Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

God wil het/ Wil God het?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

God wil het/ Wil God het?

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

In deze titel staan een stelling en een vraagstelling zomaar naast elkaar. Voor het schuine streepje wordt iets gesteld, waarbij erachter direkt een vraagteken wordt gezet.

Dat kan verwarring stichten, onzekerheid geven. En we horen iemand al lichtelijk geirriteerd vragen: Ja, maar hoe is het nu eigenlijk. Wil God het nu, of wil Hij niet? We willen immers houvast, we zoeken zekerheid. Met alleen maar vragen kunnen we tenslotte niet leven. En terecht. Er wordt soms afgegeven op mensen, die alles zo zeker weten, maar daar willen we niet aan meedoen. Ongetwijfeld kunnen er allerlei gemakkelijke en vanzelfsprekende zekerheden zijn, maar dat geeft ons nog geen recht om van de weeromstuit de twijfel te koesteren. Alsof die pas kenmerk zou zijn van het ware. Als we vragen stellen, gaat het uiteindelijk niet om de vragen, maar om de antwoorden. Antwoorden, waaraan we ons kunnen oriƫnteren. Antwoorden, die ons verder helpen.

Naar zulke antwoorden willen we ook tastend zoeken als het gaat over Gods wil. Het vraagteken in de titel is er dus ook niet

Op uit om verwarring te stichten, maar die te signaleren. Want wie een beetje thuis is in het godsdienstige en vooral het theologische wereldje van vandaag aan de dag, weet hoe verschillend er gedacht wordt in de vragen rondom de wil van God. De meningen botsen, inzichten staan lijnrecht tegenover elkaar. Zodat wij er verlegen mee kunnen raken. Hoe is het nu eigenlijk.? Hoe moeten we er nu eigenlijk over denken.? Daarom kan het goed zijn om ook in ons blad ons te bezinnen op de wil van God.

Twee probleemvelden doen zich daarbij aan ons voor. Bij de wil van God kunnen we namelijk allereerst denken aan de dingen, die wij doen moeten. Klassiek geformuleerd: de wil des bevels. Ook daar liggen vragen genoeg. Het is niet altijd zomaar duidelijk, wat de wil van God is in mijn leven. Niet voor niets bidden we in het psalmvers: Leer mij naar Uw wil te hand'len. Dat hoeven we niet te bidden, als we het allemaal allang weten. En hoe griezelig is het niet als we het ook hier allemaal allang w'eten. We zitten er zomaar met onze wil tussen. Het bekende voorbeeld is dat van de kruistochten. God wil het, zo luidde het toen. Achteraf betwijfelen we sterk, of dat inderdaad wel zo was.

Toch laten we dat rusten. We richten ons hier op een ander veld. Bij de wil van God gaat het ook over de dingen, die ons overkomen. Dingen dus, waarin wij zelf niet direkt de hand hebben. We kunnen denken aan ongelukken, ziekten of andere tegenslagen. Ook aan allerlei dingen, die meevallen. De zegeningen, die we uit Gods hand ontvangen. Meestal ontstaan daar echter de problemen niet. De positieve dingen aanvaarden we gemakkelijk, soms zelfs vanzelfsprekend. Niet voor niets spoort de psalmdichter zichzelf aan, in psalm 103 met de woorden: Loof de HEERE mijn ziel, en vergeet geen van Zijn weldaden.

De vragen ontstaan in moeiten en zorgen. Bijvoorbeeld, een vrouw ontvangt het verschrikkelijke bericht dat haar man op weg van zijn werk naar huis bij een verkeersongeluk is omgekomen. Als wijkpredikant word je erbij geroepen. Veel heb je eigenlijk niet te zeggen. Hoef je ook niet te zeggen.

Aarzelend informeer je naar de omstandigheden, met een enkel woord, een bhk, een gebaar laat je je meeleven merken. Nadat je een poosje geweest bent, vraag je of je samen de HEERE mag zoeken in Bijbellezing en gebed om hulp en kracht in deze moeilijke weg. En het blijft niet bij dat ene bezoek. En dan bij een van die volgende bezoeken is er zomaar de vraag: Dominee, moet ik nu werkelijk geloven dat God dat gewild heeft.? Er valt een stilte. De spanning van zo'n vraag staat tussen ons in. Wat moet er nu geantwoord worden.? In de discussie op de mannenvereniging of op de catechisatie lijkt het zo moeilijk niet. Hoewel je ook daar op moet passen. Vooral als je ergens pas bent, vermoed je niet hoeveel leed ook daar in stilte gedragen wordt en wat voor schade je woorden kunnen aanrichten. Maar toch, je kunt dan wat meer in het algemeen spreken. Maar wat moet je zeggen bij zo'n geschokt en gewond hart.?

Woorden kunnen zo'n pijn doen, ook goedkope vrome woorden. En hoe vind je nu woorden die getroosten en zegenen. Woorden die een beetje voertuig kunnen zijn van de troostende liefde van de Opperherder der schapen.

Voor sommigen is het geen punt. Zij zeggen: Hier moet je God helemaal buiten laten. Dit heeft God niet gewild en dit zal Hij ook nooit willen. Het k^an zelfs zo sterk gezegd worden dat men het godslasterlijk vindt om hier over de wil van God te spreken. Een duidelijk voorbeeld van deze moderne zienswijze vinden we in de gedachten van Harold S. Kusher, wiens al enkele jaren oude boekje. Als 't kwaad goede mensen treft, ik nog onlangs in de etalage van een boekhandel aantrof. In dat boekje wordt heel nadrukkelijk gesteld, dat God met zulke dingen als boven beschreven niets te maken heeft. In zulke gevallen zou hij liever willen spreken van toeval. Willen we zulke dingen toch tot op God beleven, dan dienen wij aan God te denken als Iemand die het ook niet gewild heeft, die er ook verdriet van heeft en die samen met ons strijdt voor een betere wereld. Een wereld zonder pijn en moeite, zonder tranen en zonder rouw. En we mogen hopen en geloven dat Hij die tenslotte ook tot stand zal brengen.

Hoe sympathiek deze gedachtengangen ook aandoen, velen bevredigen ze niet. Zijn er dan werkelijk dingen die buiten God omgaan.? Zijn we dan voor een bepaald deel van ons bestaan overgeleverd aan het lot.?

Ik herinner mij hoe jaren geleden de titel van een bekend boek nogal wat stof deed opwaaien. Die titel luidde: Zij vielen uit Gods hand. Het boek ging, meen ik, over piloten die door vijandelijk afweergeschut werden neergehaald. Terecht werd de vraag gesteld of dat nu eigenlijk wel kon, uit Gods hand vallen. En dat is precies de vraag die voor velen ook hier opduikt. Is het niet te gemakkelijk om te zeggen: God heeft met zulke dingen niets te maken. Hij staat er buiten. Heeft dat niet iets van een verlegenheidsoplossing waarbij je aan de ene kant misschien wel wat wint, maar aan de andere kant veel meer kwijtraakt. Wat blijft er immers nog van het Godzijn van God over.? Van Zijn Majesteit en heerlijkheid.?

Ik dacht dat we nu de vraag waar om het gaat wel duidelijk voor ons hebben. We zouden haar ook nog zo onder woorden kunnen brengen: Kunnen of moeten zelfs alle dingen van ons leven in verband gebracht worden met de wil van God.? En als dat wel het geval is, kunnen we er nog bij vragen of al die dingen op dezelfde manier op die wil van God te herleiden zijn.

We willen in deze vragen een weg zoeken vanuit de Bijbel en de belijdenis van de kerk. In een volgend artikel maken we daar een begin mee. Voor we hier afsluiten nog een paar losse notities.

In de eerste plaats dat deze vraag bepaald niet nieuw is. Het is hier niet de plaats om dat allemaal uitvoerig uiteen te zetten. Maar toch valt het op hoe deze vragen juist in onze tijd met klacht naar voren komen. Zo zelfs dat sommiger theologisch bezig zijn daarin schijnt op te gaan. Een beetje generaliserend zouden we kunnen zeggen dat in vroeger tijden de brandende vraag was hoe onze zaligheid met Gods wil in verband stond. We denken aan de vragen rond verkiezing en verwerping. Terwijl nu veel meer de vraag in de belangstelling staat hoe de omstandigheden van ons leven hier en nu met Gods wil in betrekking staan. We herkennen ook hier de duidelijke neiging van onze tijd om zich te beperken tot dit aardse leven.

Een volgende opmerking is dat in de vraag naar de wil iets of iemand schuil gaat de vraag naar de verantwoordelijkheid. Misschien is dat ook de harde kern van de vraag naar de wil van God. Doet iemand iets willens en wetens dan draagt hij er ook de verantwoordelijkheid voor. Hij kan ervoor veroordeeld worden. Was hij daarentegen willoos slachtoffer dan liggen de dingen heel anders. Zo is het de kunst van advokaten om allerlei verzachtende omstandigheden aan te voeren die zo mogelijk leiden tot vrijspraak van de verdachte.

Het is goed en nodig om ons deze dingen te binnen te brengen. We dienen namelijk terdege te beseffen waar wij staan als we vragen naar de wil van God. Wij zijn mensen en de HEERE is God. Als het over een beklaagdenbank gaat dan horen wij daar thuis, maar de HEERE op geen enkele manier.

K.

Jac. W.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 februari 1987

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's

God wil het/ Wil God het?

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 februari 1987

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's