Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Voortreffelijker dan  de engelen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voortreffelijker dan de engelen

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

, , Zoveel voortreffelijker geworden dan de engelen, als Hij uitnemender Naam boven hen geerf d heeft". (Hebreeën 1 : 4)

1 „Wat de regen is voor een dorre aarde, dat zijn deze woorden voor een dorre ziel, die moede en mat ternederligt; worden haar de ogen geopend, zo ziet zij daarin een geopende fontein en verkrijgt ook blijmoedigheid om toe te treden; en ras is de brandende dorst gestild en alle smart geweken", aldus Kohlbrügge in een preek, waarin hij bovenstaande Schriftwoorden overdenkt. En me dunkt: hij heeft geenszins ongelijk. Gaan de Schriften voor ons open, ontdekken we in de Schriften de heerlijkheid van Hém, Die de Fontein is van het levende water, dan mag er gedronken worden tot onze geestelijke verkwikking en lafenis.

Meerder dan de engelen

Na de inleidende verzen, die in zulke majestueuze bewoordingen de heerlijkheid van Christus als de Zoon van God bezongen, gaat de Hebreeënschrijver ertoe over om te laten zien, hoe Diens heerlijkheid ook die van de engelen ver overtreft. Dat is trouwens een telkens terugkerend hoofdthema in onze brief, hoe Christus alles en allen overtreft! Hij is heerlijker dan de engelen (1 : 4—2 : 18), heerlij-ker dan Mozes (3 : 1-6), heerlijker dan Aaron (5 : lvv.). Zonder dat aan de wezenlijke eenheid tussen Oud en Nieuw Verbond tekort wordt gedaan, komt toch duidelijk tot uiting, hoe Gods openbaring in Christus die van het Oude Verbond ver overtreft. Hij heeft „een uitnemender bediening verkregen dan Mozes" (8 : 6) en „is Borg geworden van een zoveel beter verbond" (7 : 22), hetwelk „in betere beloftenissen is bevestigd" (8 : 6).

Het heeft alles te maken met het doel van de brief: de wankelende Hebreeën, die wel tot aanvankelijk geloof in Christus gekomen waren, maar weer dreigden terug te vallen in het jodendom en die de heerlijkheid van het Nieuwe Verbond weer dreigden in te wisselen voor de ceremoniën van het Oude, terug te roepen! Tot de gehoorzaamheid aan de Zoon. Tot Hem, in Wie al de ceremoniën van het Oude Verbond tot hun volle vervulling zijn gekomen. Tot Hem, Die heerlijker is dan Mozes. Heerlijker dan Aaron. Heerlijker dan de engelen. Tot Hem, Die gezeten is „aan de rechterhand van de troon der Majesteit in de hoogste hemelen" (vs. 3). Eén dringend vermaan doortrekt heel z'n schrijven: Zie toch op de Zoon! Blijf toch bij Hém! Bij Zijn openbaring. Bij Zijn offer. Bij Zijn volkomen genoegdoening eenmaal aan het kruis geschiedt. Aanbidt Hem need'rig al uw leven!

Heilzaam en o zo noodzakelijk onderwijs, wat de Geest ook nu nog schrijft in het hart van al Gods kinderen. Eenmaal voor het eerst, maar daarna al dieper, al

grondiger. Opdat dwars door alle wankelingen en struikelingen, dwars door alle inzinking en twijfel, het toch waarheid zou zijn: „Eén Naam is onze Hope, één Grond heeft Christus' Kerk"!

Welnu, van hieruit krijgt eerst Christus' uitnemendheid boven de engelen brede aandacht. Hij is, zo lezen we, „zoveel voortreffelijker geworden dan de engelen, als Hij uitnemender Naam boven hen geerf d heeft". Voortreffelijker „gewórden"! U denkt: was Hij dat dan niet? Zeer zeker, als de eeuwige Zoon bezat Hij van eeuwigheid tot eeuwigheid oneindig veel meer heerlijkheid dan de engelen. Hij was immers het Afschijnsel van Gods heerlijkheid en het uitgedrukte Beeld van Zijn zelfstandigheid (vs. 3)! God uit God, Licht uit Licht! Wie is daarom ooit met Hem te vergelijken?

Bovendien, de Vader heeft door Hem alle dingen gemaakt. Ook de engelen. M.a.w.: onder de Zoon zou er geen engel geweest zijn. En als in vs. 3 beleden wordt, dat de Zoon alle dingen draagt door het Woord Zijner kracht, dan geldt dat ook van de engelen wereld. Ze wordt alleen in stand gehouden door het dragen van de Zoon. Door Zijn machtig spreken, ordenen, besturen. Is de Zoon dan niet alleen al krachtens Zijn werk en wezen on-eindig veel meer en oneindig veel heerlijker dan de engelen! Wie zal het schepsel, ook al is het een engel, ooit kunnen vergelijken met z'n Schepper? Zo beschouwd mogen we met Kolhbrugge zeggen: De voortreffelijkheid van de engelen is tegenover die van Christus gelijk aan de voortreffelijkheid van straatstenen tegenover die van edelgesteente" (Twaalf twaalftallen IX/X, 118). Het doet ons zingen: Want wie is U gelijk bij al de hemelingen" (Ps. 89 : 3 ber.)!

Minder geworden

Spreekt de Hebreeënbrief hier echter toch over voortreffelijker , , gewórden", dan ziet dat op de verhoging, die aan de Zoon ten deel is gevallen na Zijn vernedering. Immers, van deze Zoon, lezen we, dat Hij door Zijn Vader „een weinig minder is gemaakt dan de engelen" (2 : 7). Hij was heerlijker. Hij was voortreffelijker. Maar Hij is minder gemaakt. Toen Hij kwam naar de aarde. Inging in ons menselijk vlees. De gestalte van een dienstknecht aannam. Ja, niet slechts minder gemaakt, maar ook „tot zónde gemaakt"! Een vloek geworden voor ons. Al Z'n Goddelijke luister ging schuil in de gebroken gestalte van de Man van smarten, Die als een Gevloekte hing tussen he-mel en aarde. Die in de drieürige duisternis de helse smarten doorleed en het in ontzaglijk zielelijden uitriep: Mijn God, mijn God, waarom hebt Gij Mij verlaten"? Hoe waren toen Z'n luister en heerlijkheid verborgen voor het menselijk oog. Jesaja beleed het: Hij had geen gedaante noch heerlijkheid; als wij Hem aanzagen, zo was er geen gestalte, dat we Hem zouden begeerd hebben"! Minder gemaakt dan de engelen. Kruipend in de hof van Gethsemané moest zelfs een engel Hem komen versterken.

Welk een verootmoedigende les voor de kerk van Christus: dat dat nu nodig was vanwege mijn zonde! De vernederde en gekruisigde Christus te aanschouwen houdt ons klein. Houdt ons laag bij de grond. Leert ons af om ook maar enige dunk van onszelf te hebben om te geuren met onze vroomheid en ernst. Ik denk aan de woorden van ons avondmaalsformulier: „Ten eerste bedenke een iegelijk z'n zonden en vervloeking aangezien de toorn van God tegen de zonde zo groot is, dat Hij die éér dat Hij die ongestraft liet blijven, gestraft heeft aan Zijn lieve Zoon Je zus Christus, met de bittere en smadelijke dood des kruises"!

Minder geworden. Maar... daar is het niet bij gebleven. Integendeel. Want toen

Hij alles volbracht had. Alles had gedragen en doorleden. Z'n Bruidskerk had verlost met de prijs van Z'n dierbaar bloed. Toen heeft God Hem verhoogd. Hem ontslagen van alle rechtsvervolging. Hem opgewekt uit de dood. Hem opgenomen in de hemelse heerlijkheid. Hem gezet aan Zijn rechterhand. Hem een Naam gegeven boven alle naam. , , Die", zoals we de vorige maal overdachten, , , nadat Hij de reinigmaking onzer zonden door Zichzelf teweeg had gebracht, is gezeten aan de rechterhand van de troon der Majesteit in de hemelen"! En het is nu op grond daarvan, dat de Hebreeënschrijver— het betuigt, dat Hij „voortreffelijker is geworden dan de engelen, als Hij uitnemender Naam boven hen geërfd heeft".

Ditermate verhoogd

„ Voortreffelijker gewórden"! Als loon op Zijn arbeid. Als vrucht op Zijn middelaars werk. Als de kroon, die Hem na het kruis wachtte. Ja, de vernederde Zaligmaker is uitermate verhoogd. Heeft een Naam ontvangen , , ver boven alle overheid en macht en kracht en heerschappij en alle naam, die genaamd wordt niet alleen in deze wereld, maar ook in de toekomende" (Ef, 1 : 21). En daarom, zo zegt Kohlbrügge: , Tot Hém gegaan, tot Hém alleen om uw welvaart en zaligheid. Hij is veel voortreffelijker" (a.w, , blz, 117/ 118),

Inderdaad, véél „voortreffelijker"! In de grondtaal wordt een woord gebruikt, wat verwantschap heeft met het Griekse woord voor: kracht, macht, heerschappij. Er ligt dus in opgesloten, hoe Christus in Zijn verhoging bekleed is met eer en heerlijkheid. Hoe Hem gegeven is alle macht in hemel en op aarde. Engelen mogen machtig zijn. Hij is machtiger! Engelen mogen op last van hun Zender in staat zijn machtige beroeringen op aarde teweeg te brengen. Hij gaat hen alle vérre te boven! Tienduizendmaal tienduizenden engelen mogen samen een machtig legioen vormen, het is nog maar een glimp vergeleken bij Zijn allesoverstralende macht en heerlijkheid.

O, wij mensen, we kunnen ons geen voorstelling maken van de uitnemende heerlijkheid en macht, die de Zoon heeft aan de rechterhand des Vaders. Welk een uitnemende troost voor u, die in die Christus uw leven mocht zoeken en vinden! Welk een troost voor de Bruid om haar Bruidegom zó te zien. Welk een troost voor de schapen te weten, dat zij zulk een krachtige Herder hebben.

, , Voortreffelijker geworden dan de engelen"! Zijn ze dan niet veilig, allen, die bij Hem leerden schuilen? Zult u dan niet welbewaard zijn, u die op Hem leerde hopen? Satan moge woeden, boze machten mogen de Kerk van Christus aanvallen en bestrijden, maar Hij... Hij is machtiger. Hij is veel voortreffelijker! En daar ligt ook troost in voor u, voor wie het alles nog zo donker is. In wiens leven de banden van ongeloof en zonde misschien o zo scherp knellen. Nee, bij uzelf kunt u niet terecht. U moet het belijden: , , lk lig machteloos gebonden"! Mensen kunnen u niet helpen. Engelen niet troosten. Alles breekt u mogelijk bij de handen af. Maar zie nu Hém! Die voortreffelijke Zaligmaker. Die machtige Ontfermer aan Gods rechterhand. Hij weet uw harde hart te breken. Hij weet de taaie wortels van ongeloof en wereldgelijkvormigheid te versnijden. Het waarachtige geloof te doen doorbreken in het hart. Uw voeten te doen gaan in de ruimte. Weet: , , Wat Zijn liefde wil bewerken, ontzegt Hem Zijn vermogen niet"!

Eén is de Voortreffelijkste! Nee, het natuurlijk oog ziet dat niet. Ziet geen schoonheid en heerlijkheid in Hem. Geen voortreffelijkheid in Hem en Z'n heerlijke dienst. De schatten van beneden, die boeien en bekoren ons. Dat trekt ons oog. Dat vervult ons hart. Hoezeer hebben we nodig de ogenzalf van de Geest, opdat we de Koning mogen zien in Zijn schoonheid en het met de Kerk der eeuwen zullen meebelijden in diepe ontroering en verwondering: , , Wat glans, wat majesteit hebt Gij die Vorst bereid"!

M.

L.W.Ch.R.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 september 1990

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's

Voortreffelijker dan  de engelen

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 september 1990

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's