Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het kerklied (6)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het kerklied (6)

4 minuten leestijd

KERKGESCHIEDENIS

Ritmisch of op hele noten?

Het tempo waarin gezongen wordt in de kerk, is zeer verschillend. Er zijn kerken waar men de psalmen op hele noten zingt en soms in een zeer laag en slepend tempo, er zijn ook kerken, waar men op hele en halve noten, dus ritmisch zingt en soms in een zeer snel tempo. Duiken we in de geschiedenis van het kerklied, dan ontdekken we, misschien tot onze verrassing, dat het ritmisch zingen de oudste papieren heeft. De psalmen zijn oorspronkelijk ritmisch gezet. En voor wie zich op Calvijn wil beroepen... in de tijd van Calvijn, zong men de psalmen op hele en halve noten, dus ritmisch. Als dus in sommige kerken ritmisch gezongen wordt, jaagt men geen nieuwigheden na, maar gaat men in het voetspoor der vaderen; zit men op reformatorisch spoor.

De later ontstane ontwikkeling naar een meer gedragen zingen, is uit de nood geboren. Ze houdt verband met de psalmberijming van Datheen. Naar inhoud vol Geest en leven, was deze berijming muzikaal beneden alle peil. Ze was ritmisch niet te zingen. Datheen had zijn psalmberijming uit het f rans vertaald, maar had de accenten van zijn berijming niet aangepast aan de melodische accenten. Zo ontstond een berijming, waarvan critici later zouden zeggen, dat ze: , , uit literair oogpunt gewoonweg erbarmelijk was en op de franse melodie onzingbaar". , , Zo zeer ging in de praktijk het psalmgezang mis, dat de geleidelijke overgang op hele noten als een bevrijding werd ervaren".

Dat onze vaderen op lange en korte noten zongen, is te zien aan de notatie in alle psalmbundels, uitgegeven vóór het jaar 1773. Voetius zei er in 1663 van: , , Dat allen toch vooral de heele en halve noten wel onderscheiden, want het bevordert de schoonheid" (van het kerkgezang). Ds. M. Golverdingen, predikant bij de Gereformeerde Gemeenten verklaarde: , , op historische gronden zijn er geen bezwaren tegen ritmisch zingen, maar omwille van de rust binnen de Gemeenten, kunnen we het beter niet invoeren".

Tegen het zingen op hele noten is niet het minste bezwaar. Persoonlijk heb ik geen voorkeur en zing even graag ritmisch als iso-ritmisch. Als meer gedragen wordt gezongen op hele noten, en het gebeurt op waardige, eerbiedige manier, hoe machtig en aangrijpend kan zulk zingen zijn. Maar men wachte zich voor het zeer trage en slepende zingen en het luidkeels galmen. Als ergens, zoals geconstateerd is, het zingen van psalm 68 vers 10 ruim 4 minuten duurt, doet ademnood de Gemeente halverwege een zin of middenin een woord, naar lucht happen. Het is echt niet zo, dat hoe langzamer, ook betekent hoe eerbiediger. De echte eerbied komt van binnen uit en hangt samen met persoonlijke betrokkenheid met wat men zingt. De een zal eerbiedig ritmisch zingen en de ander oneerbiedig op hele noten en omgekeerd. Het een heeft met het ander weinig te maken.

Het ritmisch zingen maakt het lied van de Gemeente levendig en doet de schoonheid van de psalm beter uitkomen. De bekende dr. G. Puchinger verklaarde over het psalmzingen:

„Elke Gemeente moet gewoon zingen zoals zij dit zelf wil. Je zingt voor God en daarbij moet je jezelf zijn. Dat is één. Twee: ritmisch zingen is wel levendiger, is ook beter, en niet alleen op historische gronden. Het op hele noten ontaardt vaak in een dreun. Maar aan de andere kant verhoogt isoritmisch (= op hele noten) zingen van de Gemeente wel de meditatie. Je kunt beter nadenken over datgene wat je zingt. Er gaat rust vanuit, vertrouwdheid”.

Hoe het zij... op hele noten of ritmisch zingen, er is geen principe mee gemoeid, het behoort tot de middelmatige zaken. Wie het op hele noten zingen tot principe verheft en daarmee hen veroordeelt, die ritmisch zingen, is verkeerd bezig. Men kan aan het tempo van zingen niet een bepaalde graad van rechtzinnigheid afmeten. Laat men liever, al zingend, hetzij ritmisch dan wel iso-ritmisch, elkander in liefde verdragen.

Samenvatting

We sluiten af. Boeiende stof hield ons bezit. De zaak van het kerklied met haar vele facetten kon niet uitputtend worden behandeld. Bezinning op deze, toch niet onbelangrijke, zaak is gewenst. Het zal goed zijn, dat we al zingend, hetzij in het gezin, of in een koor, maar zéker in de kerk, verstaan wat we zingen en het hart meezingt. Dat we met vreugd in 't huis des Heeren mogen gaan, om daar met lof de grote Naam te bezingen van Hem, Die waardig is, nu en tot in eeuwigheid, te ontvangen aanbidding, eer en dankb're lofgezangen.

We moeten de lofzang levend houden, tot het gebrekkig zingen overgaat in het volmaakte zingen in de hemelse heerlijkheid.

„Zo zullen wij, de schapen Uwer weiden, In eeuwigheid. Uw lof. Uw eer verbreiden. En zingen van geslachten tot geslachten. Uw trouw. Uw roem. Uw onverwinb're krachten”.

B.

H.H.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 november 1993

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's

Het kerklied (6)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 november 1993

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's