Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

...Door Zijn striemen is ons genezing geworden (Jes. 53 : 5b)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

...Door Zijn striemen is ons genezing geworden (Jes. 53 : 5b)

12 minuten leestijd Arcering uitzetten

MEDITATIE

In Jesaja 53 horen we het Evangelie als een wel zeer goede boodschap. Het Evangelie van de rijke Christus voor een arme zondaar. Het is een Bijbel in miniatuur. Als geen ander heeft deze evangelist van het Oude Verbond in mogen blikken in het lijden en sterven van de Heere Jezus Christus. Het lijkt wel of hij er bij is geweest toen de Heere Jezus leed en werd gekruisigd. Hoe dan ook hebben we hier het Evangelie als goede boodschap in zijn kern en wezen. Hier klopt het hart van de verlossing, door Christus verworven. We kunnen het niet verstaan, als we Hem niet verstaan, zoals Hij door Jesaja wordt geschilderd. De Knecht des Heeren, Die leed en stierf. Niet voor Zichzelf. Om Hem gaat het. Ook hier. Daar kan geen enkel misverstand over bestaan. Filippus maakt dat duidelijk aan de kamerling (Hand. 8). Immers van deze Schrift verkondigde hij hem Jezus.

Jesaja heeft de Man van smarten van verre gezien en geloofd en omhelsd en heeft Hem verkondigd. De vraag werd (en wordt!) aan het hart gelegd: Wie heeft onze prediking geloofd? Wie is er zo door geraakt, dat alles ondersteboven ging en dat U Hem liefkreeg als Borg voor Uw ziel?

Jesaja heeft dus de Christus Gods gekend. En dat in Zijn verlossende betekenis en kracht. En dat wil dan zeggen dat hij Hem gekend heeft in verband met zijn zonde en schuld. En dat is (nog altijd) het grondpatroon van Gods verlossend handelen.

Dat blijkt ook uit de tekst. Want hier wordt de geselslag van de Heere als een medicijn voorgesteld. En de zondestaat van de mens als een ziek-zijn.

De diagnose

Jesaja schildert ons het lijden van de Knecht des Heeren. Er is sprake van wonden, van verbrijzelen, van striemen. Daardoor is er verlossing, genezing. Dat het woord genezing dieper gaat en bovendien verder reikt dan de genezing van ons lichaam, is duidelijk. Verklaar het woord genezing maar als vergeving. Er is immers sprake van onze overtredingen, onze ongerechtigheden, van de straf die wij verdiend hebben. Vergeving van de zonden. Genezing van de ziekte die zonde heet.

En als dan de zonde hier voorgesteld wordt als ziekte, gebeurt dat niet om ook maar iets van het karakter van de zonde weg te poetsen. De zonde is veel meer als ziekte. Wordt iemand op zekere dag ziek, hij kan doorgaans niet verklaren hoe het gekomen is. Daar kunnen we niet zoveel aan doen. Er zijn uiteraard wel ziekten die een regelrecht gevolg van bepaalde zonden zijn. Iemand die constant zijn zondige, verdorven begeerten uitleeft, kan worden aangetast door de natuurlijke gevolgen van de zonde. Je kunt je middels bepaalde vormen van verslaving te gronde richten. Een verwoestende uitwerking kan dat hebben op je lichaam en op je geest. En dan heb ik het nog maar niet over de schade die in de directe omgeving kan worden aangericht. Soms kan ziekte een directe oorzaak hebben. Maar, algemeen gesproken, is de ziekte er en kunnen we dat niet helpen. Weten we niet wat de oorzaak ervan is. Maar als Jesaja het hier heeft over de zonde als ziekte, is dat niet om aan de schuld van de zonde ook maar iets af te doen. Jesaja weet opperbest dat zonde opstand, verzet, vijandschap is, tegen God. Dat de mens in verwaten hoogmoed zijn hand opheft tegen de souvereine majesteit van God. Dat heel de span- kracht van de ziel zich verzet tegen de Almachtige. Dat de zonde hoogmoed is. Dat weet Jesaja. Maar hij weet ook dat de zonde ziekte is. Dat de wereld een groot ziekenhuis is. De zonde die door een mens in de wereld gekomen is, is een geestelijke kwaal van de ergste soort.

Elk mens is ziek. En dat terwijl de Heere de mens zo goed geschapen had. Volkomen gezond. Het was alles zeer goed. De mens leefde uit God, door God en tot God. Alles wat hij dacht zei en deed was tot eer en heerlijkheid van God. Het welde op uit een rein hart. Er was geen enkele storing noch wanklank. Hart en leven stemden overeen. Het was dat leven, in de staat der rechtheid waarheen de mens, ook de moderne 20e eeuwse mens in utopisch verlangen hijgt. Wat in de mens sluimert, probeert terug te veroveren. Maar wat toch onbereikbaar ver is. Want hoe heel anders is het gegaan. Toen de mens het oor leende aan de boze, de zonde indrong in het bestaan van de mens, ging het mis. Wat vergif is voor het gezonde organisme, dat was en dat is de zonde voor het menselijk leven. Het is als met een slangenbeet. Met alle verwoestende gevolgen van dien. Ingedruppeld in de aderen van ons zieleleven, werkt de zonde door. Ze neemt de kroon van het hoofd, dooft het licht in het verstand, dat nu verduisterd is, haalt de vreugde uit het hart. Het veroorzaakt of pijn of ongevoeligheid, al naar het geval is. De zonde berooft ons van het geestelijk zicht, van het geestelijk gehoor en van de geestelijke smaak.

Rusteloos vaart de ziekte door de kinderen van dit geslacht. Het zet zich door en het zet zich voort. Erfelijk in de hoogste graad. En bovendien ongeneeslijk. Geen arts, geen specialist hoe kundig en knap ook, heeft er wat voor. Er is geen kruid tegen gewassen. Wij kunnen onszelf hiervan niet genezen. Niemand is in staat noch bij machte zijn ziel te veranderen. Nog eerder zal een luipaard zijn vlekken verliezen en de Moorman zijn huis veranderen, dan dat een mens van zichzelf zou leren het goede te doen. En waar wij volharden in de zonde, kunnen we God niet dienen op de aarde noch enige hoop koesteren dat we Hem zullen genieten in de hemel. En wij hebben er van onszelf geen oog voor. Wij beseffen niet van hoe groot gewicht de zonde is (Anselmus). Wij hollen voort in onze natuurlijke dwaasheid en verblinding en denken er eenvoudig niet over terug te keren. Dat is de diagnose van de hemelse Arts. Maar hierin blinkt en schittert nu de trouw, de barmhartigheid en de ontferming van God dat Hij genezen kan en wil.

Het medicijn

Om die genezing te bewerken heeft God Zijn Zoon gezonden. Voor de genezing van de ziekte die zonde heet. Christus is gekomen, heeft de menselijke natuur aangenomen. Opdat Hij ons verlossen zou. Zijn Naam is Jezus, want Hij zal Zijn volk zalig maken van hun zonden. Hij leefde als mens onder de mensen. En dat was lijden. Hij heeft heel de tijd van Zijn leven geleden. Maar in het bijzonder aan het eind ervan. Hij heeft geleden naar lichaam en ziel. Het woord striemen hier gebruikt wil zoveel zeggen als: de striem of het merkteken van een slag met een zweep. Het heeft ook in zich dat het zichtbaar blijft. Dus zoiets als bont en blauw slaan. Wonden zijn het, door slaan veroorzaakt. De hemelse Heelmeester is Zelf verwond. Jesaja zegt het in dit hoofdstuk: Hij heeft Hem krank gemaakt (vs. 10). Hij is de Man van smarten, verzocht in krankheid (vs. 3). Waarlijk Hij heeft onze krankheden op Zich genomen (vs. 3). Hij is onzer Eén geworden, opdat Hij voor velen de dood kon smaken en het leven en de gerechtigheid verwerven. Wat zijn er diepe sporen getrokken door de geselslagen die Hem troffen. Wat een kwelling en lijden. Met geen pen te beschrijven. Wat moet het voor Hem geweest zijn. Die doornenkroon. Dat ze Zijn handen en voeten doorgraven hebben. Dat ze Hem verhoogd hebben aan het kruis.

Uitgestort als water, al Zijn beenderen hebben zich vaneen gescheiden. Hij hing in de brandende zon, uitgeput. Zijn hart was als was, gesmolten in het midden van Zijn ingewand. Zijn kracht verdroogd als een potscherf en Zijn tong klevend aan Zijn gehemelte. Gelegd in het stof des doods (naar Ps. 22). Geleden naar het lichaam. Geleden ook naar de jziel. De worsteling in Gethsémané, waar Hij gebeden en gesmeekt heeft. Het verraad door Judas, de verloochening door Petrus. Gestaan voor Pilatus en Herodes. Verwezen naar het kruis. Dragend de spot en de hoon. Dragend de last van de toorn van God tegen de zonde. Verteerd door de vlammen van Gods heilig recht. Gehangen aan het vloekhout van de schande, de uren durende duisternis. Wat moet het geweest zijn voor Zijn tere en reine ziel. Dan de roep van de Godverlatenheid. Dat Was wel de bitterste schreeuw uit de diepste diepten van onpeilbare smart. Er staat geschreven: Vervloekt is een ieder die aan het hout hangt. Maar wie weet wat de vloek inhoudt? Christus alleen! Hij heeft het gedragen tot op het kruis. Hij heeft voldaan. De Gestriemde, de Felgeslagene. Tot genezing ge­ worden. God wijst het geneesmiddel aan. Hij heeft dat Zelf gegeven. Daartoe kwam Christus!

Moest niet op ons neerdalen de gesel van Gods heilige toorn? De gesel van Gods heilige wet? Vervloekt toch is een ieder die niet blijft in al hetgeen geschreven staat in het boek der wet om dat te doen? Daarvan kan de grootste liefde niets afdoen. Of het zou zwakheid of toegeeflijkheid worden. Het is voltrokken aan de lijdende Knecht. De liefde heeft al haar gloed en glans vertoond, in Hem. Hij kwam om al onze striemen op te vangen op Zijn ontblote rug. Op Hem kwamen neer al de slagen van de wet met de oneindigheid van haar vloek. Dat heeft de Middelaar gekend. Dat heeft Hij gedragen, niet voor Zichzelf, maar voor Zijn kerk, die Hij droeg op Zijn hart. Daaronder, onder die liefde moet ons hart breken. Onder die weergaloos grote zondaarsliefde die hieruit spreekt. Die liefde tot het einde.

Het herstel

Wat is ons dan nodig en geboden op Gods spreekuur te komen. Voor het medicijn uit de hemelse apotheek. Voor de ontkoming van de welverdiende straf. Voor herstel van de ziekte die zonde heet. Het is er. In Hem. Het is er heden, door de aanvaarding van dit offer van Christus. Hij wordt U voorgesteld, verkondigd aangeboden. Onvoorwaardelijk. Om niet. Met bevel van geloof en bekering. Ook door middel van deze regels komt dat tot ons. Het is de Heilige Geest, Die met U twist. Opdat U zou buigen onder het oordeel van God over Uw leven. De Christus Gods wordt U voorgesteld en aangeprezen. Hij is de Heiland, Die heelt wat gebroken is van hart. Het medicijn voor Uw en mijn zonden wordt gevonden in het plaatsbekledend lijden en sterven van Christus. En daarin alleen. Zijn striemen. Zijn borgtocht. Zijn betaling. En dit alles is zo krachtig dat het genoeg is om zelfs de allergrootste zondaar te verlossen, te redden, te genezen. Door Zijn striemen is er genezing. In ons genezing geworden, zegt het geloof. Maar moet er dan niets door mij gedaan worden om de schuld weg te nemen? Nee, daar is niets wat ik zou moeten doen. Het is alles door Hem gedaan. We worden door de striemen van de Heere Jezus genezen of we worden niet genezen. Moet ik dan niet in Hem geloven? Ja zeker. Maar als ik van een bepaalde zalf weet dat die genezend werkt, ontken ik daarmee niet dat er ook een verband nodig is. We zouden het geloof het verband kunnen noemen, wat de pleister van de verzoening van Christus be- vestigt op de diepe wonde van onze zonden. Het verband geneest niet. Dat is het werk van de zalf. Niet het geloof geneest, maar Christus. Het geloof is het instrument. De levende band aan Christus. Moet ik me dan niet bekeren? Ja zeker. Want bekering is het eerste teken van genezing. Maar de striemen van de Heere Jezus genezen en niet onze bekering. Gods kinderen haten de zonde, omdat het de zonde was, die Jezus zo deed lijden. Door Zijn striemen is er genezing. Intussen, wat een moedgevend Evangelie. Voor allen die gebogen gaan onder de last van de zonde. Die geraakt zijn op die heel gevoelige plaats. Dodelijk gewond. Deze Heelmeester zet het mes van Zijn Woord erin. Dat is niet aangenaam voor het vlees. Maar wel heilzaam. Dat het besef levend wordt dat er aan ons niets valt op te knappen. En dat er van ons uit geen herstel mogelijk is. Wilt U gezond worden? Veel mensen denken dat ze kerngezond zijn. Dat hun niets mankeert. En dat we met onze kerkgang, onze inzet en dadendrang, met het allemaal al wel weten, al aardig gevorderd zijn. In ieder geval aan de beterende hand. Niet weten ziek te zijn. Zo ziek te zijn dat de hemelse Arts er Zelf aan te pas moet komen of dat we anders sterven in onze zonden. Christus striemen, toegepast door de Heilige Geest. Genezing ontvangen. Bevrijding van schuld en straf. Rust voor het gewonde geweten. Vrede voor mijn onrustige hart. Levenslang te krijgen in 't hospitaal van vrije genade. Daar houdt de Heere ons. Al denken we soms zo gezond te zijn dat we weer op eigen benen kunnen staan. Maar dat is een vergissing. De Heere maakt klein en houdt nederig. Maar bij Hem is het goed. Komen er slagen, het zijn vaderlijke kastijdingen. Is er het leed en de nood, het zijn middelen tot heiliging. Komt de dood, het is de afsterving van de zonde en de doorgang tot het eeuwige leven.

We moeten dan ook wel weten wat we doen als we dit medicijn niet gebruiken. Die gezond zijn hebben de Medicijnmeester niet van node, maar die ziek zijn. Wie waanden zich gezond? De hele kerkelijke apparatuur van Jezus' dagen. Hij ging ze voorbij. En moest een Levi hebben. Hij ging eten met tollenaren en zondaren. Wat een ergernis. Wilt U gezond worden? Het gaat er maar om of we ons erin begrepen weten. En als U door Gods genade genezing ontving, loof dan de Heere Uw Heelmeester. Strijd de strijd van het geloof. En wijd Uzelf aan het heilige doel de boodschap, waardoor U genezing ontving te verbreiden.

Tot de eer en glorie van Zijn Naam. Het uitzeggen, hoezeer U er tegen op zag bij Hem op het spreekuur te komen. Maar dat hij U gena dig ontving. Tot herstel, genezing, eeuwig leven.

KtK.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 maart 1992

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's

...Door Zijn striemen is ons genezing geworden (Jes. 53 : 5b)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 maart 1992

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's