Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Sion door recht verlost

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Sion door recht verlost

13 minuten leestijd Arcering uitzetten

Sion zal door recht verlost worden, en haar wederkerenden door gerechtigheid. Jesaja 1 : 27.

Sions gericht

Wie is Sion? Het is de stad die op en rondom de heuvel Sion ligt. De stad des groten Konings. Zeer heerlijke dingen worden er van u gezegd, o stad van onze God (Psalm 87 : 3). De naam Sion duidt, ook de bevolking van Jeruzalem aan. Dan heet zij „dochter Sions". Ook worden zeer vreselijke dingen van Sion gezegd. Sion is Sion niet meer. De gesel van het oordeel Gods heeft haar geslagen. Het woordje „recht" in onze tekst betekent ook gericht, gerechtelijk vonnis.

Het goddelijk vonnis dat over haar wordt geveld berust op een zware aanklacht. Het volk van Sion is dommer dan een os en een ezel. De spreekwoordelijke domheid van beide dieren gaat niet zo ver, dat de os niet meer weet wie zijn eigenaar is, en dat een ezel niet zomaar een vreemde stal binnenloopt. Hij kent de krib van zijn meester.

Maar de dwaasheid van Sion gaat zo ver dat God haar aanklaagt: „Maar Israël heeft geen kennis. Mijn volk verstaat niet" (vs 3). Het inzicht, de kennis ontbreekt dat in God het leven is. Daarmee tekent Israël zijn eigen doodvonnis.

Beestachtige zonden breken uit. Zelfs Sodom en Gomorra staan model voor de zonden van oversten en volk (vs 10). Ze houden er nog een vleugje godsdienst op na. Maar het is een vlag die de lading moet dekken. Daar wordt de Heere alleen maar verschrikkelijk moe van. Om niet te zeggen, Hij wordt het zat. Hij klaagt Sion aan. De rechtvaardige aanklacht spitst zich toe in de beschuldiging. God schroomt niet de dochter van Sion met een hoer te vergelijken (vs 12). De aanklacht bevat concrete beschuldigingen. Er kleeft onschuldig bloed aan hun handen. De verdrukte vindt geen hulp. De wees lijdt onder het onrecht, de weduwen worden verstoten. Dieven en moordernaars bevolken de heilige stad. Steekpenningen en frauduleuze praktijken verhogen de inkomsten en vergroten hun zonden. En dan de tempel maar plat lopen met offers.

Maatschappelijk en kerkelijk deugt er niets meer van. Alles is door en door verziekt. Sion zit vol met wonden, striemen en etterbuiten, die niet uitgedrukt, noch verbonden zijn. Daarover heft God de gesel van Zijn oordeel op. Dat is de samenhang tussen Sions ontrouw en Gods rechtvaardig oordeel. Hierdoor zijn huizen en steden in vlammen opgegaan. De oogst is door barbaren geroofd. Assyrische en Babylonische terroristen zaaien dood en verderf. En Sion? Zij is overgebleven als een hutje in de wijngaard, en als een nachthutje in komkommerhof, waaromheen de vijandelijke legers zich samentrekken (vs 7—8). Zoals een hut van een nachtwaker in grote eenzaamheid, ver verwijderd is van de bewoonde wereld.

Sion van toen is in veel opzichten spiegelbeeld van kerk de samenleving nu. Jesaja preekt ontdekkend. Wie dat vandaag wil doen moet de zonde bij name noemen. Wij zijn in de ban geraak van Gods vijandige machten. Mag ik er een paar noemen? Aan de macht van het geld worden de hoogste morele waarden opgeofferd. De oneerlijkheid kan een rol spelen om aan extra uitkering te komen. Het huwelijk wordt naar beneden gehaald, omdat samenwonen voordeliger is.

De sexualiteit slaat duizenden in de boeien, bij het knoeien aan de bronnen van het leven. Pornolectuur en pornovideo maken hun opwachting in de gezinnen, onder het mom: „Je moet weten wat er in de wereld te koop is". De sportverdwazing verslaat zijn miljoenen. Een kerk die zich in bijna niets meer van de wereld onderscheidt. Roepen we daarmee het oordeel van God niet over ons in? En is hèt oordeel in het oordeel niet dat zowat niemand het oordeel meer vreest?

Er is geen kennis van God meer in het land. We leven midden in het oordeel van verharding en verbinding. Wat er nog wel is? Vloeken en liegen en doodslaan. Stelen en overspel doen. Incest en homofiele praktijken, terreur, dronkenschap, verslaving en bomaanslagen. Erger nog: niemand zegt in zijn hart dat Ik, God, hunlieder boosheid gedachtig ben. Toch wordt dit alles pas echt erg, wanneer u dit allemaal ontdekt in uw eigen hart. Want alles wat we om ons heen zien, huist van binnen. Tenminste is het woord van Jezus waar: „Uit het hart des mensen komen voort, Loze bedenkingen, doodslagen, hoererijen, dieverijen, enzovoort, enzovoort.

Stelt God het ordentelijk voor uw ogen, dan erkent u, dat u niet alleen maar zonde doet, maar dat u zonde bént. In het gerechtelijk vonnis wordt ons elke zelfverdedediging en zelfrechtvaardiging uit handen geslagen. Dan is een andere niet langer de zondaar, of de wereld alleen maar slecht, of de kerk alleen maar diep gezonken. Nee, God dagvaart u en mij persoonlijk als zondaar, als overtreder van Gods heilige gebod.

„Kom dan en laat ons samen richten". Hij vraagt of u en ik van harte instemmen met de belijdenis: Zo Gij, Heere de ongerechtigheid gadeslaat, Heere, wie zal bestaan?

Erken met een bevend hart: ik lig met de héle wereld op één grote hoop. Of met de moordenaar aan het kruis: ik ben met allen om mij heen in hetzelfde oordeel, een oordeel dat niets dan vreselijk wezen kan. Door dit gericht heen baant God de weg om genade te bewijzen.

Sions verlossing

Wat ligt er meer voor de hand dan dat Sion door recht ten ondergaat. Maar Jesaja heeft een tegenovergestelde boodschap voor het schuldige volk: Sion zal door recht verlost worden.

Ik dacht, zegt iemand, dat zondaren door genade verlost worden. Zo lees ik het ook in de Bijbel. Uit genade zijt gij zalig geworden. Staat hier niet precies het omgekeerde? Verlossing door recht, 'n Vergissing? Nee, wel een diep geheim. De meest sprekende vertaling van onze tekst luidt dan ook: „Sion zal door gericht worden losgekocht". Loskopen is hier de betekenis van het woord „verlossen".

Hiermee wordt nadruk gelegd op het bevrijdend handelen van God. Het volk van Sion door het oordeel heen gelouterd, gereinigd en zó verlost. God gaat soms diepe wegen met schuldige mensen. Wegen van ziekte, rouw, smart en verdrukking,

Waarom? Opdat ik dus Uw goddelijk recht zou leren, zingt de dichter van Psalm 119. Ook wegen waarin we aangeklaagd en veroordeeld in onszelf voor de rechtvaardige God komen te staan en voor de afgrond van onze schuld.

Sommige mensen moeten ik weet niet hoe diep gaan om één klein „zondetje" op te diepen. Opent de Heere uw ogen, dan gapen afgronden van schuld en verlorenheid u aan. De zonde maakt ons geen „arme zondaars', vervuld met zelfmedelijden. De zonde maakt ons tot boosdoeners, tot goddelozen. Althans wanneer de Geest des oordeels en dat uitbanning met heilige vlammen door je leven slaat.

Zulke zondaren krijgen een welgevallen in de straf hunner ongerechtigheid en leren roepen om Gods welbehagen. Nooit meer zalig te willen worden ten koste van Gods gerechtigheid. Wel met verheerlijking daarvan. Ons staat het ergste te vrezen als God zegt: „Laat ons samen richten". Daar staat ook het heerlijkste te wachten. Al waren uw zonden als scharlaken, Ik zal ze maken als witte wol. Al waren ze rood als karmozijn, ze zullen witter worden dan sneeuw. Door recht wordt Sion losgekocht.

Tot elke prijs zijn wij verloren. Door één prijs worden zondaars gered. Het recht van God wordt hier betrokken op de gunst van God. Hoe dan? God zelf brengt recht en genade met elkaar in overeenstemming. Zorgt er voor dat er aan Zijn gerechtigheid genoeg geschiedt.

Genade vindt haar grond in het voldane recht van God. Het perspectief van onze tekst ziet uit naar Christus. Wie loskoopt van zonde, schuld en dood, moet zélf de prijs betalen. Wie rechtelozen en goddelozen verlossen wil moet zelf een rechtsgrond voor die verlossing leggen. Wie is dat anders dan Sions God? Op Golgotha heeft vele eeuwen na Jesaja's profetie een kruis gestaan. In Jezus Christus hebben recht en genade elkaar met de kus van vrede begroet. Recht èn genade een eenheid in God. Losgekocht heet dat. Gij zijt duur gekocht schrijft Paulus. Sion moest en moet wel leren, toen Gods gericht werd aangekondigd dat de Heere recht is in al Zijn weg en werk. Maar al had God Sion duizendmaal zwaarder gestraft, dan zou de prijs die God vorderde nog niet betaald zijn.

Wie kan aan Gods recht voldoen?

Dit recht heeft de Heere Zichzelf voorbehouden. Gode zij dank! Door het gericht dat over Gods geliefde Zoon, onze Heere Jezus Christus is heengegaan, en waaronder Hij alleen, Hij en niemand anders is doorgegaan, is de weg vrijgekomen voor Gods genade.

Hoe zal een zondaar in Gods gericht blijken een rechtvaardige te zijn?

Alleen als de Heere u vrijspreekt, omdat Hij Zijn eigen Zoon niet gespaard heeft. Hoe zal God tegen mij zeggen: „gij zijt vrij, de aanklacht tegen u geldt niet meer"? Het antwoord komt van Boven, verrassend, overweldigend, vol van goedertierenheid. Zo is er dan geen verdoemenis meer, voor degenen die in Christus Jezus zijn.

Verlossing door genade, daar willen mensen nog wel van horen. Verlossing door recht, wie ligt er aanvankelijk niet mee overhoop? Totdat God u leert: Er moet een rechtsgrond zijn, op grond waarvan de Heere mij genade kan schenken. Nog eenvoudiger: U moet in Christus Jezus zijn. Plaatsbekleder en Borg is Hij. Gekend wordt Hij door het geloof waardoor ik rechtvaardig ben voor God. Luther noemde dit „het vreemde werk van God". Recht is verdoemen, ja maar recht is óók behouden. Recht is straffen, ja maar óók bevrijden.

Daar komt u achter als u zich door het geloof in Christus zoekt te bergen. Zulke mensen heten zondaren en niet meer eigengerechtigden. Armen zijn het en nooit rijken. Goddelozen zijn het en geen heiligen. Hun offers behagen Gode niet, maar zij leren behagen scheppen in het ene offer van het Lam Gods, dat de zonde der wereld wegneemt.

In Christus zijn. Wat is dat? Het is een vallen. En vallen willen we niet. Wij willen vasthouden. Liever aan strohalmen dan aan Christus. Toch is het een vallen in de handen van Christus. Zich werpen op Christus. Niet als een kind des Heeren, maar als een goddeloze. Het is een zich weggeven aan Christus, opdat Hij met ons handelen kan naar Zijn welbehagen. Want Hij zoekt en maakt zalig wat verloren is. De Geest der genade trekt ons door Gods evangeliebeloften tot Christus heen en doet ons roepen: „Ontferm U mijner. Breid Uw vleugel over mij uit, over mij die een vreemde ben, maar wees Gij mijn Borg".

De volgende uitleg van onze tekst spreekt mij wel aan. 4. „Terwijl God zich openbaart in Zijn straffende gerechtigheid deelt Hij degenen die daaraan ontkomen zijn de gerechtigheid als genade mee". Genade is geschonken gerechtigheid. Dat is loskoping. Gerechtigheid, zij is aan de voorzijde een vuur der wet. Haar keerzijde is evangelisch licht. Achter de toorn handelt de liefde van God, soms vooreerst verborgen als een zon achter de wolken. Maar niet een zon die nimmer doorbreekt. Neen, ulieden die de Naam des Heeren vreest, zal de Zon der gerechtigheid opgaan. Liefde breekt door waar genade verschijnt, de zonde verdwijnt en Gods recht verheerlijkt blijkt, Liefde op grond van het recht.

Tenslotte volgt ook nog:

Sions bekering

Verlossing werkt altijd bekering uit. Sion zal door recht verlost worden en haar wederkerenden door gerechtigheid. Lees dit woord als een belofte. Gods gerichten over Sion werken iets positiefs uit. Uit het gericht en het oordeel van de ballingschap zal er een rest terugkeren. Dat zijn degenen die wederkeren. Dat is het overblijfsel naar de verkiezing der genade. Hun bekering, hun terugkeer wordt gerechtigheid genoemd.

Bedoeld is tengevolge van de geschonken gerechtigheid nu wandelen in de weg der gerechtigheid. Wandelen in de vreze Gods. Daarbij zich telkens opnieuw verlaten op de gerechtigheid van Christus. Telkens opnieuw tot Zijn genade terugkeren. Niet wandelen meer naar het vlees, maar naar de Geest.. De zonde afsterven om Gode te leven. Dat is door gerechtigheid wederkeren. Het vlees laat David in zonde vallen. Het vlees verloochent Christus en Zijn gerechtigheid. Net als Petrus. Het vlees bouwt met Salomo afgodsaltaren. Het vlees van Gods kinderen deugt nergens toe. Zij komen met Paulus aan de weet, en dat met verdiepte smart: Ik ben vleselijk, verkocht onder de zonde. Wederkeren is dan ook gestadig toevlucht nemen tot de dood, het bloed en de gerechtigheid van Christus. Hun wandelen in gerechtigheid, in rechtvaardige daden, maakt de gerechtigheid van Christus niet overbodig, maar elke dag nódig. Rechtvaardig worden zij gerechtvaardigd. Daar is een eerste rechtvaardiging in de vrijspraak als Sion door recht verlost wordt. Er is ook een voortdurende rechtvaardiging die vrucht is van het wederkeren tot de Heere. Het ware geloof zoekt zijn zaligheid buiten zichzelf in Christus. Is voortdurende werkzaam met Gods geschonken Borg en Middelaar.

De Heere blijft rechtvaardigen, in die zin dat Hij blijvende gerechtigheid van Christus laat gelden. Het geloof verenigt ons al langer hoe meer met Christus om ons met huid en haar, zo goddeloos als we in onszelf zijn, aan Hem toevertrouwen.

„Zo vinden wij allerlei vertroostingen in Zijn wonden, en hebben niet van node een ander middel te zoeken of uit te denken, dan alleen deze enige offerande, die ons met God verzoent (N.G.B., art. 21).

„En het geloof is een instrument dat ons met Hem in de gemeenschap van al Zijn goederen houdt, dewelke de onze geworden zijnde, meer dan genoegzaam zijn tot onze

vrijspreking van zonde" (idem, art. 22).

„En voorwaar indien wij voor God verschijnen moesten — (ook in het wederkeren tot de Heere) — we moesten helaas verslonden worden. En daarom moet iegelijk zeggen met David: Ga niet in het gericht met Uw knecht", (idem, art. 23).

„En als een zondige gedachte al genoeg is om door God verworpen te worden, dan zouden we altijd in twijfel staan, herwaarts en derwaarts drijvende, en onze arme harten zouden altijd gekweld worden, indien zij niet steunden op de verdiensten van het lijden en sterven van onze Zaligmaker" (idem, art. 24).

Wie zijn nu die wederkerenden? Het is het weinige overblijfsel dat de Heere ons gelaten heeft (vs 9). Het is het heilige zaad van jongeren en ouderen, die het in de wereld niet kunnen vinden. Ze zullen als knopjes in de lente openspringen nadat het volle blad in de herfst is afgevallen. Wanneer in de herfst de bomen hun bladeren laten vallen, dan zitten de nieuwe knopjes er al aan. In de lente springen zij open.

Mij dunkt, temidden van verharding, verwarring, afval en oordeel, is God de Heere bezig met jongeren en jeugdigen, in wier leven Hij het waarmaakt: Het zaad zal Hem dienen. Zeer heerlijke dingen worden er ondanks het oordeel van u gezegd o Sion. God zal het zaad der kerk tellen als in Israël ingelijfd en doen de naam van Sions kinderen dragen. Ik heb hoop voor de kerk.

K.a.Z.

H. V.

P.S. Bij de meditatie in het nr. van 6 november ontbrak de vermelding van de tekst. De tekst is Zacharias 14 : 20 en 21.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 november 1987

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's

Sion door recht verlost

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 november 1987

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's