Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het koninkrijk Gods....

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het koninkrijk Gods....

18 minuten leestijd

een zuurdesem

„Een andere gelijkenis sprak Hij tot hen, zeggende: et koninkrijk der hemelen is gelijk een zuurdesem, welke een vrouw nam en verborg in drie maten meels, tot het geheel doorzuurd was." Mattheüs 13 : 33

Verberging

Het is minder moeilijk om onze eigen gedachten in een gelijkenis te leggen, dan om een gelijkenis naar zijn bedoeling uit te leggen. Wie spéélt met het meel waar Jezus hier over spreekt, kneedt het nog niet. Ik zou u staaltjes van inlegkunde op kunnen dissen, die vanuit dit woord van Jezus beproefd zijn, en als beproefde waarheid aan de man worden gebracht. Of de gemeente van dit soort voedsel verzadigd wordt?

Niet te verteren gewoon. Wat te denken als men, zoals ik las, de vrouw die het meel kneedt met God de Vader vergelijkt, het meel duidt als gemalen graan, dat dan de uitverkorenen verbeelden moet, liefst met een verbrijzeld hart.

Het zuurdesem zou dan Jezus zijn en het brood dat daarna gebakken wordt tellen mee als de tien toonbroden in het heilige van de tabernakel. Bereid dus volgens het recept van de fantasie. Maar voedsel zit er voor geen cent in. Als ik het daarmee moest doen, zou het mij vergaan naar een andere gelijkenis. Het zou zijn als wanneer een hongerige droomt en zie hij eet, maar als hij wakker wordt heeft hij nog groter honger dan voor hij ging slapen.

Het kost vrij wat meer inspanning om Jezus' woorden, die een verborgenheid, een mysterie inhouden, zó te verstaan, dat we de geheimen verstaan, die toch geheim blijven. Laten we de woorden des levens uit de Mond der waarheid uit mogen delen als het brood des levens.

Een andere gelijkenis sprak hij tot hen. De woorden die Jezus spreekt zijn geest en zijn leven. Telkens grijpt Hij naar een nieuw beeld om de volheid en de veelkleurige wijsheid Gods gestalte te geven. In Mattheüs 13 neemt hij ons beurtelings mee naar de akker, of de moestuin. Naar de zee en naar de markt. Hier brengt Hij ons in een alledaagse keuken van een huismoeder. Evenals in de gelijkenis van het mosterdzaad gaat het in de gelijkenis van het zuurdesem om een klein begin. Een klompje verzuurd deeg, dat drie maten meel, notabéne zo'n veertig pond meel, helemaal doorzuurt.

Toch zegt Jezus met deze tweede van de tweelinggelijkenis niet precies hetzelfde. Hoezeer ook tweelingen op elkaar kunnen lijken, de een heeft toch iets dat zich kenmerkend van de ander onderscheidt. Dat is hier ook het geval.

Er zit in de gelijkenis van het zuurdesem een andere dimensie dan in die van het mosterdzaad. Het fijne trekje in deze gelijkenis is, dat niet zozeer nadruk valt op het verrassende resultaat — een klein mosterdzaadje dat uitgroeit tot een grote boom — maar het accent valt op de langzame en procesmatige ontwikkeling, waarmee het Koninkrijk der hemelen doorwerkt in de wereld.

De vrouw, die het stukje zuurdeeg door drie maten meel kneedt doet dat zeer zorgvuldig. Er staat letterlijk dat zij het verbergt, het er diep in wegstopt. Hoe? Wel door het zuurdesem niet als een klont in het meel te verstoppen, nee zij kneedt het er zorgvuldig doorheen. Op den duur zie je van het zuurdeeg niets meer.

Veertig pond meel kneden is zwaar werk. Dat gelooft u zo wel. Zeker als het met de hand moet gebeuren. Op den duur wordt het heel, héél zwaar.

Maar wanneer het zware karwei dan eindelijk geklaard is, doet zij er ook verder niets meer aan. Ze laat het voorlopig met rust. Intussen doet het zuurdeeg zijn werk, en is straks het deeg klaar om er brood van te bakken.

Zo is het nu met het Koninkrijk Gods, zegt Jezus. Dat zie je niet, maar het wérkt wel. Wie ziet nu in een Kind in de kribbe, zo diep verborgen in de wereld, de Zoon van God? De Gezondene des Vaders, Die om ons te redden de hemel verliet? Wie ziet het de Worm en geen man in de hof van Gethsémané aan, dat Hij de last van Gods toorn tegen de zonde torst, om mij en anderen daarvan te verlossen? Wie zal op het eerste gezicht de met doornen gekroonde Rabbi van Nazareth, die de naam Jezus draagt — de Heere redt — aanzien voor de verborgenheid van de liefde Gods? Hij is dé Verborgene, ster-s vend temidden van moordenaren. Paulus dat geeft ons nadere inlichtingen, maar dan is het alweer enkele jaren later. Hij schrijft over de verborgenheid, die verborgen is geweest vóór alle eeuwen, en nu geopenbaard is als het heilgeheim van het Vaderhart Gods.

Verborgen was Zijn liefde werkzaam. In bloed en zweet en tranen. Verzonken in de mensheid, zoals het zuurdesem één met het meel. Niet te onderscheiden. Zo verborgen dat ze zeiden: Indien Gij de Christus zijt, zeg het ons vrijuit. Draai er niet omheen. Geworden uit een vrouw, geworden onder de wet. O goddelijke verberging. De broederen is Hij in alles gelijk geworden, uitgenomen de zonde. Tenslotte waar is het onderscheid tussen Hem en ons, als ook Hij in het graf door mensenhanden verborgen wordt. Waar zit dan het verschil?

Hier is sprake van een heilgeheim dat God aan Zijn vrinden toont, dat door dit vreemde werk van Gods verberging vijanden met God verzoend worden.

Ik proef in deze gelijkenis allereerst iets van het wonder. Want die die geen zonde gekend heeft, heeft God zonde voor ons gemaakt, opdat wij zouden zijn gerechtigheid Gods in Hem. Zelfs uit Zijn graf, dat eens gesloten was, maar nu voorgoed geopend is, waait de levensgeur mij tegemoet. Zalige verborgenheid immers, dat doden horen de stem van de Zoon van God, en die ze gehoord hebben zullen leven.

Ik had het tot nog toe maar over één aspect van de verborgenheid van Gods koninkrijk. Er zijn er méér.

Te denken valt niet alleen aan de Koning, ook aan de onderdanen van het Rijk. Ergens zegt Jezus: Het koninkrijk Gods is binnen ulieden. Het begint als een onopgemerkte verborgenheid. Als een zondaar bijvoorbeeld met het evangelie werkelijk in aanraking gebracht wordt. Het woord des geloofs is in uw mond, zegt Paulus, maar ook dieper, in uw hart. Wat merk je daarvan? In het begin niet zoveel, maar op den duur...

Als het zuurdesem van het evangelie het dode bestaan van het mensenhart doortrekt, dan gaat het van binnen gisten en werken. In het verborgene leert de Geest ons door het

Woord ootmoedig buigen, stil uitzien, hopen op Gods heil, gestadig zoeken en uitzien naar Gods genade. Wie ziet dat aan je als men de buitenkant bekijkt? Daar loop je niet mee op straat als je hart naar God smacht, gelijk een hert dorst naar de waterstromen. Hoe vaak is al gebleken dat we zeiden: had je dat nu gedacht, dat die jongen, dat meisje, die man, die vrouw zo intens met de vragen naar God en de eeuwigheid bezig was? Heeft dit alles niet te maken met die zeer krachtige, bovennatuurlijke, en tegelijk zeer zoete, wonderbare werking waarop God, op wonderbaarlijke wijze krachtig en onfeilbaar werkt?

En hoe werkt dat dan? God verbrijzelt, maakt de mens klein, brengt hem tot genade, U neemt toevlucht tot de verborgenheid van Gods liefde in verberging, en het is als een openbaring dat die Christus in verberging het fundament van uw heil is. Hoe zag Hem de moordenaar aan het kruis? Op het laatst zag hij in die Gekruiste en Doorwonde, de met schuld en zonde Beladene, de Koning in Zijn Schoonheid. Anders had hij nooit gebeden; Gedenk mijner als Gij in Uw koninkrijk gekomen zult zijn. Welnu dat is de doorwerking van het zuurdesem van het evangelie. En wat die moordenaar — of welke zondaar u ook maar noemen wilt — zélf betreft... Wie ziet hem aan als een Koningskind, die bezig is het zuurdesem van het Woord te kneden in het hart van een medezondaar?

Maar nu zijn we er nog niet. Er volgt weer een ander aspect van de verborgenheid. In den brede gezien is dit de gang van het hele Koninkrijk Gods in deze wereld. Het werkt als een zuurdesem. Niet als wij er oppervlakkig tegenaan kijken. Is het dan werkelijk zo dat dit Koninkrijk, gezien als heerschappij van Christus ongemerkt zijn gang kan gaan in deze wereld? Zachtjes aan al meer, al meer?

Vergeet het maar. Het meel pleegt geen verzet als moeder de vrouw er zuurdeeg doorheen kneedt. Maar de wereld? Des Konings herauten verkondigen volgens zeggen een vreemde leer. Wat zij van de Koning en Zijn rijk naar voren brengen vindt men sectarisch. De aanhangers van die leer heten een secte die overal tegengesproken wordt. Eerder werkt het verkeerde, de zonde, de huichelarij op godsdienstig gebied als een zuurdesem. Over de zuurdesem van de farizeën en hun wettische godsdienst licht Jezus ons duidelijk in. Wacht u ervoor zegt Hij. Laat je er niet door beïnvloeden. Nee, van het zuurdesem van Gods koninkrijk merk je toch zeker helemaal niets of nauwelijks iets?

Toch willen we Jezus' woorden niet tekort doen. We willen ze recht doen. En dat kan alleen als we er oog voor hebben of krijgen dat God niet een zichtbare maar een onzichtbare werkelijkheid op het oog heeft.

Een werkelijkheid die alleen in het geloof gezien en aanvaard kan worden. Ondanks tegenstand en tegenkanting en tegenspraak van alle kanten, gaat de wet van het zuurdeeg in vervulling. Dat is juist het geheim dat het wérkt, zonder dat je het dadelijk merkt.

Wat ziet dan het geloof, of liever, wat gelóóft het geloof?

De doorwerking

We lezen de tekst nog eens. Het Koninkrijk der hemelen is gelijk aan een zuurdeeg hetwelk een vrouw nam en verborg in drie maten meel, totdat het geheel doorzuurd was. We onderstrepen de woorden totdat het geheel doorzuurd was.

En daar kon die huisvrouw zelf niets aan doen. Zij moest het gistingsproces zijn gang laten gaan. Natuurlijk moest zij kneden, maar het deeg doorzuren is haar werk niet. Natuurlijk geeft God de Heere ons opdrachten. Gebeden, geworsteld, gestreden geleden moet er worden. Zijn we zélf zuurdesem? De doorwerking hebben wij niet in de hand. Dat hoeft immers niet. De tegenwerking ontlopen we niet.

Zij die het zuurdesem van het evangelie in de wereld mengen hebben het zwaar te verduren. Lees er maar op na wat de apostel Paulus daarover schrijft in 2 Korinthe 6 bijvoorbeeld. In verdraagzaamheid, in verdrukkingen, in noden, in gevangenissen, in waken en bidden, in arbeid en in moeite, in honger en in dorst, in koude en in hitte. Maar het Wóórd werkt door.

Elke prediking, iedere evangelisatiearbeid, het hele zendingswerk staat in het teken van

KOL-OMMETJE

De Franse revolutie, pas herdacht als sop de kool niet waard, meer bloed en achteruitgang dan vrijheid en vooruitgang, doet aan de hand dat ongeregeldheden uitbarsten, wanneer gestreefd wordt naar enige verlichting van de zwaarste druk. Juist nu minder straffe hand de teugels omknelt en het bewind glasnost en perestrojka te baat neemt, slaat men aan het bakkeleien. In het Russische land zelf, waar ook anderen wonen dan Russen. Armeniërs ver naar het oosten verlangden grotere zelfstandigheid, de Baltan in Litouwen, Letland en Estland reikten elkaar de hand in meest letterlijke zin en vormden een keten van hoofdstad naar hoofdstad kilometers lang om hun vrijheidsverlangen indrukwekkend te demonstreren, in Georgië vonden botsingen plaats en recent weer betogingen in Moldavië. In Kazachstan vlamde het verzet opnieuw op. Ongeduld is nauwelijks te beteugelen, wanneer de druk afneemt. Wat ditzelfde betreft krijgt in andere uithoek de nieuwe president van Zuid-Afrika, de gedoodverfde of wie onverwacht anders, evenzo een zware taak. Wat dat aangaat kan hij bij Gorbatsjov in de leer.

Hetzelfde geldt voor het cordon landen rondom. Ook op dat punt houdt de parallel van Zuid-Afrika en Sowjet niet op. Wat Moskou dan betreft zijn de ontwikkelingen in Polen helemaal spectaculair. Tadeusz Mazowiecki nieuwe Solidariteitpremier van alle Polen, nadat de communist Kisczak er niet in was geslaagd een kabinet te vormen. Tot voor kort riep Solidariteit luid, ook bij monde van Tadeusz zelf, geen regeringsverantwoordelijkheid te ambiëren. Nu is het tot aller en waarschijnlijk eigen verbazing zo ver. De onderneming is hachelijk genoeg. Want in eigen gelederen van Solidariteit is gemor te horen of Mazowiecki wel de geschikte man is en of hij niet te voorzichtig te werk zal gaan. De eendracht in verzet gaat bij opzet en vormgeving van initiatieven voor eigen verantwoordelijkheid ras teloor. Intussen doen Hongaren pogingen om de ras van stapel lopende Polen, die op de werf van Gdansk van start gingen, bij te benen. Alvast sluisden ze, behalve wat ze deden aan andere aktiviteiten, flink wat Duitsers uit de DDR door naar de Bondsrepubliek. In Oost-Duitsland zien de inwoners het nog niet zo zitten als in Polen. Het Oostblok ongeduldig op weg naar groter vrijheid en naar verlichting van druk.

Intussen heeft het Westen eigen zorgen. Te veel om met voldoening de ontwikke 1 lingen aan de andere kant af te wachten en gade te slaan. Is typerend de complete oorlog die de Columbiaanse regering, belanghebbend gesteund door de Verenigde Staten, ontketenden tegen de drugsbaronnen, die van erfenissen verslindende drugsellende, grandioos profiteren en schatten, weelde en staten vergaderden. Op hun partikulier gebied bouwden ze paleizen, met in eigen beheer en voor eigen genoegen dierentuinen, helicopterplatforms en privé-arena's voor stierengevechten. Je vraagt je af hoe het zover komen kon. Vrijheidsbeleving in de Westerse wereld is ook geen sinecure. Van de drugsellende weten alle landen mee te praten. En talloze ongelukkige families.

Drukvermindering ginds de toenemende drugslosbandigheid hier, dat waren twee begrippen waarin het wereldgebeuren van de afgelopen weken zich liet vatten. Verlangen ginds naar minder gezag en geroep hier naar sterker. Het weer van de wereld en het weer van de atmosfeer bezigen dikwijls dezelfde woorden. Te weten dat wij mensen gauw van de regen in de drup geraken. Een zeer navrante bijkomstigheid was het bericht dat afgezwaaide officieren uit Israël betrokken zouden zijn bij het verzet en de wapenleverantie aan de drugsbaronnen. Dat terwijl we aan de naam Israël hoop ontlenen voor de andere wereld die komen moet.

Aa

het kneden van het zuurdesem. Dat het werkt ligt niet ten diepste aan de handen die het meel kneden, maar aan de eigenschappen van het zuurdesem.

Dat Gods Woord werkt ligt niet aan de ijver en de bekwaamheid van hen die er mee werken, maar tot onze troost mag het gezegd worden: Het Woord dat wij prediken, hoe dan ook, waar dan ook, dat bergt de waarborg van de doorwerking in zich. Och het kleine stukje deeg, wat betekent het tegenover de onevenredig grote hoeveelheid meel! Vergis u niet. Totdat het geheel doorzuurd was, zegt Jezus. Dat enkele woord van mij, dat stille gebed voor mijn kinderen en kleinkinderen, die zorg voor het behoud van mensen, ach ik kan maar zo weinig doen. Het is zo klein tegenover de onevenredige grote massa, die zich verzet en van God en zijn dienst niet weten wil.

Weet u hoe dat gaat? Nee, maar Jezus zégt het. Ze zullen door uw Woord in Mij geloven. Blinde ogen gaan toch open. Is het niet onder de ouderen, dan toch onder jongeren. Dode gewetens worden door het woord des kruises gereinigd om voortaan de levende God te dienen. In verloren zondaren bloeit op den duur een nieuw leven open. Doet het niets? Moet u eens kijken!

Totdat het geheel doorzuurd was. Waar zal anders die grote schare vandaan komen, die eenmaal God zal lofzingen? Als het onverhoopt niets doet dan ligt dat niet aan al de arbeid die God aan u ten koste legt. Het ligt wel aan de weigering God toe te laten in uw leven.

Ouders het komt op ü aan. Of ü het zuurdesem van de boodschap des heils in de binnenkamer wilt kneden. Een vriendelijk woord? Dat mag! Maar vooral Góds Woord! Wat komt er van uw lippen om uw kinderen jaloers te maken?

Ben ik zélf dat zuurdeeg in het meel? We mogen geloven dat de Geest het woord des levens in harten van dode zondaren overbrengt. Maar Hij wil u daarvoor gebruiken. We mogen geloven dat het kleine korreltje zuurdeeg zijn uitwerking niet mist. Het werkt, waar een kind zijn knietjes buigt en bidt om een nieuw hart. Het werkt als u door schuldbesef getroffen en verslagen roept tot de levende God. Je kunt er met een ander niet altijd over praten. U bent bang dat het niet écht is; want zuurdesem werkt langzaam, en het duurt zolang. Maar het werkt als u zich niet ongezegend van de troon der genade laat verwijderen. Totdat het geheel doorzuurd was.

Mag ik het zo opvatten, totdat ik weet dat Christus door het geloof in mijn hart woont en ik in de liefde geworteld en gegrond ben?

Tenslotte kregen we de leerregels van Dordt niet voor niets als een erfenis mee. Zal ik u nog eens iets eruit voorlezen? , , De wijze van deze werking kunnen de gelovigen in dit leven niet volkomenlijk begrijpen. Ondertussen stellen zij zich daarin gerust dat zij weten en gevoelen dat zij door deze genade met het hart geloven en hun Zaligmaker liefhebben. Welnu door de gezegende werking van het zuurdeeg van Gods verborgen liefde, grijpt .de levensvernieuwing plaats. Zo wordt het oude zuurdesem van zonde en wettische huichelarij uitgezuiverd, en worden we door de verborgen omgang met de Heere Jezus Christus een nieuw deeg. Gedwongen tot spreken en getuigen, overal waar God ons roept.

Zijn we als zuurdesem dat zelf in het meel moet verdwijnen. Net als Christus zelf. Worden we geroepen Zijn beeld-gelijkvormig te worden. Paulus droeg de lidtekenen van de Heere Jezus in zijn lichaam. Wie van ons is daar aan toe? Of houden wij er een te goedkoop en te vrijblijvend christendom op na? Gaan we zo op in de wereld dat we er in ondergaan en er geen reuk of smaak aan ons hele geloof meer is? Maken we niemand jaloers en lokken we alleen maar het commentaar uit: zoals jij kan iedereen wel christelijk zijn? Kneden is zwaar werk.

Nóg zwaarder is, de wereld verzaken, onze oude natuur doden en in een nieuw godzalig leven wandelen. Voorgangers en ambtsdragers, gemeenteleden incluis. Wie spreekt nog van de grote werken Gods. In wiens leven is het werk der genade zichtbaar, merkbaar? Bedroevende wereldgelijkvormigheid is aan de orde van de dag.

Wat erg, wat schandelijk voor de Koning der kerk, dat we in zowat niets meer te onderscheiden zijn van de wereld, voor wie wij tot zegen moesten en konden zijn. Zuurdesem zijn betekent toch niet jc angstvallig te verstoppen als er eens rekenschap gevraagd wordt van de hoop die in ons is. Niet zo per-

oonlijk worden, zeggen we dan. Daar mag u zo niet naar vragen. Dat moet ieder maar voor zichzelf uitmaken. Paulus dacht er anders over. Opdat ik anderen predikend zelf niet enigszins verwerpelijk bevonden worde, was zijn vrees.

Zuurdeeg zijn, dat is ingaan in de wereld dat we anderen trachten te doordringen van de onuitsprekelijke genade Gods. Een nieuw deeg zijn. Kruis dragen en liefde verspreiden en groot van de Heere spreken, vrijmoedig getuigen. Totdat het geheel doorzuurd was.

Gods wegen zijn lange wegen. Gods schreden zijn rustige schreden.

Als wij maar de verborgenheid der godzaligheid kennen en uitdragen, éne plant met Christus worden in de gelijkmaking van Zijn dood en van Zijn wederopstanding. Als Christus maar door het geloof in onze harten woont. Dan is ons lichaam, ook ons jonge lichaam een tempel van de Heilige Geest. De vreze Gods beheerst je denken, doen en spreken. De heiligmaking is een roeping, zonder te vergeten dat het een gave is. Geen verdienste, wel vrucht. Een nieuw deeg zijn. Dat raakt de verhoudingen van het leven. Ons staan in de kerk, ons leven in de wereld, ons huwelijk, ons gezin, de omgang met elkaar als jongen en meisje. Samenvattend zingt Psalm 119; 'k Heb in mijn hart Uw rede weggelegd. In mijn hart, dat is het diep verborgene van het Koninkrijk Gods. En nu de doorwerking: Opdat ik mij mocht wachten voor de zonde. Daarom bidden wij: laat toch Uw genade doorwerken Heere in mijn hart, en laat het uitwerking hebben naar alle kanten. Waar staan we als kerk? Ach menen wij, met de rug tegen de muur. Dat verlammende gevoel weet u wel, dat je toch niets meer beginnen kunt. Te bang dikwijls voor de wereld. Te bang of we wel begrepen worden. Of we wel modern genoeg zijn en bij de tijd en upto date.

Je moet het geloof niet opdringen, je stoot de mensen maar af, en zo heeft de duivel nog heel wat middeltjes in zijn apotheek om het Koninkrijk Gods tegen te werken. Want ziet u, als je wacht tot je bij de wereld , , in" bent, en als je denkt dat je door modern te doen ze wel wint op den duur, dan draait het om, dan zijn we verloren. Niet wachten tot we , , in" zijn, maar er in gaan, de wereld in, als zuurdesem. En dan hoeft niemand voor de doorwerking te zorgen, noch voor de uitwerking te vrezen. Want over eigen hart en leven en over de kerk in de wereld welft zich het woord van Gods belofte!

Hij die een goed werk in u begon, zal het voleindigen tot op de dag van onze Heere Jezus Christus.

De uiteindelijke zegepraal van het Koninkrijk Gods is, al gaat het langzaam, soms tergend langzaam... TOTDAT!

K.a.Z.

H.V.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 september 1989

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's

Het koninkrijk Gods....

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 september 1989

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's