Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Scherpsnijdender dan enig tweesnijdend zwaard

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Scherpsnijdender dan enig tweesnijdend zwaard

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

», Want het Woord Gods is levend en krachtig en scherpsnijdender dan enig tweesnijdend zw gaat door tot verdeling der ziel en des geestes en der samenvoegselen en des mergs en is een oo dér gedachten en der overleggingen des harten." (Hebreeën 4 : 12)

„Je weet, wie het zegt..."! Dat zeggen we soms tegen elkaar, als iemand die bekend staat als een onbezonnen prater weer eens dingen heeft geuit, die kant noch wal raken. En we bedoelen dan: neem het maar met een korreltje zout. Trek je er maar niets van aan. Per slot van rekening: je weet, wie het zegt! Hoe anders echter liggen.de dingen, als Gód spreekt! Hij is de Mond der waarheid. De God, Die louter wijsheid voortbrengt. Die doet, wat Hij zegt. Die vervult, wat Hij belooft. Die doet komen, waarmee Hij dreigt. Wiens spreken daarom voluit ernstig genomen dient te worden. Komt Zijn Woord tot u, dan geldt in heilige zin: U weet, Wie het zegt! Niemand minder dan de levende God! Welnu, tot die diepe eerbied voor God en Z'n Woord roept de Hebreeënbrief ons in het vers dat ditmaal ter overdenking voor ons ligt.

Verband

U herinnert zich, hoe de Hebreeën in het voorafgaande zijn aangespoord tot geloofsvolharding. Zijn gewaarschuwd voor terugval en ongeloof. Centraal daarin stond de eed van Psalm 95, eenmaal door God uitgesproken jegens alle'ongelovigen en ongehoorzamen: „Zo heb Ik dan gezwpren in Mijn toorn, indien zij in Mijn rust zullen ingaan..."! Welnu, aan het slot van dit vermanend gedeelte bindt de schrijver z'n lezers nog één keer op het hart om deze waarschuwing toch niet in de wind te slaan. Er niet onverschillig de schouders over op te halen, maar te bedenken, Wie het sprak! En dat Zijn

Woord maar niet een loos woord is, dat toch niet in vervulling gaat, maar levend en krachtig. Calvijn tekent aan: „Alwat hier van de kracht van het Woord gehandeld wordt, strekt daartoe, dat zij zullen verstaan, dat zij niet ongestraft zullen blijven, zo zij Gods Woord versmaden"!

Op indrukwekkende wijze bezingt onze brief de kracht en de majesteit van het Woord Gods. Hier op te vatten in de brede zin van: alles, wat uit Gods mond uitgaat, uitgegaan is en nog zal uitgaan. Uiteraard was dat Woord voor de Hebreeën nog beperkt tot het Oude Testament en tot datgene, wat hen door de apostelen in de naam van hun Zender aangaande Christus was verkondigd. Voor ons is dat Oude en Nieuwe Testament. Terwijl ook het gepredikte woord, mits het in overeenstemming is met de Schriften, onder dat Woord Gods gerekend mag worden.

Levend en krachtig

Welnu, van dat Woord, dat uit Gods mond uitgaat, zegt onze brief: het is „levend en krachtig"! M.a.w.: het doet wat.

Het werkt wat uit. Het is geen holle klank. Geen wegstervende echo. Niet een aaneenrijging van zinnen, die in het niets verdwijnen. Nee, Zijn Woord is Geestdoorademd. Is vol van het léven Gods! Vol van de kr& cht Gods! En daarom gaat er een machtige werking van uit. Christus sprak het: , De woorden, die Ik tot u spreek zijn geest en zijn leven" (Joh. 6 : 63). Paulus wist ervan, toen hij het evangelie roemde als , , een kracht Gods tot zaligheid" (Rom. 1 : 16, 1 Kor. 1 : 18)!

Levend, krachtig...! Voor dit laatste woord staat in de grondtaal het woord , , energès". U begrijpt: daar schuilt ons woord energie in. Het Woord, dat God spreekt is vol Goddelijke energie. Vol Goddelijke kracht. En het zal duidelijk zijn: tegen die kracht is niets bestand. Komen er bij atoomsplitsing ontzaglijke krachten vrij, meer kracht ligt besloten in het Woord Gods. Dat roept ons om van dat Woord dan ook hoge verwachtingen te hebben. Van het Woord, zoals dat voor u ligt in de Bijbel. Maar niet minder ook van het Woord, zoals dat gepredikt wordt in Gods naam. Juist omdat Paulus wist van de immense kracht, die in dat Woord besloten ligt, sprak hij het: „Want ik schaam mij het Evangelie van Christus niet"! Zeggen wij het hem na? Geloven ook wij nog in de kracht van het Woord Gods? Begeren ook wij daarom in de kerk voor niets anders te staan dan voor het Woord en voor het Woord alleen?

Kijk, we kunnen ook in de kerk druk zijn met van alles en nog wat. Om het maar kort te zeggen: ruk met „pappen en nathouden". Allerlei lapmiddelen worden aangewend om het kenterende tij te keren. Maar het baat niet. We moeten terug naar het Woord! Dat is levend en krachtig. Da& r rust Gods zegen op. Daar mag u ook vandaag hoge verwachtingen van hebben. Zowel voor de ouderen in de gemeente, die soms al een kerkbank versleten hebben, zoals men zegt, als voor de jongeren. Ook de jeugd van de gemeente is met niets anders te redden dan met het Woord alleen. Daaraan paart zich de Geest. Dat wordt gedragen door Gods machtige belofte: Mijn Woord zal niet ledig tot Mij wederkeren, maar het zal doen alwat Mij behaagt en het zdl voorspoedig zijn in hetgeen, waartoe Ik het zend" (Jes. 55 : 11).

Scherper dan een zwaard

Iets van die levende kracht van het Woord Gods wordt nader ontvouwt, als vervolgens gezegd wordt: , , en scherpsnijdender dan enig tweesnijdend zwaard en gaat door tot verdeling der ziel en des geestes en der samenvoegselen en des mergs"! De krachtige, levende werking van het Woord wordt hier vergeleken bij een zwaard. Zelfs bij een tweesnijdend zwaard. Een zwaard dus, dat aan beide zijden gewet is. Van zulk een zwaard geldt: het raakt altijd! Hoe je het ook hanteert, op welke wijze je het ook gebruikt, het treft altijd doel. Is het niet aan de ene, dan is het wel aan de andere zijde.

Een zwaard was in de dagen van het Nieuwe Testament een gevreesd aanvalswapen. Het kon verwonden. Het kon doden. Daarbij gold: hoe scherper het zwaard, hoe gevaarlijker. Welnu, van het Woord wordt gezegd, dat het , , scherper is dan enig tweesnijdend zwaard. Let erop: niet even scherp. Maar scherper! Scherper dan het meest gevreesde aanvalswapen uit die dagen.

Waarin bestaat die zwaard-werking van het Woord dan? Er staat: , , en het gaat door tot de verdeling der ziel en des geestes en der samenvoegselen (daar worden de lichaamsspieren mee bedoeld) en des mergs"! We moeten hier vooral aan de ontdekkende en verootmoedigende werking van het Woord denken. Van nature zijn we trots. Hoogmoedig. Vol zelfhandhaving en eigendunk. We menen heel wat te zijn. Heel wat te hebben en heel wat te kunnen. Het moge bij de een meer gecamoufleerd zijn dan bij de ander, maar van huisüit staat ons eigen „ik" recht overeind.

Echter, komt het Woord ons leven binnen, opent Gods Geest ons van nature zo hermetisch gesloten hart, zodat het Woord er ingang in krijgt, dan wordt daar het mes in gezet. Als een tweesnijdend scherp zwaard dringt het Woord dan langzaam maar zeker door tot in de binnenste delen van uw bestaan. Hoe ver?

Hoe diep? Letterlijk vertaald staat er: „totdat het verdeelt ziel en geest, spieren en merg"! M.a.w.: het Woord rust niet, voordat het dat, wat in het menselijk leven een ondeelbare eenheid vormt van elkaar heeft gescheiden.

Ziel en geest

Uiteraard gaat het hier om een beeld. In het taaleigen van de Schrift zijn ziel en geest nauwelijks van elkaar te onderscheiden. Ze vormen een ondeelbare eenheid. Samen geven ze het ene, volle geestesleven van de mens aan. Maar wat wij mensen onmogelijk kunnen scheiden, dat doet het Woord. De uiterst scherpe punt van het zwaard van het Woord dringt erin binnen en scheidt ziel en geest, zo zegt de Hebreeënschrijver. En u voelt wel, het beeld dat hier achter schuilgaat is dit: worden ziel en geest van elkaar gescheiden, dan komt open, wat er diep verborgen in ons binnenste leeft.

„Het Woord legt de diepste diepten van ons hart bioot; het blijft niet bij de oppervlakte van ons zieleleven staan, bij ons bewuste leven, maar dringt dieper door en laat zelfs op het donker gebied van onze verborgen drijfveren en oogmerken zijn goddelijk licht vallen. Zo maakt het ons met onszelf bekend" (J. van Andel). Het zal duidelijk zijn: raakt de punt van het zwaard ziel en geest, dan worden we gebroken in onze geestelijke trots. Het versnijdt de hoogmoed, de eigengerechtigheid, de geestelijke zelfhandhaving, die zich heeft genesteld in onze overleggingen en gedachten. We leren onszelf kennen in onze schuld, in onze opstand, in onze zonde tegenover de heilige God.

Spier en merg

Eenzelfde boodschap ligt opgesloten in het vaneenscheiden van „spier en merg"! Spier en merg geven beiden kracht aan het menselijk lichaam. Ze zijn onmisbaar wil het lichaam intakt blijven. Goed kunnen functioneren. Willen we krachtig kunnen voortgaan. Welnu, worden spier en merg van elkaar losgemaakt, vaneengescheiden, gedeeld, dan kan het lichaam niet meer voort. Dan vallen de lichaamsdelen uit elkaar. Dan wordt het lichaam in haar uiterlijke gestalte gebroken. Ook in dit beeld valt de nadruk weer op de verootmoedigende en verbrekende werking van het Woord.

Het eerste beeld betrof het zieleleven van ons mensen, het tweede ons lichamelijk leven. Door hier van beide te spreken wil de Hebreeënschrijver duidelijk maken, dat het Woord Gods de mens in z'n hele bestaan treft! De zwaard-werking van het Woord raakt de gehéle mens! Het treft alles. Het slaat niets over. Het Woord laat haar licht schijnen over héél ons bestaan. En dat niet alleen in de ontdekkende en ontmaskerende zin. Nee, ook in de richtende zin! Niet alleen brengt het alle dingen in het licht, het spreekt tegelijk ook een oordeel uit over dat wat het in het menselijk hart aantreft. Er staat: , , En is een oordeler der gedachten en der overleggingen des harten"!

Oordeler

Letterlijk staat er in het grieks: het Woord is een , , kritikus"! M.a.w.: het Woord oordeelt. Toetst. Peilt. Het registreert alles wat niet is naar Gods heilige wil. Het ontmaskert elke afwijking. En dan niet alleen de afwijking, die aan de buitenkant van ons leven wordt aangetroffen, maar evenzeer wat er van binnen aan onheiligs huist. Het is een oordeler , , der gedachten en der overleggingen des harten"! Kortom: alles komt in het licht. Immers, de mens ziet aan wat voor ogen is, maar God ziet het hart aan en dan blijkt er achter die soms zo keurig verzorgde buitenkant een hart vol ongerechtigheid te schuilen: „Het Woord neemt alle blanketsel weg. Heet zondig wat zondig, verdoemelijk wat verdoemelijk is en doet zijn kracht de goddeloze tegen wil en dank gevoelen" (J. van Andel). En terecht voegt deze er dan aan toe: „Heil de mens, die zich door het Woord laat oordelen, zijn vonnis ondertekent en zich door dit zwaard laat doden"!

Inderdaad, hoe noodzakelijk deze ontdekkende en verootmoedigende werking van het Woord in ons leven. Ze is onontbeerlijk. Heilsnoodzakelijk. Opdat we niet meer vertrouwen op onszelf. Geen rust meer kunnen vinden in ónze werken, gerechtigheden en verdiensten. Maar doorleven, wat we in werkelijkheid ook in Gods oog zijn: goddelozen, die innerlijk en uiterlijk schuldig staan voor God en die daarom maar één toevlucht overhouden: Jezus, Jezus alleen. Alleen Zijn bloed. Alleen Zijn gerechtigheid. Alleen Zijn volkomen offer, eenmaal aan het kruis geschied.

Het zv/aard van het Woord begeert u te doden in uzelf om u levend te maken met Christus. Calvijn spreekt in dit verband over „een levendmakende doodslag, die door het evangelie geschiedt!" Al het uwe gaat eraan. Al het uwe wordt onder de zonde besloten. Waarom? Opdat u alles schade zoudt achten voor de uitnemendheid van de kennis van Christus Jezus, onze Heere. Opdat u het uw leven lang zoudt zingen: „Niets uit ons, al uit Hem, zo reis ik naar Jeruzalem"!

M.

L.W.Ch.R.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 oktober 1991

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's

Scherpsnijdender dan enig tweesnijdend zwaard

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 oktober 1991

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's