Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

KLEINE KRONIEK

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

KLEINE KRONIEK

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

Gods adem heeft ze verstrooid

Dezer dagen is herdacht de ondergang van de , , onoverwinnehjke" Spaanse vloot, de Armada in 1588. In , , Protestants Nederland" van juni stond de rede afgedrukt die dr. H. A. Hofman hield op de jaarvergadering van genoemde vereniging. Hofman zet er boven: de Armada, bezegeling van de ondergang van een wereldrijk. We lichten uit zijn verhaal dat gedeelte waarin hij iets vertelt over de toedracht van een en ander. Dr. Hofman:

De Armada voer op 22 juni uit. Op 30 juni werd de vloot voor het eerst waargenomen in Zuidwest-Engeland. De kustbakens werden ontstoken en het vuur laaide van kaap tot kaap tot de hele kunstbewaking was gealarmeerd.

De volgende ochtend vonden de eerste aftastende contacten tussen biede vloten plaats. De Engelse vloot telde 200 schepen, aanzienlijk kleiner dan de Spaanse galjoenen. Commandanten waren lord Howard en Francis Drake. Laatstgenoemde stond bekend om zijn vermetele dapperheid, maar ook om zijn onverschrokken optreden. Het had hem al eens ongenade van queen Elizabeth bezorgd. Volgens een verhaal was Drake aan het kegelen toen hem bericht werd dat de Armada gesignaleerd was. Terwijl de zenuwen van de andere spelers op springen stonden, wilde Drake het spel afmaken. De Spanjaarden konden nog wel even wachten. Als het verhaal waar is, zullen we niet uit het oog moeten verliezen dat Drake bewust een pose kan hebben aangenomen om zijn gevolg te imponeren.

Nog nimmer in de maritieme geschiedenis waren twee oorlogsvloten van deze omvang met elkaar in gevecht gekomen. Lord Howard was diep onder de indruk van het organisatie-vermogen van de Spaanse vloot-leiders. Zodra een gevecht dreigde nam de Armada de opstelling van een halve maan aan. Op de punten van de halve maan waren de sterkste schepen geposteerd. Een dergelijke opstelling was niet alleen sterk in geval van verdediging, een aanvallende vloot moest ook oppassen niet in de vangarmen van de halve maan terecht te komen. Immers zou men daarna omringd zijn door vijandelijke schepen, de halve maan zou achter de rug dicht klappen en daarna zou het slechts een kwestie van tijd zijn eer de zware kanonnen het werk hadden afgemaakt.

Elke keer weer slaagden de Spanjaarden erin. omgeacht positie van schepen en de weersomstandigheden, deze opstelling aan te nemen. Hun discipline en zeilvaardigheid waren beslist prima in orde.

De Engelsen van hun kant bleven behendig buiten de grijparmen van de halve maan. Zij hadden het voordeel van hun wendbaarheid. Boven lagen ze laag op het water, zodat veel Spaanse kanonniers over de schepen heen schoten. De Spanjaarden zouden het liefste willen enteren, maar dat lukte bij deze beweeglijke vijand niet. Het Engelse scheepsgeschut droeg verder dan het Spaanse, zodat Howard buiten bereik van de Spanjaarden kon blijven terwijl hij hen wel kon bereiken. Meesterlijk hebben de Engelsen hierbij het voordeel van de wind weten uit te buiten. De Spanjaarden wilden dolgraag naderen, maar konden dat niet als ze aan de lijzijde van de Engelsen werden gehouden.

Zo golfde aanvankelijk de strijd heen en weer en tastte men eikaars bedoelingen en strijdwijze af. Niemand wist hoe deze pat-stelling doorbroken zou worden. Het was wel duidelijk dat degene die het eerst een fout zou maken genadeloos gestraft zou worden. De Engelsen hadden de bo-

"vengenoemde voordelen op de Spanjaarden. Ook kenden zij deze wateren natuurlijk vee! beter dan de Spaanse zeelieden, die gewend waren aan een oorlog in de Middellandse Zee met de Turken. Maar zolang de Armada haar ijzeren formatie zou weten te handhaven, dreigde wel het risico dat de Engelse mug plotsklap doodgedrukt kon worden in de vangarmen van de Armada.

Toen Medina Sidonia zag dat hij geen gevecht kon forceren met de Engelsen zeilde hij doodkalm verder het kanaal in op weg naar zijn rendez-vous met Parma. De Engelsen konden hen niet tegenhouden en gingen achter de vijandelijke vloot aan.

Kort daarna leden de Spanjaarden hun eerste verliezen. Enkele kapitale schepen raakten bij het uitvoeren van gecompliceerde manoeuvres met elkaar in botsing. Een ander schip werd getroffen door een explosie.

Op beide vloten kreeg men gebrek aan voedsel en drinken. Bij de Spanjaarden wreekte zich thans de slechte kwaliteit van de provisietonnen. Maar hun admiraal hoopte spoedig bij Parma te kunnen provianderen. De Engelsen stuurden noodgedwongen schepen naar huis voor de proviandering cn de aanvulling van de munitievoorraden.

Na dagelijks harde gevechten te hebben geleverd, ankerde de Spaanse vloot op 6 augustus voor de rotsen van Calais. De Spaanse vloot had zijn doel nu dicht genaderd. Dertig kilometer verderop lag Duinkerken, waar de legers van Parma in platte transportschepen klaar lagen voor de oversteek. Buitengaats lag de Nederlandse vloot onder leiding van Justinus van Nassau, bastaardzoon van Willem van Oranje, gereed om het uitvaren van Parma te beletten. De Nederlanders kenden de stromingen en de ondiepten van Duinkerken als hun broekzak. Met hun platboomvaartuigen kruisten zij onophoudelijk voor de haven heen en weer. Justinus van Nassau was de waakhond voor Duinkerken.

De Engelse scheepsraad kwam zondagmorgen 7 augustus tot de conclusie dat er wat moest gebeuren. Er gingen doorlopend bootjes heen en weer tussen de Armada en de kust en de Engelsen vermoedden dat er wellicht kontakt was tussen Parma en Medina-Sidonia. Er werd besloten branders te gebruiken: brandende schepen die zich met volle zeilen in de Armada zouden moeten boren. Acht schepen werden volgeladen met alles wat maar brandbaar was. De geschutstukken werden dubbel geladen, zodat ze zouden afgaan als het vuur ze heet genoeg had gestookt. Zondagavond was het juiste tijdstip voor de lancering: dan was het bijna springvloed en zou er een zuidoosterstorm aanwakkeren.

Medina Sidonia heeft het gevaar van een branderaanval onderkend. De Armada, dicht opeen gepakt, vormde een perfect doelwit, als gewoonlijk aan de lijzijde van de Engelsen. Op de gehele Armada gonsde het van de geruchten en sloeg de angst toe bij de matrozen voor de duivelse uitvindingen van de Engelsen.

Medina-Sidonia formeerde een scherm van kleinere schepen voor zijn slagvloot. Met enterdreggen zou de bemanning de branders moeten opvangen en naar de wal slepen. Voor het geval er een door mocht breken, kregen de kapiteins opdracht de ankers te laten slippen, de kabels van boeien te voorzien en zee te kiezen om zich, als het gevaar eenmaal geweken was, te hergroeperen.

Tegen middernacht verschenen de acht branders. Door de stroom voortgedreven koersten ze met grote snelheid op de Armada af. De eerste twee werden keurig opgevangen en weggeleid. Toen sprongen de dubbelgeladen geschutstukken

en vlogen de kogels lukraak over het water. Er brak paniek uit. Op de overvolle ankerplaats kapten de meeste kapiteins de ankertouwen. De schepen liepen voor de wind weg en verspreidden zich. De sterke vloedstroom en de storm joegen de chaotische scheepsmassa door het Kanaal de Noordzee op. De schepen koersten op de dodelijke zandbanken van de noordelijke kusten af.

Eindelijk was de slagorde van de Armada verbroken. Nu vormden de verspreide schepen een gemakkelijke prooi voor Engelse en Nederlandse schepen.

Het grootste deel van de Armada werd ver langs de Engelse kust noordwaarts opgejaagd. Bij Schotland en Ierland vergingen tientallen schepen. De bemanning werd, als ze de kust kon bereiken, vaak op beestachtige wijze afgeslacht. Slechts 80 .schepen slaagden erin, na een lange tocht, Spanje weer te bereiken.

Tot zover uit de rede van dr. Hofman.

Een Godsgericht?

Bij de Willem de Zwijgerstichting verscheen eveneens een brochure over , , De ondergang van de Armada" geschreven door dr. A. Th. van Deursen. Nog uitvoeriger dan dr. Hofman geeft van Deursen een historisch exposé over de voorgeschiedenis, achtergronden en nawerking van dit voor die tijd aangrijpende gebeuren. Wij lichten uit zijn geschrift het slothoofdstukje waarin hij ingaat op de vraag die toen velen bezig hield: is die ondergang van de Armada een Godsgericht geweest. Dr. van Deursen: , ,

Een mysterie is de ondergang van de Armada dus niet. Het waagstuk was te groot gebleken tegenover een goed uitgeruste, kundige tegenstander, die niet op tweeduizend kilometer afstand, maar direkt vanuit zijn thuisbasis kon opereren. De nederlaag was niet onverklaarbaar, en evenmin onoverkomelijk. Spanjes macht ter zee had een zware slag moeten incasseren. Maar het bleef meester in de Amerikaanse wateren, en het hield de weg naar Indië open. Het was Spanje mislukt een beslissende slag te winnen. Maar het had niet een beslissende slag verloren. Zo gezien was 1588 niet een keerpunt in de grote Europese godsdienstoorlog.

En toch... hoever moeten we teruggaan in de geschiedenis, voor de laatst voorafgegane Spaanse tegenslag? Misschien naar 1576, toen de grote muiterijen Spanje de controle over de Nederlanden tijdelijk totaal ontnamen. Of naar 1572, toen in de steden van Holland en Zeeland plotseling de vlam van de opstand oplaaide. Maar geen van die beide malen was de wisseling van fortuin gevolg geweest van een militaire nederlaag. En beide malen waren de Spanjaarden vasthoudend en systematisch begonnen aan de herovering van het verloren terrein, en elk jaar boekten ze nieuwe vorderingen. Het één noch het ander zien we in 1588. Ditmaal was er wel degelijk sprake van een zware nederlaag, en de volgende jaren brachten geen herstel. Parma sloeg in september 1588 met zijn vermeende Engelandvaarders het beleg voor Bergen op Zoom. Na twee maanden moest hij onverrichter zake aftrekken. Voor het eerst in tien jaar was een aanval van Parma afgeslagen.

Bergen op Zoom dankte zijn behoud vooral aan Elizabeth, die snel en energiek hulp had geboden. Zoveel vrijgevige voortvarendheid waren de Nederlanders niet van haar gewoon. Was het niet omdat de strijd tegen de Armada de twee naties naar elkaar toe had gedreven, en hen bemoedigde door het behaalde succes?

De gespannen verhoudingen van het Leicesterse

tijdvak waren voorbij. Engelsen en Nederlanders hadden het vertrouwen hervonden dat ze deze oorlog tot een goed einde zouden kunnen brengen. De samenwerking werd hechter dan ze ooit was geweest. Het was een logisch gevolg van een gezamenlijk behaald succes. Of was het meer dan dat? De Amerikaanse historicus Garrett Mattingly meent, dat voor de zestiende-eeuwers de strijd in het Kanaal de betekenis had van een gerechtelijk duel, een godsgericht, „waarin God zou staan aan de kant van de overwinnaar". De uitslag bewees de protestanten dus, „dat God inderdaad, zoals ze altijd hadden verondersteld, aan hun kant stond". Wie zo oordeelt over de zestiende eeuw, richt de schijnwerper op haar zwakke zijde, om dan, al naar zijn aard, vergoelijkend, meesmuilend of triomfantelijk uit te roepen: zie nu eens hoe ze werkelijk zijn geweest! Maar wat bewijst hij meer dan dat mensen altijd hun gebreken gehad hebben?

Adriaen van der Mijle herinnerde in augustus 1588 de Staten-Generaal aan de gewoonte die Willem van Oranje steeds had gevolgd als het land in nood was. De prins riep dan de Staten op om - allereerst God de Heere te bidden dat Hij deze dreigende, welverdiende straf van de landen af mocht keren - en dan de buidel te openen, zodat men middel zou hebben de vijand te weerstaan. En dan was tot op heden ook altijd gebleken, dat God zijn kerk en gemeente had bewaard.

Een gebed om verlossing in hoop van vervulling, doch tevens in ootmoed en bescheidenheid. Het is een bede in de geest van Daniels vrienden: zo God het wil, zal Hij ons ook uit de brandende oven bevrijden. Maar zelfs indien niet - wij zullen geen andere goden vereren. Ook dat is de zestiende eeuw, en daarom werden er in oktober 1588 dankstonden gehouden in Engeland, in de Nederlanden, maar ook in Spanje en Portugal, waar op last van de koning gedankt werd voor de behouden thuiskomst van allen die de ramp hadden overleefd.

Onder hen bevond zich ook pater Geronimo de la Torre. Ongehard en onbevaren had hij van alle ellende een dubbel deel ontvangen. Maar waarom was hij dan meegegaan? Had hij gehoopt op een triomfale intocht in Londen, en op de bekering van duizenden lutheranen? Misschien hadden inderdaad zulke dromen hem zee doen kiezen, doch toen de zaken liepen zoals ze gingen, vond hij troost in wat van hem werd gevraagd. , , Zo spoedig als een storm losbrak, kwamen de soldaten naar de pater lopen, opdat hij hen Gods genade zou aanbevelen. En als ik niet naar hen toeging, dan kwamen ze bij mij, in mijn hut. Zij vonden dat als er een pater bij hen was, zij alle vertroosting hadden. Daarom vind ik dat al mijn moeiten goed besteed zijn".

Ook de Spanjaarden voerden een godsdienstoorlog. Hun vloot was een katholieke vloot. Daarom moest de bemiddelaar van het heil met de soldaten en matrozen meevaren. Juist als we de mensen trachten te zien zoals ze zelf het liefst wilden zijn, komen hier de verschillen het scherpst aan het licht. Beide partijen vonden hun kracht in wat hen van de ander het meest onderscheidde. Wie in latere tijden nog leeft in dezelfde geest als zij, kan hen nog altijd nazeggen wat niet trots in of treurnis, maar in eerbied erkend wilde zijn: het is van de Heere geschied - Gods adem heeft ze verstrooid.

Het adres is: Willem de Zwijgerstichting, Postbus 642, 7300 AP Apeldoorn. Daar kunt u dit boekje verkrijgen, indien het uw belangstelling mocht hebben; prijs ƒ 6, 90.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 5 augustus 1988

Gereformeerd Weekblad | 10 Pagina's

KLEINE KRONIEK

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 5 augustus 1988

Gereformeerd Weekblad | 10 Pagina's