Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Voor Laban op de vlucht

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Laban op de vlucht

12 minuten leestijd Arcering uitzetten

Toen maakte zich Jakob open zette zijn zonen en zijn vrouwen op kamelen. En hij voerde al zijn vee weg, en al zijn have, die hij verworven had, het vee, dat hij bezat, dat hij in Paddan-Aram verworven had. om te komen tot Izak, zijn vader, naar het land Kanaan. Genesis 31 : 17, 18 w.

heimelijke gehoorzaamheid

Jakob heeft zich aanvankelijk laten verleiden om bij Laban te blijven. De uitbreiding van zijn bezit kreeg hem zo in haar greep, dat hij er niet meer aan dacht om terug te keren naar Kanaan. Daarmee kwam ten diepste de vervulling van Gods belofte op het spel te staan. Immers die belofte sprak van Kanaan. Daar zou Jakobs nageslacht groot worden. En daar zou tenslotte de Messias geboren worden tot heil en zegen van alle volken. Maar als Jakob ontrouw is, God blijft getrouw. Hij gunt Jakob geen rust bij Laban. Er ontstaat verwijdering. En als dat nog niet genoeg is, beveelt Hij Jakob met zoveel woorden terug te keren naar Kanaan, naar het land der belofte.

Dan kan Jakob er niet onderuit en wil dat ook niet meer. Hij gehoorzaamt het Woord van God. Dat is een goede zaak. Dat we gehoorzaam de wegen gaan die de HEERE ons wijst. Geen uitvluchten bedenken. Niet er toch weer zo een draai aan geven dat je je eigen gang kunt blijven gaan, maar je voegen naar de wil van God. Niet zelf de dienst blijven uitmaken, maar , , Hem naar Zijn bevelen eren".

Jakob is gehoorzaam, maar toch op een manier waar nog wel het een en ander op af te dingen valt. Hij gaat niet ronduit en open'ijk naar Laban om te vertellen wat de HEERE tegen hem gezegd heeft en dat hij nu dus vertrekken zal. Nee, hij gaat er heimelijk vandoor. Als Laban een poos weg is om met naburige herders een schaapsscheerdersfeest te vieren neemt hij de gelegenheid te baat om al z'n spullen bij elkaar te zoeken en op reis te gaan. We lezen: Hij ontstal zich aan het hart van Laban, hij vluchtte. We kunnen ons afvragen waarom Jakob zo deed. Kon hij mentaal niet tegen Laban op? Was hij bang dat als Laban met een nieuw voorstel zou komen om te blijven, dat hij dan toch weer zou bezwijken? Of ging het meer om z'n bezit? Vreesde hij dat Laban hem met maar erg weinig zou laten gaan? Het laatste ligt van uit de tekst het meest voor de hand. Duidelijk is wel dat Jakob Laban bij zijn vertrek niet kan gebruiken. Hij is wel gehoorzaam, maar op een bedekte, haast stiekeme manier.

We kunnen ons dat aantrekken. We gaan zo licht op een dergelijke manier te werk. Op de zaak waar u werkt is een feestje. Er wordt besloten naar een plaats te gaan waarvan u als christen wel aanvoelt dat dat niet kan. U gaat dan ook niet mee. U hebt alle kans dat ze dan vragen waarom. Maar u draait er omheen. U komt niet openlijk en eerlijk voor uw overuiging uit. U schaamt zich er voor, u bent bang dat ze u uitlachen zullen. U bent wel gehoorzaam, maar bedekt, heimelijk.

Zulke gehoorzaamheid is niet tot eer van de HEERE. De Heere Jezus zegt zelf: Wie Mij belijden zal voor de mensen, die zal Ik belijden voor Mijn Vader, die in de hemelen is. Maar ook zelf vinden we er geen vrede bij. Door ons gedraai kunnen we juist in allerlei moeilijkheden komen, die er als we eerlijk voor het woord van God waren uitgekomen, niet waren geweest. Door ons gedraai krijgt op de een of andere manier de wereld toch vat op ons.

Kijkt u maar naar Jakob. Nu hij er zo stiekem vandoor gaat heeft Rachel alle gelegenheid om een afgodsbeeld van haar vader mee te nemen. Bij een openlijk vertrek was dat veel moeilijker geweest. Nu Jakob vlucht bij afwezigheid van zijn oom geeft hij zich en de zijnen onnodig bloot aan vermenging met de wereld. En zo gaat het bij ons ook al te vaak. Door ons gedraai krijgt de wereld greep op ons en de onzen. Een volgende keer komen ze weer met iets en dan staan we al minder sterk. Heimelijke gehoorzaamheid verloopt tenslotte in ongehoorzaamheid. In heimelijke gehoorzaamheid heeft de HEERE geen behagen en wijkt van ons met de kracht van Zijn Geest. En als Hij het niet verhoedt vallen we tenslotte ten prooi aan de wereld.

Gods bescherming

Als Hij het niet verhoedt! Maar Hij verhoedt het wel. Dat is de geweldige troost die ons in dit Bijbelgedeelte wordt gepredikt. Als Laban merkt wat er gebeurd is, is hij woedend. Onverwijld roept hij z'n familie bijeen. En met een flinke groep mannen jaagt hij Jakob achterna. Laban is niet van plan om dit te nemen. Hij wil Jakob op z'n minst terug halen. De winst, die Jakob hem bracht kon hij niet missen. Maar misschien hebben er nog bozer wraakplannen in Labans hoofd en hart rondgespookt en moest voor Jakobs leven worden gevreesd. Zo zachtzinnig gingen die herdersvolken van toen bepaald niet met elkaar om.

Het ziet er niet rooskleurig voor Jakob uit en dat is eigenlijk nog z'n eigen schuld ook. Hij heeft zichzelf lelijk in moeilijkheden gebracht. En wat doet de HEERE nu? Laat Hij Jakob aan z'n lot over? Moet Jakob het nu zelf maar uitzoeken? Nee, de HEERE beschermt Jakob ondanks alles. Als Laban zo dicht bij Jakob gekomen is dat hij hem in de verte kan zien krijgt Laban een droom. In die droom waarschuwt de HEERE hem. Hij moet van Jakob afblijven en hem geen verwijten maken. Er staat dat Laban niet met Jakob mag spreken noch ten goede noch ten kwade. Die uitdrukking werd gebruikt bij het aanspannen van een proces. Wellicht heeft Laban door een openlijk proces Jakob veroordeeld willen krijgen wegens diefstal of iets dergelijks, zodat hij dan macht over hem zou krijgen. Maar de HEERE weerhoudt Laban.

Dat is wonderlijk. Jakob weet nog niets van het kwaad dat hem boven het hoofd hangt, maar de hand van de HEERE is er al om Hem te beschermen en te bewaren. Nooit kunnen wij mensen groot genoeg denken van de bescherming en bewaring Gods over allen die Hem vrezen. De catechismus belijdt dat alle schepselen zo in Zijn hand zijn dat ze zonder Zijn wil zich noch roeren noch bewegen kunnen. Alle schepselen. Niet alleen mensen, die Hem erkennen, ook die zich aan Zijn woorden, wetten, niet willen storen. Ook een Laban kan niet verder gaan dan de HEERE toestaat.

Wij mensen zoelcen wel eens zekerheid en geborgenheid. Met van alles willen wij ons veilig stellen. En natuurlijk, er zijn ook allerlei geoorloofde middelen, maar toch als het er over gaat is er geen groter veiligheid dan bij de HEERE. De Bijbel geeft ons daar prachtige voorbeelden van. Hij bergt ons in het verborgene van Zijn tent. Hij bewaart ons als het zwart van Zijn oogappel. We mogen schuilen onder de schaduw van Zijn vleugelen. De HEERE is als een vurige muur rondom ons. Toen de koning van Syrië Elisa gevangen dacht te hebben en zijn knecht dat ook vreesde, bad de profeet: HEERE open zijn ogen, dat hij zie. En dan ziet de jongen de bergen rond Elisa vol van vurige paarden en wagens. De HEERE zorgt en de HEERE waakt, zelfs als we nog niet eens het gevaar kennen waarin we verkeren. De HEERE is eên groot een heerlijk God. En onze ziel kan en mag stil zijn bij Hem. Het is alleen maar verdrietig dat we dat zo vaak vergeten. Dat ons vertrouwen zo vaak op de omstandigheden van het leven stuk breekt. We zien zoveel vijanden om ons heen die het op onszelf gemunt hebben en op onze kinderen. De zorg slaat ons om het hart, wat moet er van terechtkomen.? We zijn als Petrus, hij was zomaar op het woord van de Heere Jezus overboord gestapt. Hij vertrouwde op Hem, maar dan' kijkt hij naar de golven en is nergens meer.

Wat is onze vrees eigenlijk een belediging voor de machtige en trouwe zorg Gods. En we kunnen ons er alleen maar over verwonderen dat de HEERE niet alleen machtig is, maar vooral ook genadig. Dat Hij mensen als Jakob beschermt en bewaart. Mensen die zichzelf door hun pedraai in allerlei moeilijkheden brengen en zo weinig op Hem vertrouwen.

De grond van die onbegrijpelijke genade is Christus Zelf. Hem heeft God niet bewaard. Toen zijn vijanden de overpriesters en de schriftgeleerden samen met de verrader Judas het boze plan smeedden om Hem te doden, was God er niet om hun een halt toe te roepen. In het donker uur van Golgotha hadden de machten van de afgrond zelfs vrij spel met Hem. God trok Zijn beschermende hand van Hem af. God verliet Hem. Hem wiens gehoorzaamheid nooit steels of stiekem is geweest. Die altijd de wil van Zijn Vader deed en daar nooit geheimzinnig over gedaan heeft, maar er rond en eerlijk voor uitgekomen is.

Zo is de Heere Jezus Christus Borg geworden, zo heeft Hij de zonden gedragen, ook de zonden van ons gedraai. Laten we die dan nooit verzwijgen of verdoezelen, maar eerlijk Hem belijden. Hij vergeeft en bij Hem is ook de kracht om er mee te breken. Ja, Hij brengt ons door Zijn Geest altijd weer op onze plaats terug. Hij beschermt en leidt ons.

een verdrag gesloten

Laban is door de HEERE aan banden gelegd. Nu gooit hij het over een andere boeg. Hij speelt de verdrukte onschuld. Hij doet net alsof Jakob helemaal ten onrechte verkeerd van hem gedacht heeft. En door die lelijke gedachten heeft Jakob hem de gelegenheid ontnomen om eerst eens fatsoenlijk van zijn dochters afscheid te nemen. En Laban heeft nog iets. Als Jakob dan zo verlangde naar zijn eigen huis. Als Jakob zo nodig terug moest naar het land der belofte om daar de HEERE te dienen, waarom heeft hij dan een afgodsbeeld van Laban meegenomen.?

We zagen al: Omdat haar vader toch niet thuis was, was Rachel zijn tent binnengegaan en had een terafim, een afgodsbeeldje, gepakt om dat mee te nemen naar Kanaan. Waarschijnlijk ging het om een beeldje van een afgod, die daar in Haran werd vereerd, met behulp waarvan men meende de toekomst te kunnen voorspellen.

Rachel is halfslachtig. Ze heeft verschillende keren de Naam van de HEERE op haar hppen genomen. Eerst al bij de zonen, die haar dienstmaagd kreeg en toen vooral bij haar eigen zoon Jozef. Maar nu waagt ze het niet met de HEERE alleen. Ze vindt het toch een veilig idee om de haar vertrouwde afgoden mee te nemen. We kennen dat wel.

Dat halve, dat niet de HEERE alleen en anders geen. Toch nog heimelijk ons vertrouwen stellen op andere dingen. Moet u voor die terafim van Rachel soms uw beleggingskapitaal invullen, of uw gezondheid? Laten we niet te gauw neerzien op Rachel en vlotweg beweren dat wij zoiets natuurlijk nooit zullen doen. Laten we maar gedurig bidden: HEERE, doorgrond Gij mij en ken mijn hart, en zie of bij mij een schadelijke weg is en leid mij op de eeuwige weg.

En nu vraagt Laban dus naar zijn afgoden. Hij zegt als het ware tegen Jakob: Je wilt toch naar huis, je wilt toch je eigen God dienen, wat moet je dan nog met mijn goden beginnen? Wat voelt de wereld vaak heel scherp aan wat niet bij de kerk hoort. Als jullie dan je vertrouwen stelt op Christus, waarom zijn jullie dan eigenlijk net zo druk als wij aan allerlei dingen. Als de kerk beweert dat geld niet gelukkig maakt, hoe kunnen die christenen er dan toch zo bezig mee zijn om zich te verrijken? Vertrouwen gelovigen toch eigenlijk net zo goed als wij op de tastbare dingen. De wereld weet precies wat niet bij de kerk hoort. Wat halen wij het geloof naar beneden als we er niet naar leven. Ja, wat halen wij de HEERE, onze God, naar beneden, wat doen we Hem daar een oneer mee aan.

Laban wil zijn afgoden terug. Hij krijgt van Jakob toestemming om alles te doorzoeken. Jakob schat zijn vrouwen hier wel even te hoog in. Het was beter geweest als hij ze ter verantwoording had geroepen, dan was hij die afgod ook meteen kwijt geweest. Maar Jakob kan zich kennelijk niet indenken dat z'n vrouwen zoiets zullen doen. Het is wel eens moeilijk. Je kunt te slecht van vertrouwen zijn. Altijd maar wantrouwen, altijd maar achterdochtig zijn, dat is zeker niet goed. Maar te goed van vertrouwen dat is het ook niet. Niet te vlug denken, dat zijn mijn kinderen en die doen zoiets natuurlijk niet. Wat komen we dan soms beschaamd uit.

Dat was bij Jakob ook gebeurd, als Rachel niet heel slim haar vader om de tuin had geleid zodat Laban onverrichterzake bij Jakob terugkomt. Jakob breekt dan uit in een reeks verwijten, die uitloopt op de belijdenis dat hij het alleen aan de HEERE te danken heeft dat hij nog wat bezit. Laban zou het hem zeker niet gegeven hebben. Laban stelt dan voor om een. verdrag te sluiten. Jakob stemt daarin toe. En naar de gangbare plechtigheden van het verbond wordt er gezamenlijk gegeten en een steenhoop opgericht. Noch Jakob noch Laban zal met kwade bedoelingen die steenhoop mogen passeren. Laban had het in zijn hart misschien wel liever anders gehad. Maar door de beschermende hand van de HEERE over Jakob moest hij hierin wel bewilligen.

Laban had Jakob als het aan hem gelegen had uit Kanaan gehouden. Een mengeling van begeerte naar bezit en woede om het bedrog vervulde zijn hart. Dat is de voorgrond van de geschiedenis. Maar achter de schermen is de grote tegenstander van God bezig. Hij wil niet dat het Kanaan wordt en Bethlehem en Golgotha.

Maar het ligt niet aan Laban en evenmin aan de vorst der duisternis. Het ligt aan de HEERE. Zijn raad zal bestaan en Hij zal al Zijn welbehagen doen. En daarom komt het terecht, eeuwig terecht met zondaren.

Hij, die op Gods bescherming wacht, wordt door de hoogste Koning beveiligd in de duist're nacht, beschaduwd in Gods woning. Dies noem ik God, zo goed als groot voor hen, die op Hem bouwen: mijn burg, mijn toevlucht in de nood, de God van mijn betrouwen.

W.

K.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 oktober 1988

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's

Voor Laban op de vlucht

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 oktober 1988

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's