ook óns gepredikt is en wordt. Het evangelie wordt gepredikt, eerst de Jood, dan ook de Griek. Naomi was nog altijd een Israëlietische, al woonde ze reeds meer dan tien jaar in het heidense Moab. In dat heidense Moab klonk het goed gerucht van Jahwe, de God van Israël. Daarin bemerken we dat 'Ruth' een Pinksterboek is. Een voorspel van de doorbraak van de grote Pinksterdag, wanneer de grote daden Gods in heidense talen worden verkondigd.

Filistijnen, Tyriërs en Moren worden dan in Israël ingelijfd. In Christus zijn die twee waren, jood en heiden, tot één geworden. Hij is onze Vrede. Laat nu iedereen het horen, niet alleen in Moab, maar roept het uit aan alle stranden, verkondigt het in alle landen, dit Evangeliewoord: 'dat de HEERE Zijn volk bezocht heeft, gevende hun brood.'

2. Wat dat gerucht uitwerkt.

Wij lezen nu de eerste helft van vers 6: „Toen maakte zij zich op met haar schoondochters en keerde weder uit de velden van Moab..." Ook dat is een machtige klank in dit vers: wederkeer! Er is wederkeer mogelijk uit Moab naar Bethlehem. God baant voor verloren zonen en dochters een weg terug, afkerige kinderen mogen wederkeren tot genezing van hun afkeringen. Het is alsof de Heilige Geest deze toon niet genoeg kon aanslaan bij het componeren van Ruth 1. Niet minder dan 11 keer wordt dat woord in dit ene hoofdstuk gebruikt. Het is dus een kern-woord dat de kern-boodschap in zich draagt. De enige goede reaktie op Gods evangelieboodschap is: wederkeer!

Nu betekent 'wederkeer' hier heel nuchter: de terugreis aanvaarden naar het vaderland en naar de moedergrond. Naomi 'maakte zich op', staat er. Dat wil zeggen: ze kwam in beweging, ze stond als het ware uit haar verslagenheid en moedeloosheid op, ze had tenminste weer èrgens moed voor. De schamele bezittingen bijeenbrengen, een afscheidsbezoek aan de graven van Elimelech, Machlon en Chiljon cn dan voorgoed dat oord de rug toekeren, waar ze meer dan tien jaar lief, maar vooral veel leed had ondervonden. Tegelijkertijd is hier meer aan de hand. Er is ook iets van een wederkeer tot de HEERE, van 'wederkeer' in de zin van 'bekering'. Daar is dan toch weer bij Naomi iets van een hunkering en heimwee, waardoor ze het niet langer kan uithouden in het heidenland. Er is hier een trekking door Woord en Geest. Het Woord dat ook in Moab klinken en de Geest die ook in Moab werken kan.

Er is dus iets van hernieuwde bekering, iets van de terugkomst van een ver afgedwaalde dochter in deze wederkeer van Naomi naar Moab. Hoewel ze nog lang niet is op de plaats waar ze wezen moet. Ze is nog zo verbitterd, ze kan haar levensweg nog zo moeilijk aanvaarden, ze is er voorlopig nog niet aan toe psalmen te zingen in de nacht. Maar toch kan ze niet loskomen van dat gerucht over Gods goedertierenheid! Daarom is ze in Moab niet te houden, hoewel ze niet weet of ze in Bethlehem wel terecht kan. Naomi wordt getrokken door de onwederstandelijke kracht van Woord en Geest.

Het is goed er op te letten wannéér bij Naomi dat besluit tot wederkeer valt. Dat is niét wanneer ze door de ene slag op de andere getroffen wordt. De nood op zichzelf slaat haar niet naar de HEERE terug. Nood op zichzelf leert niet bidden, evenmin als voorspoed op zichzelf leert danken. Maar het is dan, wanneer het gerucht van Gods goedertierenheid haar treft in haar hart. Het Evangelie dringt haar tot terugkeer.

Zo is het ook nu nog. Ook nu werkt de HEERE door Woord en Geest. Als we dan iets gaan zien van Gods goedertierenheid, als voor ons oog iets gaat oplichten van de heerlijkheid, de schoonheid en de onmisbaarheid van Christus, dan zijn we niet meer te houden in 'Moab'. We kunnen het niet meer uithouden in het Moab van de wereld, van de geestelijke dood en duisternis. Koste wat het kost willen we naar 'Bethlehem'. Geef mij Jezus eer ik sterf, want buiten Jezus is geen leven, maar een eeuwig zielsverderf.

De HEERE wil zo een wederkeer werken in ons leven. Een wederkeer in kennis van onze ellende, in een hartelijke droefheid over alles wat wij hebben misdreven en waarmee we de HEERE hebben gekrenkt en getergd. Een wederkeer in kennis van onze verlossing in Christus in Wie God deze gevallen wereld heeft bezocht, om voor hongerigen en dorstigen een maaltijd van heil te bereiden.

Een wederkeer in kennis van de dankbaarheid, waar we van harte bereid zijn te leven vanuit de liefde tot God bovenal en tot de naaste als onszelf. Voor zulke wederkerenden staan de poorten van Bethlehem open. Joden èn heidenen vinden in Christus een geopend Vaderhart èn Vaderhuis. Er staat in de tekst dat behalve Naomi zelf ook haar twee schoondochters meegingen uit Moab naar Bethlehem. Orpa zou afhaken, maar Ruth zou Naomi blijven begeleiden — om dan ook in Israël te worden ingelijfd.

Naomi is symbool van Israël. Ruth is symbool van de volkerenwereld. Jood en heiden mogen elkaar vinden op de weg van het heil.

Wij allen hebben Gods goed gerucht gehoord. Maar heeft dat Evangelie-woord voor het eerst of ook opnieuw een oprechte wederkeer tot de HEERE uitgewerkt? Leven we over die vraag niet heen! Want:

wie ver van U de weelde zoekt, vergaat eerlang en wordt vervloekt; Gij roeit hen uit die afhoereren en U de trotse nek toekeren.

Maar een wederkerend volk zal een wederkerend God ontmoeten. Die wederkerenden zingen de hartelijke keuze uit:

maar 't is mij goed, mijn zaligst lot, nabij te wezen bii mijn God; 'k Vertrouw op Hem geheel en al, de HEERE, Wiens werk ik roemen zal. (Psalm 73 : 14)

V.

J. H.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 augustus 1986

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's

Gods goed gerucht in Moabs velden

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 augustus 1986

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's