Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Noach

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Noach

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

(19)

..Dit nu zijn de geboorten van Noachs zonen: Seni, (Jhain en japhelh..." Genesis 10

Voor de tweede maal ontmoeten wc in de Schrift een hoofdstuk, dat gevuld is met nagenoeg louter namen. Eerder ging in , , hct boek van Adams geslacht" (Gen. 5) een rij van namen aan ons oog voorbij. En de vraag is opnieuw: hoe vernemen we het Woord van God in een „geslachtsregister"? Of vangen onze oren niet méér op dan verre klanken in vreemde namen?

„Dit nu zijn de geboorten van Noachs zonen..." Zo begint het. Voor de vierde maal in het eerste bijbelboek vernemen we van een boek van de geboorten. Een boek van de verwekkingen, zo staat er eigenlijk. We roepen de drie eerder genoemde plaatsen nog eens in herinnering. „Dit zijn de geboorten van de hemel en de aarde", zo werd de schepping van hemel en aarde in den beginne omschreven (Gen. 2:4). „Dit is het boek van Adams geslacht", het boek van de verwekkingen van Adam, zo hoorden we in Genesis 5:1. , , Dit zijn de geboorten van Noach", zo zette dc geschiedenis van ' Noach in (Gen. 6 : 9). En nu horen w^e dan van de verwekkingen van de zonen van Noach: em, Cham en Jafeth. In dit woord , .geboorten" of , , verwekkingen" horen we hoe God een geschiedenis met mens en aarde wil gaan. En dat juist na de zondvloed. Want zo wordt het „geslachtsregister" van de zonen van Noach ingeleid: en hun werden zonen geboren na de vloed".

Er worden na de zondvloed kinderen geboren. Dat is het eerste wat hier gehoord mag worden. Nog wil God een geschiedenis gaan met de mens op aarde. We vingen eerder op, dat de zegen van God bij uitstek daarin bestaat: n het vruchtbaar zijn en het zich vermenigvuldigen van de mens (Gen. 9:1). God wil dat de aarde vervuld wordt! In de namengalerij van Genesis 10 ontdekken we hoe deze vervulling plaats vindt.

De mensheid op aarde is voortgekomen uit de drie zonen van Noach: Sem, Cham en Jafeth, die in Genesis 10 genoemd worden in de volgorde: Jafeth, Cham en Sem. En telkens, w r anneer de nakomelingen van elk van de drie zonen van Noach genoemd zijn, w^ordt besloten met het gemeenschappelijke: „elk naar zijn spraak, naar hun huisgezinnen, onder hun volken" (vers 5), „naar hun huis-

gezinnen, naar hun spraken, in hun landschappen, in hun volken" (vers 20), „naar hun huisgezinnen, naar hun spraken, in hun landschappen, naar hun volken" (vers 31). We zien als het ware voor ons hoe de aarde vervuld w r ordt met mensen. Genesis 10 roept op het beeld van de oude wereld. Globaal genomen — en dat letterlijk verstaan —-zien we in de nakomelingen van Jafeth de

noordelijke en verre volken, in de afstammelingen van Cham de volken in het zuiden, waaronder bijvoorbeeld Egypte gerekend moet worden, en in de nakomelingen van Sem de volken, waarmee Israël verwant is en waaruit. Israël zelf ook is voortgekomen krachtens geboorte.

We zijn in de gelegenheid daarmee een blik te werpen op de atlas van de oude

wereld. Terecht is opgemerkt, dat we deze opsomming van namen en volken hebben te horen in het licht van de latere geschiedenis van Israël. Verborgen in Genesis 10 is er sprake van een plaatsbepaling van elk volk ten opzichte van Israël. Daarmee wil gezegd zijn, dat de volken der aarde gezet zijn in het licht van de verkiezing van Israël. Omgekeerd heeft Israël zijn verkiezing gezien in het licht van zijn verhouding tot de volken der aarde. Israëls profeten met name herinneren aan de roeping van Israël een licht te zijn voor de volken.

We gaan ons nu nader richten op de inhoud van „de geboorten van Noachs zonen". Om te beginnen kunnen we in Genesis 10 een belangrijk verschil constateren ten opzichte van het geslachtsregister van Adam tot Noach in Genesis 5. In het laatstgenoemde hoofdstukken is het refrein: „...en hij stierf". We horen van de namen door de tijd heen, de uitbreiding van Adams geslacht door de tijden heen. De lijn van de geschiedenis wordt getrokken, en elk mensenleven wordt besloten met de grens „...en hij stierf". In Genesis 10 daarentegen gaat het om de uitbreiding van het mensengeslachtniet door de tijd, maar door de ruimte heen.

We horen nu hoe de aarde vol wordt, hot de mens zich over de ruimte van de aarde verspreidt. Als een prelude op Genesis 11, waar ons verhaald wordt op welke wijze de mensheid verstrooid wordt over de ganse aarde, gaan de namen aan de hoorder voorbij. We zien aan ons oog voorbij gaan de volken der aarde, en we horen hoe allen uit de ene, die genade vond in Gods ogen, zijn voortgekomen. W T e zien en horen hoe God na de zondvloed met deze aarde verder wil gaan. We stammen allen van Adam af, en denken daarbij met name aan de gevolgen, die het verhaalde in Genesis 3 voor ons allen heeft gehad.

We stammen ook allen van Noach af. en mogen daarbij vooral denken aan de eenheid van de volken, die na de zondvloed de aarde bewonen. En die eenheid van de volken wordt ons dus in de Schriften verkondigd.

Uit de ene, Noach, die een oprecht en rechtvaardig man was in zijn geslachten, zijn de volkeren der aarde voortgekomen. We hebben - om een brandend actueel gegeven uit onze dagen te noemen - in Genesis 10 niet te zoeken naar het verschil tussen de rassen, om daaruit - vroeg of laat - tot een vorm van rassendiscriminatie te kunnen komen. We horen van volken, die verspreid zijn over de aarde. En we denken daarbij bijvoorbeeld aan de woorden van Paulus in Athene, wanneer hij in zijn verkondiging aangaande de God, Die de wereld gemaakt heeft, zegt: ...En heeft uit één bloede het ganse geslacht der mensen gemaakt, om op de gehele aardbodem te wonen..." (Hand. 17 : 26). Dit apostolische woord staat op de toonhoogte van Mozes' uitspraak: Toen de Allerhoogste aan de volken de erfenis uitdeelde, toen Hij Adams kinderen vaneen scheidde, heeft Hij de grenzen der volken vastgesteld naar het getal van de kinderen Israëls" (Deut. 32 : 8). En in deze laatste woorden klinkt het verband tussen Israël en de volken helder door. De gestelde grenzen van de volken hebben met Israël te maken, het volk zonder grenzen. Daarvan zullen we in de Schriften nog genoeg horen. Hier, in Genesis 10, wordt ons de galerij der volken gepresenteerd, opdat we nooit vergeten dat de mensheid na de zondvloed onder de boog in de wolken verkeert, opdat zij allen de levende God zouden zoeken. God heeft een verbond gesloten met de aarde, opdat de mensen op aarde als kinderen van Adam de God van Noach zouden zoeken, en als kinderen van Noach de God van Adam.

En dan — wat een namen, wat een volken! Wanneer we in Genesis 10 beginnen te tellen, dan komen we tot 14 nakomelingen van Jafeth, 30 nakomelingen van Cham en 26 nakomelingen van Sem. Dat is samen 70 namen. Zeventig volken bewonen de aarde! Dat getal drukt de volheid en de voltooiing uit. We kennen door de Schriften heen dit getal: eventig is het getal van de nakomelingen van Jacob (Gen. 46 : 27; Exod. 1:5), zeventig discipelen werden door Jezus uitgezonden opdat er voor elk volk ter wereld een gezondene zou zijn (Luc. 10 : 1).

Duidelijk is, dat hier alle volken bedoeld zijn. En wanneer we dat horen, denken we: dus ook ons volk is hier genoemd. Ja, ook onze naam ligt verscholen in de zeventig namen van Genesis 10. Ook wij zijn hier genoemd onder de boog in de wolken, en ook tot ons is de gezondene van Christus gekomen. Ook wij zijn na de zondvloed genoemd onder de volken...

En dan de naam van Israël — waar is deze genoemd in de volkerentafel? Israël is in Genesis 10 nog verborgen in de naam Arfachsad (vers 24), een zoon van Sem. In Genesis 11 : 11 wordt deze naam opnieuw genoemd, en dan begint de naam van Abraham van verre op te klinken. Israël is hier nog verborgen in de lenden van Arfachsad, in het midden van de volken. In nog niets is Israël hier onderscheiden van de volken. Zo zullen wij verstaan, hoe Israël uit de volken geroepen is, en hoe de roeping van Abraham op niets anders berust dan op de verkiezing des HEEREN. Uit-geroepen uit het midden der volken is Abram, opdat in hem alle geslachten van de aarde gezegend zouden worden (Gen. 12 : 3).

De verkiezing van Israël kunnen we ook nog uit een ander moment in dit hoofdstuk vinden. Jafeth wordt genoemd: de grootste (vers 21). De kanttekeningen van de Statenvertaling verstaan dit als: oudste. Jafeth is de oudste van Noachs zonen: zijn nakomelingen worden dan ook als eerste beschreven in Genesis 10. Daarmee is gezegd dat Sem niet de eerstgeborene is in natuurlijke zin. Sem is de eerstgeborene slechts door de Naam: zoals zijn naam de Naam betekent, zo is hij de eerstgeborene door roeping en verkiezing. Zo zien we Israël nog verborgen in Sem, verborgen in Arfachsad, in Selah, in Heber. En dan komt Peleg, en in zijn dagen is de aarde verdeeld (vers 25): dan gaan de zonen van Sem uiteen, en komt er zicht op Abraham...

Zo mogen we in het horen van niet meer dan namen de verkiezende roeping van de God van Israël opmerken. Geen natuurlijke afstamming, geen eerstgeboorte van nature bepaalt de weg, die God met de volken wil gaan. Hij verkiest en Hij roept. En dan zien we vanuit het verborgene de Naam oplichten. We zien Sem — en hij is ten diepste niet anders dan een naam, die geboren is uit de aanraking van de Naam — en in zijn nakomelingen zien we het lichtend spoor van Gods verkiezing door de geschiedenis en over de aarde gaan. En tegenover dit licht van genade komt het duister van de mensen, die de aarde bewonen, des te scherper naar voren. En ook dat ligt verscholen in de namenrij van Genesis 10.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 januari 1987

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's

Noach

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 januari 1987

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's