Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

dan tc kennen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

dan tc kennen

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

dan tc kennen: Gij zoudt Mijn aangezicht niet kunnen zien; want Mij zal geen mens zien en leven". (Exodus 33 : 18 en 20). Hetzelfde besef van afstand tussen de heilige God en de zondige mens, zien we juist openbaar komen bij hen die in de Bijbel als godvrezend bekend staan.

Na de verschijning van de Engel des Heeren, die de geboorte van Simson aangekondigd heeft, slaat bij Manoach de schrik om het hart en zegt hij: Wij zullen zekerlijk sterven, omdat wij God gezien hebben" (Richteren 13 : 14).

Aan de voet van de Sinaï in heiligheid wordt het volk van Israël zo bang voor de heiligheid van Gods tegenwoordigheid, dat ze tegen Mozes zeggen : „Spreekt gij met ons, cn wij zullen horen; en dat God niet met ons spreke, opdat wij niet sterven" (Exodus 20 : 19).

En hoe diep was een man als de profeet Jesaja van Gods heiligheid en zijn eigen onreinheid daartegenover doordrongen, wanneer de HEERE hem tot profeet over Israël roept. Jesaja ziet de HEERE, zittende op een hoge en verheven troon en Zijn zonen vervullende de tempel. De serafs stonden boven Hem; een iegelijk had zes vleugelen: met twee bedekte hij een ieder zijn aangezicht, en met twee bedekte hij zijn voeten en met twee vloog hij. En de één riep tot de ander en zeide: Heilig, heilig is de HEERE der heirscharen, de ganse aarde is van Zijn heerlijkheid vol". Dan trillen de deurposten en wordt de tempel vervuld met rook. En dan zegt Jesaja: „Wee mij, want ik verga, dewijl ik een man van onreine lippen ben, en woon in het midden van een volk dat onrein van lippen is; want mijn ogen hebben de Koning, de HEERE der heirscharen gezien" (Jesaja 6).

En om niet meer te noemen, als de profeet Habakuk God ziet verschijnen, beven zijn lippen, wordt zijn ingewand beroerd, en kwam er zegt hij, verrotting in mijn gebeente (Habakuk 3 : 16).

Genoeg om te laten zien hoe diep de kloof is tussen de heilige God en de schuldige mens. Daaruit kunnen we in elk geval opmaken dat heilig met betrekking tot God wil zeggen: verheven, heerlijk, groots. Maar ook ligt er in, dat voor de Heilige God geen zondaar kan bestaan. Gods heiligheid staat niet alleen tegenover, maar is hèt tegenover van onreinheid, zonde, schuld.

Samengevat kan de schrijver van de Hebreeënbrief ons leren: od is een verterend vuur en... het is vreselijk te vallen in de handen van de levende God. (Hebr. 10 : 31).

En hoewel we heel goed weten dat velen, ook binnen de gemeente aan dit besef van Gods heiligheid ontwend zijn, en ook weten dat het steeds weer heel kwalijk genomen wordt als we op deze schriftuurlijke wijze de heiligheid Gods trachten naar voren te brengen, dit moet ons niet weerhouden om dit besef levend te houden. Ook in de prediking moet deze heiligheid Gods doorklinken, opdat we van de hoogmoedige waan genezen worden, n.1. te denken dat wij, zondige mensen, zo maar bij de Heere God in en uit kunnen lopen. De reden waarom ik juist aan het begin over de heiligheid van God met u wil nadenken is, dat er nooit van heiligmaking in de vreze Gods sprake kan zijn, als we nooit beseft hebben en niet steeds dieper in dit besef doordringen wat heiligheid Gods is. Een heiligmaking die geen rekening houdt met en niet getoetst is aan de heiligheid Gods is geen heiligmaking in de echte bijbelse betekenis van het woord.

Hiermee de zaak te kortsluiten zou echter de heiligheid Gods als te eenzijdig voorstellen. Er is ook een andere zijde aan de openbaring van Gods heiligheid. Er wordt door de heilige God zelf een brug geslagen. We zouden het zo willen zeggen: God openbaart Zich als de Heilige, de Verhevene, de Ongenaakbare, de gans Andere, de Heerlijke, Wiens grootheid en luister direkt met Zijn heiligheid verbonden is.

„De koning der koningen en de Heere der heren, die alleen onsterfelijkheid heeft en een ontoegankelijk licht bewoont, die geen mens gezien heeft noch zien kan. Hem zij de eer en eeuwige kracht, Amen, zegt Paulus in 1 Tim. 6 : 15, 16.

In elk geval de Heere openbaart Zich. In die openbaring overbrugt Hij de afstand. Zonder iets van Zijn heiligheid prijs te geven komt Hij dan toch maar naar de mens toe. Naar de schuldige mens toe. Spreekt Hij met Mozes vanuit de brandende braambos. Zijn heiligheid noopt en dringt Hem tot het oordeel over de Egyptenaren, tot bevrijding van Israël als het volk van Zijn keuze, Zijn soevereine liefdeskeus, wel te verstaan. God mag dan Zich de Heilige noemen vanwege de afkeer die Hij heeft van de zonde, maar we zien ook in de Godsopenbaring een andere lijn lopen. Hetzij Israël, hetzij de vijanden van Israël, ze worden beide gestraft om hun zonden. Dat doet de Heere omdat Hij Zijn heilige Naam niet wil laten ontheiligen.

Maar aangezien Zijn Naam ook HEERE is, en in die Naam zijn onbezweken trouw gehandhaafd blijft en gewaarborgd is, betoont God door het gericht heen altijd weer genade aan Zijn volk. Mozes mag Gods heerlijkheid niet rechtstreeks zien, maar de heilige God blijft toch niet op onbereikbare afstand. Hij legt zelf de brug door Zijn heilige Naam uit te roepen. „Als nu de HEE-RE", let wel dezelfde Heilige God, Die gezegd had even tevoren: Mij zal geen mens zien en leven", nederwaarts kwam in een wolk en aan Mozes voorbijging zo riep Hij: HEERE, God, barmhartig en genadig, lankmoedig en groot van goedertierenheid en waarheid. Die de weldadigheid bewaart aan vele duizenden, Die de ongerechtigheid en de overtreding en de zonde vergeeft: ie de schuldige geenszins onschuldig houdt, bezoekende de ongerechtigheid der vaderen aan de kinderen en aan de kindskinderen, tot in het derde en vierde geslacht" (Exodus 34 : 5-7).

Duidelijk wordt in elk geval dat de openbaring van Gods heiligheid niet en nergens als doel heeft te verdelgen, maar wel om te behouden. Daar legt de hele geschiedenis van Israël getuigenis van af. Hij betoont Zich de Heilige in gericht èn in genade, in oordeel èn in redding. En die redding is ook ten nauwste verbonden met Gods heiligheid, met Zijn heilige Naam.

Israël wordt door de Heere uit de balling-

schap verlost terwille van Gods heilige Naam (Ezechiël 36).

Jesaja ontvangt op zijn belijdenis in het licht van Gods heiligheid verzoening opdat hij zou weten, eerst als een seraf met ecn gloeiende kool van het altaar mijn mond heeft aangeraakt, en zo de misdaad heeft doen wijken en de zonde verzoend is, kan ik weer voor de heiligheid des HEEREN bestaan.

Te eenzijdig benadrukken wij de heiligheid Gods als we hier verzuimen het heilig Evangelie, dat een en al schittering is van Gods heiligheid in liefde, achterhouden. Dan doen we óók aan de heiligheid Gods tekort. Want het is onmiskenbaar duidelijk dat eerlijk omgaan met de Schrift ons leert dat ook de barmhartigheid Gods en de genade wordt toegeschreven aan de heiligheid van de HEERE God zelf.

Samengevat, God openbaart Zich in heiligheid, met nadruk op de afstand. Maar in elk geval God openbaart Zich, en de Heilige slaat de brug naar een schuldig volk, naar een verloren wereld, naar een zondaar die voor Zijn Woord beeft. En moge het woord: Want alzo zegt de Hoge en Verhevene, Die in de eeuwigheid woont, cn Wiens Naam heilig is ons een ogenblik terecht doen beven, niet minder, maar des te meer mogen allen die met de heiligheid Gods ernst leerden maken zich verblijden en vertroosten met dit andere woord, als in één adem door de heilige God gesproken: „Ik woon in de hoogte en in het heilige, en bij dien, die van een verbrijzelde en nederige geest is, opdat Ik levend make de geest der nederigen, en opdat Ik levend make het hart der verbrijzelden."

En als God zo over de brug komt wie zou dan zijn hart niet ophalen aan het evangelie van de heilige God?

Dit was dan voor dit keer de heiligheid Gods des Vaders.

W.

H. V.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 september 1986

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's

dan tc kennen

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 september 1986

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's