Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Profeten

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Profeten

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

VIERVOUDIG GEZAG:

(slot)

'Een Profeet, uit het midden van u, uit uw broederen, als mij, zal u de HEERE, uw God, verwekken; naar Hem zult gij horen.' Het is een heel bekende tekst uit Deut. 18, vaak geciteerd in de Adventtijd. Ongetwijfeld heeft Mozes hier het oog op de grote Profeet en Leraar Jezus Christus. Hij immers is de Profeet die ons de weg ter zaligheid leert. Het is echter wel de vraag of dit de uitsluitende betekenis is en de tekst geen direkte betekenis heeft voor de tijd van het Oude Testament. De profetieën hebben vaak een meervoudige vervulling: erst in de tijd van de profeet (of kort daarna), vervolgens een vervulling in de tijd van het Nieuwe Testament en tenslotte hun volkomen vervulling in de eindtijd. Wanneer we hierop letten, kunnen we de vraag stellen of Deut. 18 : 15 niet reeds in de tijd van het Oude Testament gedeeltelijk vervuld is. Zelf meen ik deze vraag positief te moeten beantwoorden: e uitspraken in het slot van Deut. 18 hebben allereerst betrekking op het profetenambt in Israël.

Voor deze stellingname wil ik een paar argumenten aanvoeren. In het voorafgaande zijn reeds drie ambten ter sprake gekomen: rechter, koning en priester, en daarom is het voor de hand liggend, wanneer vervolgens de profeten genoemd worden. We konstateerden immers enige tijd geleden dat Mozes in deze hoofdstukken een uitwerking geeft van het vijfde gebod en allerlei, gezagsdragers noemt. In de volgende hoofdstukken komen thema's ter sprake die te maken hebben met het zesde gebod.

Er is nog een tweede aanwijzing: tussen de behandeling van de priesters en de profeten staat een uitvoerig verbod tegen waarzeggerij en spiritisme. Wat betekent deze onderbreking? Toch niet anders dan het aangeven van de grote tegenstelling tussen de heidenen en Israël in het te weten komen van Gods wil. De heidenen zoeken krampachtig kennis van de toekomst door het schouwen van de lever van een dier en door acht te geven op vogelgeschrei. Maar Israël ontvangt profeten die Gods woord mogen verkondigen.

De derde aanwijzing hiervoor zijn de slotverzen. Israël moet goed opletten of een profeet echt een profeet des Heeren is, of dat een profeet met eigen woorden komt. Alleen in het eerste geval komt de profetie uit, in het tweede geval niet. Als Israël geroepen wordt tot toetsing en onderzoek, kan het niet anders of vele profeten worden bedoeld, en niet alleen de Heere Jezus.

Continuïteit

Het wekt misschien bevreemding dat Mozes in het enkelvoud spreekt over 'profeet' en niet in het meervoud. Dat heeft hij in het voorafgaande echter meer gedaan. Ook over de koning sprak hij in het enkelvoud, terwijl er toch veel koningen geweest zijn. Het ene geval kan zich vele malen herhalen. Waarschijnlijk staat hier 'profeet', omdat gewoonlijk maar één profeet tegelijk het woord Gods verkondigde. Elisa profeteerde niet gelijktijdig met Elia, maar volgde hem op. God zorgt voor continuïteit!

Israël is aangewezen op het woord des Heeren, verkondigd door de profeten. Zo ontvangt het volk raad, keer op keer. God belooft profeten te verwekken. Het initiatief ligt bij Hem! We lezen meer dan eens van profeten die zichzelf aanstellen en met eigen woorden komen, maar Gods profeten wor-

den door Hem geroepen en gezonden. Beklagenswaardig is het volk als God Zijn vriendelijk aangezicht verbergt, als Hij Zich terugtrekt en Zich niet meer openbaart. Daarover lezen we in de tijd van Samuël: Het woord des HEEREN was dierbaar (= schaars) in die dagen; er was geen openbaar gezicht.' (1 Sam. 3 : 1). En in Ps. 74 : 9 staat de klacht: Wij zien onze tekenen niet; er is geen profeet meer, noch iemand bij ons, die weet, hoe lang.' De zonde brengt scheiding tussen God en ons.

Horeb

Wat is de reden dat God Zich zo openbaart door middel van profeten? Toen Israël stond bij de berg Horeb sprak God eerst alleen tot Mozes, maar later direkt tot het volk toen Hij de Tien Geboden afkondigde. Het volk zag de donder en bliksem en de rokende berg; het hoorde de stem van de bazuin en werd zeer verschrikt. Daarom zei het tot Mozes: Spreek gij met ons, en wij zullen horen; en dat God met ons niet spreke, opdat wij niet sterven!' (Ex. 20 : 19). De wens wordt ingewilligd: ozes hoort de woorden Gods en brengt ze over aan het volk. De Heere maakt van deze bemiddeling een blijvende zaak. Niet slechts door Mozes, maar ook door de profeten na hem, zal de boodschap overgebracht worden. Van zo'n profeet geldt: Ik zal Mijn woorden in zijn mond geven, en hij zal tot hen spreken alles, wat Ik hem gebieden zal.' De vervulling hiervan zien we o.a. bij de roeping van Jeremia.

Mozes zegt tot het volk, dat de profeten op hem zullen lijken: 'een profeet... als mij'. Voor alle volgende profeten geldt principieel hetzelfde: ze mogen niet hun eigen woorden spreken maar moeten doorgeven wat God tot hen gezegd heeft. Daarbij kan er gerust onderscheid zijn tussen de profeten, ze hebben hun eigen karakter, en niet alleen hebben zij evenveel boodschappen ontvangen. In het laatste hoofdstuk van Deuteronomium, waar het sterven van Mozes verhaald wordt, lezen we: 'Er stond geen profeet meer op in Israël, gelijk Mozes, die de HEERE gekend had, van aangezicht tot aangezicht.' Zo persoonlijk als de Heere Zich bekend gemaakt heeft aan Mozes, heeft Hij dit niet gedaan bij latere profeten. In Zijn wijsheid geeft Hij de één meer genade dan de ander. Maar wat hun ambt betreft zijn alle profeten 'als Mozes'.

Ware en valse profeten

Israël wordt opgeroepen te letten op de woorden van de profeten. Komen hun woorden uit of niet? Als God gesproken heeft door hen, dan zullen de beloften en bedreigingen vervuld worden. De vervulling is het kenmerk van de ware profetie. Niet altijd kon men in de dagen van de profeet dit kontroleren, omdat meer dan eens de profetie betrekking had op de verre toekomst. Voor ons, die veel later leven, is het mogelijk veel meer vervullingen te zien. Wij weten hoe veel voorzeggingen uitgekomen zijn in de tijd van het Nieuwe Testament.

De geboorteplaats, het lijden en sterven, maar ook de overwinning van de Heere Jezus is van te voren aangekondigd en overeenkomstig vervuld. Dit is een duidelijk bewijs van de waarheid van de Schrift. Juist in een tijd waarin velen menen dat je van God niets kunt merken, mag de kerk wijzen op de daden des Heeren: Hij heeft Zijn beloften waargemaakt!

Het profetisch woord is zeer vast en wij doen wel, daar acht op te slaan als een licht, schijnende in een duistere plaats. De apostel Petrus, aan wie deze woorden zijn ontleend, schijnt dat de profetie destijds niet is voortgebracht door de eigen wil van de profeten, maar dat de Heilige Geest hen gedreven heeft. Daarom laat de profetie ook geen eigenmachtige uitleg toe. (2 Petr. 1 : 19 w).

Tegenwoordig

Thans spreekt God niet meer tot ons door profeten. Die bedeling is ten einde. 'God, voortijds veelmaal en op velerlei wijze, tot de vaderen gesproken hebbende door de profeten, heeft in deze laatste dagen tot ons gesproken door de Zoon.' (Hebr. 1 : 1). Jezus is het einde en de vervulling van de profeten. In Hem is ook de uitspraak van Mozes in Deut. 18 vervuld. Daarom wordt in Hand. 3 en 7 Christus gezien in het verlengde van de oudtestamentische profetie.

Sommigen ervaren 't als een gemis dat er thans geen profeten meer zijn, in de oudtestamentische zin van het woord. Ongelovigen grijpen naar waarzeggerij en spiritisme, want wat zal hen overkomen? Wij wijzen dit af en weten op grond van de Schrift hoe in grote lijnen de toekomst zal verlopen. Toch kan de vraag dringen hoe het precies in ons leven zal gaan. De Heere vraagt van ons te leven in geloof. Zijn kinderen hoeven niet precies te weten wat de dag van morgen brengen zal. Elke dag heeft genoeg aan zijn eigen kwaad. De hemelse Vader weet wat wij nodig hebben. Misschien zal tegenslag, misschien zal voorspoed ons deel zijn; we mogen dat aan Hem overlaten, in een stil vertrouwen dat Hij alle dingen laat meewerken ten goede.

Wie zo mag leven, mag onbevreesd de toekomst tegemoet zien. De onvervulde profetieën verkondigen ons, dat er een tijd van afval en verdrukking komen zal, doch ook, dat de overwinning des Heeren is. Overal ter wereld zal het Evangelie gepredikt worden en ook Israël zal tot inkeer komen. Gods Koninkrijk komt! In dit licht mogen we ons leven Hem toewijden. Dan zal Hij het waar-

maken: Ik zal u onderwijzen, en u leren van de weg, die gij gaan zult; Ik zal raad geven, Mijn oog zal op u zijn' (Ps. 32 : 8). Door Zijn woord en door de inwerking van Zijn Geest zal ervaren worden, dat Hij alles zo maakt, dat wij ons verwonderen moeten.

Viervoudig gezag

Zo hebben we stilgestaan bij de oudtestamentische rechter, koning, priester en profeet. De bepalingen i, n Deuteronomium laten ons iets zien van de goedheid van God voor Zijn volk. 'Wat groot volk is er, dat zo rechtvaardige inzettingen en rechten heeft? ' (Deut. 4 : 8). De geschiedenis leert ons dat Israël deze voorrechten lang niet altijd heeft gewaardeerd. Ook waren de ambtsdragers lang niet altijd getrouw aan God. De onvolkomenheid van de oudtestamentische bedeling vraagt om de komst van de Heere Jezus Christus. Als Profeet gaf Hij onderwijs, als Priester offerde Hij Zichzelf en is Hij ingegaan in het hemelse heiligdom. Thans regeert Hij als Koning aan de rechterhand van de hemelse Vader, al openbaart Hij ons nog niet Zijn volledige macht. Straks zal Hij komen als Rechter om te oordelen de levenden en de doden. Spotters mogen zich afvragen of Hij wel komt, maar evengoed als in het verleden veel profetieën vervuld zijn, zullen de nog openstaande beloften vervuld worden.

reest 's HEEREN macht en dient Zijn majesteit; Juicht, bevend op 't gezicht van Zijn vermogen, En kust de Zoon, vanouds u toegezeid, Eer u Zijn toorn verdelg' voor aller ogen;

Welzalig zij, die, naar Zijn reine leer, In Hem hun heil, hun hoogst, geluk beschouwen; Die Sions Vorst erkennen voor hun HEER; Welzalig zij, die vast op Hem betrouwen. (Psalm 2)

A.

M. J. P.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 januari 1989

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's

Profeten

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 januari 1989

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's