Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Geroepen heiligen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Geroepen heiligen

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

„Paulus, een geroepen apostel van Jezu Christus, door de wil van God en Sosth nes, de broeder. Aan de Gemeente Gods die te Korinthe is, den geheiligden in Christus Jezus, den geroepen heiligen, mei allen die de Naam van onze Heere Jezus Christus aanroepen in alle plaat beide hun en onze Heere: enade zij u vrede van God onze Vader en de Heere Jezus Christus." 1 Corinthe 1 : 1—3

Geroepen apostel

We maken een begin met de lezing en overdenking van de Corinthebrief. In de canon heet deze brief de 'eerste brief van de apostel Paulus aan die van Korinthe'. Maar wie nauwkeurig leest, ontdekt dat Paulus al eerder een brief heeft geschreven aan de gemeente in deze Griekse stad (zie 1 Corinthe 5 : 9—13). Op die brief heeft de apostel mondeling en schriftelijk reakties gehad. Huisgenoten van Chloë bezoeken Paulus in Efeze en verschaffen hem informatie over de situatie in Corinthe. Uit 1 Corinthe 1 blijkt dat die inlichtingen met name de partijschappen binnen de gemeente betreffen. Verder blijkt ook dat hem een brief is overhandigd door o.a. Stefanus met de bedoeling Paulus klemmend te verzoeken in te gaan op brandende kwesties die men binnen de gemeente zelf niet tot een oplossing weet te brengen. Die kwesties gaan, zo blijkt uit de voor ons liggende zendbrief, over het huwelijk, het gebruik van offervlees, de gaven van de Geest. Ook komen aan de orde zaken als: et gebrek aan nederigheid in Corinthe, misstanden rond het Avondmaal, ordeloosheid in de samenkomsten van de gemeente, de propaganda die sommigen maken voor de leer dat er geen opstanding der doden is.

Paulus, een geroepen apostel. We lezen daar licht overheen, maar dienen te bedenken dat hij dit niet zonder reden aan het begin van deze brief schrijft. Daarin ligt de onderstreping van wat hij gaat zeggen. Hij spreekt als apostel, juist ook in de aangelegen punten en brandende kwesties binnen de gemeente te Corinthe. , , De brief draagt zo het karakter van een officieel staatsstuk van de gezant van Koning Jezus" (Pop). Een n s geroepen apostel van Jezus Christus, door e-de wil van God.

Zeker, door de wil van God. Niet door Paulus' eigen wil. Het is geen kwestie ge-s, weest van beroepskeuze. Nee, het is door en Gods wil. Nadrukkelijk liep hij in zijn leven tegen de wil van God op. De nood werd hem opgelegd. Wee mij, indien ik het Evangelie niet verkondig! Door de wil van God. Een geroepen apostel. Geroepen tot de zaligheid. Geroepen tot gezant van Christus. Hij arbeidt omwille van het Evangelie om het ook zelf mede deelachtig te worden.

Paulus heeft zijn geroepen-zijn tot apostel èn tot de zaligheid als een onderstreping gezien van het machtige gegeven dat Christus in de wereld gekomen is om zondaren zalig te maken. Zo één als hij er voorheen was, wordt notabene verkozen tot drager van het Evangelie Gods. Daarom is het opschrift van deze brief geen visitekaartje dat een vertegenwoordiger achterlaat na een eerste bezoek bij een potentiële klant. Wel is het een proclamatie van de alles overwinnende genade Gods. Ik kom van God, wil hij zeggen. Geroepen... door de wil van God. En Sosthenes, de broeder.

Wie deze Sosthenes wa.s, weten we niet. Kennelijk een gezaghebbend man in de gemeente van Corinthe. Wat Paulus aan de gemeente gaat schrijven, daarvan draagt Sosthenes voorkennis en ondersteunt zo mede Paulus' boodschap en vermaning. Immers in de mond van twee of drie getuigen za.1 alle woord bestaan. , , Dat is geen teken van innerlijke onzekerheid, maar van een behoefte aan geloofwaardigheid. Als Sosthenes 'ja' zegt op deze brief, kunnen de Corinthiërs hem niet discutabel stellen" (Pop).

Geroepen heiligen

„Aan de Gemeente Gods die te Corinthe is..." Wie het vervolg van de brief leest en mede daardoor ontdekt welk een misvattingen en aangrijpende misstanden er in de gemeente van Corinthe werden aangetroffen, kan zich verbazen over deze uitermate positieve inzet van de brief. Of, en dat kan ook, hier lezen hoe we over de gemeente des Heeren hebben te denken ook al ontbreekt er nog zoveel aan haar openbaring naar buiten. Zó spreekt Paulus hen aan: gemeente Gods te Corinthe. Ik heb veel volks in deze stad, had de Heere immers Zelf gezegd. Hij had er in Zijn genade velen in Zijn hart gesloten, velen op het oog, velen liefgehad met een eeuwige liefde. En hoe scheef vele zaken werden beleefd, tóch is het de Gemeente Gods.

Voorts dienen we te bedenken tegen welke achtergrond deze aanduiding nog dieper relief krijgt. Het eerste waartegen Paulus straks te hoop loopt is de onvruchtbare geesteloze verdeeldheid binnen de Corinthische gemeente. Jullie zeggen wel: ik ben van Paulus en ik van Apoilos en ik van Cefas, maar je bent van God. Allemaal. Niemand uitgezonderd. De gemeente is nooit van een voorganger of van een organisatie. Ze is van God.

Calvijn trekt dan deze conclusie: wij moeten in deze wereld nooit zoeken naar een gemeente zonder vlek of rimpel. Ook moeten wij niet direct de titel 'gemeente Gods' aan een vergadering ontnemen waarin wij niet alles zien gaan naar onze wens. , , Want dit is een gevaarlijke verzoeking en kwelling dat men acht daar geen gemeente te zijn waar geen volkomen zuiverheid gezien wordt. Want zo wie hiermee bevangen is, die moet ten laatste van alle anderen afwijken en zichzelf schijnen alleen in de wereld heilig te geworden te zijn of moet een afzonderlijke sekte oprichten". En waarom bleef Paulus dan toch in Corinthe een gemeente zien ondanks alles? Daarop antwoordt Calvijn: Omdat hij er de leer van het Evangelie, Doop en Avondmaal zag. En al waren er die de opstanding der doden loochenden of daarover twijfelden, zo wordt toch de naam van gemeente hen niet ontnomen.

Gemeente Gods die te Corinthe is. F. J. Pop memoreert hoe 'gemeente Gods' een vertaling is van het Hebreeuwse 'kehal JHWH'. Zo komt de gemeente in Corinthe te staan in de traditie Gods vanaf Abraham of eigenlijk Adam. „Het is de geschiedenis van het vergaderen Gods waardoor Hij mensen roept uit de duisternis tot zijn wonderbaar licht". In Zijn gemeente-vergaderend werk in deze wereld heeft God ook Corinthe betrokken.

De toevoeging 'in Corinthe' duidt het spanningsveld aan waarbinnen de gemeente Gods staat en leeft. Ze heeft haar wandel, haar domicilie immers in de hemel. Intussen bevindt ze zich in Corinthe met alle gevaren en dreigingen van dien. En daar geeft deze brief ook volop blijk van. Zo is het vandaag niet anders. Het leven van de Gemeente Gods hier en nu brengt vele risico's met zich mee. Maar behelst tegelijk een opdracht. Juist in deze wereld roept God haar Zijn Bruid te zijn en zichzelf onbevlekt van de wereld te bewaren.

Vier titels krijgt de Gemeente Gods mee: geheiligden in Christus Jezus, geroepen heiligen, mensen die de Naam van onze Heere Jezus Christus aanroepen, behorend tot en verbonden aan allen die dat eveneens doen in alle plaats. Geheiligden in Christus Jezus,

een titel die ook aan Israël toebehoort. God zondert Israël af van en vergadert haar uit de wereld. Dat doet Hij eveneens met Zijn Gemeente. Ze is geheiligd dat wil zeggen afgezonderd om alleen de Heere toe te behoren. Daar ligt niet haar keus maar Gods keus aan ten grondslag. Ze krijgt dezelfde naam als eertijds Israël. In Christus Jezus. Het is wat Zondag 1 in het lied van de enige troost zingt: het eigendom van Christus Jezus. In de geloofsvereniging met Jezus Christus horen ze tot Gods geheiligden.

Ze zijn 'geroepen heiligen'. Geroepen, door middel van de roeping Gods werden ze overgebracht uit het domein van de duisternis en Godsvervreemding en overgezet onder de genadeheerschappij van Jezus Christus. Geroepen heiligen. We beluisteren in deze woorden „een zoet geheimenis waarin het geloof zich verlustigt, waarnaar de hoop zich uitstrekt en waarover de liefde zich verblijdt" (Pop).

Vrucht van roeping en afzondering van de wereld is dat ze de Naam van onze Heere Jezus Christus aanroepen. Terecht is gezegd dat hier het hart ligt van de wezenlijke eredienst. De Naam van de Heere Jezus Christus aanroepen. Uit Hem komt het heil der Gemeente Gods. Naar Hem gaat het herboren hart uit. Tot Hem strekt zich al haar liefde uit. Hem verwachten ze uit de hemel. Naar Zijn Beeld worden ze gelijkvormig gemaakt. Eens krijgt Hij eeuwig de eer en aanbidding. Ligt daar ook ons leven in verklaard.?

Dan weten we ons daarin verbonden met allen die in die Naam hun heil leerden vinden. De aanroeping van de Naam Gods is de voornaamste oefening des-geloofs, aldus Calvijn en daarom vindt men elkaar daarin vooral terug. Daar hebben we de echte oecumene, de geloofsgemeenschap in de éne Heere en Heiland van allen die de Heere Jezus Christus hebben liefgekregen in onverderfelijkheid. Dat is het geheim van de Gemeente Gods. Daar ligt haar leven. Haar wordt toegevoegd: genade zij en vrede van God onze Vader en de Heere Jezus Christus. Genade werd haar bewezen. Van genade mag ze leven. Vrede werd haar geschonken en gelaten. Op die vrede blijft ze aangewezen tot het rijk van vrede aanbreekt.

C.a.d.IJ.

J. M.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 januari 1988

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's

Geroepen heiligen

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 januari 1988

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's