Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

David Brainerd (10) slot

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

David Brainerd (10) slot

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

EEN ZENDELING ONDER DE INDIANEN

David Brainerd is niet oud geworden, slechts 29 jaar. Toen reeds mocht hij ingaan in de vreugde van zijn Heere. Naar menselijke maatstaven gemeten was ook de periode dat hij zijn Meester diende onder de Indianen kort. Maar toch dient gezegd dat dit leven een zeer gevuld leven was. En door Gods genade mocht Brainerd meer betekenen dan velen die veel langer hebben geleefd. Hij spreekt nog.

De getuigenissen zijn overvloedig als het gaat om de werking van bijvoorbeeld zijn dagboek. Om er enkele te noemen, iemand als William Carey, een groot man en een van de eerste zendelingen in India, achtte Brainerd zeer hoog. Meer dan een zendeling en predikant hebben melding gemaakt van de verfrissende en verkwikkende kracht die men ondervond bij het lezen van Brainerds Journaal. Een voorbeeld daarvan is de bekende Schotse prediker Robert Murray M'Cheyne. Hij schrijft in zijn dagboek ergens dat hij het boek had gelezen. Hij was er diep van onder de indruk. Van wat deze man had gedaan en had betekend; van zijn strijd, van zijn depressies, van zijn geestelijke verlatingen, van zijn geestkracht en zijn overwinningen. M'Cheyne schreef dat hij het niet goed onder woorden kon brengen. Maar het had als uitwerking dat hem meer dan ooit de voortgang van het Evangelie op het hart was gebonden. En om niet meer te noemen de in 1956 door de Auka Indianen in Ecuador vermoorde zendeling Jim Elliot, schreef aan zijn vrouw: „Zeg je vader dat ik diep onder de indruk was van Brainerds Dagboek."

In dit laatste artikel willen we nog enkele afsluitende opmerkingen maken over de man en zijn werk.

De man

Een van zijn biografen merkt op dat Brainerd maar door een gedachte werd beheerst nl. het redden van zondaarszielen. En het moet gezegd dat we op elke bladzijde van zijn dagboek een niet te lessen dorst tegenkomen om in zichzelf verloren mensen te brengen in het koninkrijk van de genade. Hij bezag zijn gehoor altijd in het licht van de eeuwigheid. Men droeg een onsterfelijke ziel in zich om. Hij had dat gemeenschappelijk met al de groten in de dienst des Heeren: de verkondiging van het Woord als een stervende tot stervenden. Diep overtuigd als hij was dat allen geopenbaard zouden worden voor de rechterstoel van Christus. En dat een zondaar daar alleen maar zonder verschrikken kan verschijnen wanneer hij persoonlijk deel heeft in een levend geloof aan de Christus Gods en in Hem gevonden wordt, met Zijn gerechtigheid is bekleed. Hij was zeer bewogen met zijn medemens. Hij stelde al het aards goed en genot achter bij de dienst van de Heere. Zo te leven en te dienen kan alleen wanneer het leven wordt gestempeld door een diepe liefde tot Christus, door de zelfverloochening, de ootmoed en het geduldig zijn in de verdrukking.

Met zo'n leven is onmiskenbaar vervlochten 't aanhoudende gebed. Dat was bij Brainerd 't geval. Hij merkt ergens op dat hij niets anders kon dan bidden. En meer dan eens maakt hij gewag van het feit dat God hem gebedsworstelingen gaf. Dat de Heere overkwam en dat hij in gebed diepe vrede mocht smaken. Al is ook hier de omslag en komen we de klacht tegen („Had slechts weinig gevoelige gemeenschap met God"), de grondtoon is toch het pleiten om de voortgang van Gods koninkrijk in deze wereld. Hij kon het uitroepen: Waar is de Heere, de God van Elia? Zijn ziel dorstte dan naar God, verlangde hij naar meer geloof. Vurig kon hij bidden om de werking van Gods Geest. Daar verwachtte hij alles van.

Op het gebied van de wetenschap, de welsprekendheid of het leiderschap blonk hij niet uit. Daarin lag zijn grootheid niet. Dat was niet omdat hij op die verschillende gebieden geen kwaliteiten zou hebben, maar alles was ondergeschikt aan dat ene. Of hij iets was of niets dat vond hij niet belangrijk. Als Christus maar verheerlijkt werd.

Was hij zeer ootmoedig, vroom en ijverig, dat neemt niet weg dat hij mens was. Het is de al meer genoemde Jonathan Edwards - in wiens huis Brainerd de laatste weken werd verzorgd en waar hij ook stierf - die erop wijst dat David een uitzonderlijk pessimistisch karakter had. Hij had een overdreven neiging tot melancholie. Zelfs als hij gewag maakt van een zegenrijke zondag die hij mocht hebben, schrijft hij in oktober 1745: „Was zeer terneergeslagen en aangeslagen; weet niet hoe ik nog verder moet, zo was mijn geest in mij ontsteld." Die donkere kijk op de dingen was niet bevorderlijk. Niet voor zijn lichamelijke conditie. Maar ook niet voor zijn geestelijk leven. Hoewel hier direkt aan toegevoegd moet worden dat het hem wel een diep geestelijk inzicht gaf. Hij kan ook schrijven: „O wat een serene rust. Dat de Heere Zich over mij ontfermt. En dat over zo een als ik ben. Het geschieden van de wil des Heeren kwam met kracht in mijn ziel. Het was goed. Want ik zag dat de Heere oneindig wijs was en niets verkeerd kon doen."

Hoe waar het is, dat degenen die kostbare parels zoeken diep in de oceaan moeten duiken, blijkt hier. Het is in de donkere dalen dat de Heere dierbaar is voor Zijn volk. Werd hij er boven uitgetild en mocht hij zich verheugen in zijn God, hij schreef alles toe aan de genade alleen. Dat gaf hem dan ook nieuwe kracht bij tegenslag, beurde hem op in moedeloosheid, deed hem aanhoudend de boodschap uitdragen. Met volle zegen.

Zijn werk

Die boodschap was het evangelie van vrije genade. Brainerd stond in de traditie van de puriteinen. Hier zijn de namen te noemen van Owen, Manton, Hooker, Shepard en vele anderen. Deze mannen bewogen zich in de lijn van de Reformatie. Brainerd was een calvinist. Dat was hij uit overtuiging. Het deerde hem weinig dat men daar nogal argwanend tegen aankeek. Het ging hem erom dat hij bij en uit

de Schriften wilde leven en werken. Hij geloofde vast in de Goddelijke souvereiniteit. Toen hij de wildernis introk was hij ervan overtuigd dat diegenen gered zouden worden die door God tot het heil waren verkoren. Hij wist dan ook dat alles van God en van Zijn vrijmachtig welbehagen afhing. Daar hing ook mee samen dat hij er diep van doordrongen was dat God hem geroepen had, niet om succesvol te zijn maar trouw.

Met dit alles is bepaald niet in tegenspraak de noodzaak en het grote belang van het nauwgezet en ernstig gebruik van de middelen: Het Woord, de verkondiging ervan, het gebed, het gebruik van de sacramenten. Het leven van Brainerd zelf, zijn inzet en ijver grenst aan het ongelooflijke, is hiervoor het afdoende bewijs. Hij gebruikte overigens geen onschriftuurlijke methoden. Iets waar ook wij nog wel wat van kunnen leren. Hij verwachtte alles van een direkte, sobere, bewogen, heldere evangelieverkondiging. Hij ging grondig te werk. Het is waar, hij moest enkele jaren wachten eer de eerste zondaren werden bekeerd. Maar toen die zegen kwam, was het geen hooi, hout en stoppelen, maar een werk Gods. Ook was de leer van de Goddelijke souvereiniteit geen enkele verhindering voor een vrij en onvoorwaardelijk aanbod van genade. Daarbij beklemtoonde Brainerd voortdurend de verantwoordelijkheid van de mens. En dat het eigen schuld was, wanneer het aanbod van genade werd verworpen. Was hij zich altijd bewust van zijn onwaardigheid en nutteloosheid, niettemin was hij niet onverschillig waar het ging om de vrucht op zijn arbeid onder hen tot wie hij preekte. Hij zag er naar uit dat de Heilige Geest het Woord vergezelde. Dat het Woord kracht deed. Dankbaar was hij, dat hij er getuige van mocht zijn, dat de Geest inderdaad op bijzondere wijze werkte onder de Indianen. Dat er een geestelijk ontwaken kwam. Dat harten en levens werden gereformeerd. Dat zondaren werden getrokken uit de d'uisternis tot Gods wonderbaar licht. Soms kwam men over een afstand van meer dan 40 mijlen (zo'n 64 km en doorgaans te voet) om de jonge blanke prediker te horen. En niet alleen de Indianen, ook de blanken werden tot en door deze verkondiging getrokken, zodat ze niet langer alleen maar toeschouwers waren. Gods werk was zo bovennatuurlijk dat Brainerd nauwelijks kon begrijpen dat de Heere hem gebruikte als een middel. Dit heil was van de Heere. God werkte helemaal alleen en Brainerd zag nergens ruimte om ook maar iets van het werk aan welk schepsel dan ook maar toe te schrijven.

Tenslotte

Zo mocht Brainerd voor velen tot zegen zijn en heeft hij zijn plaats in de geschiedenis van de kerk, in de geschiedenis van de zending. Wie de feiten van Brainerds leven en werken onder ogen ziet en op zich in laat werken, kan tot geen andere conclusie komen dat Brainerd een buitengewoon nuttig instrument was in de hand van God. Ook vandaag heeft het zijn nut voor allen die geroepen zijn tot de dienst des Heeren de gang van dit bijzondere leven te overdenken. Het werk van God daarin. Het verhaal van deze man maakt ons vandaag beschaamd, stemt ons op zijn minst ootmoedig en spoort ons krachtig aan. Waar is vandaag deze bewogenheid, deze ijver als het gaat om de Naam en de zaak van Christus? Als we de bereidheid van deze man zien alles te verduren en te verdragen om de zaak van Gods uitverkorenen onder de Indiaanse stammen voelen we ons dan niet door deze man Gods vermaand vanwege onze traagheid? Als we de hartslag van zijn toewijding aan de zaak van Christus horen, drijft ons dat niet uit tot het aanhoudende gebed om Gods Geest? David Brainerd was een brandende en lichtende kaars. Een inspirerend en bemoedigend voorbeeld voor al de oprechte dienaren van God en van Zijn heerlijk Evangelie.

M.

K.t.K.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 november 1991

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's

David Brainerd (10) slot

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 november 1991

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's