Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Votum, groet en zegen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Votum, groet en zegen

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

HOOFDARTIKEL

Reeds enkele maanden geleden ontving ik een brief uit een naburige gemeente, waarin een vraag werd gesteld, die mogelijk eens kon worden beantwoord in ons blad. Dat ik dit onderwerp zo lang liet liggen, komt doordat ik er eigenlijk niet goed raad mee wist. En eerlijk gezegd heb ik ook nu nog geen sluitend antwoord, dus wat hier volgt is maar een beetje hardop denken.

Votum en groet

Elke kerkdienst begint met het zogenaamde , , votum". Dat is een latijns woord dat nogal [ wat betekenissen heeft: eed, gelofte, plechtige verklaring, enz. Het is de formule die wordt uitgesproken aan het begin van de eredienst om daarmee de afhankelijkheid van God uit te drukken.

Het gebruik van deze formule stamt eigenlijk uit de roomse mis. Op het moment dat de priester aan de voet van het altaar staat zegt hij: , , In de Naam van de Vader en van de Zoon en van de Heilige Geest. Zend Uw licht en Uw waarheid dat die mij geleiden, enz.". Daarop volgt zijn persoonUjke schuldbelijdenis die ingezet wordt met de woorden: , , onze hulp is in de Naam des Heeren, Die hemel en aarde geschapen heeft". Deze laatste woorden noemen we ook wel het , , adjutorium", het latijnse woord voor „hulp”.

Calvijn nam deze laatste formule over om de dienst mee te beginnen, en in de Geneefse liturgie volgde dan ook meteen de schuldbelijdenis. In navolging van Calvijn stelde de Dordtse Synode van 1574 het adjutorium (Onze hulp is in de Naam des Heeren) verplicht als begin van de eredienst in de Nederlandse kerken.

Er zijn wat het votum betreft, nogal wat variaties in omloop. Meestal wordt begonnen met , , onze hulp is in de Naam des Heeren, Die hemel en aarde geschapen heeft". Deze woor-[j den zijn letterlijk ontleend aan Psalm 124 : 8. Vaak volgt daarop: , Die trouwe houdt (of Die de trouw bewaart) tot in eeuwigheid" (Psalm 146 : 6) en , , Die niet laat varen de werken Zijner handen" (Psalm 138 : 8).

Het is duidelijk wat met dit votum wordt bedoeld. Een plechtige verklaring dat de dienst des Woords geschiedt in Gods Naam, en dat we bij de uitvoering daarvan geheel van Hem afhankelijk zijn. Het is dus geen gebed in de letterlijke zin van het woord, hoewel het in de oudste kerkboeken wel werd aangeduid als „bede”.

De groet, die op het votum volgt, is meestal ontleend aan het begin van de brieven van Paulus. Ook hier zijn allerlei bewoordingen mogelijk. Een vereiste is wel, denk ik, dat de groet , , trinitarisch" is, dat wil zeggen dat de Naam en het werk van de Drieënige God erin voorkomt. Bijvoorbeeld: , , Genade zij u en vrede, van God de Vader, en van Jezus Christus de Heere, in de gemeenschap van de Heilige Geest”.

Het is de Heere Zelf Die op deze wijze door middel van Zijn dienaar de samengekomen gemeente groet. Vandaar - maar dat even tussen haakjes - dat ik het beneden het peil van een eredienst vind, wanneer, zoals tegenwoordig nogal eens gebeurt, een ouderling vooraf achter een lessenaar gaat staan en zegt: , , goede morgen, gemeente, namens de kerkeraad wens ik u een gezegende dienst". De Heere Zelf groet Zijn gemeente, en dat moet ons genoeg zijn.

De zegen

Zoals elke kerkdienst alleen maar kan beginnen in Gods Naam, zo kan hij ook alleen in die Naam worden beëindigd. Dat gebeurt doordat de dienaar van het Woord de zegen op de gemeente legt. Zo was het al voorgeschreven in het Oude Testament.

„En de Heere sprak tot Mozes, zeggende:

Spreek tot Aaron en zijn zonen, zeggende: Alzo zult gijlieden de kinderen Israels zegenen, zeggende tot hen: De Heere zegene u en behoede u; De Heere doe Zijn aangezicht over u lichten en zij u genadig; De Heere verheffe Zijn aangezicht over u en geve u vrede.

Alzo zullen zij Mijn Naam op de kinderen Israels leggen en Ik zal hen zegenen”.

(Num. 6 : 22-27)

Vanouds heeft men in de zogenaamde Hogepriesterlijke zegen ook iets „trinitarisch" gehoord. De drie verschillende formuleringen zouden respectievelijk duiden op het werk van de Vader, van de Zoon en van de Heilige Geest. Vandaar dat de Aaronietische zegen ook vaak in onze kerkdiensten wordt gebruikt.

De andere mogelijkheid is de zogenaamde apostolische zegen:

„De genade van de Heere Jezus Christus, en de liefde van God, en de gemeenschap van de Heilige Geest zij met u allen”.

(2 Cor. 13 : 13)

Deze zegen wordt dan meestal ingeleid met woorden als , , Gaat dan heen in vrede en ontvangt de zegen des Heeren". In ieder geval is het ook hier de dienaar die in Naam van de Heere van Zijn Gemeente die gemeente zegent. Om zo, zelf gezegend, ook tot een zegen te zijn voor anderen.

Op welke wijze?

Het probleem dat mijn briefschrijver mij voorlegde is nu, of het votum en de groet, en ook de zegen worden uitgesproken en aangehoord met de ogen open of met de ogen gesloten. Het laatste was voorheen onder ons algemeen gebruikelijk, maar in onze tijd zien we steeds vaker - aldus mijn correspondent - dat predikanten hun ogen openhouden. Hij vraagt zich af of dat bij de opleiding wordt geleerd, of althans geadviseerd.

Nu, dat laatste is, voor zover mij bekend, niet het geval. Uiteraard worden, als de liturgie wordt behandeld, de verschillende mogelijkheden wel besproken, maar in de praktijk wordt het overgelaten aan het goeddunken van de dienaar van het Woord. En aangezien wij, Nederlanders, nogal een vrijgevochten volkje zijn, doet iedereen, als in de dagen van de richters, wat goed is in zijn ogen...

Naar mijn bescheiden mening is er voor beide wel iets te zeggen. Strikt genomen zijn votum, groet en zegen, geen gebeden. En - zo luidt het motief van hen die de ogen openhouden - als je elkaar op straat groet, doe je dat ook niet met je ogen dicht. Evenmin als je elkaar het goede toewenst. Dus dan doen we het ook niet in de kerk.

Zelf houd ik de ogen gesloten, en dat kan ik ook verdedigen. In de kerk ontmoeten we elkaar toch anders dan op straat. We zijn voor het aangezicht van God. En als we Zijn Naam aanroepen om de dienst te stellen onder Zijn tegenwoordigheid, dan heeft dat iets plechtigs. Niet voor niets werd - zoals ik hierboven schreef - in oude kerkboeken het votum als , , bede" aangeduid.

Bijbelse voorschriften zijn hier echter niet voor te geven, want ook het bidden met gesloten ogen is cultuur-bepaald. In Israël bad men ook niet met gesloten ogen, maar met de handen opgeheven en de ogen opgeslagen naar de hemel, ten teken dat men iets van de Heere verwachtte. Wij sluiten de ogen bij het gebed, als een teken van concentratie. Het komt echter niet in de eerste plaats aan op de vorm, maar op de gesteldheid van ons hart.

Hetzelfde kan gelden voor de vraag of de groet moet worden uitgesproken met één of met twee opgeheven handen. Tegenwoordig horen we daar niet meer zoveel over, maar enkele tientallen jaren geleden was dat een waar „schibboleth" in onze kringen. Zodra een predikant de groet uitsprak met één hand opgeheven, dan was hij bij sommige gemeenteleden al bij voorbaat afgekeurd. Zelfs werd dat gebruik - het was nog niet zo lang na de oorlog - in verband gebracht met de „Hitlergroet”...

Het gebruik van één hand is hturgisch best te verdedigen. De groet is principieel iets anders dan de zegen. En alweer - men groet elkaar niet met twee handen, maar met één hand. We zouden echter ook kunnen zeggen: de groet aan het begin van de eredienst heeft toch een iets ander karakter dan de sociale groet, heeft toch iets van een „zegenbede". Zo gezien is het gebruik van twee handen ook weer te motiveren.

Mijn briefschrijver zal welUcht zeggen dat hij niet voldoende uitsluitsel heeft gekregen, en daarin kan ik hem alleen maar bijvallen. Ik heb geprobeerd beide kanten van de zaak te laten zien. Volgens mij behoort deze kwestie tot de „middelmatige dingen", waarom we elkaar bepaald niet moeten verketteren. Mijn correspondent is dat bij voorbaat met me eens, want, zo schreef hij, „er is al verwarring genoeg”.

W.v.G.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 augustus 1992

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's

Votum, groet en zegen

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 augustus 1992

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's