Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

EVANGELIST IN DE 18e EEUW

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

EVANGELIST IN DE 18e EEUW

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

(8) Op 30 oktober 1739 zette Whitefield (opnieuw) voet op Amerikaanse bodem. Er was in dit deel van de wereld iets gaande. Net als in Engeland. Gedurende de jaren 1720—1735 hadden er meerdere opwekkingen plaatsgevonden in verschillende delen van het land. O.m. in Pensylvania onder de Duitse emigranten aldaar. Ook in New Yersey. Daar was Theodorus Frelinghuysen predikant. Zijn gemeenten (een viertal, gesticht door Hollanders) waren streng orthodox. Hun pastor bemerkte evenwel weinig van vernieuwde harten. Frelinghuysen ging op dat laatste sterk de nadruk leggen in zijn preken. Preken deed hij waar hij maar kon. Niet alleen in de kerk, ook in de huizen. Niet alleen op zondag, ook in de week. Voortdurend beklemtonend, dat één ding nodig was. Bovendien stichtte hij scholen voor de kinderen. Daarnaast vormde hij verschillende godzalige jonge mannen, die hij inzette van het evangelisatiewerk. Intussen kreeg Frelinghuysen te maken met een groeiende oppositie. Een aantal mensen schreven een klacht tegen hun predikant: maar liefst 246 pagina's. Er ontstond een

bittere controverse. Het gevolg was een scheuring. Frelinghuysen was evenwel ongeschokt in zijn vertrouwen op God. Hij was er diep van overtuigd, dat hij streed voor het geloof, dat eenmaal de heiligen was overgeleverd. Het behaagde de Heere hem overvloedig te zegenen. Door zijn bediening werden er velen toegebracht. Daaronder waren grote zondaren, daaronder waren mensen, die eerst zijn felste vijanden waren (onder wie ouderlingen en diakenen). Frelinghuysen oefende een sterke invloed uit op meerdere dienaren van het Woord uit verschillende denominaties.

Ook dient in dit verband melding te worden gemaakt van de opwekking in Northampton in de staat Massachusetts. Hier woonde en werkte Jonathan Edwards, die leefde van 1703 —1758. Een groot man, tegelijk iemand waarover in de geschiedschrijving de meningen sterk uiteenlopen. Hoe dan ook was Edwards allereerst een christen en een leraar van het christelijk geloof. Hij wist van de heersende macht van de zonde in zijn hart en leven (waardoor hij niet in staat was God lief te hebben, in Christus te geloven, of iets te doen wat

waarlijk goed en aanvaardbaar was in Gods oog). Die heerschappij van dc zonde werd gebroken door de souvereine genade van God. Naar zijn eigen getuigenis was hem dat niet aangeboren, maar had God Zelf ingegrepen in zijn leven en hem geleid tot een levende kennis van een Heiland, Die hij vervolgens begeerde te dienen.

Edwards werd in 1727 tot predikant bevestigd in Northampton, als collega van Solomon Stoddard, zijn grootvader. Stoddard heeft hier 57 jaar gestaan. Jonathan Edwards zette zijn stempel op een nieuwe voortgang van het oude puritanisme. Daarbij had hij de moed tegen de stroom op te roeien en de tijdgeest te weerstaan. Het was hem niet genoeg dat het kerkelijk bedrijf van week tot week voortging. Steeds maar weer hetzelfde. Het ging hem om waarachtig geestelijk leven. Toch preekte Edwards niet sensationeel, maar wel gezond gereformeerd en recht op de man af. De belangstelling nam toe.

Beducht was Edwards voor de groei van het Arminianisme. Met het oog daarop hield hij een serie preken over de rechtvaardiging van de goddeloze door het geloof alleen. Daarin legde hij alle nadruk op de werkelijkheid van zonde en genade. Het werd gevolgd door een aantal preken over Gods absolute souvereiniteit in het redden van zondaren. Edwards vermeldt later dat onderzijn prediking de Geest van God buitengewoon begon te werken. Er kwam leven onder de doodsbeenderen. Het gevolg was een aanzienlijke verandering in de stad. Die scheen wel vol te zijn van de tegenwoordigheid van God. Gods gangen werden gezien in Zijn heiligdom, Gods dag was een vreugde en Zijn woningen waren liefelijk. Het bekeringswerk nam ongemeen toe. Dagelijks werden er getrokken uit de duisternis in het wonderbaar licht. Edwards ging in het behandelen van de zielen eerlijk te werk. De bekering was naar zijn overtuiging meer dan alleen maar wat aandoeningen. Hij beschouwde niet elke religieuze pijn en elke enthousiaste betrokkenheid, als uiting van een bijbelse bekering. Het ging hem op het zaligmakend deel hebben aan Christus. De levende geloofsverbondenheid. Het diepe en overtuigende werk van de Heilige Geest in het hart had daarin zeker zijn plaats.

Na deze doorbraak, het zijn Edwards eigen woorden, begon de Geest zich langzamerhand terug te trekken. Oude veten tussen verschillende gemeenteleden leefden weer op. Edwards gaf 't oorzaak tot verootmoediging. En er zou weer een nieuwe opwekking komen. Daarvoor zou de Heere Whitefield gebruiken.

Men zag in Amerika naar hem uit. De kranten hadden melding gemaakt van de zegeningen die hij op zijn prediking had ontvangen. In Bristol en in Londen gedurende 1737. Ook was melding gemaakt van zijn openluchtprediking. Veel christenen in dit werelddeel verlangden er dan ook naar dat de Heere Whitefield naar hier zou zenden. Hij werd gezien als het middel om het vuur van opwekking opnieuw te laten branden en te doen verspreiden. Toen kwam het bericht dat Whitefield onderweg was naar Amerika en tenslotte dat hij in Philadelphia was aangekomen. Dat het zijn bedoeling was iedere gelegenheid te baat te nemen om het Woord te verkondigen. Zo was de situatie, toen Whitefield de nieuwe wereld bereikte. De Heere zou grote dingen doen.

In Philadelphia wilde Whitefield enige zaken regelen (zoals het kopen van goederen voor het weeshuis in Savannah). Hier ontmoette hij ook Benjamin Franklin, die bekend was als schrijver, drukker en uitgever. Hij was een Quaker. Er ontstond een hartelijke en blijvende vriendschap tussen de mannen. Franklin gaf een editie uit van Whitefields Journalen en van zijn preken. Franklin getuigde van de buitengewone invloed die er van Whitefields welsprekendheid uitging op zijn hoorders. Hij vond het wonderlijk om te zien, hoe spoedig het leven van de inwoners van de stad veranderde. Leefde men hier oppervlakkig, was men op het punt van de religie bepaald onverschillig, weldra leek het of heel dc wereld godsdienstig was geworden, aldus Franklin. Men kon niet door de straten wandelen, of men hoorde het zingen van psalmen in verschillende gezinnen in elke straat. Whitefield deed al het mogelijke om ook Franklin te bekeren, maar die stond afwijzend en bleef dat. Toch was dit geen belemmering voor hun vriendschap. Aan het eind van Whitefields leven, toen Franklin beroemd was als diplomaat, uitvinder, filosoof en schrijver, was hij nog steeds niet binnengegaan. Dapper genoeg om met elektriciteit te experimenteren, durfde hij zichzelf toch niet open te stellen voor het licht van Gods Geest.

Een andere plaats waar Whitefield zijn opwachting maakte, was Boston. Naar het uiterlijke een stad, waarvan de (talrijke) bewoners betrokken waren op de religie. Hij werd er ontvangen door de Gouverneur van Massachusetts, Jonathan Belcher, die hem behandelde als een zoon. Hij verzocht hem te preken in zijn ambtswoning. Nodigde vervolgens andere evangeliedienaren uit, zodat die ook Whitefield konden horen.

Boston liep uit. Zijn gerucht was hem vooruitgesneld. Er was een geweldige toeloop van mensen. In een dienst die nog moest beginnen werd een luid gekraak gehoord — veroorzaakt door een man die een losse plank door midden brak, om zichzelf van een zitplaats te voorzien. Men dacht echter dat de galerij van het gebouw het begaf en er brak paniek uit. Mensen sprongen door ramen naar buiten. Anderen, die via de uitgang dachten weg te komen, botsten op tegen mensen die nog naar binnen wilden. Whitefield arriveerde op dat moment. Direkt riep hij uit dat hij op een andere plaats in de open lucht zou preken. Hij voorkwam een grote ramp, maar 5 mensen stierven aan de verwondingen. De herinnering aan deze gebeurtenis kwelde hem elke keer als hij naar Boston terugkeerde.

Hij bleef hier 15 dagen en velen ontwaakten. Een dienaar van het Woord, William Cooper, schreef aan een kollega, dat Whitefields prediking hem werkelijk verkwikt had. En hij geloofde dat datzelfde gold voor veel kollega's. Hij had veel jongeren ontmoet onder diepe overtuiging. Geraakt als ze waren door Whitefields verkondiging. Daaronder waren negers en indianen. Ook bejaarde personen.

Op weg naar New York deed Whitefield Northampton aan, waar hij voor de eerste keer kennis maakte met jonathan Edwards en diens vrouw, Sarah. Het echtpaar maakt indruk op hem. Vanwege hun godsvrucht. Sarah had Whitefield al eerder gehoord. Naar aanleiding van zijn verblijf in Northampton schreef ze aan haar broer hoe verbazend het was, hoe Whitefield zijn gehoor kon boeien middels de meest eenvoudige evangelie waarheden. Ze maakt melding van het feit hoe de werklieden prompt hun werk in de steek lieten om hem te gaan horen. Weinigen kwamen onaangedaan terug op hun werk. Iemand die bevooroordeeld is, zal zeggen dat het toneelspel is. Theater. Maar iemand die hem ontmoet heeft en hem kent, zal zo niet spreken. Zijn oordeel over de dienaren van het Woord is niet mis. Hij zegt, dat de reden, dat gemeenten zo dood en doods zijn, is, dat zij die preken vreemd zijn aan het heil in Christus. Toch is er thans ook onder hen een kentering merkbaar.

Enige tijd later, we schrijven dan november 1740, kreeg Whitefield een pakket brieven overhandigd, afkomstig uit Engeland. Als hij van deze brieven kennis heeft genomen, staat zijn besluit vast. Hij zal opnieuw de Oceaan oversteken. Alle dingen sterkten hem in zijn overtuiging dat in Amerika een belangrijk deel van zijn roeping lag. Maar nu had Engeland hem nodig. De voornaamste reden daarvan was, dat John Wesley kennelijk de strijd had aangebonden. Whitefield wilde er alles aan doen om een scheuring te voorkomen. Daarom wilde hij er van aangezicht tot aangezicht en in liefde met Wesley over spreken.

M.

K.t.K.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 juli 1987

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's

EVANGELIST IN DE 18e EEUW

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 juli 1987

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's