Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Jezus, met eer en heerlijkheid gekroond  Zondag 18

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Jezus, met eer en heerlijkheid gekroond Zondag 18

12 minuten leestijd Arcering uitzetten

Hemeivaartsfeit

De vraag „Wat verstaat gij daarmede: pgevaren ten hemel? " (vr. 46), is er niet een van verstandelijk verstaan, maar wil, naar luid van het antwoord, ons brengen tot gelovig aanbidden. Zoals we lezen van de discipelen, Gods eerste en enige ooggetuigen van de Hemelvaart van Christus. En zij aanbaden Hem. (Lukas 24 : 52)

Het lijkt er in onze dagen op, nu we leven in een tijd, die door en door materialistisch is, en ons aan de aarde bindt, of droomt van contact met andere planeten, dat het feit van de lichamelijke Hemelvaart zich moet gewonnen geven aan de overmacht van het ongeloof. Het is van zeer grote betekenis, dat onze ogen naar de hemel gericht worden; en de prediking van van deze belijdenis, dat Christus voor de ogen van Zijn jongeren, van de aarde naar de hemel is opgeheven (antw. 46) is één van de urgente werkzaamheden op de preekstoel. De apostelen zijn niet geroepen om het evangelie te verkopen, wel om het te verkondigen. Deze verkondiging schept het geloof, en dat geloof omhelst de belofte, het aanbidt de verheerlijkte Christus, het zet ons met Christus in de hemelse gewesten, het voedt de hoop om Christus uit de hemel te verwachten.

Hemelvaart is niet een idee, niet een gevoelvolle voorstelling, het is een gedateerde gebeurtenis; 40 dagen na de opstanding. Tegelijk is het een geheimenis. Het is een heilsfeit, het gaat ons logisch analyseren te boven. Het is een feit van hogere orde, dat in de categorieën van ons denken niet te vangen is. De hogere orde, waarin de Opgestane binnentreedt, doorbreekt de grenzen van ons denken.

Het antwoord spreekt van opgeheven. De daden van Jezus, opgestaan en opgevaren zijn tegelijk de daden van de Vader, Die Jezus heeft opgewekt en opgeheven.

De Vader heeft Zijn Kind Jezus verheerlijkt.

Verheerlijkt, dat wil zeggen: Hem is de hoogste eer bewezen, na en door de diepste vernedering. Niet als vergoeding voor die vernedering, maar als de wettige vrucht daarvan.

Kroningsfeest

Christus is het voorwerp van de gunst des Vaders. Wij zien Jezus op die glorievolle Hemelvaartsdag, met eer en heerlijkheid gekroond. Wat een vreugde moet dat voor Hem geweest zijn. Verheerlijkt met de heerlijkheid die Hij bij de Vader had, eer de wereld was. Zo gaat Hij Gods vreugde tegemoet. Tussen die twee polen, heerlijkheid eer de wereld was en heerlijkheid die Hem nu ten deel is gevallen, ligt de diepte van de vernedering. Dezelfde die nedergedaald is, is ook opgevaren. Hij kwam op het kruispunt van Golgotha. Hij ging door het dieptepunt van de Godverlatenheid. Over dit kruispunt heen heeft God de Vader de weg vrijgegeven. De verse en levende weg, die Christus ons heeft ingewijd, door het voorhangsel, dat is door Zijn vlees. De slagboom die aarde en hemel, God en mens scheidde, sinds Adams val, is van Boven af opengedaan.

Van de aarde is Christus opgeheven. Het betekent dat de Hemelvaart de aardse weg van Jezus beëindigt. Hij heeft Zijn taak hier volbracht, en nu keert Hij tot de Vader Zijn Lastgever terug, om de toepassing van het verworven heil mogelijk te maken. Zijn heengaan is daarom eerst de blijde boodschap, dat hier alles volbracht is: Jezus zou niet zijn weggegaan, als Hij niet geheel klaar was. Van de aarde betekent ook, dat voor Jezus alle vernedering een einde heeft genomen. Hij moet van en boven die aarde verhoogd worden, en Hij vaart uit deze wereld op - ook als onze Borg, om ons te verlossen uit alle aardse ellende.

Naar de hemel opgeheven. De hemel duidt Zijn eeuwige bestemming aan, Zijn Thuiskomst, om het Koninkrijk uit Vaders hand te ontvangen, in beginsel, maar wel definitief en voorgoed. Langs de door de Vader vrijgegeven weg, gaat Hij als eerste naar binnen.

In de plaatselijke hemel, waar God woont en troont als Zijn bijzondere woonplaats, is Christus met Zijn verheerlijkt opstandingslichaam aanwezig.

Sterke overwinningspsalmen verzamelen zich om de berg der opvaart, zoals de lijdenspsalmen zich om Golgotha groeperen. Deze Psalmen: God vaart op met gejuich, of die andere: Gij zijt opgevaren in dé hoogte, Gij hebt de gevangenis gevankelijk gevoerd. En wederom: Heft uw hoofden op gij poorten en verheft u gij eeuwige deuren, opdat de Koning der ere inga. Koning en Hogepriester, die Zijn dierbaar bloed voor Zich uitdraagt en de Vader Zijn doorboorde handen toont.,

In de hemel vindt Jezus, de Zoon, een

warme ontvangst, een vreugdevol onthaal. Het feest van de Hemelvaart wordt in de hemel gevierd. Verhoogd wordt Hij aan Vaders rechterhand. Thuisgekomen in Zijn nu verheerlijkt opstandingslichaam, mag Hij nu in eigen Persoon smaken wat Zijn kruis heeft tot stand gebracht: een geopende hemel, met een verheugde bevolking en een gunstrijk Vader.

Binnen de hemelse gewesten

De Hemelvaart geeft aan het oog des geloofs doorkijk, om in te blikken in de hemelse gewesten, enigermate verwoord in de belijdenis: n dat Hij ons ten goede daar is. Wat dit inhoudt lezen de jongeren op de berg der hemelvaart af uit de zegenende handen waarmee Jezus ten hemel is gevaren. Hij trapt niet in toorn de aarde onder Zijn voeten weg. Het moge zo zijn dat we ons op aarde nog al eens gescheiden voelen van Hem. Laten we echter niet vergeten: at voel ik mij van Hem, maar dat voelt Hij Zich niet van mij. Want het zegenen gaat door. Voor het woord zegenen staat er in Lukas 24 : 51 een woord dat eigenlijk betekent , , goed praten". We zullen hier moeilijk iets anders onder kunnen verstaan, dan dat hele wonderlijke goed praten, dat ook wel heet , , de rechtvaardiging van de goddeloze". Daar gaat Jezus mee door. Iemand schrijft: met gemakkelijk praten heeft dat natuurlijk niets te maken. Voor óns niet. Als we de zegen krijgen dan hebben we haar ook wel nodig, reken maar. En voor Hem niet. Want de priester zegende altijd na het offer. En na wat voor offer zegende Hij ons niet! Wie goed kijkt ziet het. Het zijn doorboorde handen waar Hij mee zegent, helemaal geen teken van scheiding". Hij denkt er niet over ons te laten gaan zonder die zegen, het teken van verzoening door voldoening.

Zijn zegenende handen zijn wenkende handen, die wijzen naar de wederkomst om te oordelen de levenden en de doden. De Hemelvaart vervult de Bruidskerk met adventsverlangen.

Gerezen vragen met vertroostende antwoorden

Twee vragen rijzen. Hoe verhouden zich scheiden en blijven in de Hemelvaart van Christus? Die eerste vraag brengt ons in de verlegenheid wat betreft de belofte van Jezus: Ik ben met u alle dagen, tot aan de voleinding der wereld. Kan dat nog nu Hij in de hemel is? (vr. 47)

Het vertroostend antwoord hierop luidt: Christus is waarachtig mens en waarachtig God. De gehele Christus is in de hemel (locaal-in-de-sfeer Gods) en tegelijk is de gehéle Christus alomtegenwoordig (door de werking van de Heilige Geest).

Het onderscheid tussen de goddelijke en de menselijke natuur van Christus erkent het geloof als een éénheid, die wij belijden zonder haar te doorgronden. Dit is het aanbiddelijk geheim van Immanuël, God met ons.

Op de achtergrond van deze en de volgende vraag, dat de mensheid niet overal is, waar de Godheid is, staat de kwestie van de Lutherse (en ook de Roomskatholieke) scheiding van de twee naturen van Christus (vr. 48).

De Luthersen willen met de lichamelijke alomtegenwoordigheid van Christus Zijn menselijke natuur vergoddelijken. Onze gereformeerde vaderen stellen gelovig vast, dat de menselijke natuur van Christus, zélfs in de staat Zijner verhoging, niet boven het menselijke uitgaat. En dat, als er sprake is van de hulprijke tegenwoordigheid des Heeren bij Zijn arme kruisgemeente op aarde, er sprake is van Zijn Godheid. Die volbrengt met kracht en macht van boven, wat de scheidende Middelaar aan Zijn jongeren heeft beloofd.

De voorstelling van de Catechismus is deze: er zijn twee cirkels. De ene vertoont Zijn mensheid aan God. De grote cirkel is de goddelijke natuur des Heeren. De andere, de kleine is Zijn menselijke natuur, daarin vertoont Hij Zijn godheid aan ons.

Nochtans hebben zij beiden één middelpunt, het hart van Jezus Christus, in ere verhoogd aan 's Vaders rechterhand. De grote cirkel met zijn wijde omtrek valt echter aan alle kanten over de kleine cirkel heen.

De godheid is en buiten de aangenomen mensheid, maar tegelijk persoonlijk met haar verenigd. Dit zij de gemeente tot onuitsprekelijke troost, dat Christus naar Zijn mensheid in de hemel is, maar naar Zijn genade, majesteit en Geest, nimmermeer van ons wijkt.

De doorboorde hand van Jezus maakt de hemel open. De Heilige Geest wordt door die open hemel uitgestort en houdt ons in de gemeenschap met Christus, zet ons in de onafgebroken nabijheid van God in Christus. Liefdevolle nabijheid. Hij is er met Zijn genade als u die genade nodig hebt en er om smeekt. Genade wil zeggen, de Heere is gewillig genoeg om ons te bergen in de schuldvergevende liefde. Majesteit wil zeggen, de Heere is machtig genoeg, Hij is krachtig bevonden een hulp in benauwdheden. En Zijn Geest is de Geest die ons leidt in alle waarheid, die ons toeeigent hetgeen wij in Christus hebben. „Strekt het geloof uit naar boven, dan hebt gij Hem gegrepen. Uwe voorouders hebben Hem gegrepen, met het vlees, zij hebben met de ogen gezien en met de handen getast, het Woord des levens. Grijp gij Hem met het hart; want Christus is ook afwezende tegenwoordig... Zijn lichaam heeft Hij in de hemel gesteld, maar Zijn majesteit en Geest heeft Hij aan de wereld niet onttrokken". (Augustinus)

En wie praat er onder ons, als de echtgenoot een tijdlang elders verblijft in het belang van zijn gezin, van een échte scheiding, ven een echtscheiding? Niemand toch? Dan hoeft de Bruid van Christus dit ook niet te doen.

Het nut van Christus' Hemelvaart

Dat Christus ons ten goede in de hemel is brengt voor het geloof drieërlei vrucht aan. Ten eerste dat Hij in de hemel, voor het aangezicht des Vaders onze Voorspreker is. De beeldspraak wil heenwij zen naar het heilsfeit dat Jezus dóórwerkt. Hij zet Zijn op aarde begonnen werk voort in de hemel. Er is een onbeschrijfelijk gebeuren. Een gesprek tussen de Vader en de Zoon. Hij brengt als mijn hemelse Advocaat Zijn eigen werk in geding, om daaraan de rechtsgrond te ontlenen voor Zijn pleidooi. Ik mag er door genade zicht op krijgen, dat de vastheid der zaligheid en de troost van de vrijspraak, ten diepste niet alleen een zaak is tussen Hem en mij, maar tussen Hem en de Vader. Een gesprek dat nimmer verstomt, alzo Hij altijd leeft om voor Zijn volk te bidden.

Christus houdt zich bezig met de meest individuele nood van schuld en zonde, van strijd en aanvechting, van ziekte en rouw, van elke weg waarin Gods hand mij voert. En Hij doet zulks in een allesomvattend erbarmen. In dit gesprek is Jezus de Voorspraak, de Voorbidder (Vergeef het hun...) In Hem krijgt Gods alles omvattende erbarmen gestalte.

Hij heeft altijd recht van spreken. Hij pleit pro Deo, zonder dat het de beklaagde één cent kost. Want de prijs voor Zijn verhoring heeft Hij in Vaders handen en aan Vaders hart gelegd. In ons bidden kunnen wij de Middelaar Gods en der mensen niet voorbijkomen. Maar eeuwig wonder de Vader kan Hem ook niet voorbijkomen. Vader Ik weet, dat Gij Mij altijd hoort. Daar wordt uw eeuwigheidspas getekend door het bloed des Lams, en geborgen in de bede van deze Hogepriester, bewaart Hij ons tot Zijn hemels koninkrijk.

Hij bidt de Zijnen los uit de wereld en door de wereld heen naar Huis, totdat Hij de Zijnen aan de Vader voor kan stellen, zonder vlek en zonder rimpel. Er is een bidden dat nooit helpt, dat is het bidden buiten Jezus om. Er is een bidden dat altijd verhoord wordt. Dat is het biddend pleiten op Jezus' Naam. Hieruit wordt de tweede vrucht geboren.

Dat wij in de hemel ons vlees tot een zeker pand hebben en dat Hij als het Hoofd ons, Zijn lidmaten tot Zich nemen zal. Het Hoofd is boven water en daarin is het ganse lichaam gered. Hij heeft Zijn Bruidskerk met Zich in de hemel gezet. Ik ben er, en daarom kom ik er. Het woordje pand betekent in de Bijbel een eerste aanbetaling, een handgeld, met de volle garantie dat we recht hebben op de volle schat. De hemelse Bruidegom is ons Pand. Hij verzekert ons in Zijn Hemelvaart: Ik bén er en Ik heb u al meegenomen, u kómt er. Gij moogt eenmaal zijn waar Ik ben. Wij mogen geloven dat ons vlees door de kracht van Christus opgewekt zijnde, wederom met onze ziel verenigd aan het heerlijk lichaam van Christus gelijkvormig zijn zal. Hoe dit zal gebeuren en wat het zijn zal is Gods geheimenis. En wat zou Jezus in de hemel anders doen dan zeggen tegen het leed, de eenzaamheid, de problemen, de dood en tegen al-

les wat ons van Hem zou willen scheiden: „Laat de kinderkens tot Mij komen en verhindert ze niet? "

Vanuit de open hemel, en dat is het derde, schenkt Jezus de Zijnen de Heilige Geest tot een tegenpand. In het hemelse land draagt de Bruidegom onze menselijke natuur als een trouwring, als onderpand van trouw, die Hem voortdurend aan Zijn Bruid op aarde herinnert.

De Heilige Geest is de trouwring van de Bruid. Hij heiligt en trekt de Zijnen. Hij doet ons de hemelse dingen bedenken en zoeken, zodat we de Hemelvaart niet kunnen belijden als wij de Geest der kinderen niet hebben. De Geest trekt onze harten hemelwaarts, bereidt ons hier voor voor onze hemelvaart en leert bidden: Gij Heere Jezus, Die eens van ons zijt heengegaan, kom spoedig weer in Uw kracht, om op deze aarde alle hemelse heerlijkheid te doen neerdalen. Zo trekt de Geest ons hart naar boven en leert Hij ons Christus uit de hemel verwachten: Maranatha!

K.a.Z.

H.V.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 mei 1991

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's

Jezus, met eer en heerlijkheid gekroond  Zondag 18

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 mei 1991

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's