Selektieve tuchtoefeningen bij Rome
Het ontbreekt in de week waarin 31 oktober valt, weer niet aan Reformatie-herdenkingen. Zangavonden en orgelconcerten, maar vooral ook samenkomsten met sprekers uit verschillende kerken willen het gebeuren van 1517, dat zulke vérstrekkende gevolgen had, levendig houden.
Uiteraard heb ik nu de rechterzijde van de Gereformeerde Gezindte op het oog. De kerken die leven uit de blijvende aktualiteit van de Reformatie. Want in grote delen van onze Hervormde Kerk, maar ook van de Gereformeerde Kerken wordt de Hervorming als een achterhaalde zaak beschouwd. Zegenrijk misschien in de 16de en 17de eeuw, maar niet relevant ten aanzien van de tijd en de omstandigheden van nü. De mens van de 20ste eeuw is nauwelijks meer geïnteresseerd bij de vraag naar een genadig God. Hij heeft andere vragen: is God er wel, en zo ja, wat doet Hij? En bemoeit Hij Zich nog wel met deze wereld en met mijn leven?
Bovendien, de toenadering tussen Rome en de Reformatie Iaat niet toe het conflict van de 16e eeuw nogeens grondig aan de orde te stellen. Telkens willen de voorstanders van de „oecumene" ons ervan verzekeren dat Rome van tegenwoordig niet meer het Rome van 1517 is. De aanklacht van de Reformatie tegen Rome, namelijk dat het tekort zou doen aan het werk en het offer van Jezus Christus, is vandaag niet meer geldig. Onze strijd op het front is dus niet meer dan een achterhoedegevecht.
Is Rome veranderd?
Niemand kan ontkennen dat er ook in de Rooms-Katholieke Kerk heel wat in beweging is. Niet alleen individuele rooms-katholicken verkondigen zaken die we vroeger niet voor mogelijk hadden gehouden, maar ook bijvoorbeeld het Tweede Vaticaans Concilie — nu al weer zo'n twintig jaar geleden — is een bewijs dat niet alles zomaar wordt geslikt wat van bovenaf is de ware leer wordt opgedrongen. En in ons land verscheen in 1966 de Nieuwe Katechismus (Geloofsverkondiging voor volwassenen) die op bepaalde punten duidelijk afwijkt van de officiële Rooms-Katholieke leer.
Toch is het zéér de vraag of we hieruit moeten opmaken dat Rome werkelijk veranderd zou zijn. Je kunt rooms-katholieke theologen in het harnas jagen door altijd weer aan Trente te herinneren, maar ik waag het er toch maar op nogeens vast te stellen dat daar — in de jaren 1545 tot 1563 — als reaktie op de Reformatie de officiële roomse leer voorgoed is vastgelegd. Rome heeft niet één van de beruchte uitspraken van Trente, waarin zware vloeken worden gericht aan het adres van de Reformatie en haar aanhangers, herroepen en kan dat
ook niet doen zonder haar eigen systeem te ondergraven.
De zaak-Schillebeeckx
Dat Rome niet wezenlijk veranderd is bewijst de kvvestie-Schillebeeckx. Deze „moderne" R.K. theoloog heeft vrij veel gepubliceerd en is in méér dan één opzicht in conflict gekomen met de heersende kerkleer.
Welnu, professor Schillebeeckx is onlangs door het Vaticaan veroordeeld wegens zijn in 1980 verschenen boek over het ambt. Hij had daarin betoogd dat desnoods ook wel een leek zou kunnen voorgaan bij de viering van de eucharistie.
Deze visie van Schillebeeckx moet natuurlijk gezien worden tegen de achtergrond van het reeds bestaande en nog groter wordende tekort aan priesters. De tijd waarin vele families er een eer in stelden een priester aan de kerk te leveren is voorbij. De seminaries en de kloosters — voor zover ze nog niet zijn opgeheven — leiden een kwijnend bestaan. Dat stelt de Roomse Kerk. ook in ons land, voor geweldige problemen Leken kunnen immers nog wel optreden als zielszorgers, maar de bediening van de sacramenten is uitsluitend het werk van wettig geordende priesters. En het voorgaan in de eucharistie van een gehuwde priester, óf van een vrouw, maakt die eucharistie zelfs ongeldig. Nood breekt wet, zo dacht Schillebeeckx, en hij brak een lans voor aanpassing van deze strenge bepalingen. Hij kon als rooms theoloog uiteraard weten dat het Vaticaan hem deze visie niet in dank zou afnemen, en het hééft dat ook niet gedaan. Rome wenst onveranderd vast te houden aan de klassieke ambtsleer.
Dezelfde problemen
Het is — tussen haakjes — een merkwaardige zaak dat dezelfde verschijnselen zich voordoen bij Rome als in brede kringen van onze eigen kerk. Terwijl aan de rechterzijde de markt wat verzadigd is, kampt de midden-sektor met 'n tekort aan predikanten. Tegen die achtergrond wordt het begrijpelijk dat destijds aan een aantal hulppredikers de volledige bevoegdheid is toegekend. Maar behalve dat zijn er ook in onze kerk stemmen opgegaan om in noodsituaties aan nietambtsdragers de bediening van de sacramenten toe te staan. Dat dit moet leiden to; een geweldige uitholling van het ambt — of misschien juist dat dit voortkomt uit onderwaardering van het ambt — behoeft geen nader betoog. In dit opzicht kunnen we Rome wel volgen wanneer het inzake de ambtsopvatting nogeens de puntjes op de i zet: géén sacramentsbediening door „onbevoegden".
Meten met twee maten
In „Woord en Dienst" van 18 oktober j.1. legt dr. K. Blei de vinger bij de veroordeling van Schillebeeckx, en hij maakt er geen geheim van dat hij met deze wijze van leerzucht niet zo gelukkig is. „Opnieuw", zo schrijft hij, „zijn we in onze oecumenische hoop gedwarsboomd. De zaak, de mogelijkheid van intercommunie, staat al jaren in het centrum van de oecumenische aandacht. Ze zit nog steeds hopeloos vast op het gebrek aan wederzijdse ambtserkenning".
Het zal duidelijk zijn dat ik in dit opzicht niet zo rouwig ben als dr. Blei. Maar wèl moet ik hem bijvallen wanneer hij bij Rome een meten met twee maten constateert. Schillebeeckx heeft eerder, aldus Blei,
„enkele opzienbarende boeken over Jezus geschreven. Boeken waarin hij, vanuit een historisch-kritische benadering van de evangeliën, tot een ingrijpende herwaardering en herinterpretatie van het kerkelijk dogma inzake Jezus Christus kwam. Mij dunkt, als ergens de kern van het evangelie in het geding is, dan daar. Maar juist daar heeft het Vaticaan (na onderzoek) een veroordeling niet nodig geacht. Dat is wel heel onthullend. De Christus-belijdenis lijkt in het Vaticaan minder gevoelig te liggen dan de ambtsopvatting. De omgekeerde wereld".
Sola Scriptura
Ik denk dat dr. Blei hier trefzeker aanwijst waar de schoen wringt. Het is het oude conflict met Rome dat ook vandaag nog volop aktueel is. Rome laat altijd een zekere „speelruimte" toe, het heeft geen moeite met een soms verregaande aanpassing. De vleugelen van de moederkerk zijn wijd uitgebreid en kunnen de meest uiteenlopende opvattingen onder zich verenigen. Maar datzelfde Rome tolereert niet dat de ambtelijke strukturen worden aangetast, want daardoor zou het nelc „systeem' op losse schroeven komen te staan. Het leergezag is absoluut.
In de weck waarin we de Reformatie herdenken mogen we ons opnieuw bewust worden hoeveel geloofsmoed er nodig was voor Maarten Luthcr om in z'n eentje dat hele systeem te trotseren en met het naakte Woord tegen alle kerkelijke en wereldlijke hoogwaardigheidsbekleders, ja zelfs tegen de paus, in te gaan. Van die geloofsmoed getuigt trouwens ook Guido de Brés, die in de N.G.B. neerschreef: „Men mag ook gener mensen schriften, hoe heilig zij geweest zijn, gelijk stellen met de Goddelijke Schriften, noch de gewoonte met de waarheid Gods, want de waarheid is boven alles, noch de grote menigte, noch de oudheid, noch de successie van tijden of personen, noch de conciliën, decreten of besluiten, want alle mensen zijn uit zichzelf leugenaars en ijdcler dan de ijdelheid zelf. Daarom verwerpen wij van ganser harte al wat met deze onfeilbare regel niet
overeenkomt..."
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 31 oktober 1986
Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 31 oktober 1986
Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's