Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De troost der verkiezing

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De troost der verkiezing

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

GEESTELIJK LEVEN

Er is de laatste tijd weer heel wat te doen om het leerstuk van Gods genadige verkiezing van eeuwigheid. O.a. in verband met de Leuenberger Konkordie en de plaats daarvan in de ontwerp kerkorde van de beoogde So W-kerk. Tegelijk moet worden gezegd dat de zaak waarom 't gaat altijd actueel is. We hoeven slechts te wijzen op de strijd die er gevoerd is tussen Augustinus en Pelagius en tussen Luther en Erasmus om aan te geven dat het een geding is van alle tijden. In dit geding gaat het steeds weer om het feit dat God God is, souverein en vrij. Met die belijdenis is dan heel nauw vervlochten de erkenning dat genade genade is. Voor de volle honderd procent. De zondaar wordt zalig, niet omdat hij dat wil, maar om dat God het wil en omdat God die zondaar he lemaal zalig maakt. Zodat er niets van hem in aanmerking komt of meedoet. Jezus is een volkomen Zaügmaker. Het is de diepinsnijdende belijdenis dat de Heere niets aan ons verplicht is. Want wij hebben alles verzondigd. Waar dan ook genade valt, daar valt ze vrij.

Daarom ging het ook op de Dordtse Synode van 1618/1619. De belijdenis die we aan deze laatste „dogmatisch-sprekende synode" hebben te danken is veel gesmaad. Bovendien is de onkunde inzake de inhoud van de Dordtse Leerregels groot. Nog af gedacht van de ergernis die deze beUjdenis heeft opgeroepen, geldt hier ook: onbekend maakt onbemind. Nu heeft in de jaren 1954-1969 wijlen ds. L. Vroegindeweij in het orgaan van de Geref. Bond de Waarheidsvriend de Leerregels breed uitgelegd en daarmee de lezers van dat blad een uitnemende dienst bewezen. Thans zijn deze artikelen gebundeld en uitgegeven onder de titel: , , De Troost der Verkiezing" (inmid-| dels is al een tweede druk verschenen). Hier- door worden de canones van Dordt dichterbij gebracht. Tevens kan, wat ons hier wordt geboden in de huidige discussies over de leer van de (dubbele) praedestinatie goede diensten bewijzen. Nog onlangs wees een Leidse professor erop dat in de kring van de Gereformeerde Bond de verkondiging niet direkt „Dordts" te noemen was. Als hij gelijk zou hebben, reikt Vroegindeweij ons in ieder geval genoeg materiaal aan, voor een grondige bezinning. Het is de moeite waard.

Om de gereformeerde leer

Wat was nu zijn bedoeling om zo breed (en diep) op deze Leerregels in te gaan? De schrijver laat daar geen enkel misverstand over bestaan: de verkiezing is het hart van de gereformeerde leer. En hij wil die leer - het is een draad door heel het werk heen - er bij de mensen inscherpen. Als het gaat om het hart, gaat het ook om de hartslag en zullen we er goed aan doen dat hart te bewaken. Dat betekent hoe dan ook niet dat erover gezwegen zou kunnen worden. Dat geeft geen pas. Laat staan dat men dan toch zou kunnen volhouden het Evangelie te verkondigen. Dan slaat men de plank mis. Want er staat heel wat op het spel.

Daarbij wil de schrijver zich rekenschap geven van wat reformatorisch is. Er dient zich onder die naam heel wat aan. Het is een oude (en tegelijk nieuwe) kwaal dat dwaalgeesten opstaan, maar zich niet bij hun echte naam noemen. Dat heeft al heel wat ellende veroorzaakt. Het is natuurlijk ook niet eerlijk. Vroeger noemden de Remonstranten zichzelf Remonstranten, tegenwoordig noemen zij zich Gereformeerden. De tegenstanders van de bijbelse en gereformeerde leer gebruiken heel vaak gereformeerde woorden om ongereformeerde gedachten ingang te doen vinden. Men beroept zich op de Reformatie en komt op bijna alle aangelegen punten tegen de belijdenis van de Reformatoren in verzet, aldus ds. Vroegindeweij.

Wat is dan gereformeerd? Vroegindeweij noemt in dat verband een zevental punten die hij kenmerkend acht voor de gereformeerde leer en de gereformeerde prediking. Dat laatste moet er wel bij, want in de prediking komt de leer tot klinken. De verkondiging is, net zo min als de confessie zelf, los verkrijgbaar. AI teveel wordt de belijdenis gezien als een monument uit een ver verleden, aardig voor een grondslag, maar niet iets voor de praktijk van het kerkelijk en geestelijk leven. Het geding om de confessie is ten diepste een geding om (de verkondiging van) het Woord Gods. Men kan wel zeggen dat men het helemaal met de belijdenisgeschriften eens is en dat men het alleen op een andere manier wil vertolken, maar het is, zegt de schrijver zeer de vraag of men dan de waarheid spreekt. We zouden over die laatste zin nog eens heel goed na moeten denken.

Sterk anti-Barthiaans

De belijdenis is naar het inzicht van de schrijver een organisch geheel. Laat men er iets van los, dan heeft men een verminkte belijdenis en een valse prediking. De belijdenis is geen baal suiker. Daar kan men een half pond van gebruiken en heeft men ten volle suiker. Bij de belijdenis ligt dat bepaald anders. Als de zeven voorname punten uit de gereformeerde leer noemt Vroegindeweij dan het gezag van de Heilige Schrift, de onmacht van de mens, de vrijmacht van God, de algenoegzaamheid van Christus, de onverdienstelijkheid van het geloof, de gehoorzaamheid van de Kerk aan Christus en de eer van God als het hoofddoel van het leven.

De behandeling van deze artikelen biedt van hieruit een goede gelegenheid om allerlei dwalingen in deze tijd aan te wijzen. De polemiek wordt niet geschuwd. Gedurig komen we de naam van de Zwitserse theoloog Karl Barth tegen. En dat niet in positieve zin. Snedig wordt opgemerkt dat de Dordtse Synode geen Barthiaanse Synode was. De door Barth voorgestane opvattingen als de veranderlijkheid van de verkiezing; dat het getal der uitverkorenen niet voor een gesloten aantal gehouden kan worden; dat er maar één verwerping is nl. die van Jezus Christus enz., worden afgewezen. Deze, , kerk vader van de 20-e eeuw" wordt onder scherpe kritiek gesteld. Op grond van het bijbels getuigenis. Hij acht de verkondiging van Barth en diens volgelingen wonderlijk oppervlakkig. Het spreken van de Schrift over de mogelijkheid en de werkelijkheid van het ongeloof is veel ernstiger dan bij Barth. Het geloof is bijbels gesproken wel wat anders dan kennis nemen van het gegeven feit, dat wij allemaal verlost zijn. Bij een prediker uit de school van Barth kan de kerk gesloten worden voor de kerkdijken. De prediking is geen machtige worsteling om zondaren te bewegen tot het geloof. Het gaat veel meer om een onbijbelse wiskunde met een viertal stellingen. De eerste is dat God alle mensen in Christus heeft uitverkoren tot de zaligheid. De tweede luidt dat iedere kerkganger, hoe hij ook leeft of denkt, het daarvoor mag houden dat God hem zeker zal zalig maken. Ten derde moet ieder zelf maar uitmaken hoe hij moet leven en tenslotte dat de kerken alleen maar diensten behoeven te houden om de buitenkerkelijken bovenstaande stellingen te leren.

Maar hij komt ook dichter bij huis en heeft zo de nodige vragen en zorgen. Ik ben wel eens bang, laat hij ergens weten, dat deze en gene die toch geen remonstrant wil zijn, de boog niet strak genoeg gespannen houdt. Hij predikt de verantwoordelijkheid van de mens, en dat is goed, maar hij laat min of meer de totale onmacht van de mens in de mist. Hij erkent wel een onmacht om de geboden te houden, maar hij laat in het midden de totale onmacht om te geloven.

Geen muur maar poort

Alleen zij toch komen tot het geloof, die door God worden verlicht. Er is een machtig werk van de HeiHge Geest voor nodig. Hoe komt het, zo vraagt hij zich af, dat door zeer veel predikanten zo hcht over het geloof gesproken wordt? De Schrift spreekt er niet licht over. De ervaring laat ons zien dat het bij de mensen onmogelijk is. En toch wordt er maar gepreekt alsof geloven de onnozelste zaak van de wereld is, zoiets als een stelling uit de meetkunde voor waar houden of geloven dat de slag bij Nieuwpoort in 1600 viel. Wie leert, zo verzucht de auteur, de predikanten in en buiten de Hervormde Kerk wat geloven is? Dan is de Kerk gered. Maar er moet dan naar zijn inzicht wel een beetje anders over Joh. 3 : 16 gesproken worden. Daar ligt een zó grote onmogelijkheid in, dat 't nog zeer de vraag is of er nog wel een zondaar zaUg zal kunnen worden. De enige mogelijkheid die Joh. 3 : 16 tot een machtig woord kan maken, is de uitverkiezing tot het geloof. Als het waar is dat God niet alleen Zijn Zoon heeft gegeven, maar ook een volk heeft uitverkoren aan wie Hij dat geloof zal schenken, dan kunnen er tot dit geloof komen. Dat is naar Vroegindeweij's overtuiging teveel vergeten. Woorden die naar ons inzicht nog niets aan actualiteit hebben ingeboet.

Maar Gode zij dank, er is een verkiezing tot het geloof en er is een voornemen Gods om de uitverkorenen tot het geloof in Christus te brengen. Het hopen op Christus en Zijn gerechtigheid is begin en einde. De uitverkiezing is niet een muur, om de ellendigen eruit te houden. Maar een poort in de muur om alle ellendigen, want die zijn allen uitverkoren, tot de zaligheid te brengen. En ze te troosten met de enige troost in leven en in sterven. Dat is Christus alléén. Hoe meer zonde en ongerechtigheid de zondaar ziet in zichzelf, des te meer ' vindt hij oorzaak om zijn toevlucht te nemen tot de gekruisigde Christus.

Deze uitleg is als de beUjdenis zelf: tot een levendige troost van Gods volk. En mag de ondertitel van dit werk terecht een pastorale behandeUng heten.

We hebben vandaag zeer op onze hoede te zijn. We zijn het geloof , , eenmaal de heiUgen overgeleverd" zo maar kwijt.

Vroegindeweij heeft de vermaning van de Dordtse vaderen ter harte genomen. In het besluit van de Leerregels lezen we nl. dat alle mede-dienaars in het EvangeUe van Christus, zich in het verhandelen van deze leer, beide in scholen en kerken. Godvruchtig en godsdienstig hebben te gedragen en die leer zowel met de tong als met de pen tot Gods eer, tot heiligheid des levens en tot vertroosting der verslagen gemoederen uit te dragen. Het is vurig te hopen dat de dienaren zich ook thans van déze synodale opdracht kwijten!

K.t.K.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 april 1993

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's

De troost der verkiezing

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 april 1993

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's