,,Autonome ethiek is in feite een herhaling van de zondeval "
Prof. dr. W. H. Velema tegen reformatorische theologiestudenten in Utrecht:
Volgens Kuitert en andere moderne theologen is de bijbel er wel voor het verhaal, maar niet voor de moraal. De mens weet immers uit zichzélf wel wat goed en kwaad is (autonomie). Dit standpunt is ten diepste een herhaling van de zondeval (Adam en Eva die een keuze maakten) in deze tijd. Dit zei de chr. gereformeerde hoogleraar prof. dr. W. H. Velema donderdag 19 april op een conferentie in Zeist, georganiseerd door de Gereformeerde Theologen Studentenvereniging „Voetius". Daar sprak hij over „Het Schriftberoep in de ethiek".
Allereerst bepaalde de hoogleraar ambtelijke vakken en ethiek zijn gehoor bij het bestaansrecht van christelijke ethiek. Er zijn heel wat theologen die tot een ontkenning van christelijke ethiek komen (Rothuizen en E. L. Smelik bij voorbeeld). „Uiteraard worden er stimulansen voor ons handelen ontleend aan de bijbel, zo zeggen zei, maar voor de normen kun je bij de bijbel niet terecht", aldus Velema, die vond dat men daarmee wel uitgaat van een groot vertrouwen in de mens. Wat daarvan terecht gekomen is, laat de zondeval zien.
Scheur
Met de onderscheiding verhaal/moraal treict men volgens prof. Velema een diepe scheur in de bijbelse boodschap. Terwijl er in een boek als Deuteronomium zo duidelijk te zien is dat hetgeen wat je gelooft en wat God voorschrijft in elkaar vervlochten zijn.
Bovendien ontken je daarmee het theocentrisch karakter van het leven van de gelovige; het op God gericht zijn en Hem de eer geven.
Velema waarschuwde de Utrechtse theologen in spé ervoor om de agapè (de zichzelf gevende liefde) uit de ethos te halen. Dit om het gevaar van wetticisme te beteugelen. Anderzijds moet de orthodoxe theologie altijd sterk gericht zijn op de decaloog (tien geboden). De decaloog mag echter niet verworden tot een aantal regeltjes, maar moet ingebed zijn , , in het brede kader van Gods ordeningen."
Overigens wilde prof. Velema wel de gebrokenheid bij dit alles verdisconteren, oftewel naar de praktische doorvoerbaarheid van de normen in een mensenleven. In dit verband noemde hij de zogenaamde , , algemene" waarden, zoals menselijkheid, gerechtigheid, welzijn en liefde. Dit zijn geen neutrale termen, benadrukte Velema, maar waarden die altijd ideologisch ingekleurd zijn.
Volgens moderne theologen laat de bijbel ons mensen in de steek als het gaat om een antwoord op hedendaagse problemen. Dit ten onrechte, aldus Velema. Hoewel in de bijbel over bij voorbeeld niertransplantatie niets wordt gezegd, zijn er wèl , , heel duidelijke normatieve uitgangspunten te vinden die je kunt toepassen". , , Zij het dat daartoe soms een lange weg van redeneren gevolgd moet worden, omdat je niet rechtstreeks terug kunt gaan op een tekst".
In het kader van het , , Schriftberoep in de ethiek" liet de spreker vervolgens een aantal modellen passeren om aan te geven hoe verschillend met de bijbel wordt omgegaan. Zo is er het modellenmodel. Anders gezegd: de bijbel is niet normerend maar hooguit adviserend. Vervolgens wordt er door theologen als prof. Bijlsma en H. M. Vroom een zgn. gelaagdheidsmodel gehanteerd, oftewel je hebt een historische waarheid in de bijbel en een /ze/Vswaarheid. Op die laatste waarheid wordt de ethiek gebaseerd.
Het reductiemodel concentreert de christelijke ethiek tot bijvoorbeeld het liefdesgebod. Zo worden in de rapporten , , God met ons" en , , In liefde trouw zijn" alle geboden ondergeschikt gemaakt aan het grote liefdesgebod. Het huwelijk als instelling Gods wordt daarmee terzijde gelegd, betoogde de Apeldoornse hoogleraar, die zelf de voorkeur gaf aan het heilshistorisch model: , , God geeft zijn geboden die we hebben te respecteren en te honoreren. Alleen zijn niet alle regels voor ons zonder meer van kracht. Lees bijv. Deut. 21 over het recht van de eerstgeborene, waar gesproken wordt over een man met twee vrouwen (bigamie). Je zult daarom moeten leren ontdekken dat de openbaring van God een geschiedenis doorloopt." In het kort gezegd pleitte de spreker voor een centrale funktie van de decaloog, ingekaderd in Oude en Nieuwe Testament en in Jezus Christus vervuld.
Met dit model ging dr. Velema het vraagstuk van de niertransplantatie , , te lijf". Hij benadrukte dat God de eigenaar is van ons Hchaam. Vervolgens is de mens geroepen zijn lichaam in dienst van God te stellen. , , Zouden we dat niet letterlijk mogen doortrekken en toepassen op niertransplantatie; met daarbij Jezus als voorbeeld die zijn hele lichaam heeft gegeven? "
Discussie
In de discussie werd met name ingegaan op vragen of ethiek niet louter een individuele zaak is, en of het niet meer om ons levensgedrag dan om de leer gaat. Ook de historische afstand tussen de wereld van het Nieuwe Testament en deze tijd, en de plaats van de Verlichting (circa 2(X) jaar geleden) daarin kwamen aan bod. Tal van moderne theologen zeggen namelijk niet meer terug te kunnen (of willen? ) achter het Verlichtingsdenken van de autonomie van de mens. Velema wees erop dat van de Verlichting te veel een normatief element wordt gemaakt; een beslissend gegeven waarbij God opzij moet. Dit heeft niet alleen consequenties voor de ethiek maar ook voor de dogmatiek (verzoening door Christus' voldoening). Is er in de chr. ethiek dan helemaal geen plaats meer voor eigen vrijheid en verantwoordelijkheid, vroeg een student. Volgens prof. Velema is er een verantwoordelijkheid van honderd procent. , , Maar wel een vrijheid in gebondenheid aan de wet van God".
(Nederlands Dagblad)
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 april 1990
Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 april 1990
Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's