Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Voordeel ongehuwd zijn

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voordeel ongehuwd zijn

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

n.a.v. 1 Corinthe 7 : 32—40.

de Heere behagen

Getrouwd zijn betekent zorg hebben voor elkaar en zorg hebben om elkaar. Dat hoort bij heel de menselijke existentie trouwens, zeker ook binnen het huwelijk. En dan niet alleen daar en wanneer de relatie zorgelijk is. Maar sowieso biedt het samen leven van twee of meer mensen (sc kinderen) de nodige zorg. Paulus wijst dat niet af. Maar constateert het als een gegeven behorend tot het huwelijk. Welnu, juist met het oog op de 'aanstaande nood' (vs 26), zou hij de gemeenteleden die nog niet gehuwd zijn daarvan willen vrijwaren. „En ik wil, dat gij zonder bekommernis zijt. De ongetrouwde bekommert zich met de dingen des Heeren, hoe hij de Heere behagen zal".

Gelet op de nood der tijden, daarbij heenlevend naar Gods toekomst kent de ongehuwde slechts één zorg: hoe hij de Heere behagen zal. Hoe dan, op welke wijze voltrekt zich dat behagen van de Heere dan.? Ik denk dat het de zorg is om de prediking dichtbij en verweg. Te denken valt voorts aan de voorbede voor en de doorwerking van het Woord en de doorbraak van het werk van de Heilige Geest. Het gebed voor heel de Christenheid, vaak in nood en smart terneer geslagen. Ondersteuning en hulp voor allen die verdrukt en vervolgd worden. Aandacht en zorg voor hen die geknecht en vertrapt worden om de

gerechtigheid. Het bezoeken en verzorgen van hen die geen helper hebben. Het terechtbrengen van hen die van de rechte weg zijn afgedwaald.

Kortom heel de redelijke godsdienst (Jacobus). Heel de arbeid des Heeren die in deze geschonden en gebroken wereld geschiedt in Naam van de Ene Wiens werk het was en is het kranke te helen en het weggedrevene weer terug te brengen. Die Zijn Kerk heeft bevolen: Predik het Evangelie aan heel de schepping.

Die zorg staat een christen als nummer één op het hart geschreven. Maar als je nu getrouwd bent en een gezin hebt, bedoelt Paulus, dan komen die zorgen erbij en staan je soms in de weg om aan de zorg om de Heere te behagen voorrang te geven in je leven. Vandaar het geestelijk voordeel om ongehuwd te zijn. Je hebt dan de tijd daar voor. Je wordt erbij door niemand afgeleid. Je hebt niet steeds iemand om je heen die je afleidt van het behagen van de Heere.

Nou vermoed ik dat er ongehuwden zijn die deze woorden van de apostel lezen en hem weieens zouden willen vragen: maar vindt u niet dat het ongehuwd zijn ook zoveel schaduwzijden heeft, dat het je juist daarom in de weg kan staan om steeds de Heere te behagen. Als we alleen al denken aan wat in vers 9 over 'trouwen of branden' staat te lezen. Ook al ben je een kind van God en daarbij ongehuwd en al is het daarom je enige begeerte om inderdaad de Heere te behagen, je bent niet van steen. Zou de apostel dat niet gehad hebben? Als ik daarop reageer, mede omdat er ook ongehuwde lezers zo hebben gereageerd, dan denk ik dat we Paulus' woorden moeten taxeren vanuit zijn bedoeling. Als ongehuwde hebben we in het behagen van de Heere evenzeer onze tekortkomingen als de gehuwde. Alleen bedoelt Paulus wel dat het leven van een ongehuwde in één opzicht gunstiger is dan dat van de gehuwde. Hij heeft niet steeds man of vrouw bij zich die terecht om zorg en om aandacht vraagt. Want laten we wel wezen: „Die getrouwd is, bekommert zich met de dingen der wereld, hoe hij de vrouw zal behagen".

De getrouwde echtgenoot moet zorgen dat er brood op de plank is en kleren in de kast hangen. Wie verantwoord zijn huwelijk wil beleven, kan dat huwelijk niet verwaarlozen. Terecht vereist een en ander aandacht, tijd, inzet. De gehuwde man is er op uit al die dingen te doen die zijn vrouw tevreden en gelukkig maken.

Wat tekstoverlevering bestaat er enig ververschil van mening. Het woord 'onderscheiden' staat in de Statenvertaling in vers 34. Het is ook mogelijk dat woord te betrekken bij vers 33. Dan krijgen we deze gedachte: wie getrouwd is moet zijn tijd en zijn aandacht altijd verdelen. Dat is niet verkeerd, maar belet hem wel met alle inzet zijn Heere te dienen. Paulus bedoelt: jammer, want het behagen van de Heere komt zo het een en ander te kort.

„Een vrouw en een maagd zijn onderscheiden. De ongetrouwde bekommert zich met de dingen des Heeren, opdat zij heilig zij, beide aan lichaam en aan geest; maar die getrouwd is, bekommert zich met de dingen der wereld, hoe zij de man zal behagen".

Het dienen van de Heere is een zaak van de totale mens naar lichaam en geest. Heilig zijn, de Heere gewijd leven, geheel en al voor Hem. Om dat leven te leiden, daarin heeft de ongehuwde heel veel voor. We moeten bij 'heilig' niet eenzijdig alleen aan sexuele reinheid denken. Heilig leven betekent geheel en al voor de Heere te leven.

„En dit zeg ik tot uw eigen voordeel; niet opdat ik een strik over u zou werpen maar om u te leiden tot hetgeen wel voegt en bekwaam is om de Heere wel aan te hangen zonder herwaarts en derwaarts getrokken te worden".

De apostel verdedigt zich kennelijk tegen lasterlijke aantijgingen. Het zou, wellicht vanuit zijn eigen charismatische leeftrant, anderen in 'n strik willen brengen of 'n last willen opleggen waardoor mensen onderuit werden gehaald. Niets van dat alles, is Paulus' reactie. Het gaat mij om de onverdeelde toewijding aan de Heere. Om zulk een weg aan te geven die het meest begaanbaar is om de Heere aan te hangen zonder heen en weer geslingerd te worden. Er zijn uitleggers geweest die hebben aangegeven hoe we in de figuur van Maria het klassieke voorbeeld kunnen vinden van wat de apostel hier bedoelt. Terwijl Martha dan haar contrast is als type van de mens die zich met van alles en nog wat druk maakt, ook en juist vanwege het gehuwd zijn, en geen oog heeft voor het ene nodige: het aanhangen van de Heere.

huwbare meisjes

Pas nu komt Paulus aan de beantwoording toe van de vraag die hij in vers 25 al heeft opgeworpen: moeten nu huwbare meisjes in de gemeente ongehuwd blijven gelet op de 'aanstaande nood' (vs 26)? Of mogen ze wel ten huwelijk worden uitgegeven? Dit is Paulus' antwoord: „Maar zo iemand acht, dat hij ongevoegelijk handelt met zijn maagd, indien zij over de jeugdige leeftijd gaat en het alzo moet geschieden; die doet wat hij wil, hij zondigt niet; dat zij trouwen".

Weer merken we dat de apostel het

trouwen niet van de hand wijst. Hij is niet tegen het huwelijk. Hij laat dat aan ieder zelf over. Ieder handele, ook met zijn dochters, naar eigen welbevinden. De rechte vertaling van dit vers is niet zo eenvoudig. Iemand biedt deze vertaling: Indien iemand denkt (vreest) tegenover zijn meisje oneerbaar te worden, omdat hij meer dan rijp is om te trouwen en het echt niet anders meer kan, Iaat hij dan doen wat hij wil; hij zondigt niet; laten zij trouwen.

Tot zover. In deze vertaling wordt de verloofde jongeman dus aangesproken.. Als hij mede vanuit 'psychosomatische aandrift tot geslachtsgemeenschap' aan het huwelijk toe is, dan mag hij niet onnodig een huwelijk uitstellen. We denken hier ook weer aan het klassieke huwelijksformulier dat 'allen die tot hun jaren gekomen zijn en de gave der onthouding niet hebben' verplicht worden geacht tot het huwelijk te komen. Dit in verband met de verontreiniging van ons lichaam als de tempel Gods. Maar het tegenovergestelde acht de apostel ook mogelijk. „Doch die vast staat in zijn hart, geen noodzaak hebbende, maar macht heeft over zijn eigen wil en dit in zijn hart besloten heeft, dat hij zijn maagd zal bewaren, die doet wel".

Wie zichzelf, juist vanuit de genoemde aandrift tot het huwelijk, wel in de hand kan houden, bij wie de sexuele noodzaak tot het huwelijk dus niet aanwezig is en eigenlijk daarom afziet van een huwelijk, moet die de verloving ook verbreken? Kennelijk bedoelt de apostel hier zo iets als: wie vanuit de beleving van de nood der tijd, van het direct nabij zijn van Christus' terugkomst, wil afzien van een huwelijk en dat ook kan opbrengen (uiteraard in overleg met zijn verloofde) die doet wel. De verhouding kan dan gecontinueerd worden in een soort geestelijke verloving of relatie. Wel moeten we oppassen als we hier zoiets menen te bespeuren. Het is nimmer Paulus' bedoeling geweest aan te geven als zou zulk een relatie de meest ideale zijn vanuit christelijk standpunt. Hij heeft nimmer bedoeld het huwelijk in zijn totaliteit af te wijzen. We dienen steeds te bedenken dat hij hier ingaat op concrete vragen over dit onderwerp. En dat hij zijn antwoorden geeft vanuit het thema van de nabije tijd van Christus' terugkomst. Vandaar dat we lezen: „Alzo dan die haar ten huwelijk uitgeeft, die doet wel; en die ze ten huwelijk niet uitgeeft, die doet beter".

Nogmaals: dit moeten we niet lezen als een voor alle tijden geldende en bindende uitspraak maar met op de achtergrond de verwachting van de spoedige terugkomst van de Heere Jezus. Met daarbij het leven in de nood der tijden vanwege vervolging en verdrukking om Christus' wil. Nooit mogen we uit vers 38 bijvoorbeeld de gedachte halen als zou volgens de apostel het sexuele eigenlijk bij het zondige bestaan van de mens horen. Het 'betere' van degene die niet trouwt behelst geen morele veroordeling van hen die wel trouwen. Het 'betere' ziet meer op het dienen en behagen van de Heere. Wie niet trouwt, is 'vrijer' om zich aan de dienst van de Heere te wijden en heen te leven naar de spoedige komst van zijn Heere.

huwelijk van een weduwe

In dit kader haakt de apostel ook nog weer even in op de positie van de weduwen in de gemeente. Het is heel wel aan te nemen dat Paulus in de slotverzen inhaakt op de vraag naar een tweede huwelijk van een weduwe. „Een vrouw is door de wet verbonden, zo lange tijd haar man leeft; maar indien haar man ontslapen is, zo is zij vrij, om te trouwen dien zij wil, alleenlijk in de Heere'.

Paulus acht de weduwe vrij te trouwen met wie zij wil. Een christenweduwe laat daarin echter haar keus wel bepalen door haar Heere. Hij is het die haar leven en levenskoers bepaalt. Ze doet zoiets niet uit een opwelling maar ze zoekt haar weg in nauwe verbondenheid met de Heere. De apostel heeft er wel zijn gedachten over: „Maar zij is gelukkiger indien zij alzo blijft, naar mijn gevoelen".

Jamaar, werpt een weduwe tegen, ik ben niet gelukkig meer sinds ik alleen raakte. Jamaar, reageert de apostel dan, ik zeg niet dat u zich gelukkiger voelt. Maar wel dat u gelukkiger te noemen valt. Gelukkiger staat op één lijn met het 'beter' en 'goed' uit de verzen 1, 8 en 26. En weer dienen we het tekstverband aan te houden van 'de aanstaande nood', de nabije wederkomst van Christus, het de Heere behagen en het daarin meer vrij zijn dan de gehuwden. Daarop lettend acht de apostel het weduwe blijven gelukkiger dan het opnieuw aan een huwelijk beginnen ook al is het volkomen geoorloofd..

Dat we hierin niet met de privé-opvatting van een apostel te maken hebben, geeft Paulus op deze manier aan: „En ik meen ook de Geest Gods te hebben".

Paulus weet dat hij dit inzicht aan de hulp en de leiding van de Heilige Geest te danken heeft. Wie andere opvattingen over deze zaak heeft en uitdraagt, doet dat niet vanuit de Geest Gods. Hij acht zelf op de meest zuivere manier de Geest van God te hebben ontvangen. Meer en boven vele anderen in zijn dagen, ook al beriepen ze zich menigmaal op de Geest.

We zien hier iets in vervulling gaan van

Jezus' belofte aangaande de Trooster, de Parakleet, die machtige Helper van de gemeente Gods door de gang der eeuwen: Die zal u in al de waarheid leiden. Dat betekent heel concreet dat de Geest richting aangeeft voor het praktische leven van de gemeente in de dagen voorafgaand aan de komst in heerlijkheid van Christus.

Het terrein waarop we ons in hoofdstuk 7 bevonden was die van het huwelijk. Verwachten we het ook voor ons tijdsgewricht nog van de leiding en de hulp van de Heilige Geest in levensvragen. Vragen en kwesties zijn er te over. Och, Heere, schenk ons de hulp van Uwen Geest!

C.a.d.IJ.

J. M.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 juli 1989

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's

Voordeel ongehuwd zijn

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 juli 1989

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's