Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Reismantel, boeken en perkamenten

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Reismantel, boeken en perkamenten

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

, , Breng de reismantel mee, die ik te Troas bij Karpus gelaten heb, als gij komt en de boeken, inzonderheid de perkamenten. Alexander, de kopersmid, heeft mij veel kwaads beloond; de Heere vergelde hem naar zijn werken. Van welken wacht gij u ook, want hij heeft onze woorden zeer tegengestaan. In mijn eerste verantwoording is niemand bij mij geweest, maar zij hebben mij allen verlaten. Het worde hun niet toegerekend." 2 Timotheüs 4 : 13—16

Reismantel, boeken, perkamenten

Zo op het oog een beetje merkwaardig verzoek van een man die weet dat zijn levenseinde nabij is. Tijdens een niet nader te bepalen reis is Paulus in Troas geweest bij een ons onbekende Karpus. Daar heeft hij wat bezittingen per abuis laten liggen. Misschien is hij in een zekere haast moeten vertrekken. Breng de reismantel mee. De vertaling 'reismantel' is tegenwoordig de meest gebruikelijke. In de oudkerkelijke exegese treffen we meer de vertaling 'boekentas' aan. Ook Calvijn voelt daar het meeste voor, gelet ook op wat er volgt. Op zichzelf zou het een logisch geheel vormen. Maar de vertaling 'mantel' blijkt inmiddels veel betrouwbaarder te zijn. Breng de mantel mee. Neem m'n jas mee, zouden wij zeggen, als je bij me komt. Ga hem a.u.b. langs halen bij Karpus in Troas. Waarom zoveel waarde aan die reismantel gehechtals je toch gevangen zit en zeer waarschijnlijk geen zendingstochten meer mag en kunt maken? Daar zijn allerlei gissingen naar te maken èn ook gemaakt. Ik noem er enkele. Misschien is de apostel aan z'n waarschijnlijk enige jas erg gaan hechten. Altijd had hij deze bij zich, overal nam hij hem mee naar toe. Een mens kan juist bij het naderend levenseinde zoveel waarde gaan hechten aan privé bezittingen. Bovendien herinnerde deze mantel hem aan de reizen die hij in dienst van het Evangelie mocht maken. Een trouwe metgezel op de vele vaak barre tochten.

Het kan ook zijn dat het kil en tochtig was in de cel waarin hij gevangen zat. , , Of wil hij onder die mantel, reisgezel langs zovele wegen des levens, sterven? Is er huivering voor de naderende doodskoude in zijn vraag? Wil hij in dit gewaad sterven en als het ware in zijn ambtskleed, waarin hij zijn werk gedaan heeft, voor God treden, gelijk Bach in zijn stervensuur boven zijn laatste werk schrijft: „Vor deinen Thron tret' ich hiermit" (Voor Uwen troon treed ik hiermee)? (Smelik).

Het blijft gissen uiteraard. Inmiddels intrigeert ons de vraag naar de reismantel wel. Het lijkt een klein, simpel verzoekje, maar het heeft voor de apostel grote waarde. Hoe vaak bestaat het leven niet in vele kleine dingen. Wat kunnen we daarin voor elkaar tot zegen en bemoediging zijn. Soms meer dan we zelf beseffen. Een hartelijk woord, een vriendelijke groet, een kleine liefdedienst, aandacht en zorg hebben voor elkaar binnen de kring van de christelijke gemeente. Het doet zoveel goed en dient ons op de ziel geschreven te staan. Breng de reismantel mee.

En de boeken. Ta biblia, staat er letterlijk. Woorden die ook voor de bijbel worden gebruikt. We kunnen aan gewone boeken denken. Calvijn doet dat. Hij zegt: we zien dat de apostel, hoe hij zich ook op zijn dood voorbereidde, toch is blijven lezen. „Waar zijn zij dus, die menen dat zij in die mate gevorderd zijn, dat zij geen enkele oefening meer nodig hebben? Wie heeft zich met Paulus durven vergelijken? Meer nog wordt hierdoor weerlegd de razernij van fanatieke mensen, die, met verachting van boeken en veroordeling van alle lezen, alleen op hun geestvervoeringen pochen. Laten wij echter weten, dat door deze tekst aan alle godvruchtigen het aanhoudende lezen wordt aanbevolen om daardoor vorderingen te maken.

Breng de boeken mee. Een dominee die niet studeert, is iet bekeerd, werd eens gezegd. Daar zit veel waars in. Het is trouwens te horen als de boeken zijn dicht gebleven. Zo begaafd zijn wij mensen veelal niet dat we zomaar uit preken kunnen gaan. Du bist faul gewesen, werd eens tegen een Duitse dominee gezegd, die er zich op beroemde onvoorbereid de kansel te zijn beklommen en daar wachtend op de inwerking van de Geest aan het spreken ging. Je bent lui geweest! Het kan geestelijk lijken zomaar, het Woord Gods te prediken, maar de Geest werkt veelal middellijk. Onze vaderen hebben het begrepen, zonder studie komt de bediening van het Woord te kort. Ze stichtten hogescholen om a.s. dienaars van het Woord een verantwoorde opleiding te geven. Preken die niet grondig zijn voorbereid worden beter ver-worden tot stichtelijke praatjes met elke week dezelfde inhoud ook al varieert te tekstkeus. Breng de boeken mee!

Paulus kan met 'ta biblia' ook bedoeld hebben: de (bijbel)boekrollen. In onze taal overgezet: breng mijn bijbel mee. Bedoeld zijn de boekrollen bevattend het Oude Testament. De apostel kon het Woord niet missen. Nu het einde van z'n leven nadert, heeft hij te meer het Woord Gods nodig. Daarin wordt zijn leven verkondigd. Daarin verrijst voor zijn geestesoog de verschijning van Christus die hij heeft liefgekregen. Honger naar het Woord gaat nooit meer over, ook niet als we ouder worden. Het is niet zo dat je daarvan verzadigd raakt. Nee, uw Woord kan mij ofschoon ik alles door zijnen smaak èn hart èn zinnen strelen! Het is juist bij het doven van veel lampen op aarde in je leven een blijvende lamp voor de voet over het levenspad. Leven bij het Woord. We zien het ons voor ogen geschilderd in het leven, in de levensavond van de grote en tevens kleine Paulus.

En de perkamenten. Wat we hieronder hebben te verstaan, is het meest duister in de exegese van deze tekst. Iemand denkt aan Paulus' eigen rondzendbrieven. Hij wilde ze bij zich hebben nu zijn bediening ten einde loopt. Om zich te verdiepen in wat zijn levenswerk mocht zijn. Alexander, de kopersmid

„Alexander, de kopersmid, heeft mij veel kwaads betoond; de Heere vergelde hem naar zijn werken". Bij teleurstellende ervaringen door de apostel opgedaan in het laatste van zijn levensdagen hoort ook deze. De bittere vijandschap van Alexander. Calvijn ziet in hem een huiveringwekkend voorbeeld van afval. Velen hebben, begrijpelijk, gedacht dat deze Alexander dezelfde is als de man van Handelingen 19 uit Efeze. Daar lezen we immers van het zilversmedenoproer. Maar het is moeilijk dat definitief vast te stellen. Het gaat er om dat hij Paulus veel kwaad heeft betoond. Met Hymeneus heeft de apostel hem aan de satan overgegeven (1 Tim. 1, 20). Kwaad betoond. Daar zit een diepingrijpend gebeuren achter. In Alexander openbaarde zich de boosheid van de satan. In I, 1, 20 wordt over 'lasteren' gesproken. Calvijn zegt ervan: eerst heeft Alexander enige roem gedragen in het bevorderen van het Koninkrijk Gods. Maar juist dan en daarin komt de omkeer. Hij leek een wolf in schaapskleren. Dal komt nog altijd voor. Mensen van wie veel werd verwacht, vallen af. En hun laatste is erger dan het eerste. Hij heeft mij veel kwaad gedaan. Paulus zal bedoelen: hij heeft mijn arbeid, misschien wel voor de rechter, in een bedenkelijk licht geplaatst. De Heere vergelde hem. Dat doet sterk denken aan de Oudtestamentische vervloekingen. In het O.T. beroept de vrome zich tegenover de goddeloze nogal eens op het rechtvaardig oordeel Gods (zie b.v, Ps. 62, 13). Paulus wil zelf liever niet oordelen. Hij laat dat maar aan God zelf over. Dat is trouwens een bijbelse zaak. Wreek uzelf niet beminden. Want Hij heeft gezegd: Mij komt de wraak toe, Ik zal het vergelden.

We moeten eigen gelijk maar niet al te krampachtig willen zoeken als het gaat om Gods zaak en om Gods eer in kerk en gemeente. We draven onszelf zo licht voorbij en zoeken eer eigen eer dan dat we Gods zaak dienen.

Dat Paulus intussen zulke zwaarwichtige woorden in de mond neemt, wijst wel op de ernst van de zaak. Hier is maar geen

sprake van menselijke wraakgierigheid. Nee, wie op zulk een ernstige wijze Gods werk en Woord tegenstaat, kan slechts aan het strenge gericht Gods worden overgegeven. Het karakter van deze tegenstand is duivels, satanisch.

Wacht u voor deze hond! Wees op uw hoede voor hem, aldus Paulus. Alexanders invloed was groot. Hij heeft 'onze woorden' zeer tegengestaan. Onze woorden. Paulus bedoelt: niet alleen die van mij, maar van alle dienaars van Christus. U zult daar niet buiten vallen. De apostolische prediking was het doelwit van Alexanders verzet.

Niemand bij mij geweest

„In mijn eerste verantwoording is niemand bij me geweest, maar zij hebben mij allen verlaten. Het worde hun niet toegerekend".

Paulus doelt hier op zijn eerste verhoor voor de rechter. Hij had geen getuigen a decharge tot zijn beschikking. Helemaal alleen stond hij voor zijn rechters. Niemand uit de gemeente Gods te Rome had kennelijk de moed kunnen opbrengen een goed v/oord voor de apostel te spreken. Opnieuw gebruikt hij het woord 'verlaten'. Hij voelt zich in de steek gelaten. Duidelijk klinkt zijn eenzaamheid in deze woorden door. Ze hebben mij allen verlaten.

Paulus mag daarin gemeenschap ondervinden met Christus Zelf. Ook Hij raakte verlaten van al Zijn discipelen. En kwam geheel alleen voor Zijn rechters te staan. We moeten maar niet al te stoer spreken over verdrukking en over staande blijven. We zien het hier: mij allen verlaten. Wij zijn van onszelf niet zulke helden als we wel eens menen op en onder de preekstoel. Intussen doet Paulus nü geen beroep op de Goddelijke wrekende gerechtigheid, zoals in het vorige vers bij Alexander. Hier betreft het zijn broeders. Bovendien gaat het hier niet zozeer om Gods zaak en dienst, maar meer om eigen privé wedervaren en dat acht de apostel niet juist om Gods wraak in te roepen. Een christen leert, dulden en dragen, af te zien van mensen om God alleen over te houden. Paulus is als Jezus aan het kruis en Stefanus onder de regen van stenen: het worde hun niet toegerekend. Voorbeeld van christelijke mildheid en zachtmoedigheid. Geen wraaklust, geen bitter zoeken van eigen gelijk. Maar begrip voor eikaars zwakheid en gebrek aan moed. Tevens mocht, de apostel een hogere Hulpe ervaren: maar de Heere heeft mij bijgestaan en bekrachtigd! Ook hij mocht de waarheid van psalm 118 ervaren:

't fs beter als w' om redding wensen Te vluchten tot des Heeren macht Dan dat men ooit vertrouw' op mensen Of zelfs van prinsen hulp verwacht.

C.a.d.IJ.

J. M.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 5 juni 1987

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's

Reismantel, boeken en perkamenten

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 5 juni 1987

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's