Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

KLEINE KRONIEK

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

KLEINE KRONIEK

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Een ambtsdragersvergadering over de 'boze geesten'

Er bestaat in de regio Amersfoort e.o. een werkgroep Herv. Geref. ambtsdragers die tweemaal per jaar een bijeenkomst beleggen voor ambtsdragers. Dit jaar kwamen op 11 september in 'De Hoeksteen' in Veenendaal ruim 200 ambtsdragers bijeen uit Herv. Geref., Chr. Geref. en Geref. gemeentekring. Ds. R. van Kooten (Zeist) sprak over het thema 'Boze geesten'. De heer W. Verhoog zond ons een samenvatting van dit referaat. Wc geven het begin van de lezing via deze kroniek aan u door.

Ds. Van Kooten kenmerkte onze tijd als een tijd vol verwarring en verwatering. We leven in een tijd waarin zowel technologisch, ethisch en medisch vele zaken op hun kop worden gezet. Velen hebben daarom zelfs het gevoel te leven aan de vooravond van Christus' wederkomst. Ds. Van Kooten viel van harte dh. W. Aalders bij, die met profetische scherpte op alle levensterreinen een omslag vanuit het christendom naar het heidendom waarneemt. Gedachtig aan Openbaringen 20 lijkt het er veel op dat wij midden in de tijd leven, waarin de satan wordt ontbonden om zijn laatste aanval tegen Christus en Zijn Kerk in de verleiding van de volken in te zetten. Vandaar dat velen een „unheinisch" gevoel hebben. Er is sprake van demonisering. Zo zien we bijvoorbeeld in Nederland een verschijnsel als de „satanskerk". Vele leden daarvan komen voort uit onze kringen en uit evangelische bewegingen, zoals „Youth for Christ". Er zijn ook jongeren uit onze kringen die zich bezighouden met spiritisme. Op klasseavonden vnn middelbare scholen en in vele zusterhuizen wordt regelmatig een spelletje „séance" gespeeld, waarbij middels een voorwerp (lepel, vork e.d.) op tafel — met daaromheen de letters van het alfabet — aan de geesten van overledenen allerlei vragen worden gesteld en door het bewegen van de lepel of de vork de antwoorden geformuleerd worden.

Waar het christendom verdwijnt, komt in de zelfde mate — tegengesteld — het heidendom terug. De Bijbel zegt nergens dat dit soort dingen onzin zijn... integendeel. Koning Saul kreeg wel degelijk een exact antwoord in de herberg van de satan. Wèl zegt de Bijbel dat we ons verre van deze dingen moeten houden, omdat de Heere er van walgt cn omdat ze degenen die zich ermee bezighouden naar de hel voeren.

Te denken valt in dit verband ook aan de werking van satan met demonische invloeden via magnetiseurs, iriscopisten en popmuziek. Het is angstaanjagend hoe satanische boodschappen en uitstralingen hierdoor worden overgebracht en welke vreselijke uitwerking deze dingen soms hebben. De lucht is vol met „geestelijke boosheden" (Efeze 6). Openbaringen 20 laat ons zien wat er plaatsvindt in de geestelijke wereld. 2 Thessalonicenzen 2 laat echter zien wat er dientengevolge gebeurt in de waarneembare werkelijkheid. In dit hoofdstuk geeft Paulus door de verlichting van de Geest een analyse van de tijd die voorafgaat aan Christus' wederkomst. In vers 3 lezen we: „Dat u niemand verleide op enigerlei wijze, want dit komt niet tenzij eerst de afval gekomen is en de mens der zonde, de zoon des verderfs geopenbaard is".

Dit gaat aan de wederkomst vooraf. Voor wat betreft de afval spreekt Calvijn van een totale ontmanteling van de gemeente van Christus, vóórdat het bij de wederkomst tot een totale oprichting zal komen. Waar de godvrezende, de smalle gemeente nooit de meerderheid van de kerk heeft uitgemaakt en waar met name om dc ware gelovige heen de manipuleerbare massa is... bij de afval moeten we denken aan het wegvallen van de massa... er vallen grote gaten in het kerkbezoek. Bij deze afval gaat het niet om een incidenteel gebeuren, ook niet om de kwalijke ge-

volgen van het optreden van een sekte, dwaling of verscheuring, maar om een totale en radicale ineenstorting van de kerk.

Naast de afval, die aan de wederkomst vooraf gaat, komt de mens der zonde openbaar. We denken hierbij snel aan de openbaring van de antichrist, maar Calvijn zegt dat Paulus hier niet spreekt van één bepaalde mens, maar van het rijk van de satan. Het is niet onmogelijk dat er een bepaalde antichrist komt, maar het één sluit het ander niet uit. Ook de antichrist zal — net als Napoleon, Hitier e.a. — een kind van zijn tijd zijn.

Kenmerkend voor het mensdom waaruit dc antichrist voortkomt is, dat zij allen als de mens der zonde geopenbaard worden. Waar Christus werkt door Zijn Woord en Geest en waar een mens wordt opgericht uit dc dood en wordt gebracht tot het leven door de vereniging met Hem, wordt de mens Gods geboren... daar werkt Christus door de inlijving in Hem méér en méér het beeld Gods uit en daar wordt méér cn méér de genade Gods geopenbaard, al is het nu nog niet geopenbaard wat wij zijn zullen. Het tegenovergesteld zal echter het geval zijn aan het einde van de wereldgeschiedenis met de mens buiten God. Aan het einde van de tijden komen er dus geen slechtere mensen, maar komt de mens in zijn ware aard en gedaante openbaar, namelijk de mens der anomia, de mens der wetteloosheid.

Die mens der wetteloosheid komt dan niet als een nieuw verschijnsel, maar Paulus spreekt met evenwicht als hij in vers 7 zegt dat het mysterie van dc „anomia" reeds werkt. Alleen de totale onthulling laat nog op zich wachten en deze onthulling zal als zodanig inderdaad onthullend zijn. Tegelijkertijd zegt Paulus dat de „anomia" weliswaar al op mysterieuze wijze in de mens werkt, terwijl dc openbaring van het mysterie wordt tegengehouden. Dwars door de loop der eeuwen heen hebben Gods scheppingsordeningen en heeft Gods algemene genade de onthulling in haar totaliteit en radicaliteit tegengehouden. Gode zij dank heeft de Heere door de kracht van Zijn algemene genade gezorgd voor een leefbare wereld, ook al zijn er in alle tijden mensen geweest bij wie het tot een schrikbarende onthulling kwam van de diepte van onze val. Echter zal alles wat de openbaring van de diepte van onze val tegenhield, wegvallen. Niets houdt de mens der zonde dan meer tegen. Saulus zegt in vers 4 dat hij zich zelfs zal stellen tegenover en boven al wat God genaamd wordt en dat hij in de tempel Gods zal gaan zitten als god. Dit houdt in, dat de mens al de macht van God aan zich zal trekken en zelf zal worden tot wetgever. Hij zal zichzelf tot „nomos" zijn. En dat zal niet alleen in de maatschappij gebeuren, maar ook in de tempel Gods (= binnen dc Gemeente van God).

Praktisch geformuleerd: God zal het in Zijn eigen Kerk op dc vergaderingen van de synode bij ethische problemen niet meer voor het zeggen hebben middels Zijn Woord. De moderne mens zal achter het preekgcstoelte staan om zijn visie ten beste te geven en om zelf te bepalen wat al dan niet laakbaar is. Dit alles gaat niet buiten God om. Integendeel... vanuit Gods bestuur kan worden gezegd, dat hij een „energeia" (kracht) van dwaling zendt (vers 11), die de mensen op het dwaalspoor leidt. Daarbij kan dc mens niet als „zielig" worden gekwalificeerd, maar de Heere handelt zo met hen omdat zij de waarheid niet geloven en een welbehagen hebben gehad in de ongerechtigheid (vers 12).

„Anomia" is dus het wezenskenmerk van de tijd die aan de „parousia" (verschijning) van Christus voorafgaat. Christus zei dat al tegen Zijn discipelen in Mattheüs 24. Hij heeft gezegd dat in de eindtijd de anomia vol zal worden". En die wetteloosheid zal de liefde van velen doen verkillen.

Hiermee valt onze tijd te kenschetsen. Het is niet

zó, dat het proces van dc wetteloosheid al tot het hoogste punt van openbaring is gekomen. Wèl moet dc wetteloosheid het principiële en structurele kenmerk van onze tijd worden genoemd. Dr. Aalders schrijft in één van zijn werken dat „onder invloed van de huidige anti-autoritaire en anarchistische tijd ook Gods Wet in een kwade reuk staat, zelfs onder christenen. Alles wat met de Wet samenhangt, veroordeeld en verafschuwt men. Men ziet de Wet van God als een harde en boze macht, waaruit nooit iets goeds kan voortkomen. De Wet gunt ons geen vrijheid en belemmert ons in onze zelfontplooiing. Daarom ook houdt men in onze tijd de Wet buiten de opvoeding, want — zo zegt men — opvoeding is een zaak van liefde en niet van dwang".

Ook in onze kringen staat Gods Wet in een kwade geur. Kortom... de „mens der zonde" moet van Gods Wet niets weten, terwijl de „mens Gods" in zijn leven existentieel voor de Wet heeft Ieren bukken als voor een veroordelende instantie, maar tevens de Wet geestelijk heeft leren verstaan als voortkomend vanuit Gods Wezen en welbehagen. Als mensen negatief over de Wet spreken, kennen ze God niet, want de Wet verkondigt ons het welbehagen Gods. Het Wezen Gods openbaart zich in dc heilige Wet.

De mens der zonde — ook in onze Gereformeerde gezindte — tolereert helemaal niet meer het „Alzo spreekt de Heere". Men wil geen gezag meer van bovenaf en buitenaf. Men wenst een ambtsdrager op huisbezoek alleen nog maar voor een aardig gesprekje en een beetje begeleiding, maar niet om dc geest der eeuw — ook in onze gezinnen te weerspreken. Voor onze kerk in het algemeen geldt dat de Schrift haar Goddelijk gezag voor haar nagenoeg verloren heeft. De Schrift is niet meer de Waarheid, maar was Gods Waarheid. Deze tijdgeest gaat niet buiten onze Gereformeerde gezindte om. Integendeel, steeds meer dienaren van het Goddelijke Woord en getrouwe ambtsdragers moeten ervaren, dat in de prediking alleen de „mooie teksten" worden gewaardeerd.

Een getrouw naspreken van de hele Schrift (zowel vertroosting als vermaning) leidt tot aversie en wordt wettisch genoemd. Men wenst de Wet niet meer positief te hanteren als leefregel der dankbaarheid. „De mens moet dan immers nog wat", zo zegt men. Bovendien is het naspreken van de Schrift met de Kerk van alle eeuwen — ook wat betreft de concretisering van de tien geboden — een onmogelijke zaak. „We zien en beleven het anno 1986 immers allemaal anders en we zijn niet wettisch", zo zegt men. We mogen echter wel goed in ons leven onderzoeken of „nietwettisch-zijn" geen andere aanduiding is voor „wetteloos zijn". Een en ander is een benauwende onthulling van de mens der zonde. Gelukkig mag ook gezegd worden dat dit niet het laatste woord is. Immers zal en kan Christus als dc Koning der Kerk niet zonder onderdanen zijn. De onthulling van de mens der zonde gaat wel aan zijn wederkomst vooraf, maar verhindert die wederkomst niet.

Tot zover het eerste deel van het referaat. In het vervolg ging ds. Van Kooten concreter op een en ander in. Hij wees op de wetteloosheid op zedelijk terrein, in de maatschappij, in de theologie, ook binnen de Gereformeerde gezindte.

Slot

Wie de complete lezing wil horen als ook de plenaire discussie die erop volgde kan het cassettebandje bestellen waarop een en ander staat opgenomen. Het is te bestellen bij: dhr. W. Verhoog, Meentweg 10, 3755 PE Eemnes-Buiten (tel. 02153-15431). De prijs per bandje bedraagt ƒ 12, 50. Dit bedrag dient te worden vergoed nadat u het bandje hebt ontvangen. Bestellingen kunnen zowel schriftelijk als ook mondeling worden gedaan. Telefonische bestellingen graag 's avonds tussen 21.00 en

21.30 uur.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 oktober 1986

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's

KLEINE KRONIEK

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 oktober 1986

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's