Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

KLEINE KRONIEK

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

KLEINE KRONIEK

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Nogmaals discussie over verbond ds. Harinck en prof. Van 't Spijker

In een Kleine kroniek in november 1986 citeerde ik enkele fragmenten uit 'De Wekker' waarin prof. Van 't Spijker kritisch inging op een studie van ds. C, Harinck: 'De Schotse Verbondsleer'. Intussen reageerden enkele lezers van ons blad op wat hierin aan de orde kwam. Ik kreeg een overdruk toegestuurd van een aantal artikelen die ds. A. Moerkerken in 'De Saambinder" van 1986 schreef onder de titel 'Het onderscheid tussen het aanbod van genade en de beloften des verbonds'. Hierin gaat ds. Moerkerken in op de kwestie die ook door ds. Harinck in zijn studie wordt besproken en waarop prof. Van 't Spijker reageerde.

Enkele weken geleden reageerde ds. Harinck in zijn rubriek 'Commentaar' in 'Saambinder' op de artikelen van prof. Van 't Spijker. Een lezer stuurde mij dat nummer van 'De Saambinder' toe met het verzoek ds. Harincks reactie geheel of gedeeltelijk te plaatsen om de objectieve voorlichting te helpen bevorderen. Vóór ik dat doe wil ik eerst nog een fragment laten lezen uit 'De Wekker" van 28 november 1986 waarin prof. Van 't Spijker ingaat op de stellingen van ds. Moerkerken. Hij schrijft dan o.a. het volgende:

„De zaak die in de uiteenzettingen van ds. Ha-

rinck aan de orde is, en die hij met kracht verdedigt leeft blijkbaar nog steeds binnen de Gereformeerde Gemeenten. Het laat zich nauwelijks denken, dat dit boek anders zou zijn geschreven. Op de laatste synode der Gereformeerde Gemeenten diende een bezwaarschrift, dat op deze zaak betrekking had. Ds. A. Moerkerken schreef niet lang geleden een zestal artikelen in 'De Saambinder', het blad van deze kerkformatie, over het onderscheid tussen het aanbod van genade en de beloften des verbonds. In 1979 reeds publiceerde hij een reeks artikelen over de uitspraken van de synode van 1931 inzake het verbond der genade, welke studies werden gebundeld in 1979. In de artikelenreeks, die onlangs in 'De Saambinder' te lezen was, kwam ds. Moerkerken tot dezelfde gedachten als ds. Harinck. Wellicht spreekt hij zelfs nog wat meer terughoudend over de aanbieding, hij huivert om te spreken over een algemene aanbieding, en ook in sommige andere opzichten is hij wat minder gul. Sterker, zo lijkt het me toe, legt hij nog een accent op de verkiezing.

Toch mag men aan ds. Moerkerken niet ontzeggen, dat hij ernstig poogt om een zeker evenwicht te handhaven tussen een te ruime en een te enge prediking. In zijn laatste artikel schrijft hij daarover bij wijze van samenvatting: „Afrondend kunnen wij zeggen, dat dit de leer onzer gemeenten ten aanzien van deze zaken is, dat er een principieel onderscheid is tussen de beloften des

verbonds, door God de Vader van eeuwigheid gedaan aan Christus en diens uitverkoren Kerk enerzijds, en het aanbod van genade of de Evangelieprediking, waarin de ernstige aanbieding van Christus en de verbondsweldaden geschiedt, anderzijds. Zó alleen wordt het schriftuurlijk evenwicht bewaard. Elke eenzijdigheid heeft hier ernstige gevolgen. Daar is een eenzijdigheid waarbij in de prediking het Evangelie aan Gods verkorenen wordt gebracht, terwijl voor de onbekeerden slechts het oordeel rest...

En daar is anderzijds een eenzijdigheid waarbij in de prediking (vergeef mij de uitdrukking) Gods beloften te grabbel worden geworpen, de noodzakelijkheid van het voor Christus plaatsmakende werk schier verzwegen wordt en de doodstaat van de mens zo niet verzwegen, dan toch node genoemd wordt. Alle hoorders worden dan opgeroepen „werkzaam met Gods beloften te zijn" op die belofte „te pleiten", maar dat de Heere er zijn volk eens radicaal buiten zet, zodat er niets meer te pleiten, doch slechts een eeuwige rampzaligheid naar recht te wachten is, schijnt een vergeten hoofdstuk in de orde des heils... De Heere beware ons voor een afdolen ter linker-of ter rechterhand en richte onze voeten op de koninklijke weg!"

Blijkbaar is ds. Moerkerken van mening, dat men een uitgebalanceerde positie kan bereiken

door het onderscheid te handhaven tussen het aanbod van genade en de beloften van het verbond. Hij wil niet een prediking van het evangelie aan de uitverkorenen alleen. Hij wil ook niet een belofteprediking, waarbij ieder wordt opgeroepen om met die belofte werkzaam te zijn. Hij wil een tussenweg, een koninklijke weg.

Nu moet ik bekennen, dat ik van zulke middenposities op zichzelf niet zo onder de indruk ben. Dc koninklijke weg is de weg van de souvereine Vorst, die niet aan onze uitgebalanceerde formules gebonden is.

Profeten plegen zich ook niet toe te leggen op evenwichtige uitspraken, maar op krachtige, die blijk geven van liefde en Geest. Daarom kan ik ook niet onder de indruk komen van alle formules die kerkelijk Nederland heeft gehanteerd om „aan alle aspecten recht te doen".

Men kan nu ook verstaan, waarom ds. Kersten indertijd, en waarom ds. Harinck en ds. Moerkerken vandaag zo in de weer zijn met de Schotten en met de Westminsterconfessie. Ik spreek ook nu nog niet over de historische kant van de zaak, maar vestig de aandacht op het feit, dat men voor deze verbondsopvatting zich sterk moet maken met geschriften, ja zelfs met belijdenisgeschriften, waaraan wij ons niet verbonden hebben in Nederland. De predikanten die kerken dienen in Nederland, en die trouw hebben beloofd aan de belijdenis, hebben zich verplicht tot trouw aan de

Ned. Geloofsbelijdenis, de Catechismus en de Dordtse Leerregels. Meer niet. En in deze geschriften vindt men geen spoor van een verbond, dat in eeuwigheid is opgericht met Christus als representerend verbondshoofd van de uitverkorenen. Het w^as gevolg van ontwikkelingen binnen de Engelse en Schotse kerkgeschiedenis, die na Dordt plaats vonden. Maar ons eigen Nederlandse kerkelijke leven vond zijn fundament in de formulieren van enigheid. Daaraan zijn we gebonden. Daarop mogen we elkaar aanspreken. En daaraan hebben we, indien de noodzaak het vereist, ook de formuleringen van de synode der Gereformeerde Gemeente te toetsen."

Tct zover prof. Van 't Spijker.

Reactie ds. Harinck

We geven nu aandacht aan de reactie van ds. Harinck in 'De Saambinder' van 15 januari 1987. Hij haalt de besluiten uit 1931 door de Gerefor^ meerde Gemeente genomen naar voren en acht deze voluit Schriftuurlijk. Prof. Van 't Spijker heeft dit in twijfel getrokken door te stellen: waar de verkiezing zozeer het verbond en de prediking der beloften beheerst daar wordt ons de troost die wij in de belofte Gods vinden weggenomen. En dan gaat ds. Harinck als volgt verder:

„Is het dan nodig teneinde de vaste troost van de beloften veilig te stellen om de verkiezing bui-

ten het Genadeverbond te houden.? Ik meen juist van niet. Achter de verbondsbeloften staat de God, Die uitverkoren heeft tot zaligheid en Wiens vcornemen niet verbroken kan worden. De verkiezing is dc garantie, dat de verbondsbeloften vervuld zullen worden. De leer, dat het Genadeverbond naar zijn wezen en vervulling onder de beheersing van de uitverkiezing staat, maakt het verbond vast en zeker. Terwijl een leer, die stelt dat het Genadeverbond voor zijn vervulling afhankelijk is van onze bekering en ons geloof, dit verbond juist zwak en onzeker maakt.

De beschuldiging is dan echter steeds: Indien het Genadeverbond onder de beheersing van de uitverkiezing wordt geplaatst, houdt men geen evangelieprediking meer over.

Het evenwicht tussen de verborgen verkiezing Gods en de geopenbaarde algenoegzaamheid van Christus' offerande in het Evangelie, kan inderdaad uit het oog verloren worden. De prediking is geen prediking van Gods verborgen besluiten, maar van Gods geopenbaarde Evangelie. Naar het Evangelie zullen wij geoordeeld worden en niet naar Gods verborgen besluit.

Prof. Van 't Spijker meent echter, dat wij dan alleen het Evangelie kunnen prediken als wij ook tot iedere hoorder kunnen zeggen, dat de verbondsbeloften, die spreken van een nieuw hart, de werking van het geloof en de aanneming tot kinderen, voor hen zijn.

Vanuit de gedachte, dat God een nieuw hart, een nieuwe geest, de werking van het geloof en de tceëigening van het heil alleen aan Zijn uitverkorenen belooft, kennen de Gereformeerde Gemeenten een onderscheid tussen de beloften van het Genadeverbond en de beloften van het Evangelie.

De speciale verbondsbeloften gelden het verborgen lichaam van de kerk, terwijl het Evangelie met zijn beloften tot allen komt.

Prof. Van 't Spijker zegt daarvan: „En het spitsvondige onderscheid, dat hier gemaakt wordt tussen de beloften van het Evangelie en die van het verbond is goed genoeg om alle zekerheid ten enenmale weg te nemen. Welke genade wordt ons aangeboden? Is het niet dezelfde goedgunstigheid, die Augustinus deed bidden: Geef wat Gij beveelt en beveel dan maar wat Gij wilt? Aanbod van genade: is het iets anders dan de welmenende belofte Gods, dat Hij ons hart wil veranderen, en ons wil toecigenenen wat we in Christus hebben? Wat verschilt de belofte van het evangelie dan van de belofte van het verbond? "

Prof. Van 't Spijker wil van geen onderscheid weten tussen wat het Evangelie iedere zondaar belooft en wat God in Zijn verbondsbeloften belooft te zullen werken in de Zijnen.

De beloften van een nieuw hart, een nieuwe geest, het geloof, kortom de toeëigening van het heil, gelden niet voor iedereen. Gods verbondsbeloften worden altijd vervuld. Zij spreken van: 'Ik zal geven... een nieuw hart, een nieuwe geest' en van: 'Gij zult Mij tot zonen en dochteren zijn... en uw zonden zal Ik niet meer gedenken."

Wij willen deze verbondsbeloften inderdaad onderscheiden van de evangeliebeloften, die als volgt in de 5 artikelen worden saamgevat: „Voorts is de belofte des Evangelies, dat een iegelijk, die in de gekruisigde Christus gelooft, niet verderve, maar het eeuwige leven hebbe; welke belofte allen, volken en mensen, tot welke God naar Zijn welbehagen Zijn Evangelie zendt, zonder onderscheid moet verkondigd en voorgesteld worden, met bevel van bekering en geloof."

De aanklacht die prof. Van 't Spijker verder uit, dat door de verbondsbeloften niet algemeen te maken, de grond van de zekerheid verlegd wordt van Gods beloften naar de uitverkiezing en de kenmerken der genade, is ook niet juist.

De beloften zijn en blijven de grond van de zekerheid des geloofs. Voor een schuldig zondaar is er dc zekerheid van de belofte van het Evangelie, , , dat een iegelijk, die in de gekruisigde Christus gelooft, niet zal verderven, maar het eeuwige leven hebben".

Het heil, dat het Evangelie bekendmaakt en de beloften, die het Evangelie verkondigt, dit alleen is toch het fundament waarop de schuldige zondaar bouwen kan. Door die beloften wordt het bestreden geloof onderstut. Deze moeten dan ook allen en een iegelijk verkondigd worden, met bevel van bekering en geloof.

Maar door de verbondsbeloften algemeen te maken en te zeggen: God heeft u allen beloofd, dat Hij u wil toeëigenem wat Christus heeft verworven, is de schuldverslagen zondaar niet geholpen en dat maakt de zorgeloze mens alleen maar zorgelozer."

Tot zover uit het artikel van ds. Harinck.

Ik blijf het een gewrongen redenering vinden waarvan ik de motieven wel begrijp, maar noch in de Schrift, noch in de confessie voldoende grond kan vinden. Wij willen oplossen wat alleen in de hand van God ligt. Onze zorg voor misbruik van de zorgeloze mens van de beloften Gods mag niet een reden zijn om bij de prediking van Gods genade een slag om de armen te houden. Dat kweekt veelal een afstandelijke en gereserveerde houding onder de prediking van het Evangelie. Mensen blijven zich afvragen, voorzover ze dat nog doen, is het aanbod van Gods genade in Christus nu wel of niet voor mij bedoeld. Afwachtend en lijdelijk blijven de hoorders soms hun leven lang verkeren onder de prediking van het Evan-

gelie.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 30 januari 1987

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's

KLEINE KRONIEK

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 30 januari 1987

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's