Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Blijdschap in de hemel

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Blijdschap in de hemel

14 minuten leestijd

„Ik zeg ulieden, dat er alzo blijdschap zal zijn in de hemel over één zondaar zich bekeert, meer dan over negen en negentig rechtvaardigen, die de beke van node hebben." Lukas 15 : 7

Ik zag met nijdig ogen aan

Wat Asaf zong in een ander verband geldt in het verband van onze tekst de farizeën en schriftgeleerden, die met loenzige blikken Jezus beloeren. Ze worden er beroerd van. Werden ze maar ontroerd. Niks hoor. Het grieft hen diep dat grove zondaars, van heinde en ver, zich om die Rabbi, die Jezus van Nazareth, verzamelen. Daar heb je hem ook, en daar heb je haar ook, öf we ze kennen. Jezus moest het eens weten. Het lijkt wel een beetje op wat er onder ons verhandeld wordt, dikwijls vlak na kerktijd. Op de proppen komt al gauw met wie wij op de koffie zijn gekomen. Verhalen waar je oren rood bij worden, de harten steeds kouder en de liefde diepgevroren is. We hadden geen oor voor de preek, alleen maar oog voor die en degene.

Onder de nijdige blikken van zich mateloos ergerende geestelijke leiders verzamelt zich de underdog, het uitschot van de maatschappij, rondom Jezus. Niet om aan te zien.

Ze luchten hun ergernis. Wie zou hier zwijgen? Hun boze blikken vangen Jezus 1 , , Dèze" - u hoort er de minachting in, - „Deze ontvangt zondaars en eet met hen."

Eten is in het Oosten een teken van het onderhouden van vriendschap, gemeenschap wellicht. Déze, en ze willen Jezus' naam niet eens noemen, je kunt wel zien waar Hij thuishoort. De rechtvaardigen in eigen oog zitten altijd vol met hatelijke kritiek. Wat hier met Jezus en die lui daar aan de hand was, dat strookte gans en al niet met hun rechtvaardigheidsgevoel. Streng godsdienstig toegespitst kwam het een en ander helemaal niet overeen met de heiligheid van de wet van God.

Hebben ze gelijk of niet? !

Farizeën, je kunt ook spreken van , , lekentheoloogjes", en schriftgeleerden, die de gangbare en officiële theologie vertegenwoordigen, sla ze niet te laag aan. Als zij er geen verstand van zouden hebben hoe het er naar de wet en het recht van God aan toe moet gaan in deze wereld en in de kerk, wie dan wel!

Gods gerechtigheid maakte het belangrijkste deel van hun kerkelijke dogmatiek uit. Bovendien was zij een wezenlijk bestanddeel van hun levenswijze.

Een mens heeft of krijgt toch met het heilig recht van God te maken, waar of niet. Daar kun je geen loopje mee nemen. Een mens zal toch eens moeten toevallen, waar of niet? Ik wens geen woord af te doen van de Schrift die ons leert: Zo Gij, Heere de ongerechtigheid gade slaat, Heere wie zal bestaan. Daarin verschillen we hopelijk niet. Het is alleen maar de vraag: hoe hantéren we dat recht van God en hoe gaat de Schrift er mee om. De schriftgeleerden van die tijd en van alle tijden hebben er een systeem van gebouwd, een muur opgetrokken. Die muur staat pal tussen hen en de schare die de wet niet kent, waaronder met name dat volk van laag allooi, gevat onder de verzamelnaam tollenaars en zondaars. Modern gezegd: uitschot.

Het recht van God zat hen zo hoog en ze gingen zo ver dat niemand meer de moed had om zijn Rechter om genade te bidden. Bijna zou je zeggen, ze waren nog rechtvaardiger dan de rechtvaardige God zélf. We zitten meteen een beetje tegen het eind van de tekst aan en laat ik daarom Jezus' eigen woorden maar gebruiken.

Ze waren zo rechtvaardig dat zij geen bekering nodig hadden. Wie laat zich dat door de Mond der waarheid gezeggen? Dat kan dus best zo zijn. Praten, preken over bekering en zelf onbekeerd doorleven.

Waarom geen bekering nodig? Ach ze spraken wel over afbraak, maar ze hadden een eigen bouwstijl. Ze bouwden aan de muur tussen de mensen daar op laag niveau, en God zo hoog verheven. De hoogte van die muur konden zij wel bereiken via de ladder van werkheiligheid, zo meenden ze. Over de muur klimmen heet dat.

Zelf een „oplossing" bedenken voor het omgaan met Gods recht. Redeneren die ring zonder niet zich te bekeren. Ach, dat is ook een geslacht dat nimmer schijnt uit te sterven. De Spreukendichter maakt er een ter zake doende opmerking over. Een geslacht dat rein is in zijn ogen, maar van zijn eigen drek niet is gewassen. Ik maak geen brede toepassing. Ieder die het hoort of leest moet zich maar toetsen. Eigenlijk bedoelt Jezus het liefdevol, en naar die mensen met nijdige ogen toe, wil Hij alleen maar zeggen: „wees nooit zö „rechtvaardig" dat er geen snippertje liefde meer overblijft. En zie uw rechtlijnigheid en uw rechtzinnigheid niet voor de gerechtigheid Gods aan. Schrik geen zondaars af. Houd niet elke bekering bij voorbaat verdacht, omdat die niet in uw stijl ligt. Mijn stijl is lang niet altijd Gods stijl.

En hoe menigmaal bleek en blijkt dat Gods wegen hoger zijn dan onze wegen. Zou dat niet gelden waar wij gewoon zijn te spreken van „toeleidende wegen"? Gods soevereiniteit is heel wat anders dan onze voorkeur of willekeur. Al weet ik best dat de nood der kerk (en der prediking) vandaag naar twee kanten ligt. Als men hoort van blijdschap waar het recht Gods geen plaats inneemt, maar ook als men van het recht Gods wil spreken, zonder een greintje blijdschap.

Laat neergebogen zondaren en tollenaren eerder kijken naar Gods milde handen en vriendelijke ogen dan naar de nijdige blikken die hun Jezus niet gunnen.

Milde handen, vriend'lijk ogen

Nu willen we de woorden van Jezus spellen. Daarom, omdat u met zulke nijdige ogen kijkt, farizeërs en schriftgeleerden, dat er blijdschap is in de hemel.

Waarom zegt Jezus dat? Niet om de wangunstigen van de blijdschap weg te stoten, uit te sluiten, maar integendeel, uitnodigen wil Hij. Hij geeft geen tekst en uitleg van Zijn omgang met de verachten onder het volk. Evenmin houdt Hij een beschouwing over de blijdschap. Hij vertelt drie verhalen, gelijkenissen. Alle drie hebben ze één grondtoon, de blijdschap. Daar ligt het punt van vergelijking.

Zoals een herder oproept om met hem blij te zijn over het verloren schaap, dat

hij zocht, vond en thuisbracht, en zoals de vrouw iedereen nodigt om met haar te delen in de vreugde over de hervonden penning, en de vader die zuurpruim van een oudste broer te kennen geeft: men behoorde dan vrolijk en blij te zijn, alzo is er blijdschap in de hemel, over één zondaar die zich bekeert. Let goed op dat kleine woordje alzo! Daarom zeg Ik ulieden. Ik, met volle nadruk. Ik de Zoon des mensen die u al eerder en meer gezegd heeft dat Ik gekomen ben om te zoeken en zalig te maken wat verloren was.

Hij zegt iets wat we blijkbaar niet weten, wat we uit onszelf nooit zouden bedenken en waar we nooit op zouden gekomen zijn. Paulus formuleert het aldus: Wat geen oog gezien en geen oor gehoord heeft en in geen mensenhart is opgeklommen, hetgeen God bereid heeft dien, die Hem liefhebben.

God zoekt verloren mensen. Daarover is men in de hemel, de woonplaats van Gods eer, uitbundig verheugd. Met een blijdschap die doet roemen in God, en die het hart van Jezus doortrilt. Vandaar Zijn milde handen en vriendelijke ogen.

Vergeten we niet erbij te zeggen dat die blijdschap het eertijds verlorene en nu gevondene geldt. Wilt u in die vreugde delen, dan zult ge weten en beseffen hoe verschrikkelijk het is verloren te gaan. Te gaan? Nee sterker nog verloren te zijn.

Verloren! Wanneer zegt u dat u iets verloren hebt? Pas als u er heel zeker van bent dat u het verloren voorwerp nooit meer terugkrijgt.

Wat wil het zeggen verloren te zijn in Gods oog, verloren te liggen voor eigen besef? Het oorspronkelijke woord heeft de grondbetekenis van iets moedwillig te gronde richten. Soms ook doden, vernietigen.

Dus - en daar stonden die tollenaars en zondaars bij God en mensen om bekend - je leven expres ruïneren. Er bewust een puinhoop van maken. Daarom hoort verlorenheid en schuld bij elkaar. Verloren zijn zij en ook wij. Dringt het tot u door?

Wij hebben God op het hoogst misdaan. Soms denken we van anderen: nou, nou, hij maakt er ook een puinhoop van. En wat brengt u er van terecht? Verloren, ik weet niet goed hoe ik het zeggen moet. Het is beter om het voor God te stamelen. Met grote woorden schermen is nog niet verloren zijn.

Treffend kiest Jezus het beeld van een schaap dat verloren was en van de penning, die de vrouw verloren had. Niet om te zeggen: wat is dat schaap toch zielig, och arm schaap, het was eigenlijk je bedoeling niet dat je gebroken, gekneusd en geschonden in het ravijn zou terecht komen. We kunnen over dat verloren zijn zo fantaseren, we kunnen het beeld decoreren en dan blijft er van het verloren zijn niet veel meer overeind. Dan is het schaap veelmeer zielig dan schuldig. Vroompjesweg!

O ja, zeggen we dan, zo gaat het met de mens. Het was de bedoeling niet, maar het ging van kwaad tot erger. Och ja mensen, dat komt ervan als God je niet vasthoudt. Het verloren schaap is niet zielig, maar diep, diep schuldig.

De tollenaren hebben zelf hun oneerbaar beroep gekozen en de zondaren hebben dikwijls zelf de zelfkant van de samenleving opgezocht. En u en ik, die het wat minder grof aanlegden, zijn wel moedwillig van God afgevallen. Verloren! Niemand wenst de weg terug. Niemand wenst God terug. Dwazen die we zijn. Schapen zonder herder. Leven zonder God. Van die penning geldt het navenant. De vrouw had de penning verloren. Dat is voor de tollenaars en zondaars een aan-

wijzing hoe diep God de verlorenheid van ons mensen peilt. Dat kunnen we zelf niet eens. De diepste ontdekking is oppervlakkig vergeleken hoe diep God ons verloren ziet. Alleen God weet hoe nameloos diep de afgrond is. Een mens kan zo diep verloren zijn dat hij niet eens meer lijkt op een schaap, dat in zijn verlorenheid nog blaat. Maar dat hij gelijkt op een penning, die daar dood en onverschillig onder het stof ligt. Geen wéét van.

Met al onze netheid en ingetogenheid nog erger verloren dan het schaap, wat wij , , tuig" noemen. Hoezo? Omdat het je in de grond der zaak onverschillig laat dat je ergens ligt te slingeren in een donkere hoek van de wereld. Uiterlijk godsdienstig. Innerlijk volkomen dood.

Er is niemand rechtvaardig er is niemand die God zoekt. Of je nu schaap heet of een penning bent. Maar dit is het wonder; ja dan nog en dan juist, als het u niets meer schelen kan, zoekt God met zijn vriendelijk ogen de mens, en raapt hij het verloren schaap of de penning met zijn eigen handen op. Milde handen!

Hemelse blijdschap

Jezus spreekt over blijdschap in de hemel. Daar ligt de oorsprong van de geestelijke blijdschap. Herinner u de boodschap van de engelen in de Kerstnacht. Ik verkondig u grote blijdschap. God in Christus zoekt het verlorene, de goede Herder is gekomen om zich onder het verloren schaap te buigen. Hij heeft de schouders onder mij, èn de last van mijn schuld gezet. Hij kwam uit de hemel in de hel onder Gods rechtvaardig oordeel. Hij boog dieper dan wij verloren lagen.

Bukte in het stof des doods om Zijn verloren penning onder stof en vuil weg te halen, en nu tegen zijn Vader en de heilige engelen te zeggen: Kijk eens wie, kijk eens wat Ik gevonden heb! Zo is er blijdschap in de hemel, onder de engelen Gods, over één zondaar die zich bekeert.

Van God uit gezien betekent bekering gevonden zijn.

En waar men dan soms op aarde, onder godsdienstige mensen vooral soms niets om geeft, daarover wordt in de hemel gejubeld. Of zijn we nog druk met passen en meten of de bekering van deze en gene wel klopt met wat wij er ons van voorstellen?

Zo hanteren de farizeërs en schriftgeleerden hun eigen maatstaven, en zo wordt nog heden de mogelijkheid van Gods genade afgemeten aan onze beperkte inzichten. Dat doet Jezus niet. Hij rammelt de schapen, die verloren schapen niet af, maar raapt ze op. Ik ken nauwelijks een troostvoller woord in de Bijbel, dan de woorden: en als Hij het gevonden heeft. Bewonderenswaardige liefde Gods. Wees toch eens wat voorzichtiger in uw oordeel. Want Jezus zegt dat, terwijl wij op aarde nog aan het meten zijn of het wel echt genoeg is, de engelen in de hemel al aan het zingen zijn. Zij zien er naar uit dat er hier een zondaar en daar een verlorene wordt thuisgebracht. Dat de genade Gods doorbreekt in zondaarsharten. Meteen breekt der engelenjubel in de hemel los.

Eén zondaar heeft zich bekeerd, één schaap is er naar huis gebracht, één penning gevonden. Ééntje maar? En daarvoor al die blijdschap in de hemel; en dan, als het bij ons nog overzomeren en overwinteren moet, reeds zoveel uitbundigheid? Eén zondaar, is dat zoiets bijzonders dat de engelen terstond en spontaan beginnen te juichen? Ja zeker, want Ik, Jezus zeg het u.

Zie ze komen, tollenaars en zondaars. Zij wilden naar Jezus horen, staat er. Bekering en geloof begint met horen. Je gaat er zelfs van ophoren. Juist omdat Jezus bewogen is met het lot van verloren schapen, en terwijl het mij onbewogen liet, kwam Hij om zalig te maken op aarde. En juist met het oog op hen die Hem zo fel bekritiseren in Zijn liefde tot het verlorene, wijst hij op de oneindige ruimte van Zijn genade, wil Hij zeggen, óók voor u. Want u bent niet minder verloren dan zij, die in uw ogen verloren zijn. Hij weet dat wij allen die liefde brood-en broodnodig hebben. , , De zondaren zijn schoon omdat zij bemind worden, maar zij worden niet bemind omdat zij schoon zijn" (Luther).

Daar komen ze aan de tollenaren en de zondaren, Hij maakt ze schuldbewust en Hij maakt ze heilbegerig, hunkerend naar het water uit de fonteinen van het heil.

Luther heeft eens gezegd dat de boete pas echt is, waar zij begint met de liefde tot de gerechtigheid Gods. Bekering houdt schuldbesef in en verlangen naar genade. Bekering zonder liefde is geen bekering.

Zie, zegt Jezus, Ik sta aan de deur en Ik klop. Ook op het hart van farizeërs en Schriftgeleerden, op ons aller hart.

Indien iemand naar Mijn stem hoort en de deur zal opendoen, Ik zal tot hem inkomen. En weet u, de blijdschap in de hemel vindt weerklank in het zondaarshart. Want er is geen groter wonder denkbaar op aarde dan dat een zondaar zich bekeert. Van zondaren kun je alles verwachten, maar juist niet dat hij zich tot God bekeert, niet dat hij om genade roept. Eén zondaar. Jezus gebruikt het telwoord één. Als wil Hij zeggen, het gaat één voor één.

Net als bij de geboorte en bij het sterven, dat gaat ook één voor één. Niet anders is het in de wedergeboorte, dat gaat ook één voor één. In grote verscheidenheid, de één zus, de ander zo. Maar ieder zal zich er over verwonderen dat God met hem, met haar te doen heeft willen hebben. Mij de grootste der zondaren is deze barmhartigheid geschied. Die dat zei was ook een farizeër.

Dus komt het er op aan of gij u verloren weet voor God, en u zo, mèt uw verlorenheid en al, laat vinden door de liefde van God onze Zaligmaker. Dan gaan we niet, zoals de critici op Jezus schelden: „Déze"!

Maar dan gaat Déze schitteren. En we zingen met de engelen mee, ja we zingen boven hen uit: Ik Heere, die al mijn blijdschap in U vindt.

De hemel is niet blij met de rechtvaardigheid van de zogenaamde rechtvaardigen. Zelfs over de wérkelijk rechtvaardigen kan de hemel zich lang niet altijd verheugen. Zij geven de engelen vaak stof tot wenen. Maar als zij opnieuw in zondesmart en schuldbesef roepen gena o God gena, dan gaat er een lied in de hemel zingen. Ook worden we in onze liefde tot het verlorene hemelgelijkvormig, milder, ruimer, gunnend. Als ik kan zalig worden, wie kan het dan niet?

Voor trouwe kerkbezoekers en voor oude en jonge kerkverlaters geldt maar één weg, dat wij allen zondaar worden voor God, ons bekeren tot God en deze Jezus te voet vallen, opdat we Hem roemen als de schoonste onder de mensenkinderen. Want: Zijn liefde zocht mij, en Zijn bloed kocht mij. Wie daarvan weet heeft ervaart hier soms de beginselen der eeuwige vreugde in zijn hart. Engelenblijdschap! Hemelvreugde!

K.a.Z.

H.V.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 september 1989

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's

Blijdschap in de hemel

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 september 1989

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's