Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een preludium op het Kerstfeest

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een preludium op het Kerstfeest

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

RONDOM KERST

(n.a.v. Luc. 1 : 43)

De Advents-en Kersttijd kenmerkt zich door veel samen-en solozang. Dit is geheel in de lijn van de Heilige Schrift. Rondom de kribbe van Bethlehem is ook veel gezongen. We denken aan de lofzang van Maria, aan die van Zacharias, de engelenzang alsook aan de lofzang van Simeon. In de opsomming zouden we er bijna één over het hoofd zien, nl. die van Elisabeth.

Dat deze lofzang min of meer in een vergeetboek is geraakt, heeft mogelijk te maken met het feit dat er geen berijming van is uitgegeven. Toch is de lofzang van Elisabeth niet van minder waarde. De solozang is enig in zijn soort. Niet zozeer omdat Elisabeth de spits afbijt met haar lofzang, maar meer om de inhoud.

Men zou verwachten dat Elisabeth's lofzang werd ingegeven en werd bepaald door het heuglijke feit, dat zij op oudere leeftijd nog moeder mocht worden. Dat is geenszins het geval. Ze zingt vooreerst èn vooral van het wonder, dat de ZaUgmaker al voor Zijn geboorte tot haar kwam. EUsabeth zingt omdat zij... Kerstfeest mag vieren voor de Kerstnacht van Bethlehem!

Wat is er allemaal aan die lofzang voorafgegaan?

Elisabeth werd opgezocht door haar nicht Maria. Het was voor Maria geen gemakkelijke reis geweest naar het bergland van Judea. Niet alleen de afstand vergde nogal wat van haar krachten, maar ook de verwerking van haar hartsgeheim kostte haar veel aan energie. Zij wist hoe nicht Elisabeth ervoor stond, maar zou zij ook geloof hechten aan haar wonderbaarlijk verhaal van de engelen ver schijning en van de goddelijke boodschap, die de engel Gabriel haar had overgebracht?

Jeugdige lezers onder ons: jullie voelen de jonge Maria misschien nog het beste aan; je loopt misschien met een probleem, je worstelt, je wilt er met iemand over praten, maar met wie? Je denkt na, je piekert en ook als de gesprekspartner bekend is, dan kunnen de spanningen hoog oplopen. Zou die ander wel met me willen praten, zou hij het niet dom vinden, zou hij me willen geloven? Je kent dat wel: je aarzelt, ... je besluit en uiteindelijk verzamel je alle moed om aan te kloppen. Iets van die worsteling zal Maria gekend hebben. Zal EUsabeth mij begrijpen? Maar och, tot wie kon zij beter heengaan dan tot haar! Ondanks het leeftijdsverschil hadden zij toch eenzelfde hartsgeheim? !

Nu, al snel bemerkt Maria dat de Heere met haar is. Hij baant voor haar de weg, want als zij in het huis van Zacharias en EUsabeth aankomt en haar oudere nicht begroet, hoeft ze öiet eens te verteUen wat er in Nazareth met haar gebeurd is. Zoals een moeder al uit de verte kan aanvoelen wat haar kind aan zorgen meedraagt, zo begrijpt EUsabeth wat er in het hart van Maria omgaat. Het begrijpen van die moeder is een zaak van intuïtie; het geheim van een teer en opmerkzaam moederhart. Dat EUsabeth Maria doorzag was onmiskenbaar het gevolg van een verborgen ingeving van de Heilige Geest.

Op het moment dat Maria bij haar aanklopt, is de HeiUge Geest vaardig over EUsabeth geworden: ogen en hart werden geopend. Haar ogen zien scherp en helder, haar hart voelt aan. Niet Maria hoeft te spreken, maar EUsabeth getuigt; ze riep uit met grote stem en zei: , , Gezegend zijt gij onder de vrouwen en gezegend is de vrucht van uw buik!" EUsabeth bUjkt alles te weten! Wat kan dat een opluchting geven, als een ander je aanvoelt, nog rijker is het wanneer een ander je doorgrondt, zonder nog maar een woord gesproken te hebben.

Moeders onder onze lezers: wat kunnen onze jongeren veel zegen ontvangen, wanneer zij iets van EUsabeth's hart in hun moederhart tegenkomen. Wat een zegen kan dat voor het ontspruitende geloofsleven inhouden. Wat een schade kan het daarentegen opleveren wanneer zorgen en problemen niet door ouderen worden begrepen en opgevangen. Wanneer ze met een koele blik of lachende afwijzing worden afgedaan. Onherstelbare schade kan dan worden aangericht. De bede om de verUchting met de Heilige Geest is ook voor het vervullen van het ouderschap onmisbaar.

Wat ons nog meer aanspreekt in de houding van EUsabeth is, dat zij zichzelf niet centraal stelt, terwijl ze daar toch alle reden toe had. Hoe gaat dat dikwijls onder ons? We luisteren even naar de ander, maar zodra we de kans krijgen weiden we uit over onszelf. EUsabeth is er wars van: , , Gezegend zijt gij onder de vrouwen! Gezegend is de vrucht van uw buik!”

EUsabeth ziet van haarzelf af en heeft oog voor de a(A)nder!

Er is dan ook een duidelijke opkUmming in de lofzang waar te nemen, want ze bUjft ook bij Maria niet lang steken. Zeer zeker: zij is de gezegendste onder de vrouwen. Maria's eer zal geen andere vrouw ten deel vallen. Belangrijker voor Elisabeth is de vrucht, die Maria in haar schoot droeg. Ze stoot door naar de kern van de zaak. De mens Maria staat in de schaduw bij de vrucht in haar moederschoot. Maria draagt niet zomaar een kind bij zich, maar de beloofde Messias. Wellicht kwamen haar de woorden vanuit Ps. 132 in gedachten: „De HEERE heeft David de waarheid gezworen, waarvan Hij niet wijken zal, zeggende: Van de vrucht uws buiks zal Ik op uw troon zetten!" Gezegend zijt gij! Geweldig!... geen zweem van jaloezie. Een welgemeend eerbetoon! Verder reikt nog haar vraag: , , En vanwaar komt mij dit, dat de moeder mijns Heeren tot mij komt? ”

Er is verwondering in EUsabeth's hart dat zij een familielid en vertrouwenspersoon mag zijn van die hoog-begenadigde Maria. Nog meer is zij overstelpt dat zij haar Zaligmaker Zelf op bezoek krijgt. De moeder mijns Heeren!!... mijns!!!

We denken in dit verband aan (aanstaande) moeders, die een echo laten maken in het ziekenhuis. Ze mogen meekijken op het beeldscherm; wat kan het dan verheugend zijn om het hartje te zien kloppen, om het prille leven te mogen aanschouwen: mijn kind! ... ons kind!! Elisabeth is een bijzondere radiologe of gynaecologe. Zonder apparatuur, maar met door de Geest verlichte ogen ziet ze niet haar kind, maar Maria's Kind, nee, ze ziet nog veel meer: mijn Zaligmaker!... mijn Heere!

We slaan even een zijweg in: er is in onze dagen veel te doen over het prille leven in de moederschoot. De mens breidt zijn macht uit. Niet weinig vergrijpt men zich aan het jonge leven. Ook deze geschiedenis roept ons een halt toe. Als zelfs een kind van zes maanden in de moederschoot opspringt vanwege de groet van Maria, maar ten diepste vanwege de ontmoeting met de , , vrucht" van haar buik, wat naar menselijke redenering in een zeer pril stadium moet zijn geweest, dan kunnen we alleen maar stil worden en tot elkaar zeggen: handen af!! Natuurlijk krijgt het hier een extra dimensie omdat het de Heere Jezus betreft maar ook een nietig mens in de moederschoot is èn blijft de kroon van God op Zijn schepping!

Terug naar Elisabeth. Ze belijdt het ongeboren leven als haar Koning en Zaligmaker. Eenvoudig gezegd, maar diepzinnig bedoeld: ; Elisabeth viert al Kerstfeest voor de Kerstnacht in Bethlehem. Elisabeth staat vooraan in de rij. Maria volgt haar op de voet, Zacharias met zijn voortreffelijke belijdenis over de Opgang uit de hoogte volgt dan. Daarna komen de engelen met de heerlijke vreugdetijding, vervolgens de herders, een Simeon, een Anna en nog zovele anderen, waaronder we ook een Thomas aantreffen met zijn: „Mijn Heere en mijn God!”

En wij? Staan we ook in de rij van lof zingende personen? Misschien overvalt die vraag u/jou? Nu, dan eerst nog een vraag ter overbrugging: , , Kennen wij die verwondering, die het hart van Elisabeth vervulde? Is haar vraag j al onze vraag geweest: vanwaar komt mij dit? ”

„Ja”, zegt iemand, , , maar nu ligt dat toch | geheel anders!? Elisabeth was er nauw bij be-^ trokken, maar wij staan meer op afstand!" Is dat zo? Met name in de afgelopen weken hebben wij ons meermalen mogen scharen onder de adventsprediking. Daarin trad de Heere ons allen tegemoet, niet als ongeboren Zaligmaker, maar als de Verhoogde Heere! Hebben al die diensten al geresulteerd in de vraag: „Vanwaar komt mij dit? ”

Vanwaar komt mij dit? Elisabeth alsook wij krijgen het antwoord vanuit de lofzang van Zacharias: „Door de innerlijke bewegingen ^ van barmhartigheid van onze God, met welke ons bezocht heeft de Opgang uit de hoogte!”

De Heere treedt ons tegemoet. Niet om iets in Elisabeth, niet om iets in ons, maar... vanwege de vrije gunst, die eeuwig Hem bewoog. En daarover kan de mens zich alleen maar verwonderen: vanwaar tot Mij? ! Deze verwondering is niet los te maken van het Kerstfeest, van de vrede, die God ons wil schenken.

Vanwaar tot mij? ... ik, arme, ellendige| zondaar!

Vanwaar tot mij? ... ik, revolutionair! Ik heb om Uw bezoek niet gevraagd, en: toch bent U gekomen! Alzo lief heeft God de wereld, alzo lief heeft God ook mij!

Deze verwondering vervulle ons aller hart en bepale onze houding op de Kerstdagen en daarna. Dan zal de uitwerking op onze kinderen of naaste omgeving niet achterblijven. Johannes de Doper is daar een treffend voorbeeld van. Toen later de Heere Jezus Zich tot hem begaf om van hem gedoopt te worden, zo hief de zoon van Elisabeth afwerend de handen op en vroeg: , , Komt Gij tot mij? ... mij is nodig van U gedoopt te worden!" Dit , , komt Gij tot mij? " is ongetwijfeld vrucht van de ootmoedige geloofshouding van zijn moeder. Zo moeder, zo zoon!

Het zal ongetwijfeld een rijk gezegend Kerstfeest worden, wanneer gezinnen en alleenstaanden in verwondering mogen belijden: Vanwaar komt Gij tot mij? " Dan zal de ontmoeting met Christus zeker vrucht afwerpen en zal de zaligmakende genade in hart en leven (vernieuwd) gestalte krijgen (zie Titus 2 : 11—14). Ja, dan wordt het werkelijk voor het eerst of opnieuw Kerstfeest, zoals God het bedoeld heeft, nl. CHRISTUSfeest. Dan zullen ook wij in koor-of solozang de lofzang mogen aanheffen:

„Mijn ziel verheft Gods eer. Mijn geest mag blij den Heer' Mijn Zaligmaker noemen!”

Genemuiden

J. Niesing

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 23 december 1992

Gereformeerd Weekblad | 32 Pagina's

Een preludium op het Kerstfeest

Bekijk de hele uitgave van woensdag 23 december 1992

Gereformeerd Weekblad | 32 Pagina's