Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Gods zegen in Behtlehem

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Gods zegen in Behtlehem

14 minuten leestijd Arcering uitzetten

in al hei volk dai in de poort was milgadcrs de oudsten, zeiden: ij zijn getu de HEERE make deze vrouiv, die in uw huis komt, als Rachel en als Lea, die beide het huis Israëls gebouwd hebben: n handel kloekelijk in Efralha, en maak uw n veimaard in Bethlehem. En uw huis zij als het huis van Perez (die lamar aan JuJa haarde), van het zaad d de HEERE u geven zal uit deze jonge vrouw. A'.zo nam Boaz Ruth, en zij werd hem tol vrouw, en hij ging lol haar in: n de HEER gaf naar dat zij zwanger werd en een zoon baarde. iocn zeiden de vrouiren tot Naomi: eloofd zij de HEERE, die niet heeft nage u heden een losser te geven: n zijn naam worde vermaard in Israël. Die zul u zijn tot een verkwikker der ziel, en om uw ouderdom te onderhouden; w uw schoondochter die u liefheeft heeft hem gebaard, die u beter is dan zeven z En Naomi nam dal kind en zette het op haar schoot, en werd zijn voedster. h'.n de naburinnen gaven hem een naam. zeggende: aomi is een zoon geboren: n noemden zijn naam Obed; deze is de vader van Iscti, Davids vader. Dil nu zijn de geboorten van Perez: erez gewon Hezron. En Hezron gewon Ram, en Ram gewon Amminadab. En Amminadab gewon Nahesson, en Nahesson gewon Salm En Salmon gewon Boaz. en Boaz gewon Obed. En Obed gewon Isai. en Isai gewon Ruth 4 : 11—22

1. Het huwelijk gesloten

Als er een huwelijk gesloten wordt onder ons treden ook getuigen op. Als getuige namens de bruid of namens de bruidegom plaatst men dan een handtekening onder de huwelijksakte die in de trouwzaal van het gemeentehuis is voorgelezen.

Het huwelijk is niet alleen maar een zaak van twee mensen. Het is ook een verbintenis waar de overheid, het volk, de gemeente bij betrokken is. Vandaar de openbare huwelijkssluiting. In de Bijbel ging dat anders toe dan tegenwoordig. Men kende nog geen burgerlijke stand en geen gemeentehuis. Maar er waren wel altijd getuigen bij een huwelijkssluiting. In Ruth 4 zien we dat ook, al is het hier een bijzonder geval. In het poortgebouw van Bethlehem heeft Boaz openlijk verklaard als losser te willen optreden voor Naomi en daaruit ook de konsekwentie te trekken van een huwelijk met Naomi's schoondochter, Ruth de Moabietische. De oudsten en al het volk, alle uit nieuwsgierigheid of meeleven samengestroomde inwoners van Bethlehem, stemmen graag met Boaz' voornemen in. Hijn zegen heeft hij en Gods zegen wensen ze hem toe.

Hun zegenbede geldt in de eerste plaats Ruth. Zij moge zijn als een moeder in Israël, zij aan zij met de 'aartsmoeders' Rachel en Lea. Uit hen zijn de stammen Israëls voortgekomen, zij hebben het huis van Israël mogen bouwen. En Ruth mag verder bouwen door kinderen voort te brengen en op te voeden tot Gods eer. Want de HEERE neemt het gewone menselijke leven met huwelijkssluiting en gezinsvorming in dienst om Zijn koninkrijk uit te breiden. Kinderen moeten geboren worden om zo wedergeboren te kunnen worden. Door de lijn van de geslachten heen trekt Hij het gouden koord van Zijn genade. Zo staan huwelijk en gezinsvorming in nauw verband met de zaligheid. Het zijn heilige terreinen waarop we ons nooit onheilig mogen gedragen.

Boaz krijgt als zegenwens mee dat hij kloek, dat wil zeggen tegelijkertijd dapper en wijs, zal mogen handelen in Efratha en dat zijn naam vermaard zal zijn in Bethlehem. Het gaat er hierbij om dat hij nageslacht zal ontvangen, dat hij zijn gezin met God en met ere zal kunnen onderhouden, dat hij 'getrouw en naarstig zal arbeiden in zijn goddelijk beroep'.

De derde zegenwens is voor Boaz' nageslacht, dat moge zijn als het nageslacht van Perez, de zoon van Juda en Thamar. Thamar was een heidin. Perez, een voorvader van Boaz, was geboren uit de overspelige relatie van Thamar met haar schoonvader Juda (Gen. 38). Ondanks de schandvlek over zijn geboorte was Perez door Gods genade een stamoudste geworden in Juda, vader van alle Bethlehemieten. Gods genade was verheerlijkt in Boaz' voorgeslacht en hem wordt toegewenst dat in zijn nageslacht niet minder de rijkdom en kracht van de genade zou blijken.

Zo krijgt Boaz met het oog op zijn huwelijk met Ruth een inhoudsrijke zegenbede mee van het volk van Bethlehem. dat is de gemeente des HEEREN aldaar. Kort samen-igen: gevat: dat Boaz met heel zijn gezin zou n mogen gaan in de voetsporen van het ge-aa)n zegend voorgeslacht, de gelovige vaderen en moeders die niet tevergeefs op God gehoopt at hebben. Nog altijd wordt deze zegenbede in het E orthodoxe Jodendom uitgesproken bij het sluiten van een huwelijk. Hier gaat het laten toch ook om wanneer een bruidspaar Gods ant zegen over het pas gesloten huwelijk vraagt onen. in het midden van de gemeente van Christus. Als het goed is, dan is de gemeente niet zij alleen getuige van die echtverbintenis, maar draagt zij de jonggehuwden ook van harte op a. in de gebeden. En wanneer er kleine kinde-David. ren worden gedoopt, worden ze op de schoot van de gemeente gelegd. Opdat dc biddende Kerk om die kleintjes God zal aanroepen: 'o HEERE die droeg ons voorgeslacht, draag Gij ook dit nageslacht'.

Intussen heeft Ruth thuis rustig afgewacht. Of liever gezegd: ze heeft intens verwacht. in vast vertrouwen dat Boaz voor haar de zaak van het losserschap tot een goed einde zou brengen, om dat als haar bruidegom met haar een nieuw begin te maken. Wat zal haar hart zijn opgesprongen van vreugde toen het eindelijk zo ver was. Boaz die de klopper laat vallen op de deur van Naomi's woning om Ruth mee te voeren naar de bruiloft. Nu staat niets het huwelijk meer in de weg. De bruiloft wordt gevierd, Ruth wordt de vrouw des huizes op Boaz' boerderij en als man en vrouw leefden ze samen nog lang en gelukkig...

Daarmee zou het boekje Ruth kunnen eindigen, als het alleen maar een novelle was, een kort, " romantisch verhaal. Maar er is veel meer aan de orde dan het geluk van twee mensen in het huwelijk, van hoeveel waarde en betekenis dat op zichzelf ook is. Als Boaz en Ruth elkaar gekregen hebben, elkaar ontvangen uit Gods hand, is daarmee het hoogtepunt en de ontknoping van het boek Ruth nog niet bereikt. Wij moeten dus verder lezen...

2. Een kind geboren

„En de HEERE gaf haar, dat zij zwanger werd en een zoon baarde." Niet vaak wordt de Naam des HEEREN zo uitdrukkelijk genoemd in dit bijbelboek. De leiding Gods

gaat in het gewone leven immers meestal schuil achter het schijnbaar toevallige.

Maar hier — bij het wonder van de geboorte — wordt de HEERE genoemd en geroemd. Dat doen ook de Bethlehemse vrouwen die op kraambezoek komen. Ze heffen spontaan een lofzang aan. Ze zingen: Geloofd zij God met diepst ontzag. Het is gelukkig zo dat de Naam van de HEERE veelal genoemd wordt op geboortekaartjes. Als er gezinsuitbreiding is bij christenen, dan zullen zij de Schepper van alle leven toch zeker de eer geven?

Soms lezen we alleen dat men dankbaar is. Past het niet om ook uitdrukkelijk te zeggen jegens Wie wij dankbaar zijn? Er kan een getuigenis uitgaan van een geboortekaartje, maar het kan ook 'een gemiste kans' zijn. Kinderen worden ontvangen uit de hand van God. Of niét, wanneer ons huwelijk kinderloos blijft. Maar ook dan kunnen we de kracht om die teleurstelling te verwerken vinden in het besef en de beleving dat God alle dingen regeert en dat wij nooit aan een grillig noodlot zijn overgeleverd. Het is de HEERE die de baarmoeder opent of toesluit. Een gelovig echtpaar dat de kinderzegen ontvangt, zal in deze belijdenis reden vinden tot ootmoedige verwondering en dankzegging. Een gelovig echtpaar waaraan de kinderzegen wordt onthouden, zal — wellicht door veel strijd heen — mogen leren stil te zijn voor de HEERE, die beter dan wij zelf weet wat goed voor ons is.

Het geldt hier in Ruth 4 wel een heel bijzondere geboorte cn dat hebben de buurvrouwen ook heel goed gezien en onder woorden gebracht. „Geloofd zij de HEERE, die niet heeft nagelaten u heden een losser te geven", zo zingen ze Naomi toe. Dat kleine babytje is een bijzonder geschenk en teken van God. Dat kan wel gezegd worden van ieder mensenkind dat geboren wordt. We staan dan toch voor het wonder dat de HEERE nog door wil gaan met Zijn mensheid en Zijn hand niet heeft afgetrokken van Zijn schepping.

Maar deze kleine van Boaz en Ruth is een heel apart geschenk. Immers: 'De HEERE gaf Boaz een zoon, Ruth een kind. Naomi een losser en de burgers van Bethlehem een blijk van Zijn onveranderlijke verbondstrouw' (ds. R. Kok sr.).

De HEERE heeft niet nagelaten Naomi een losser te geven. Het losserschap verschuift hier van Boaz naar dit kind. Naomi, de HEERE heeft het u uiteindelijk niet doen ontbreken aan een losser! De woordkeus legt hier getuigenis af van diepe verwondering. De HEERE heeft het niet achterwege gelaten, het er niet bij laten zitten! Dat had Hij toch kunnen doen, Naomi? Daar had Hij toch alle recht en reden toe? Hij had Ü naar recht kunnen laten zitten als een totaal berooide en vereenzaaamde weduwe, zonder licht in de toekomst.

Hier krijgt Naomi haar hele weg terug... Bij haar is de nalatigheid. Nalatigheid in het vertrouwen op de HEERE, in het gehoorzamen aan Hem en in het wederkeren tot Hem. Maar ze wordt niet met gelijke munt betaald. De HEERE betoont zich niet nalatig jegens een nalatig mens.

Ze heeft een losser, een stamhouder, ontvangen als een geschenk uit de hemel. Zijn naam worde vermaard in Israël, als hij zich later gaat kwijten van zijn taak als losser. Hij zal grootmoeder Naomi verzorgen in haar ouderdom, zodat ze nieuwe levenskracht ontvangt en haar jeugd wordt vernieuwd.

De buurvrouwen zeggen: dit kind zal immers wel naar zijn moeder aarden, naar die trouwe Ruth, die als schoondochter, maar ook als zuster in het geloof, voor Naomi meer betekent dan zeven zonen. Naomi neemt het kind op schoot en. zo staat er in vers 16, wordt zijn voedster. We moeten dit lezen als: verzorgster, opvoedster. Boaz en Ruth treden wat terug. Dit kind mag voluit gelden als kind van Naomi en dan ook van Elimelech. van Machlon en van Chiljon.

Daarom zegger de buurvrouwen: 'Aan Naomi is een zoon geboren'. Ze spelen wel een grote rol. deze burinnen, want ze bemoeien zich ook nog met de naamgeving van het kind. Ze zeggen: Obed moet hij heten! Dat wil zeggen: dienaar. Dit jongetje is gekomen om te dienen.

Zo leven deze vrouwen mee in de gemeenschap der heiligen en vanuit het inzicht van het geloof kiezen ze trefzeker de naam voor het kind. Dit kind heeft het leven gekregen om Naomi te dienen in haar ouderdom. Om de voortgang van het geslacht van Elimelech te dienen. Om dienstbaar te zijn aan het heilsplan van God.

Maar waartoe zijn wij en waartoe zijn onze kinderen geboren? In onze Statenvertaling lezen we nog wel eens in plaats van het woord jongetje 'knechtje'. Leeft het bij ons als ouders: mag ons jongetje een 'knechtje' zijn, ons meisje een 'dienstmaagd' zijn van de HEERE? We zijn toch op aarde gekomen om de HEERE te leren kennen en zo te mogen dienen cn door genade eeuwig met Hem en voor Hem te leven?

De belofte van de Heilige Doop houdt mede in dat de HEERE betuigt: Ik wil van dit kind een Obed maken. Laat het dan de vurige bede zijn van ouders, maar niet minder ook van grootouders zoals Naomi, dat de kinderen als Obed mogen zijn, al heten ze zo niet. Maar laten we dat in onze jeugd en bij het ouder worden ook smeken voor onszelf: HEERE, leer mij U dienen. Leer mij, o God van zaligheden, mijn leven in Uw dienst besteden. Want Uw dienst is een zalige dienst. Van onszelf zijn we tot deze dienst geheel ongeschikt en staan we er onwillig en onverschillig tegenover. Maar God is al met ons begonnen toen we nog onmondige kinderen waren en heeft Zijn Naam op ons voorhoofd gelegd. Daarmee is Hij Zijn Woord aan ons kwijt dat Hij op ons gebed alles zal geven om ons aan onze levensbestemming te doen beantwoorden — dat we Hem zullen aanhangen, vertrouwen en liefhebben met hart en ziel. Zo gaat dc toekomst open...

3. De toekomst geopend

Het boek Ruth eindigt met een geslachtsregister. Tien geslachten worden opgesomd van Perez tot David. Vijf geslachten uit de tijd vóór dc intocht in Kanaan, vijf geslachten uit de tijd daarna. Zo wordt aangegeven hoe God dwars door alle menselijke verwarring heen aanwerkt op Zijn toekomst. David — die naam met een bijzondere klank, de naam van de gezalfde koning, de man naar Gods hart — is het laatste woord van dc feestrol van Ruth. Het loopt uit op David. Vanuit dat eindpunt lezen we terug en beseffen: o, daar was het dus om begonnen! Het ging van meet af aan om de lijn naar Gods toekomst, om de voortgang van de heilsgeschiedenis. David moest geboren worden mede uit Ruth. De Heere Jezus, dc grote Zoon van David, moest de Moabietische onder Zijn voormoeders tellen. Het was nodig dat Ruth uit Moab in Bethlehem kwam. opdat Jezus in de volheid van de tijd in Bethlehem kwam.

In de kanttekening bij de Staten-Vertaling wordt treffend opgemerkt, dat hier 'dc voornaamste oorzaak wordt ontdekt, waarom het de Heilige Geest heeft beliefd deze ganse historie van Ruth in de kanonieke boeken der Heilige Schriftuur in te lijven en te bewaren: te weten, opdat blijken mocht van de waarheid der belofte Gods, dat de Messias uit Juda zou voortkomen...' Zo is Ruth Adventsboek en Pinksterboek tegelijk. Het gaat door alles heen om de komst van de Verlosser (Advent) èn van Zijn heerlijk koninkrijk als voltooide oogst en eeuwige zomer (Pinksteren).

Zo rijst aan het eind van dit bijbelboek de vraag of Hij voor ons de meerdere Obed is. De Zoon des mensen, die niet gekomen is om gediend te worden, maar om te dienen. Als de lijdende Knecht des HEEREN was Hij dienend op aarde, dienend tot aan het kruis en tot in het graf. En nog altijd dient Hij Zijn kerk door Zijn voorbede als de verheerlijkte Middelaar. Als we door het geloof komen bij het Kind van Bethlehem. liggende in de kribbe, of bij de Man van smarten, hangende aan het kruis, dan aanschouwen we Gods dienende liefde, die tot het uiterste gaat om verloren zondaren te behouden.

'Mag ik u, jou dienen? ', is Zijn vraag in elke evangelieprediking. Zijn welmenend aanbod in alle beloften van de Schrift: Ik wil u dienen met Mijn wijsheid, met Mijn gerechtigheid, met Mijn heiligheid. Mijn troost en Mijn kracht!

Zouden we dan op zo grote zaligheid geen acht geven? Zouden we durven zeggen en handhaven: 'van deze dienende liefde ben ik niet gediend? ' Maar dan is de HEERE in alle eeuwigheid niet meer van ons gediend. Dan verwijst Hij ons naar de buitenste duisternis omdat we Zijn dienende liefde in Christus hebben versmaad.

De grote Obed is geboren en Zijn Naam

is Jezus. Dienende is Hij de Zaligmaker. Bent u onkundig? Wees gediend van Zijn onderwijs en onderzoek biddend de Schriften.

Bent u schuldig en doemwaardig? Wees gediend van Zijn reinigend bloed en weet dat u vrijgesproken bent als u alles verwacht van het geslachte Lam Gods! Voelt u zich slaaf van de zondemacht en van verkeerde gewoonten in uw leven? Laat u dienen door Zijn vernieuwende Geest die volgens de belofte van de Heilige Doop in u wonen wil.

Misschien bent u als Naomi een Mara geworden. Dan zit u zuchtend neer bij de puinhopen van uw leven, bij de scherven van het verloren geluk. Maar Naomi liet zich van Obed dienen, zodat ze door haar tranen heen weer lachen kon. Laat dan de meerdere Obed uw tranen drogen, klaag het maar voor Hém uit wat u benauwt, zoek maar bij Hem uw toevlucht.

De HEERE laat niet na u een Losser te geven, als u in nood en smart tot Hem verheft het angstig hart. Dat is de heerlijke prediking van het bijbelboek Ruth! Daarom mag onze overdenking uitlopen op een lofzang: Loof Hem, die u vergunt uw zielsverlangen, en 't goede tot verzading doet ontvangen; Uw jeugd vernieuwt, gelijk eens arends jeugd. De HEER' doet recht, is heilig in Zijn richten: reft iemand druk — Hij wil de druk verlichten en hart en mond vervullen met Zijn vreugd. (Psalm 103 : 3)

V.

J. H.

Citaat:

„Slechts dit ene is ons nodig te leren: bediend te willen worden uit en door Hem, want genade en waarheid is door Jezus Christus geworden." (Hugo Visscher t).

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 november 1986

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's

Gods zegen in Behtlehem

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 november 1986

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's