Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Gods spreken vroeger en nu  Hoe zalig is het volk, dat naar die klanken hoort

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Gods spreken vroeger en nu Hoe zalig is het volk, dat naar die klanken hoort

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

„God, voortijds veelmaal en op velerlei wijze, tot de vaderen gesproken hebbende door de profeten, heeft in deze laatste dagen tot ons gesproken door de Zoon". (Hebreeën 1:1)

De Hebreeënbrief kenmerkt zich door een zeer opvallend begin. Zonder enige aanduiding omtrent zichzelf of omtrent degenen, aan wie hij zijn schrijven richt, zonder enige groet, zoals we die vanuit de andere nieuwtestamentische brieven kennen, vangt de schrijver meteen met zijn onderwijs aan. Dit wat abrupte begin heeft menig verklaarder ertoe gebracht te menen, dat de Hebreeënbrief eigenlijk een soort op schrift gestelde preek is, een homilie. Of, zoals de schrijver zelf z'n brief noemt „een woord van vermaan" (13 : 22), waarbij dan de verzen 22 t/m 25 van het laatste hoofdstuk zouden fungeren als een soort begeleidend schrijven.

Hoe dit ook zij, ten diepste is het de Heilige Geest Zelf, Die voor dit abrupte, maar tegelijk ook zo schone begin van deze brief zorgt en zo de wankelende Hebreeën meteen voor de kern van de zaak plaatst. We zagen de vorige maal: de brief is gericht aan joden-christenen: geboren joden, die tot persoonlijk geloof in Christus waren gekomen. Echter onder invloed van allerlei omstandigheden dreigden ze weer terug te vallen in het jodendom en Christus en Zijn openbaring te verzaken. Welnu, tegen die achtergrond gezien is het begin van de brief uiterst kernachtig. Meteen wordt in het licht gesteld, hoe Gods openbaring in Christus de kroon is op al Zijn spreken in de voorafgaande eeuwen en hoe deze in heerlijkheid Zijn oudtestamentische openbaring ver overtreft.

Gods spreken

Hij herinnert de Hebreeën allereerst aan Gods spreken onder de oudtestamentische bedeling: God, voortijds veelmaal en op velerlei wijze tot de vaderen gesproken hebbende..."! Dat lijkt op het eerste gezicht een vrij eenvoudige constatering, maar wat gaat daar een machtig wonder achter schuil! Denk het u in: enmaal leefden Adam en Eva in volle gemeenschap met God. Er was contact. Er was onderling verkeer. Ze hoorden Zijn stem aan de wind des daags. Als we van Mozes lezen, dat God met hem sprak van aangezicht tot aangezicht als met zijn vriend (Ex. 33 : 11), hoe moet dat dan wel niet geweest zijn vóór de zondeval in het ongerepte paradijs!

Maar... toen kwam de ongehoorzaamheid. Het luisteren naar de stem van de boze. Het verwerpen van het spreken Gods. Met alle schrikkelijke gevolgen van dien. O, naar recht had God van toen af eeuwig kunnen zwijgen. Kunnen zwijgen in Zijn toorn. Ons kunnen laten in onze moedwillige opstand en val. Voor eeuwig Z'n mond kunnen toesluiten. Maar onmetelijk wonder: gedrongen door Zijn eeuwige liefde zoekt God de gevallen mens toch weer op en gaat voort met Zijn spre-

ken. Hij roept Adam uit z'n schuilhoek te voorschijn: , , Waar zijt gij? ". Doet midden in het verloren paradijs de moederbelofte horen: , , Ik zal vijandschap zetten..."! en gaat het eerste mensenpaar, dat alle kennis verspeeld heeft, opnieuw onderwijzen in de dingen van Zijn Koninkrijk.

Is dat geen reden tot aanbidding en verwondering! Dat God spreekt tot mensen, die Hem moedwillig de rug hebben toegekeerd. Toen en nu. Als u weet hebt van dat spreken van God in uw leven, raakt u daar dan ooit over uitgedacht? ! Moet ook u het dan niet zeggen: Heere, wat een wonder, dat u door Uw Woord en Geest nog krachtig in m'n leven wil spreken. Tot vermaning en vertroosting. Tot redding en behoud. Tot onderwijs en lering.

, , God voortijds veelmaal en op velerlei wijze tot de vaderen gesproken hebbende..."!

, , Veelmaal", zegt de Hebreeënbrief. Dat wil zeggen: God heeft niet slechts één keer gesproken. Eenmaal tot Adam in het paradijs. Nee, Hij is ook daarna voortgegaan. Om Zichzelf te openbaren. Om Z'n heilsplan bekend te maken. Hij heeft gesproken - om maar enkele voorbeelden in herinnering te roepen - tot Noach en Abraham. Tot Mozes en Jozua. Tot David en Salomo. Tot Jesaja en Jeremia.

Veelmaal. Daar ligt ook de gedachte in opgesloten, hoe God Zich in Zijn spreken steeds dieper en klaarder aan Z'n volk openbaarde. Letterlijk vertaald staat er nl.: , , in vele délen". M.a.w.: God sprak niet in één keer alles. Nee, er was voortgang in Z'n openbaring. Hij ontvouwde Z'n raad bij stukjes en beetjes. Deel bij deel. Steeds kwam er iets bij. Totdat tenslotte alles riep om Zijn volle openbaring in Christus.

Veelmaal. In vele delen. Maar ook op: , , velerlei wijze". Dat wil zéggen: in allerlei vorm en gestalte. Hij sprak door droom en gezicht. Door de schaduwen van de ceremoniëndienst en door het klare onderwijs van de profeten. Door de liederen van de psalmdichters en door de wijze spreuken van Salamo. Het tekent ons de veelkleurige wijsheid van God. De rijkdom van Z'n wezen weerspiegelt zich in de onnaspeurlijke veelvormigheid van Z'n werken, maar ook in de velerlei gestalte, waaronder Hij Zich aan Z'n volk openbaarde.

, , Veelmaal" en op , , velerlei wijze"! Waarom openbaarde de Heere Zich zo? Wel, daar ligt een stukje wijze opvoedkunde in.

Goddelijke paedagogie

Beter dan de uitnemendste opvoeder onder de mensen weet de Heere, dat Hij niet teveel tegelijk van Zijn verborgen raad aan de mensen kan openbaren, zelfs niet aan de beste onder Z'n kinderen. Van nature zijn we totaal verblind en verduisterd.

Maar ook waar Gods Geest in beginsel verstand en hart verlichtte, daar nog moet de Heere over Z'n discipelen klagen: , , 0, onverstandigen en tragen van hart..."!

En daarom: niet alles tegelijk. Maar eerst de melk en dan de vaste spijs. Eerst het kleine begin. Daarna iets meer. Maar dan altijd zo, dat het bij het eerder gegeven onderwijs aansluit. En zó - Goddelijk wijs en geduldig - steeds verder en dieper, totdat in de volheid des tijds het uur is aangebroken van Gods openbaring door de Zoon. Zo is Gods weg in de heilsgeschiedenis. Me dunkt: in het persoonlijk leven van z'n kinderen legt God hetzelfde geduld en dezelfde wijsheid aan de dag. Nooit alles tegelijk, maar stapje voor stapje.

Diezelfde Goddelijke paedagogie klinkt ook door in dat op , , velerlei wijze". Elke opvoeder weet, dat we niet altijd op dezelfde wijze tot onze kinderen kunnen spreken. De ene keer moet het lokkend en nodigend, de andere bestraffend en vermanend. En de leerkracht op school weet: soms kan volstaan worden met abstracte uitleg, een andere keer is het concrete voorbeeld nodig. En hoe kunnen een eenvoudig lied, of een leerzame spreuk niet al het onderwijs als in een notedop samenvatten.

Welnu, zo heeft God ook op , , velerlei wijze" tot de vaderen gesproken. Het was één en dezelfde boodschap, maar telkens weer anders van inkleding. En elk, die bij

de Heere op school kwam, zal het beamen: ok nu spreekt Hij nog altijd op velerlei wijze! Door Woord én sacrament. Door psalm en spreuk. Door openbare prediking en stille ontmoeting in de huiskamer. Veelmaal en op vererlei wijze! Zo onderwijst Hij Z'n kinderen. Zo doet Hij hen door de jaren heen opwassen in de kennis van Christus. Zo maakt Hij Zijn belofte waar: Ik ken de Mijnen en word van de Mijnen gekend" (Joh. 10 : 14).

Was dus Gods spreken onder het Oude Verbond reeds rijk en diep. Toch: hoeveel heerlijker is de wijze, waarop God Zich geopenbaard heeft in de zending van Zijn Zoon. De Hebreeënschrijver laat de heerlijkheid daarvan uitkomen als hij schrijft: „God, voortijds veelmaal en op velerlei wiize tot de vaderen gesproken hebbende door de profeten, heeft in deze laatste dagen tot ons gesproken door de Zoon"!

Door de Zoon

Die uitdrukking , , in deze laatste dagen" is een uitdrukking, die in het Oude Testament meermalen gebezigd wordt voor de dagen, waarin de Messias, de beloofde Verlosser zou komen. Welnu, de Hebreeën-schrijver wil zeggen: Hij is gekomen. Hij, naar Wie Abraham, Izak en Jacob hebben uitgezien. Naar wie al de profeten hebben verlangd. Naar Wie de schaduwen van de ceremoniëndienst heenwezen. En... sprak God onder het Oude Verbond tot ons , , door de profeten", nü, in deze laatste dagen, nu heeft Hij tot ons gesproken , , door de Zóón"!

U voelt wel: daar ligt een stilzwijgend onderscheid in uitgedrukt. Hier staat de profeet tegenover de Zoon! De knecht tegenover Gods eigen Kind. Het is alsof de schrijver wil zeggen: hoeveel gaat de Zoon de dienstknecht te boven. Hij is maar niet een schepsel zoals de profeten, maar met de Schepper één van wezen. Gelijk aan de Vader en de Geest in al hun deugden. Als Kohlbrügge in een preek over deze tekst de heerlijkheid van Gods spreken door de Zoon beschrijft, dan tekent hij aan: „Is er iets, dat God nader kan wezen? Iets, wat meer bij Hem vermag, dan Zijn eigen Schootkind? Bestaat er iemand, die het ons nog beter kan zeggen, wat de grote Ontfermer voor ons zijn wil, dan deze Zoon? - Deze, éénswezen met de Vader, heeft eeuwige omgang met Hem. Kent dus het hart des Vaders. Weet volkomen nauwkeurig, of God een verlorene wil verdoemen of zaligmaken; - en Deze nu is van de Vader uitgegaan, opdat Hij ons de verborgen raad en wil Gods van onze verlossing volkomen zou openbaren. En dit is de wil van God, dat, wie de Zoon aanschouwt en in Hem gelooft, het eeuwige leven hebbe" (Twaalf twaalftallen, IX/X, 85).

En nog weer een ander schriftverklaarder tekende aan: „Welk een onderscheid tussen profeet en Zoon! De profeten spraken Gods Woord, de Zoon echter was het Woord Gods Zelf. De profeten leidden hun redenen in met te zeggen: alzo spreekt de Heere, maar Christus treedt op met het majestueuze: voorwaar zeg Ik u. De profeten waren lantaarnen, die zelf donker, slechts dan als God in hen sprak, schijnsel van zich gaven, de Zoon echter geeft altijd licht en behoeft voor Hij licht geeft nooit om licht te vragen. De profeten begrepen soms hun eigen woorden niet, de Zoon was de enige, Die de Vader kende, Zijn diepten peilde, Zijn verborgenheden doorzag en zeggen kon: „Vader, Ik heb Uw Naam geopenbaard" (J. van Andel).

Inderdaad, wie is met de Zoon te vergelijken. Niemand. Hij is Gods hoogste Woord: Niemand heeft ooit God gezien; de eniggeboren Zoon, Die in de schoot des Vaders is, Die heeft Hem ons verklaard" (Joh. 1 : 18). Hij alleen kan het zeggen: Wie Mij gezien heeft, die heeft de Vader gezien" (Joh. 14:9). Dat dan de Hebreeën deze allerhoogste Profeet en Leraar niet verachten. Niet bij de schaduwen hulp gaan zoeken, terwijl het Licht zo klaar en helder schijnt. En wij? Ook tot ons komt het Goddelijk bevel: Deze is Mijn geliefde Zoon, in Dewelke ik Mijn welbehagen heb, hoort Hem" (Matth. 17 : 5). Hoort Hem! In dagen van donkerheid en duisternis. In dagen van nood en beproeving. In dagen, waarin het water u tot de lippen komt. Waarin u vanwege al uw zonden meent, dat het voor u nooit meer kan. Waarin satan het u met z'n in-

fluisteringen en giftige redenen o zo benauwd maakt. Waarin u misschien uw voeten moet zetten in het dreigende water van de Jordaan des doods. Niemand kan redden. Niemand kan helpen dan alleen Hij. En daarom: hoort Hem! Weet, dat er buiten deze Zoon geen leven is. Alleen een eeuwig zielsverderf. Een stikdonkere nacht, zonder ook maar een sprankje licht. Naar Zijn eigen getuigenis: , , Wie de Zoon ongehoorzaam is, de toorn van God blijft op Hem"! En daarom: hoort Hem! Want... hoe zalig is het volk, dat naar Zijn klanken hoort.

M.

L.W.Ch.R.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 juli 1990

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's

Gods spreken vroeger en nu  Hoe zalig is het volk, dat naar die klanken hoort

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 juli 1990

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's