Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Nadere uitleg over de „homo-motie"

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Nadere uitleg over de „homo-motie"

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

EEN ECHT HERVORMD BESLUIT

Met spanning was naar de novembervergadering van de Generale Synode van onze kerk uitgezien. Biddend was de vergadering voorbereid en begeleid door velen in én buiten de synode. Het moderamen had voor vrijdag 24 november opnieuw de kwestie homoseksualiteit geagendeerd. Zoals bekend was op vrijdag 16 juni een motie aangenomen waarvan de kern als volgt luidde: „De generale synode der Nederlandse Hervormde Kerk... wijst iedere vorm van machtsmisbruik op dit terrein, waar mensen met hun diepste overtuigingen en ervaringen in het geding zijn, als de gemeente van Christus onwaardig van de hand; wijst derhalve maatregelen van kerkelijke tucht vanwege homoseksuele geaardheid en leefwijze van de hand". In het Gereformeerd Weekblad van 23 juni j.l. heb ik de dag waarop de motie is aangenomen „een zwarte dag voor de Hervormde Kerk genoemd".

Het ging in deze beoordeling met name om de volgende punten:

a) De eigen verantwoordelijkheid van de plaatselijke kerkeraad (het consistorie) werd door dit besluit niet gerespecteerd.

b) Een bepaald verstaan van de Schrift - namelijk de klassieke opvatting dat de Bijbel homoseksuele handelingen veroordeelt, werd als illegitiem (onwettig) afgewezen.

c) Alle denkbare maatregelen van kerkelijke tucht vanwege homoseksuele geaardheid en leefwijze, hoe zorgvuldig en terughouden ook toegepast, werden gelijkgesteld met machtsmisbruik.

Heftig is op het (met 29 tegen 24 stemmen) aanvaarden van deze motie gereageerd. Verscheidene kerkeraden hebben brieven geschreven aan het moderamen, waarin van diepgaande verontrusting werd blijk gegeven. Anderzijds was men in progressieve kringen ingenomen met het besluit. Zo stelt prof. dr. G. H. ter Schegget uit Leiden dat de synode de wind van de Geest méé had bij het nemen van deze stap naar onvoorwaardelijke acceptatie van de homoseksualiteit. Anderen, zoals drs. A. W. Berkhof, schreven dat er eindelijk weer eens iets gebeurd was in de hervormde kerk die aardig saai begon te worden... De reacties waren dus zeer gevarieerd, er was verwarring over de eigenlijke inhoudelijke betekenis en kerkrechtelijke status van de aangenomen motie. Er heerste enerzijds vreugde, anderzijds verdriet. De synode viel in twee kampen uiteen. Voor kerkscheuring werd van bepaalde zijde gevreesd, terwijl anderen, buiten de hervormde kerk, er op speculeerden.

Intussen zat het moderamen niet stil. Al spoedig kwam het met een nadere uiteenzetting over de strekking van de motie. Deze zou verstaan moeten worden als een oproep tot uiterste terughoudendheid. De synode-vergadering zou in november moeten oordelen of deze exegese van het moderamen juist was.

Welnu, die goedkeuring is nu in feite gegeven en wel met algemene stemmen. Voor het moderamen een felicitatie waard!

De juiste uitleg

De synode heeft nu uitgesproken „het besluit van 16 juni 1989 te verstaan als een appèl aan de tot het houden van het opzicht bevoegde instanties om geen maatre-gelen van kerkelijke tucht tenemen tegen homoseksuele gemeenteleden vanwege hun homoseksualiteit".

Tegelijkertijd houdt de synode er rekening mee dat er gemeenten zijn „die aan deze oproep in gemoede geen gehoor geven". Deze gemeenten moeten zich, wanneer zij bepaalde tuchtmaatregelen zouden treffen, „desgevraagd voor de Commissie voor het Opzicht", rekenschap geven van de volgende vragen:

a) in hoeverre verhoudt de tucht toegepast op het gebied van de seksualiteit zich met de tucht op andere terreinen van het leven?

van het leven? b) welke rol speelt een vanzelfsprekend en niet theologisch doordacht beroep op de natuur bij de beoordeling van homoseksualiteit?

c) in hoeverre wordt óns woord identiek gesteld met hét Woord, met andere woorden in hoeverre kan het subjektieve element dat schuilt in ons verstaan van de Schrift gecorrigeerd worden door de Schrift zelf?

d) welk beleid heeft de kerkeraad gevoerd waardoor homoseksuele gemeenteleden zich veilig kunnen weten in de gemeente en zich daar als zodanig laten kennen?

e) wat heeft de kerkeraad gedaan om vooroordelen en misvattingen te bestrijden bij zichzelf en anderen?

Deze vijf gewetensvragen stonden ook al in het rapport van de commissie inzake homoseksualiteit dat in juni j.l. de synode was aangeboden en dat door de toen aangenomen motie - te Velde onder de tafel dreigde te verdwijnen.

Het moderamen zal overigens op verzoek van de synode dit rapport tezamen met het verslag van de bespreking ervan in de synodevergadering van juni waarschijnlijk de gemeenten aanbieden als een eerste handreiking voor het gesprek over deze zaken in de gemeente.

Een niet onbelangrijk onderdeel van het jongste synodebesluit is ook dat het

moderamen is verzocht , , een commissie in te stellen ter verdere bestudering van de exegetische en hermeneutische vragen rond seksualiteit in het algemeen en in dat kader tevens rond homoseksualiteit". Door een motie van ds. R. van Kooten uit Soest en ds. F. S. J. van der Sar uit Maasbracht werd aan deze studieopdracht nog toegevoegd: , , Deze studie moet leiden tot een verwoording van een bijbelse visie op seksualiteit, opdat het tot een inhoudelijk getuigenis van de kerk kan komen over de wijze waarop seksualiteit tot het menszijn behoort". Het is van belang dat dit laatste is toegevoegd. Daardoor wordt de voortgaande studie in een breder kader gesteld. Het gaat niet om het opstellen van een lijstje van zaken „wat mag" en „wat niet mag".

Het gaat om een bijbelse doordenking van de plaats van de seksualiteit in de humaniteit. Zo'n studie is geen sinecure. Maar van grote betekenis. Van het moderamen mag worden verwacht dat „de breedte van de kerk" in de nieuw te benoemen commissie vertegenwoordigd zal zijn!

Een andere studieopdracht geldt de Raad voor de zaken van Kerk en Theologie: „een nadere studie ter hand te nemen over de betekenis van de kerkelijke tucht..."

Het is nuttig en nodig dat er los van polarisatie en kerkpolitieke aktie diepgaande bezinning op één en ander gaat plaatsvinden.

Het november-besluit van de synode is een echt hervormd besluit. De meerderheid van de synode wijst maatregelen van kerkelijke tucht inzake homoseksualiteit ondubbelzinnig van de hand. Maar even ondubbelzinnig wordt de gewetensnood van bezwaarde kerkeraden en gemeenten erkend.

Droeve blijdschap

In het Reformatorisch Dagblad van 25-11 stond een commentaar op het synodebesluit onder de treffende kop „droeve blijdschap". Slechts met gemengde gevoelens kunnen we deze afloop bezien. Enerzijds blijdschap, ja dankbaarheid voor gebedsverhoring. Er blijft ruimte in de hervormde kerk voor het klassieke verstaan van de Schrift inzake homoseksualiteit. De reformatorische leesbril is niet weggesmeten. Hij is in feite ten aanzien van de onderhavige kwestie wel als ondeugdelijk aan de kant geschoven, maar degenen die hem niettemin willen blijven gebruiken worden gedoogd. Daarmee is de droefheid gegeven, de smart om een diep verdeelde kerk. De motie - te Velde is niet ingetrokken. Het voorstel van ds. M. Ravenhorst en anderen om te besluiten de uitspraak van 16 juni terug te nemen, kreeg 16 stemmen en was daarmee verworpen. Dat uiteindelijk de synode unaniem stemde voor de gegeven uitleg van deze motie - te Velde laat onverlet dat er nog steeds een grote kloof blijft inzake het verstaan van de Schrift.

Het was interessant op zaterdag 25 november 's avonds te luisteren naar het commentaar van ir. J. v.d. Graaf, dr. W. Ouweneel en prof. dr. W. H. Velema voor de E.O.-microfoon. Dank overheerste bij V.d. Graaf: „de angel is er uit". Velema stelde mijns inziens terecht: aanvankelijk was de strekking van de motie volstrekt duidelijk. Nu is er een andere interpretatie gegeven aan de strekking van de motie, waardoor kerkrechtelijk gezien de stok van tafel is. Ouweneel: als er reden is tot blijdschap, dan een blijdschap om het mindere kwaad ten opzichte van het meerdere kwaad. Van hem kwam ook de vraag: zijn al met al de getrouw volgens Gods Woord levende homofielen niet „de verliezers"?

Van der Graaf merkte tenslotte terecht op dat de wezenlijke kwestie niet is opgelost, maar dat de HEERE niettemin gedankt mocht worden om wat er op de november-synode gebeurd is. Hoe het synode-besluit verder ook geëvalueerd wordt, zeker onjuist lijkt mij de visie dat er sinds juni helemaal niets veranderd is. Er behoeft nu niet meer gespeculeerd te worden over de strekking van de homomotie.

Er is klaarheid gekomen, ledereen weet nu waar hij/zij aan toe is. Dat is winst. Een appèl is niet niets. Maar het laat in elk geval ruimte voor de eigen verantwoordelijkheid van de plaatselijke kerkeraad om in gehoorzaamheid aan de Heilige Schrift én in bewogenheid met mensen leiding te geven aan de hem toevertrouwde kudde.

V.

J.H.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 december 1989

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's

Nadere uitleg over de „homo-motie

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 december 1989

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's