Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

103 gij mijn ziel

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

103 gij mijn ziel

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Met zijn vieren zijn ze nog over. De vier Godlovers, die de vierde bundel afsluiten. Heldere klokken in een vierkante toren. Elk met eigen geluid. Getypeerd gaat het om de lof des Heeren in het werk van de verlossing (103), in de schepping (104), onderhouding in de geschiedenis (105), en getrouwheid daarin ondanks ontrouw (106). Het is een onderscheiding op hoofdaccenten, geen waterdichte. Zo vormen zij een bijzonder kwartet. Van solo Deo gloria.

Telkens weer, zo dikwijls ik lees, intrigeert me: , , En ik stond op het zand der zee" (Openb. 12 vers 18). Die eens de kleine Johannes was, een vissersventje, spelend aan de vredige oever van de zee van Galilea. Geheel anders dan het patroon van verwachting stond hij hier, zoveel ouder en zoveel wijzer en rijk aan levenservaring, op het strand van de oude wereldzee. Wie had kunnen voorspellen dat het vissersjongetje zoveel zou aanschouwen en dat hem zoveel zou geopenbaard worden? Stemmen als grote wateren, cavalerie van dood en verderf, donderslagen, verwoestingen tot eenderde van de aarde, titanische worsteling tussen aartsengel en rivierspuwende draak. Waak ik of droom ik? Ben ik het die de catastrofe van de wereld met eigen ogen waarneem? Ik stond op het strand der zee. Om zich even te realiseren: En ik was er ook nog.

Vind het niet vreemd dat ik hieraan denk. Mogelijk was het beter geweest dat de tekst gestaan had aan het begin van het nieuwe hoofdstuk dan aan het slot van het twaalfde. In dat geval was er gauwer overheen gelezen. Nu haakt het even. Op vergelijkbare wijze gaat het in onze psalm over de scheppingsomvang van Gods genade. Zo hoog de hemel boven de aarde en zo ver de opgang van de zon van haar ondergang. Lange verticalen en horizontalen. Het zijn de kosmische maten van staande paal en dwarsbalk van het kruis, waaraan ongehoudene goedertierenheid en schuldvergeving verworven zijn. Vergeving en vernieuwing. Ieder lidmaat ervaart (verzen 2 tot 5) en heel de gemeente (verzen 9 tot 13). Persoonlijk en gemeenschappelijk en dat als het ware draaiend om de spil van de ontzagwekkende openbaring van Gods weg en werk aan Mozes, toen Hij, God aanschouwend, de Naam des HEEREN voor zich hoorde uitroepen: „HEERE, HEERE, God, barmhartig en genadig, lankmoedig en groot van weldadigheid en waarheid, die de weldadigheid bewaart aan duizenden, Die de ongerechtigheid en overtreding en zonde vergeeft..." Daaromheen wentelen onze levens. Paulus' preek in Athene. , , In Hem leven wij, en bewegen ons en zijn wij". In deze God, Die onze God wil zijn. Onze Vader in de hemelen. Het volmaakte gebed, dat Jezus Zijn discipelen leerde, heeft in deze psalm en deze kennis wortels. Niemand beter dan Die ons maakte kent onze vergankelijkheid. Schamele balans van mensenleven. Een beetje bloei, soms heel weinig en soms zelfs wat meer, èn verder licht dorrend gras, meer gras dan bloemen, vaak tamelijk veel en gedurig ook maar een handjevol zoveel een kind omklemt. Als de gedreven wind opsteekt, de wind van oordeel maar tevens ook van leven vaagt veel onvindbaar weg, doch waait ook aan. De geweldig gedrevene. Hij zendt Zijn Woord, doet Zijn wind waaien, maakt Jakob Zijn woorden bekend en Israël Zijn inzettingen en rechten. Verbond en bevelen. Heel het Koninkrijks orkest wordt opgeroepen. Al wat adem heeft - dat is niet gering in hemel en op aarde - love.

En ik stond op het strand der zee. Nog altijd die kleine Johannes. Gij mijn ziel, kleine geringe ziel bij zoveel overweldigends in de rijken van schepping en genade, loof den HEERE. Mijn ziel, ziel van mij, God gaf u mij een lovende adem te zijn en tot Hem weder te keren. Al te zot om krampachtig te willen vasthouden wat niet van mij is. Voel je niet dat die adem naar de Gever terug wil?

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 april 1989

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's

103 gij mijn ziel

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 april 1989

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's